Besluit van gedeputeerde staten van Utrecht van 22 juni 2021, nr. UTSP-852987353-955, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht voor de versterking van de vitaliteit van binnensteden, dorpskernen en winkelcentra (Uitvoeringsverordening subsidie Versterking vitaliteit binnensteden, dorpskernen en winkelcentra provincie Utrecht)

Gedeputeerde staten van Utrecht;

 

Gelet op artikel 4 en 30 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

 

Overwegende dat:

 

in de Retailvisie (vastgesteld door Provinciale Staten in februari 2018) reeds zorgen zijn geuit over de te verwachten ontwikkelingen in de Utrechtse detailhandel, ondermeer door de groeiende invloed van internetaankopen;

 

ook de coronacrisis grote impact heeft op bedrijven in de detailhandel en horeca, wat op termijn tot leegstand in winkelgebieden zal leiden;

 

de primaire verantwoordelijkheid voor het bereiken van vitale binnensteden bij gemeenten, retailers en vastgoedeigenaren ligt;

 

Provinciale Staten middelen ter beschikking heeft gesteld voor het ondersteunen van Utrechtse gemeenten bij de versterking van de samenwerking tussen retail ondernemers, vastgoedvastgoedeigenaren en de overheid in binnensteden, dorpskernen en wijkwinkelcentra en het maken van concrete plannen in 2021 door deze partijen gericht op de versterking van de vitaliteit van de binnensteden, dorpskernen en wijkwinkelcentra de bestrijding en voorkoming van leegstand in centra;

Besluiten de volgende uitvoeringsverordening vast te stellen

 

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Asv: Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;

  • b.

    Duurzame samenwerkingsvorm: een vorm van samenwerking die is gericht op een meerjarige looptijd en structurele inzet van de samenwerkingspartners voor ogen heeft;

  • c.

    Fysieke ingrepen en investeringen: investeringen en ingrepen in het landschap en de openbare ruimte, zoals ingrepen aan pleinen, straten of gevels, transformatie en koppeling van panden, inkopen van verlichting, lantaarnpalen of bankjes, het bouwen danwel aankopen van digitale platforms, servers en website;

  • d.

    Plan van aanpak voor vervolg: een document waarin de subsidieaanvrager in samenwerking met partners beschrijft welke stappen na afloop van het subsidietraject gezamenlijk concreet ingezet gaat worden om de vitaliteit in hun binnenstad, dorpskern of winkelcentra, verder te verbeteren. Een concreet plan kan bestaan uit verschillende vormen zoals een actieplan, stappenplan, plan van aanpak, maatregelenpakket, binnenstadsagenda, voorstel voor versterking binnenstad of dorpskern, etc.

  • e.

    Projectplan: een document waarin wordt omschreven wat de subsidieaanvrager voornemens is om met de beschikbare subsidiemiddelen te gaan doen;

  • f.

    Vitale binnenstad, dorpskern en winkelcentra: een aantrekkelijke locatie waar bezoekers graag komen om gebruik te maken van een onderscheidend en divers voorzieningenaanbod zoals bijvoorbeeld winkels, kroegjes, restaurants, lunchzaakjes, koffiebarretjes, cultuur, evenementen, etc. Een vitale binnenstad, dorpskern en winkelcentra maakt de locatie en omgeving aantrekkelijk als vestigingsplaats voor bedrijven en bewoners, is een belangrijke ontmoetingsplek, biedt arbeidsplaatsen en is bepalend voor de identiteit van een stad of dorp.

Artikel 2 Criteria

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor de totstandkoming van een gemeenschappelijk Plan van aanpak voor vervolg, gericht op het behouden en verbeteren van de kwaliteit en leefbaarheid van de bestaande binnenstedelijke wijken en buurten zoals bedoeld in artikel 30 van de Asv, waarin tenminste de volgende punten worden beschreven:

    • a.

      het beoogde resultaat van het plan van aanpak voor vervolg;

    • b.

      de activiteiten (concrete acties, maatregelen) die de partijen gezamenlijk gaan zetten om het beoogde resultaat te bereiken;

    • c.

      de taakverdeling tussen de samenwerkingspartners;

    • d.

      de bestendiging van de samenwerking: hoe de samenwerking na afloop van de subsidieregeling wordt voortgezet en geformaliseerd;

    • e.

      de planning van de te ondernemen activiteiten;

    • f.

      de financiering van de uitvoering van het plan van aanpak voor vervolg.

  • 2.

    Dit Plan van aanpak voor vervolg, zoals genoemd in lid 1, is gericht op:

    • a.

      versterking van de vitaliteit van binnensteden/dorpskernen/winkelcentra; en

    • b.

      behoud van een goede mix van functies; en

    • c.

      behoud van een minimaal voorzieningenniveau in de gemeente; en

    • d.

      de opzet of versterking van een duurzame samenwerkingsvorm, waarin minimaal de doelgroepen vastgoedeigenaren, ondernemers en de gemeente in vertegenwoordigd zijn.

Artikel 3 Subsidieontvangers

Subsidie wordt verstrekt aan een gemeente in de provincie Utrecht.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1.

    Aanvragen kunnen worden ingediend tot en met 31 december 2021;

  • 2.

    Aanvragen worden ingediend met behulp van een door Gedeputeerde Staten beschikbaar gesteld aanvraagformulier. Bij de aanvraag overlegt de aanvrager alle gegevens die op het aanvraagformulier zijn vermeld. De aanvraag omvat tenminste:

    • a.

      een projectplan waarin de volgende onderdelen zijn beschreven:

      • i.

        de doelstelling en het te bereiken eindresultaat, zijnde het Plan van aanpak voor vervolg;

      • ii.

        de activiteiten ter realisering van het eindresultaat;

      • iii.

        de te betrekken samenwerkingspartners;

      • iv.

        de wijze hoe te komen tot een gedragen eindresultaat en commitment van samenwerkingspartners bij de uitvoering van het Plan van aanpak voor vervolg;

      • v.

        de in te zetten externe expertise;

      • vi.

        de tijdsplanning;

    • b.

      een kostenraming.

Artikel 5 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 10 van de Asv, kan subsidie worden geweigerd indien:

  • a.

    het projectplan naar het oordeel van het college niet of onvoldoende bijdraagt aan de criteria zoals beschreven in artikel 2, lid 2 onder a tot en met d;

  • b.

    de gemeente al eerder een provinciale bijdrage heeft ontvangen voor een dergelijk plan van aanpak.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

  • 1.

    het subsidieplafond bedraagt € 1.840.000;

  • 2.

    de hoogte van de subsidie bedraagt maximaal € 80.000 per aanvraag, per gemeente;

  • 3.

    het subsidiepercentage is 100%;

  • 4.

    de subsidie wordt bij verlening voor 100% bevoorschot.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Tot de subsidiabele kosten behoren in ieder geval de kosten voor de inzet van externe deskundigen exclusief BTW;

  • 2.

    Tot de subsidiabele kosten behoren in ieder geval niet:

    • a.

      de voorbereidingskosten;

    • b.

      uitvoeringsactiviteiten die voortvloeien uit het Plan van aanpak voor vervolg zoals bedoeld in artikel 2;

    • c.

      fysieke ingrepen en investeringen.

Artikel 8 Verplichtingen subsidieontvanger

De subsidieontvanger dient binnen 12 maanden na verlening van de subsidie de activiteiten te hebben afgerond.

 

Paragraaf 2 Slotbepalingen

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 31 december 2021.

Artikel 10 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsverordening subsidie Versterking vitaliteit binnensteden, dorpskernen en winkelcentra provincie Utrecht.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van Utrecht van 22 juni 2021.

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter,

mr. J.H. Oosters

Secretaris,

mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen

Toelichting

Achtergrond

De vitaliteit van binnensteden, dorpskernen en winkelcentra staat al jaren onder druk door de toename van online winkelen en daardoor wegvallen van detailhandel. Door de coronacrisis is dit proces verder gaan versnellen en versterkt met ook grotere effecten voor allerlei functies in de binnensteden, dorpskernen, etc. Naast gevolgen voor de ondernemer zelf kan sluiting van winkels en horecazaken ook gevolgen hebben voor de vitaliteit van het totale dorps- of stadshart of wijkwinkelcentra. Grootschalige leegstand in een centrumgebied maakt de aantrekkingskracht van het hele gebied minder groot, niet alleen economisch, maar ook sociaal (als ontmoetingsplek).

 

In februari 2018 heeft PS de Retailvisie vastgesteld. In deze Visie wordt een vrij somber beeld geschetst van de te verwachten ontwikkelingen in de Utrechtse detailhandel. Vooral de groeiende invloed van internetaankopen zal zorgen voor een sterke terugloop van het aantal winkelmeters in met name de middelgrote steden. De groeiende bevolking en toenemende bestedingsruimte zouden het verlies aan fysieke winkels niet kunnen compenseren. In de Visie is een tweesporenbeleid uitgezet om de effecten van deze ontwikkelingen te beperken; het creëren van een “gelijk speelveld” via het ruimtelijke ordeningsinstrumentarium en een beleid gericht op versterking van de bestaande binnensteden. In de Herijking van de PRS/PRV in 2016 was het ruimtelijk beleid al aangescherpt door een verbod op het toevoegen van nieuwe winkelmeters buiten – op de plankaart – aangewezen (171) winkelgebieden. Bij het beleid gericht op “vitale binnensteden” is nadrukkelijk vastgesteld dat de primaire verantwoordelijkheid ligt bij de gemeenten, de retailers en de vastgoedvastgoedvastgoedeigenaren.

Uitgangspunten subsidieregeling

Het doel van deze subsidieregeling voor gemeenten is het versterken van de samenwerking tussen ondernemers, vastgoedeigenaren en overheid wat concreet moet leiden tot een aanpak ter versterking van de (langjarige) vitaliteit van een binnenstad/dorpskern/winkelcentrum. Die samenwerking is een belangrijke voorwaarde om effectief maatregelen in binnensteden/dorpskernen/winkelcentra op te kunnen pakken. Per gemeente is daartoe € 80.000 beschikbaar gesteld (met als totale subsidieplafond € 1.840.000). Gemeenten kunnen tot en met 31 december 2021 subsidie aanvragen. De volgende uitgangspunten zijn van toepassing:

  • Met de subsidie kunnen gemeenten op de korte termijn werken aan plannen ter versterking van de vitaliteit van binnensteden, dorpskernen en winkelcentra. Juist daar waar de gevolgen van de coronacrisis direct voelbaar zijn en waar actie urgent is.

  • Bij de uitwerking van een aanpak door gemeenten, ondernemers en vastgoedeigenaren is er een aantal essentiële randvoorwaarden waarop moet worden ingezet:

    • Versterking van de vitaliteit van binnensteden, dorpskernen en winkelcentra gericht op verbeteren van aantrekkingskracht, visievorming en strategiebepaling.

    • Behoud van een goede mix van functies

    • Behoud van een minimaal voorzieningenniveau in de gemeente. Dit ter voorkoming van ‘uitholling’, wanneer dorpen en steden uiteindelijk te weinig te bieden hebben door minder bezoekers en minder bewoners, en een verdere neerwaartse spiraal.

    • De opzet of versterking van een duurzame samenwerkingsvorm, waarin minimaal de doelgroepen vastgoedeigenaren, ondernemers en de gemeente in vertegenwoordigd zijn

  • Met de inzet van de subsidie is de verwachting dat een gemeente binnen 1 jaar na verlening van de subsidie komt tot een (versterkte) manier van samenwerken die als doelstelling heeft het versterken van de vitaliteit (toekomstbestendigheid) van de binnenstad, dorpskern of winkelcentrum en werkt volgens een concreet actieplan/stappenplan/visie/strategie.

  • Het versterken van de samenwerking/organisatiekracht in centrumgebieden (ondernemers, vastgoedeigenaren, overheid, en eventueel andere betrokken partijen) vormt een essentiële voorwaarde om stappen te kunnen zetten in de versterking van de vitaliteit van binnensteden/dorpskernen. Door middel van samenwerking kan gewerkt worden aan het versterken van de aantrekkingskracht, visievorming en strategiebepaling van binnensteden, dorpskernen en winkelcentra.

  • De versterkte manier van samenwerking moet concreet leiden tot een plan van aanpak voor acties en samenwerking die worden uitgevoerd na afloop van de subsidieregeling. Te denken valt aan een actieplan, stappenplan, maatregelenpakket, binnenstadsagenda, voorstel voor versterking binnenstad/dorpskern, etc. In zo’n plan nemen alle betrokken partijen deel en wordt de verantwoordelijkheid voor acties/concrete maatregelen gedeeld.

  • Met een bedrag van € 80.000 kunnen gemeenten een aanzienlijke stap zetten in de versterking van de samenwerking door bijvoorbeeld capaciteit in te huren om dit soort processen van versterkte samenwerking te begeleiden of ondersteunen. Het gaat hierbij om procesgeld.

  • Er is bewust voor gekozen om de subsidieregeling zo in te richten dat de gemeenten ook zelf aanzienlijke vrijheid hebben om zelf in te schatten waar de ondersteuning het meeste tot zijn recht zou kunnen komen. De gemeenten beschikken over de meeste kennis van de lokale marktpartijen.

 

Naar boven