Besluit van 3 april 2013 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen A en H, voor zover het betreft de invoeging van artikel 38c, van de Wet van 20 december 2012 tot wijziging van de Politiewet 2012 in verband met de positie van de korpschef en van de regioburgemeester alsmede enkele andere verbeteringen (Stb. 660)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 25 maart 2013, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 365940;

Gelet op artikel IV van de Wet van 20 december 2012 tot wijziging van de Politiewet 2012 in verband met de positie van de korpschef en van de regioburgemeester alsmede enkele andere verbeteringen (Stb. 660);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I, onderdelen A en H, voor zover het betreft de invoeging van artikel 38c, van de Wet van 20 december 2012 tot wijziging van de Politiewet 2012 in verband met de positie van de korpschef en van de regioburgemeester alsmede enkele andere verbeteringen (Stb. 660) treedt in werking met ingang van 1 mei 2013.

Onze Minister van Veiligheid en Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 3 april 2013

Beatrix

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Uitgegeven de elfde april 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven