Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant in de hoedanigheid van beheerautoriteit voor het programma EFRO Zuid-Nederland 2021-2027 houdende regels omtrent financiële correcties programma EFRO Zuid-Nederland 2021-2027 (Beleidsregels financiële correcties OPZuid 2021-2027)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, in de hoedanigheid van beheerautoriteit voor het programma EFRO Zuid-Nederland 2021-2027;

 

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Overwegende dat artikel 69, tweede lid van de Verordening (EU) nr. 2021/1060 van het Europees parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid (Verordening 2021/1060) bepaalt dat de Lidstaat zelf en hierdoor de beheerautoriteit verantwoordelijk is voor het voorkomen en onderzoeken van onregelmatigheden, het toepassen van financiële correcties en het doen van terugvorderingen. Dit dient te worden toegepast bij het verstrekken van subsidies op grond van de Subsidieregeling OPZuid 2021-2027;

 

Overwegende dat aan de artikelen 4:46, tweede lid, 4:48, eerste lid en 4:49, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht de bevoegdheid wordt ontleend subsidies na verlening of vaststelling te wijzigen of lager vast te stellen bij niet-naleving van subsidievoorschriften en daarmee invullen gegeven kan worden aan de verantwoordelijkheden van artikel 69 van Verordening 2021/1060;

 

Overwegende dat in artikel 1.6 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021 de beheerautoriteit is aangewezen om beleidsregels vast te stellen voor de toepassing van financiële correcties als bedoeld in artikel 103, eerste lid van Verordening 2021/1060 met het oogmerk op het vaststellen van beleidsregels voor het wijzigen of lager vaststellen van subsidieverlening en het ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen van de subsidievaststelling en waar nodig toepassen van financiële correcties;

 

Overwegende dat omwille van de uniformiteit landelijk een zelfde beleid wordt gehanteerd voor de registratie van bevindingen en toepassen van correcties in

geval van tekortkomingen bij de beoordeling van ingediende uitgaven of een verzoek om vaststelling en dat het Besluit van de Europese commissie van 19 december 2013 (C(2013) 9527 final als leidraad heeft gediend bij het formuleren van dit beleid;

 

Besluiten vast te stellen de volgende beleidsregels:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

beheerautoriteit: Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant aangewezen als beheerautoriteit als bedoeld in artikel 71 van Verordening 2021/1060 voor het Programma EFRO Zuid-Nederland 2021-2027;

 

REES 2021: Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021;

 

subsidieontvanger: subsidieontvanger als bedoeld in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en begunstigde als bedoeld in artikel 2, onderdeel 9, van Verordening 2021/1060;

 

Verordening 2018/1046: Verordening (EU, Euratom) van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012;

 

Verordening 2021/1060: Verordening (EU) nr. 2021/1060 van het Europees parlement en de Raad van 24 juni 2021 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid.

Artikel 2 Verlagen subsidie

  • 1.

    De beheerautoriteit past de bevoegdheid tot wijzigen of lager vaststellen van de subsidie als bedoeld in de artikelen 4:46, tweede lid, 4:48, eerste lid en 4:49, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, toe op de subsidie die is verstrekt op grond van de Subsidieregeling OPZuid 2021-2027, indien sprake is van een tekortkoming omdat niet voldaan wordt aan verplichtingen verbonden aan de subsidie.

  • 2.

    Tekortkomingen die in ieder geval kunnen leiden tot een wijziging of lager vaststellen als bedoeld in het eerste lid, en het daarbij toe te passen verlagingspercentage, zijn opgenomen in de bijlage.

  • 3.

    Een verlaging of wijziging als bedoeld in het eerste lid, wordt toegepast op:

    • a.

      de beschikking tot subsidieverlening;

    • b.

      de hoogte van het voorschot op het verleende subsidiebedrag, bedoeld in artikel 1.7, eerste lid, van de Subsidieregeling OPZuid 2021-2027;

    • c.

      de totaal vast te stellen subsidie, bedoeld in artikel 1.6, van de Subsidieregeling OPZuid 2021-2027;

    • d.

      de beschikking tot subsidievaststelling.

Artikel 3 Verzuimherstel

  • 1.

    Indien sprake is van een tekortkoming die kan worden hersteld door de subsidieontvanger, wordt de subsidieontvanger in de gelegenheid gesteld het verzuim te herstellen uiterlijk bij het verzoek om vaststelling van de subsidie.

  • 2.

    De tekortkoming leidt niet tot een lager vaststellen, indien de subsidieontvanger uiterlijk bij het verzoek om vaststelling van de subsidie:

    • a.

      de tekortkoming herstelt;

    • b.

      de subsidiabele kosten waar de tekortkoming op ziet, vervangt door andere subsidiabele kosten.

Artikel 4 Toepassen verlaging

  • 1.

    Het verlagingspercentage, bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt toegepast op het deel van de subsidiabele kosten waar de tekortkoming op ziet.

  • 2.

    Iedere geconstateerde tekortkoming leidt slechts één keer tot verlaging van de subsidiabele kosten, bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Indien de beheerautoriteit meerdere tekortkomingen constateert die leiden tot een verlaging van hetzelfde deel van de subsidiabele kosten, bedoeld in het eerste lid, wordt het hoogste percentage toegepast.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze Beleidsregels treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels categoriseringstabel financiële correcties OPZuid 2021-2027.

’s-Hertogenbosch, 23 mei 2023

Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant in de hoedanigheid van beheerautoriteit voor het programma EFRO Zuid-Nederland 2021-2027,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. P.J. Buijtels

Bijlage bij de Beleidsregels financiële correcties OPZuid 2021-2027

 

Rubr.

Code

Omschrijvingen

Correctie-percentage of bedrag

Bron

A

Het project / de financiering is niet conform Europese regels

A1

Er is sprake is van ongeoorloofde staatssteun.

100% van de projectkosten in het project waarop de ongeoorloofde steun betrekking heeft 1 .

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie artikel 107.

A1-1

Er is niet voldaan aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor het voordeel, zodat het ontvangen voordeel niet verschuldigd was.

100% van de subsidiabele projectkosten waarover een bijdrage is verleend.

Vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie over onregelmatigheden

A2

De gehele of gedeeltelijke projectadministratie ontbreekt waardoor er geen controlespoor is.

100% van de projectkosten t.a.v. het gedeelte dat ontbreekt.

Verordening 2021/1060, artikel 74, lid 1 en artikel 4.2.14 van de REES 2021

A2-2

Er is geen door middel van een inzichtelijke tijdschrijving controleerbare urenverantwoording per werknemer aanwezig.

100% van de betreffende projectkosten.

Artikel 4.2.14 van de REES 2021

A3

De milieueisen zijn niet nageleefd.

0% tot 100%2 van de subsidiabele projectkosten.

Verordening 2021/1060 artikel 6 en artikel 73, lid 2, sub e.

A4

Het project voldoet niet aan de instandhoudingsplicht.

20% - 100% van de subsidiabele projectkosten, afhankelijk van de omvang en aard van de wijziging. Vervolgens naar rato van het aantal jaren3 .

Verordening 2021/1060, artikel 65

A5

De subsidiabele kosten zijn niet goed berekend.

100% van het foutief berekende bedrag.

Verordening 2021/1060, artikel 63, lid 1, artikel 67 en artikel 1.3 van de REES 2021.

A6

Er is door de begunstigde niet voldaan aan de voorwaarden voor gelijke kansen.

Verordening 2021/1060, artikel 9, lid 2 en 3.

De begunstigde heeft structureel niet voldaan aan de horizontale programmavoorwaarden.

5% van de subsidiabele kosten van het project.

 

C

De uitgaven zijn niet conform de Europese subsidiabiliteitsregels

C1

De uitgaven van projecten / stortingen in fondsen zijn buiten de programmaperiode gemaakt en/of betaald.

100% van de kosten.

Verordening 2021/1060, artikel 63, lid 2.

C2

De uitgaven betreffen (debet)rente.

100% van de kosten.

Verordening 2021/1060, artikel 64, lid 1, onder a.

C3

De gedeclareerde grondkosten overschrijden de 10% van de totale voor steun in aanmerking komende uitgaven. Indien er sprake is van verwaarloosde gebieden en voormalige industriezones, wordt die grens verhoogd tot 15%.

100% van de overschrijding.

Verordening 2021/1060, artikel 64, lid 1, onder b.

C4

De uitgaven betreffen verplaatsingskosten.

100% van de kosten.

Verordening 2021/1060, artikel 66.

C5

Er is niet voldaan aan de publiciteitsvoorwaarden door de begunstigde.

Verordening 2021/1060, artikel 50.

a. De begunstigde heeft tijdens de uitvoering van het project niet een voor het publiek duidelijk zichtbaar duurzame plaat of bord opgesteld c.q. de plaat of het bord voldoet niet aan de daaraan gestelde eisen.

0-3% van de subsidiabele kosten van het project.

Verordening 2021/1060, Artikel 50, lid 3 en bijlage XII, paragraaf 2.2, onder 4 en 5.

b. De begunstigde heeft deelnemers (zijnde natuurlijke personen) aan een concrete actie niet middels documenten en communicatiemateriaal op de hoogte gesteld van medefinanciering vanuit EFRO.

0-3% van de subsidiabele kosten van het project.

Verordening 2021/1060, Artikel 50, lid 3 en, bijlage XII, paragraaf 2.2, onder 3

c. De begunstigde heeft tijdens de uitvoering van het project niet voldaan aan het bepaalde inzake de website en sociale media en/of de affiche of equivalent elektronisch display niet op een voor het publiek goed zichtbare plek opgehangen.

0-3% van de subsidiabele kosten van het project. Afhankelijk van de aard en omvang van het niet voldoen aan de bepalingen.

Verordening 2021/1060, Artikel 50, lid 3 en, bijlage XII, paragraaf 2.2, onder 2

d. De begunstigde heeft voor concrete acties van strategisch belang en concrete acties waarvan de totale kosten meer bedragen dan € 10.000.000,- geen communicatie-evenement of -activiteit georganiseerd, c.q. de Commissie en de verantwoordelijke beheerautoriteit niet tijdig bij het evenement betrokken.

0-3% van de subsidiabele kosten van het project. Afhankelijk van de aard en omvang van het niet voldoen aan de bepalingen.

Verordening 2021/1060, Artikel 50, lid 3 en, bijlage XII, paragraaf 2.2, onder 2

C6

De gedeclareerde uitgaven stemmen niet overeen met de boekhoudkundige bewijsstukken en gegevens van de begunstigde.

100% over het verschil in kosten.

Verordening 2021/1060, artikel 74, lid 1.

C7

Prestatie niet of onvoldoende aangetoond.

Maximaal 100% van de betreffende kosten.

Verordening 2021/1060, artikel 63.

C8

Betaling niet of onvoldoende aangetoond.

Maximaal 100% van de betreffende kosten.

Verordening 2021/1060, artikel 63.

C9

De gedeclareerde uitgaven zijn niet, of niet volledig toereikend in overeenstemming met het principe van “Sound Financial Management”, zijnde dat voldaan dient te worden aan de principes van economie (binnen een toepasselijke tijd, passende hoeveelheid en kwaliteit tegen de beste prijs (dus niet te laat, te veel, verkeerde kwaliteit en/of te duur)), efficiency (een goede prijs-prestatieverhouding) en effectiviteit (gericht op de specifieke doelen van het project en de beoogde resultaten).

100% over het verschil / indien het verschil niet te berekenen is, maximaal 25% van de totale uitgave.

Verordening 2018/1046 (Financieel Reglement), artikel 33.

C10

De aan bijdrage in natura toegekende waarde is hoger dan de marktwaarde.

100% over het verschil.

Verordening 2021/1060, artikel 67, lid 1 onder b

C11

Een bewijsstuk van een onafhankelijke beoordeling m.b.t. de bijdrage in natura ontbreekt.

Indien sprake is van grond of onroerend goed, dan moet de waarde daarvan worden gecertificeerd door een onafhankelijke gekwalificeerde deskundige of een hiertoe gemachtigde officiële instantie.

100% van de uitgaven

Verordening 2021/1060, artikel 67, lid 1 onder c

C12

De aan de concrete actie betaalde overheidssteun die bijdrage in natura omvat, is aan het einde van de concrete actie hoger dan de totale subsidiabele uitgaven, exclusief bijdrage in natura.

100% over het verschil.

Verordening 2021/1060, artikel 67, lid 1 onder a

C13

Er is overheidssubsidie verleend voor de aanschaf van de afgeschreven activa.

100% van de uitgaven.

Verordening 2021/1060, artikel 67, lid 2 onder d

C14

Het totale aantal gedeclareerde uren binnen één kalenderjaar bedraagt meer dan 1.720 uren bij een voltijd dienstverband of eigen arbeid, of een evenredig deel daarvan bij een deeltijd dienstverband;

100% van de te veel gedeclareerde uitgaven

Verordening 2021/1060, artikel 55, lid 2 en

Artikel 1.3, lid 4 van de REES 2021

 

D

De uitgaven zijn niet conform de nationale regels

De uitgaven zijn niet conform de nationale subsidiabiliteitsregels

D1

Het project is of wordt niet uitgevoerd conform het projectplan op basis waarvan subsidie is verstrekt.

0-100% van de subsidiabele kosten van het project.

Artikel 4.2.11 van de REES 2021

D2

Het project is niet tijdig afgerond en er is geen schriftelijke ontheffing aangevraagd.

100% over het te laat gemaakte en/of betaalde deel.

Artikel 4.2.11 van de REES 2021

D3

Er is sprake van niet-subsidiabele kosten:

administratieve en financiële sancties en boetes;

100% van het niet- subsidiabele deel.

Artikel 1.4 van de REES 2021.

winstopslagen binnen een groep of samenwerkingsverband;

fooien en geschenken;

representatiekosten en -vergoedingen;

kosten van personeelsactiviteiten;

kosten van overboekingen en annuleringen;

gratificaties en bonussen;

kosten van outplacementtraject.

D4

De kosten zijn niet direct verbonden met de uitvoering van het project.

100% van de kosten

Artikel 1.3 van de REES 2021

D5

Urenstaten zijn niet in functiescheiding getekend en/of tijdigheid van ondertekening is niet vast te stellen

a. Autorisatie medewerker ontbreekt

5% van de betreffende kosten

Art. 1.3a van de REES 2021

b. Autorisatie leidinggevende ontbreekt

5% van de betreffende kosten

c. Tijdigheid onjuist of niet vast te stellen

5% van de betreffende kosten

D6

De subsidiabele uitgaven zijn niet of onvoldoende onderbouwd met bewijsstukken:

Artikel 1.3, lid 1, sub e van de REES 2021.

a. Factuur ontbreekt of onvoldoende specifiek om project gerelateerdheid aan te tonen.

Maximaal 100% van de betreffende kosten.

D7

De uitgaven betreffen terugvorderbare BTW, zoals terugvorderbaar vanuit het BTW compensatiefonds.

100% van de kosten.

artikel 1.3 van de REES 2021.

D8

De kosten voor het IKS voor kennisinstellingen zijn niet juist berekend.

Het aantal gedeclareerde uren is onjuist.

100% van de foutief berekende kosten / de fout.

Art. 1.3b van de REES 2021 en artikel 12, lid 2 van het kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies

Het IKS tarief is niet juist gehanteerd.

100% van de foutief berekende kosten / de fout.

Art. 1.3b van de REES 2021 en artikel 12, lid 1 van het kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies

D9

De loonkosten of het vaste maandbedrag per medewerker en / of de vaste percentages zijn niet goed berekend.

100% van de foutief berekende kosten / de fout.

Art. 1.3, lid 1 van de REES 2021.

Het aantal uren dat is ingediend wijkt af van het aantal uren op de urenstaat.

100% van de foutief berekende kosten / de fout.

Art. 1.3, lid 1 van de REES 2021.

D10

Het werkgeversdocument voor medewerkers die een vast percentage van de tijd per maand aan een project werken, is niet correct:

De loonkosten zijn niet juist berekend.

100% van de foutief berekende kosten / de fout.

Art. 1.3, lid 3 van de REES 2021.

Uit werkgeversdocumenten blijkt dat een medewerker over verschillende projecten meer dan 100% van zijn tijd aan projecten besteedt.

100% over het deel van de kosten boven 100% van de voor die medewerker beschikbare tijd

Art. 1.3, lid 3 van de REES 2021.

D11

De loonkosten op basis van de forfaitaire 23% zijn niet goed berekend.

100% van de foutief berekende kosten / de fout.

Art. 1.4a, van de REES 2021.

D12

Er zijn kosten ingediend waarbij het factuurbedrag lager is dan € 250 exclusief BTW.

100% van de kosten

Art. 4.2.5, lid 1 van de REES 2021

 

E

De uitgaven zijn niet conform de regels vanuit de specifieke OP’s / beleidsregels / beschikkingen

De uitgaven zijn niet conform het gestelde in de van toepassing zijnde beleidsregel(s) / beschikkingen

Beleidsregel(s) / beschikkingen

E1

De uitgaven voldoen niet aan de gestelde eisen in de Subsidieregeling / Beleidsregel of de beschikking tot subsidieverlening.

100% van de betreffende kosten

Afhankelijk van de betreffende beleidsregel(s) / beschikkingen.

E2

De uitgaven zijn buiten de in de Subsidieregeling / Beleidsregel of de beschikking tot subsidieverlening gestelde subsidiabele periode gemaakt of betaald.

100% van de betreffende kosten

Afhankelijk van de betreffende beleidsregel(s) / beschikking

 

B

De uitgaven zijn (mogelijk deels) niet conform Europese en nationale aanbestedingsregels

B1

De opdracht is niet gepubliceerd

 

Hieronder valt ook het onrechtmatig gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande aankondiging (directe gunning)

100% van de opdracht indien de opdracht niet is gepubliceerd volgens de juiste procedures en ook niet op andere wijze openbaar is gemaakt.

Bronnen bevinding B1 tot en met 2-B27:

• Guidelines for determining financial corrections to be made by the Commission to Expenditure financed by the Union under shared management, for non-compliance with the rules on public procurement, C(2013) 9527

• De arresten van het Europese Hof van Justitie ter zake

25% van de opdracht indien de opdracht niet is gepubliceerd volgens de juiste procedures, maar wel op een dusdanige wijze openbaar is gemaakt dat gegadigden in andere lidstaten tijdig hebben/hadden kunnen

reageren.

Nationale openbare opdracht is gegund zonder te zijn gepubliceerd op TenderNed.

25% van de opdracht indien er 1 offerte is opgevraagd, 10% bij 2 offertes en 5% bij 3 of meer offertes.

Bij meervoudig onderhandse opdracht zijn te weinig (minder dan drie) offertes opgevraagd.

10% bij 2 te weinig en 5% bij 1 te weinig.

B2

Kunstmatige splitsing van opdracht en daardoor niet gepubliceerd.

 

Dit geldt ook voor opdrachten onder de Europese drempel, waar door kunstmatige splitsing overschrijding van nationale drempels voor openbaar aanbesteden is vermeden.

Arresten: C-574/10 Commissie/Duitsland

T-358/08 Spanje/Commissie

T-384/10 Spanje/Commissie 

100% van de opdracht indien de opdracht door kunstmatige splitsing niet is gepubliceerd volgens de juiste procedures én ook niet op andere wijze openbaar is gemaakt.

.

25% van de opdracht indien sprake is van kunstmatige splitsing, maar de opdracht wel op een dusdanige wijze openbaar is gemaakt dat gegadigden tijdig hebben/hadden kunnen reageren.

B3

De aanbestedende dienst kan onvoldoende onderbouwen waarom de opdracht niet is gegund in de vorm van afzonderlijke percelen.

5% van de opdracht.

B4

Niet-naleving van de termijnen voor de ontvangst van inschrijvingen en/of voor ontvangst van verzoeken tot deelname. De geboden termijn was korter dan de minimaal toegestane.

 

Of

 

Het niet verlengen van de termijnen voor de ontvangst van inschrijvingen, wanneer aanzienlijke wijzigingen in de aanbestedingsdocumenten zijn doorgevoerd.

100% van de opdracht indien de geboden termijn ≥ 85% korter is dan de eigenlijke termijn of ≤ 5 dagen is.

25% van de opdracht indien de geboden termijn ≥ 50% (maar minder dan 85%) korter is dan de eigenlijke termijn

10% van de opdracht indien de termijn ≥30% (maar minder dan 50%) korter is of indien de termijnen niet zijn verlengd bij significante wijziging van de documenten.

5% indien de verkorting van de termijn < 30%.

B5

Onvoldoende tijd voor potentiële inschrijvers/gegadigden om aanbestedingsstukken te verkrijgen. De geboden tijd was korter dan de termijn zoals aangegeven in de aanbestedingsdocumenten.

Of

Er waren beperkingen voor potentiële inschrijvers/gegadigden om de aanbestedingsdocumenten te verkrijgen.

25% van de opdracht indien de geboden tijd ≤ 5 dagen is of wanneer helemaal geen rechtstreekse, volledige en kosteloze toegang tot de aanbestedingsdocumenten is

verstrekt.

10% wanneer de geboden termijn ≤50% is van de eigenlijke inschrijftermijn.

5% indien de geboden termijn tussen de 50 en 80% van de eigenlijke inschrijftermijn bedroeg.

B6

De verlenging van termijnen voor inschrijving en/of voor ontvangst van verzoeken tot deelname is niet (correct) gepubliceerd.

 

Of

 

Er heeft geen verlenging van termijnen voor inschrijving en/of voor ontvangst van verzoeken tot deelname plaatsgevonden.

10%van de opdracht indien de oorspronkelijke termijnen cf. de van toepassing zijnde regels waren, maar de verlenging niet volgens de juiste procedures is gepubliceerd én ook niet op andere wijze openbaar is gemaakt;

Of indien de termijnen niet zijn verlengd wanneer potentiële inschrijver tijdig aanvullende informatie heeft opgevraagd en deze niet minimaal 6 dagen (4 dagen bij versnelde procedures) voor het aflopen van de inschrijftermijn is verstrekt

5% van de opdracht indien de oorspronkelijke termijnen cf. de van toepassing zijnde regels waren, maar de verlenging niet is gepubliceerd volgens de juiste procedures, maar wel op andere wijze openbaar is gemaakt.

B7

Er is ten onrechte gebruik gemaakt van de mededingingsprocedure met onderhandeling of concurrentiegerichte dialoog, omdat het geen geval betreft als bedoeld in de richtlijnen 2014/23/EU, 2014/24/EU of 2014/25/EU.

25% van de opdracht indien ten onrechte gebruik is gemaakt van deze procedure.

10% van de opdracht indien volledige transparantie is verzorgd (inclusief een motivatie voor het gebruik van de procedure in de stukken), er geen beperkingen zijn gesteld aan het aantal inschrijvers bij eerste inschrijving en gelijke behandeling van de inschrijvers tijdens de onderhandelingen was gewaarborgd.

B8

Onjuiste toepassing van elektronische- en samengestelde aanbestedingsprocedures, zoals een raamovereenkomst, dynamisch aankoopsysteem, elektronische veiling en centrale inkoop.

25% van de opdracht indien de onjuiste toepassing ertoe heeft geleid dat de opdracht is gegund aan een andere partij dan wanneer de procedure was gevolgd.

10% van de opdracht indien de procedure niet is gevolgd en dit heeft mogelijk een ontmoedigend effect gehad op potentiële inschrijvers.

B9

In de aankondiging waren niet alle selectie- en/of gunningscriteria (incl. de weging), of niet alle contractvoorwaarden of niet alle technische specificaties opgenomen.

 

Of

 

De gunningscriteria (incl. de weging) zijn onvoldoende beschreven.

 

Of

 

Verduidelijkingen of aanvullende informatie is niet verstrekt/gepubliceerd.

 

Arresten: ECJ-07/2016 Dimarso

 

ECJ-11/2010 COM vs Ierland

 

ECJ-01/2008 Lianakis.

25% van de opdracht indien de selectie- en/of gunningscriteria (inclusief weging) niet waren vermeld in de aankondiging of het bestek.

10% van de opdracht indien:

- de contractvoorwaarden of technische specificaties niet waren vermeld in de aankondiging of het bestek;

- de gunningscriteria (incl. weging) waren onvoldoende beschreven in de aankondiging/bestek, waardoor de mededinging is beperkt9;

- De verduidelijking/nadere informatie m.b.t. selectie- en gunningscriteria is niet gepubliceerd of niet aan alle inschrijvers verstrekt.

B10

In de aankondiging of aanbestedingsstukken waren discriminerende uitsluitings-, selectie- en/of gunningscriteria opgenomen of discriminerende contractvoorwaarden of technische specificaties opgenomen, waardoor ondernemingen op basis van onterechte nationale, regionale of lokale voorkeuren ontmoedigd zijn om in te schrijven (bijv.: de verplichting om reeds een vestiging of vertegenwoordiging in het land of de regio te hebben en de eis om ervaring of apparatuur in het land of de regio te hebben).

25% van de opdracht indien potentiële inschrijvers mogelijk zijn ontmoedigd om in te schrijven.

10% van de opdracht indien minimale mededinging toch is gewaarborgd omdat meerdere inschrijvingen zijn geaccepteerd die aan de selectiecriteria voldeden.

B11

Selectiecriteria, gunningscriteria, contractvoorwaarden en/of uitsluitingsgronden zijn niet discriminerend in de zin van 3-B10, maar beperken toch de toegang voor potentiële inschrijvers.

25% van de opdracht wanneer

 

- de geschiktheidseisen overduidelijk niet in verhouding staan tot de opdracht of

- wanneer de uitsluitingsgronden, selectie-/gunningscriteria of contractvoorwaarden ertoe hebben geleid dat slechts één partij kon inschrijven en dit niet kan worden gerechtvaardigd o.b.v. het specifieke technische karakter van de opdracht.

10% van de opdracht indien toegang tot inschrijving wordt beperkt, bijvoorbeeld:

 

- wanneer de geschiktheidseisen wel relevant zijn, maar niet in verhouding staan tot de opdracht of

- wanneer bij de evaluatie van inschrijvers/gegadigden selectiecriteria als gunningscriteria zijn gehanteerd, of

- wanneer specifieke (handels)merken of standaarden vereist waren.

5% van de opdracht indien beperkende criteria/voorwaarden/specificaties zijn gesteld, maar minimale mededinging toch gewaarborgd was, omdat meerdere inschrijvingen zijn geaccepteerd die aan de selectiecriteria voldeden.

B12

De omschrijving in de aankondiging en/of het bestek was dermate gebrekkig dat de potentiële inschrijvers/gegadigden het voorwerp van de opdracht niet konden vaststellen, met mogelijk effect op beperking van de mededinging.

 

Arresten: C-340/02 COM/Frankrijk EU:C:2004:623 en C-299/08 COM/Frankrijk EU:C:2009:769

 

C-423/07 Commissie/Spanje.

10% van de opdracht.

B13

Het bestek (bijv. de technische specificaties) stelt beperkingen aan het gebruik van onderaannemers voor een deel van de opdracht uitgedrukt als een percentage van de opdracht, zonder de geschiktheid van potentiële onderaannemers te beoordelen en zonder de wezenlijke aard van de taken in kwestie te noemen.

 

Arresten: C-406/14, EU:C:2016:652 Wroclaw – Miasto na prawach powiatu , paragraaf 34

5% van de opdracht.

B14

Selectiecriteria (of technische specificaties) zijn na de opening c.q. start van de aanbesteding - tijdens de selectiefase - aangepast of verkeerd toegepast,

 

waardoor inschrijvers zijn geaccepteerd die niet zouden zijn geaccepteerd – of inschrijvers zijn afgewezen die niet zouden zijn afgewezen - als de gepubliceerde selectiecriteria zouden zijn gevolgd.

25% van de opdracht.

B15

Bij de beoordeling van inschrijvingen zijn andere gunningscriteria gehanteerd dan in de aankondiging of het bestek.

 

Of

 

Bij de beoordeling van inschrijvingen zijn aanvullende, niet gepubliceerde gunningscriteria gehanteerd.

 

Arresten: C-532/06 Lianikis, EU:C:2008:40 paragraaf 43-44 en C/15, TNS Dimarso, paragraaf 25-36

25% van de opdracht indien het afwijken van de gepubliceerde gunningscriteria een discriminerend effect heeft gehad (op basis van onterechte nationale, regionale of lokale voorkeuren).

10% van de opdracht indien geen sprake was van een discriminerend effect.

B16

Gebrek aan transparantie over de beoordeling. De audit trail biedt onvoldoende onderbouwing voor de gunning van de opdracht.

100% van de opdracht indien toegang tot de gunningsdocumenten wordt geweigerd

25% van de opdracht indien het gunningsproces onvoldoende is vastgelegd om de juiste toepassing ervan te kunnen vaststellen.

B17

Onderhandeling tijdens de beoordelingsfase:

 

De aanbestedende dienst heeft toegestaan dat een inschrijver/gegadigde zijn offerte mocht aanpassen, waardoor het contract aan deze partij is gegund.

 

Of

 

Bij de openbare of niet-openbare procedure vonden tijdens de beoordeling onderhandelingen plaats met een of meer inschrijvers/gegadigden, waardoor de oorspronkelijke voorwaarden, zoals vastgelegd in de aankondiging of het bestek substantieel zijn veranderd.

 

Of

 

Bij concessieopdrachten heeft de aanbestedende dienst toegestaan dat een inschrijver/gegadigde tijdens onderhandelingen het onderwerp, de gunningscriteria en de minimale vereisten mocht aanpassen, waardoor de opdracht aan deze partij is gegund.

 

Arresten: C-324/14 Partner Apelski Dariusz , Eu:C:2016:2014 paragraaf 69 en C-27/15 Pippo Pizzo EU:C:2016:404 en gevoegde arresten C-21/03 en C-34/03 Fabricom EU:C:2005:127

25% van de opdracht.

B18

De betrokkenheid van een inschrijver/gegadigde bij de voorbereiding van de aanbestedingsprocedure heeft geleid tot vervalsing van de mededinging of een schending van de beginselen van non-discriminatie en transparantie.

 

gevoegde arresten: C-21/03 en C-34/03 Fabricom EU:C:2005:127

25% van de opdracht.

B19

In het kader van een mededingingsprocedure met onderhandeling zijn de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht substantieel gewijzigd, waardoor een nieuwe opdracht had moeten worden gepubliceerd.

25% van de opdracht.

B20

Afwijzing van, gezien de opdracht, abnormaal lage inschrijver(s) zonder dat de aanbestedende dienst schriftelijk om uitleg heeft gevraagd over de door hem noodzakelijk geachte verduidelijkingen over de samenstelling van de desbetreffende offerte(s) of indien de aanbestedende dienst niet kan aantonen dat zij de reactie van de betreffende inschrijver(s) op de gevraagde uitleg heeft beoordeeld.

 

gevoegde arresten: C-285/99 Lombardini en C286/99 Mantovani EU:C:2001:610 paragraaf 78-86 en arrest T-402/06 Spanje/COM EU:T:2013:445 paragraaf 91

25% van de opdracht.

B21

Er is sprake van een belangenconflict dat invloed heeft gehad op de uitkomst van de aanbestedingsprocedure (de opdracht is gegund aan de inschrijver in kwestie).

 

Arresten: C-538/13 eVigilo EU:C:2015:166 paragraaf 31-47

100% van de opdracht.

B22

Door een rechter, mededingingsautoriteit of andere daartoe bevoegde instantie, is vastgesteld dat sprake is geweest van prijsafspraken/manipulatie van de aanbestedingsprocedure (Bid-rigging).

100% van de opdracht indien een persoon binnen de aanbestedende dienst of het beheer- en controlesysteem de samenwerkende inschrijvers heeft geholpen bij het binnenhalen van de opdracht.

25% van de opdracht, wanneer alleen samenwerkende ondernemingen deel hebben genomen aan de aanbestedingsprocedure.

10% van de opdracht indien de samenwerkende ondernemingen zonder hulp van persoon binnen de aanbestedende dienst of het beheer- en controlesysteem hebben gehandeld en een van deze ondernemingen de opdracht heeft binnengehaald.

B23

Wezenlijke wijziging van bestanddelen van de opdracht, zoals vastgelegd in de aankondiging of het bestek.

 

1) De opdracht is gewijzigd (inclusief vermindering van de scope) en er is ten onrechte geen nieuwe aanbestedingsprocedure gestart, m.a.w. de wijziging valt niet onder artikel 72 (1) van 2014/24/EU.

N.B. Er is geen sprake van een onregelmatigheid met een financiële correctie wanneer:

- de waarde van de wijziging onder de Europese aanbestedingsdrempel ligt,

- de waarde van de wijziging minder is dan 10% van de oorspronkelijke opdrachtwaarde voor diensten en leveringen en minder dan 15% van de oorspronkelijke waarde voor werken, en de aard van de opdracht/ raamovereenkomst niet wijzigt.

2) Er sprake van een substantiële wijziging van bestanddelen van de opdracht (zoals de prijs, de aard van de werkzaamheden, de uitvoeringstermijn, de betalingsvoorwaarden en de gebruikte materialen) wanneer de aard van de opdracht door de betreffende wijziging materieel verschilt van de oorspronkelijke opdracht of raamovereenkomst. De verandering is in elk geval substantieel, wanneer het een wijziging cf artikel 72 (4) betreft, namelijk:

- de wijziging voorziet in voorwaarden die, als zij deel van de aanvankelijke aanbestedingsprocedure hadden uitgemaakt, de toelating van andere dan de aanvankelijk geselecteerde gegadigden en de gunning van de opdracht aan een andere inschrijver mogelijk zouden hebben gemaakt dan wel bijkomende deelnemers aan de aanbestedingsprocedure zouden hebben aangetrokken;

- de wijziging verandert het economische evenwicht van de opdracht of de raamovereenkomst ten gunste van de opdrachtnemer op een wijze die niet is voorzien in de oorspronkelijke opdracht of raamovereenkomst;

- de wijziging leidt tot een aanzienlijke verruiming van het toepassingsgebied van de opdracht of raamovereenkomst;

- een nieuwe aannemer in de plaats is gekomen van de aannemer aan wie de aanbestedende dienst de opdracht aanvankelijk had gegund in andere dan de in lid 1, onder d), genoemde gevallen.

 

Arresten: C-496/99P Succhi di Frutta EU:C:2004:236 paragraaf 116 en 118

 

C-454/06 Pressetext EU:C:2008:351

 

C-340/02 COM/Frankrijk EU:C:2004:623

 

C-91/08 Wall AG EU:C:2010:182

25% van de waarde van de opdracht plus eventuele extra waarde van de opdracht a.g.v. deze wijziging.

Wanneer de substantiële wijziging van de opdracht bestaat uit een prijsstijging die meer dan 50% van de oorspronkelijk gegunde opdrachtwaarde bedraagt.

25% van de oorspronkelijke opdrachtwaarde. Vermeerderd met 100% van de aan de wijziging gerelateerde prijsstijging.

B24

Indien de onregelmatigheid slechts van formele aard is, zonder (mogelijke) financiële gevolgen.

0%.

 

Toelichting behorende bij de Beleidsregels correcties OPZuid 2021-2027

Algemeen

 

De beleidsregels zorgen er voor dat doeltreffend kan worden onderzocht of subsidieontvangers de uitgaven doen volgens onder andere de verplichtingen gesteld in de Verordening 2021/1060, de REES 2021 en de Subsidieregeling OPZuid 2021-2027. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de verantwoordelijkheden van de lidstaten op grond van artikel 69 van de Verordening 2021/1060 om alle nodige maatregelen te treffen om onregelmatigheden, met in begrip van fraude, te voorkomen, op te sporen en te corrigeren, voordat uitgaven in het kader van het Programma EFRO Zuid-Nederland bij de Commissie worden ingediend.

 

Nationaal is de bevoegdheid om een verstrekte subsidie te wijzigen na verlening of na vaststelling, of lager vast te stellen bij niet naleving van de verplichtingen ontleend aan de subsidietitel in de Algemene wet bestuursrecht die deze mogelijkheid biedt.

 

Om tot deze beleidsregels te komen, is onder andere gebruik gemaakt van het Besluit van de Europese Commissie van 19 december 2013 (C(2013) 9527 final).

 

Wettelijk kader

De bevoegdheid tot het stellen van beleidsregels is binnen het Nederlands wettelijk kader neergelegd in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De bevoegdheid om een subsidie te wijzigen of lager vast te stellen bij niet naleving van de verplichtingen is ontleend aan de Awb.

Dit is opgenomen in de artikelen 4:46 (lager vaststellen), 4:48 (intrekken of wijzigen subsidieverlening- ex tunc), en 4:49 (intrekken of wijzigen subsidievaststelling- ex tunc) van de Algemene wet bestuursrecht. Het toepassen van deze beleidsregels kan leiden tot wijzigingen van de verlening of de vaststelling, lager vaststellen of verlagen van het voorschot. Feitelijk behoeven alleen die tekortkomingen die uiteindelijk leiden tot een verlaging van de subsidie, beleid omdat alleen in die gevallen nadrukkelijk gebruik wordt gemaakt van een bevoegdheid uit de Algemene wet bestuursrecht om de subsidieverlening of subsidievaststelling te verlagen.

 

Behalve op grond van artikel 4:81 van de Awb, is in artikel 1.6 van de Regeling Europese EZK- en LNV-Subsidies 2021 (REES 2021) specifiek bij de beheerautoriteit belegd om beleidsregels op te stellen voor de toepassing van financiële correcties als bedoeld in artikel 103, eerste lid van de verordening 2021/1060.

 

Inherente afwijkingsbevoegdheid

Wellicht ten overvloede, wordt gewezen op artikel 4:84 van de Awb waarin de bevoegdheid wordt gegeven aan de beheerautoriteit om af te wijken van de beleidsregels indien wegens bijzondere omstandigheden de gevolgen van het toepassen van de beleidsregels onevenredig zijn in verhouding tot de doelen die worden gediend met de beleidsregels. Te denken valt bijvoorbeeld aan onvoorziene omstandigheden of tekortkomingen die niet toerekenbaar zijn.

 

Behalve een bevoegdheid om af te wijken, zijn de beleidsregels niet uitputtend. Ondanks dat getracht is zo volledig mogelijk te zijn, is het mogelijk dat er tekortkomingen worden geconstateerd die niet expliciet zijn opgenomen in deze beleidsregels die evenwel op grond van de Europese of nationale regelgeving gecontroleerd en hersteld, opgevolgd danwel gehandhaafd dienen te worden. In die gevallen kan de beheerautoriteit gemotiveerd opvolging aan deze gebreken geven door het opleggen van een sanctie die niet in de bijlage is opgenomen.

 

Zowel bij een door de begunstigde of subsidieontvanger ingediende betalingsaanvraag als bedoeld in artikel 1.7, eerste lid van de Subsidieregeling OPZuid 2021-2027, alsook bij het vaststellen van de subsidie, onderzoekt de beheerautoriteit of is voldaan aan de verplichtingen die voor de subsidieontvanger volgen uit de beschikking en genoemde wet- en regelgeving. Als niet is voldaan aan de verplichtingen, is sprake van een tekortkoming. Het verlagingspercentage wordt toegepast op de subsidiabele kosten waar de tekortkoming op ziet.

 

Landelijke uniformiteit

De tabel is landelijk tot stand gekomen met de vier beheerautoriteiten, het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de Audit Dienst Rijk. Het registreren van bevindingen is onderdeel van een digitaal beheer- en controlesysteem dat bij alle vier de beheerautoriteiten in gebruik is. Uniforme registratie en codering van bevindingen is hiertoe noodzakelijk.

 

Cofinanciering

De cofinanciering die door de provincies wordt verstrekt aanvullend op de Subsidieregeling OPZuid 2021-2027, is gebaseerd op dezelfde subsidiabele kosten. Om die reden zal de cofinanciering overeenkomstig worden gecorrigeerd.

 

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor begrippen die tevens in de Subsidieregeling OPZuid 2021-2027 zijn gebruikt, is aangesloten bij de aldaar gebruikte schrijfwijze of afkorting. In de bijlage zijn diverse Europese richtlijnen aangehaald die niet als zodanig zijn gedefinieerd in de begripsbepalingen. Bij de toelichting op de bijlage, is ingegaan op de wet- en regelgeving waarin deze richtlijnen zijn geïmplementeerd.

 

Onder beheerautoriteit

Het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant is bij besluit van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 5 juli 2022 aangewezen als beheerautoriteit, bedoeld in artikel 71, eerste lid van verordening 2021/1060 voor het Programma EFRO 2021-2027 Zuid-Nederland.

 

Artikel 2 Verlagen subsidie

Eerste lid

De bevoegdheid om een subsidie te wijzigen of lager vast te stellen bij niet naleving van de verplichtingen is ontleend aan de artikelen 4:46, 4:48 en 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Tweede lid

In de bijlage zijn de tekortkomingen opgenomen die onder de reikwijdte van deze beleidsregels vallen.

 

De beleidsregels zijn echter niet uitputtend. Ondanks dat getracht is zo volledig mogelijk te zijn, is het mogelijk dat er tekortkomingen worden geconstateerd die niet expliciet zijn opgenomen in deze beleidsregels die evenwel op grond van de Europese of nationale regelgeving gecontroleerd en hersteld, opgevolgd danwel gehandhaafd dienen te worden. In die gevallen kan de beheerautoriteit gemotiveerd opvolging aan deze gebreken geven door het uitvoeren van een correctie die niet in de bijlage is opgenomen.

 

Derde lid

Een tekortkoming komt aan het licht bij een betalingsaanvraag of bij een verzoek om vaststelling. Maar kan ook aan het licht komen tijdens een controle ter plaatse of door controles van andere controlerende instanties, zelfs na vaststelling. Indien een tekortkoming bij een betalingsaanvraag aan het licht komt, kan dit leiden tot een verlaging van het voorschot en mogelijk tot een verlaging van de subsidieverlening of zelfs doorwerken in de subsidievaststelling. Dit is afhankelijk van de aard van de tekortkoming. De aanvrager ontvangt dan niet alleen een voorschotbeschikking, maar tevens ook een wijziging van de beschikking tot subsidieverlening.

 

Artikel 3 Verzuimherstel

In sommige gevallen kan de eventuele tekortkoming bij een volgende betalingsaanvraag of de aanvraag tot subsidievaststelling worden hersteld. Dan leidt deze tekortkoming niet tot een verlaging van de uiteindelijk vast te stellen subsidie.

 

Voorts leidt niet iedere tekortkoming tot een verlaging van de subsidie, omdat deze bijvoorbeeld wordt hersteld bij een volgende betalingsaanvraag of het verzoek om vaststelling, danwel omdat er bijvoorbeeld vervangende kosten zijn waardoor de tekortkoming niet tot een verlaging leidt

 

Artikel 4 Toepassen verlaging

Eerste lid

Het registeren van tekortkomingen en toepassen van verlagingen is onderdeel van de algehele controle en bevindingen bij een aanvraag om een voorschot of een aanvraag tot subsidievaststelling. Iedere uitgave kan worden gecontroleerd. Indien een uitgave niet voldoet aan de hiertoe opgelegde verplichtingen, wordt voor die uitgave onderzocht of sprake is van een tekortkoming die leidt tot een verlaging. De verlaging wordt vervolgens alleen op die uitgave, ingediend als subsidiabele kosten, toegepast.

 

Tweede lid

Indien een tekortkoming wordt geconstateerd bij een aanvraag om een tussentijdse betaling (voorschot) wordt deze bevinding opnieuw gecontroleerd bij een nieuwe aanvraag om een tussentijdse betaling (voorschot) of een aanvraag om subsidievaststelling, indien de kosten hiervoor opnieuw worden ingediend. Indien de tekortkoming niet is opgeheven, blijft de eerder toegepaste verlaging van kracht op de uitgaven. De verlaging wordt niet nogmaals toegepast.

Naar boven