Provincie Flevoland - eerste wijziging van de nadere regels stimulering leefbaarheid en economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport

Gedeputeerde Staten maken gelet op het bepaalde in artikel 136 van de Provinciewet bekend dat zij bij besluit van 15 september 2020, nummer 2661979 hebben vastgesteld de:

 

Eerste wijziging van de nadere regels stimulering leefbaarheid en economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport

 

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

 

Overwegende dat:

 

zij bij besluit van 16 januari 2018, nummer 2175768 de "Nadere regels stimulering leefbaarheid en economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport" hebben vastgesteld,

 

het wenselijk is in deze nadere regels wijzigingen door te voeren in verband met de aanvullende geluidisolatie buiten de wettelijke 40 ke-contour;

 

gelet op het bepaalde in artikel 2, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012,

 

BESLUITEN:

 

de volgende "Eerste wijziging van de Nadere regels stimulering leefbaarheid en economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport" vast te stellen.

Artikel 1. Wijziging nadere regels.

De "Nadere regels stimulering leefbaarheid en economische en duurzame kansen op en rondom Lelystad Airport" worden als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      De bij sub g gegeven omschrijving van het begrip ‘leefbaarheid’ komt als volgt te luiden: het beperken van hinder in relatie tot ruimtelijke beperkingen voor inwoners binnen de geluidscontour van 48 dB(A)Lden en voor geluidsisolerende maatregelen in het gebied buiten de 40 Ke-contour en in het gebied op of binnen de 56 dB(A)Lden contour van Lelystad Airport.

    • b.

      Er wordt bij i een omschrijving van het begrip ‘Woning’ toegevoegd dat als volgt komt te luiden: een in het woningenbestand van de gemeente opgenomen object, waarop één of meerdere bewoners staan ingeschreven.

    • c.

      Er wordt bij j een omschrijving van het begrip ‘Subsidie voor aanvullende geluidsisolatie’ toegevoegd dat als volgt komt te luiden: subsidie voor noodzakelijke maatregelen met een minimale isolatiewaarde van 3 dB en met een maximale isolatiewaarde van 30 dB voor het bereiken van een binnenwaarde tot 33 dB (of hoger) voor de isolatie van de woningen gelegen in het gebied buiten de 40 Ke-contour en in het gebied op of binnen de 56 dB(A)Lden contour van Lelystad Airport.

    • d.

      Er wordt bij k een omschrijving van het begrip ‘geluidsgevoelige ruimten van woningen’ toegevoegd dat als volgt komt te luiden: ruimten binnen woningen voor zover die kennelijk duurzaam als slaap-, woon- of eetkamer worden gebruikt of voor een zodanig gebruik zijn bestemd.

    • e.

      Sub i wordt gewijzigd in sub l.

  • B.

    Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      Het maximaal beschikbare bedrag voor deze nadere regels bedraagt € 160.000 waarvan:

      sub subsidieplafond van € 150.000 voor het project ‘duurzame waterketen’.

    • b.

      Gedeputeerde Staten kunnen bij separaat besluit ter uitvoering van deze nadere regels een subsidieplafond voor aanvullende geluidsisolatie vaststellen wanneer hiervoor door de gemeente en/en Lelystad Airport aan de provincie extra financiële middelen beschikbaar worden gesteld. In dat geval stelt de provincie hiervoor ook extra middelen met een omvang van € 100.000 beschikbaar. Wanneer Gedeputeerde Staten tot vaststelling van dit subsidieplafond overgaan, maken zij dit in het Provinciaal Blad bekend.

  • C.

    Aan artikel 7 wordt een derde lid toegevoegd:

    • a.

      Voor een subsidieaanvraag voor aanvullende geluidisolatie gelden naast de in lid 1 genoemde weigeringsgrond, als weigeringsgronden dat:

      • i.

        de subsidie wordt geweigerd wanneer voor subsidiëring van aanvullende geluidsisolatie een beroep kan worden gedaan op een andere subsidieregeling;

      • ii.

        dan wel de woning aan overeenkomstige eisen wat betreft geluidsisolatie had moeten voldoen op grond van de geluidweringsvoorschriften ingevolge de Woningwet 1962 of de Woningwet;

      • iii.

        vaststaat dat woning onteigend maar nog bewoond is, dan wel de verwachting bestaat dat de woning binnen vijf jaar na de bekendmaking van de nadere regels zal worden of zijn onteigend of dat de bewoning om andere redenen binnen die termijn zal worden gestaakt;

      • iv.

        vast staat dat de woning onbewoonbaar is verklaard, dan wel een procedure tot onbewoonbaarverklaring, bedoeld in hoofdstuk III, afdeling 3, van de Woningwet, aanhangig is gemaakt;

      • v.

        vast staat dat de woning niet voor permanente bewoning geschikt of bestemd is of daar niet voor wordt gebruikt;

      • vi.

        vast staat dat de woning behoort tot de categorieën woonschepen of woonwagens.

  • D.

    Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      De titel van het artikel wordt gewijzigd in ‘Algemene subsidiecriteria’.

    • b.

      Sub d wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden: activiteiten op het gebied van leefbaarheid, met uitzondering van geluidsisolerende maatregelen, moeten vallen binnen de 48 dB(A)Lden contour.

    • c.

      Sub e wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden: de activiteiten op het gebied van duurzaamheid en/of economische kansen zijn (nog) niet economisch rendabel en/of zijn innovatief, zodat zij niet zonder subsidie kunnen worden uitgevoerd.

  • E.

    Na artikel 8 worden een artikel 8a. en artikel 8b. toegevoegd die als volgt luiden:

    Artikel 8a. Subsidiecriteria geluidisolatie

    Indien een aanvraag wordt ingediend voor het treffen van geluidsisolerende maatregelen wordt deze aanvraag altijd aangemerkt als een activiteit op het gebied van leefbaarheid en moet in aanvulling op artikel 8 tevens voldaan worden aan de volgende criteria:

    • 1.

      de maatregelen worden getroffen aan geluidsgevoelige ruimten van een bestaande woning;

    • 2.

      de aanvrager is eigenaar van deze woning;

    • 3.

      deze woning moet zijn gelegen in het gebied buiten de 40 Ke-contour en in het gebied op of binnen de 56 dB(A)Lden contour van Lelystad Airport;

    • 4.

      alleen maatregelen noodzakelijk voor het bereiken van een binnenwaarde tot 33 dB (of hoger), de daarvoor noodzakelijke maatregelen met een minimale isolatiewaarde van 3 dB en met een maximale isolatiewaarde van 30 dB, komen in aanmerking voor subsidie;

    • 5.

      De aan te brengen geluidwerende voorzieningen worden bepaald volgens artikel 4 van bijlage 1 bij deze regeling. In afwijking van de eerste volzin, kunnen ten aanzien van een aaneengesloten rij woningen, om redenen van architectonische waarde of eenvormig aanzicht, identieke geluidwerende voorzieningen worden aangebracht. Bij toepassing van de tweede volzin worden aan de bedoelde woningen de geluidwerende voorzieningen aangebracht die voor de woning met de hoogste geluidsbelasting zijn vastgesteld.

  • Artikel 8b. Bij de subsidieaanvraag geluidisolatie in te dienen gegevens

    • 1.

      In aanvulling op de in te dienen gegevens op grond van artikel 13 (m.u.v. lid 2 en 3) van de ASF 2012 worden bij de aanvragen op grond van artikel 8a de volgende gegevens overlegd:

      • a.

        een kopie van de eigendomsakte van de woning;

      • b.

        een rapportage inzake de huidige staat van de woning opgesteld overeenkomstig de in bijlage 1 opgenomen vereisten. In deze rapportage moet minimaal zijn opgenomen:

        • i.

          de huidige isolatiewaarde;

        • ii.

          een op basis hiervan bepaalde isolatiewaarde van de uitwendige scheidingsconstructie (muur, ramen en dak);

        • iii.

          de te treffen maatregelen en tot welke binnenwaarde deze maatregelen leiden.

      • c.

        een bewijsstuk waaruit blijkt wat het bankrekeningnummer is van de aanvrager;

      • d.

        een offerte van de aannemer.

  • F.

    Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd

    • a.

      Het tweede lid wordt hernummerd tot derde lid.

    • b.

      Toegevoegd wordt een nieuw tweede lid dat als volgt luidt: de tegemoetkoming in de kosten voor de inventarisatie en het uitvoeren van aanvullende geluidisolatie (artikel 8a) bedraagt 80% van de daarmee gemoeide kosten met een maximum van € 25.000 per woning.

  • G.

    Artikel 12 lid 3 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

    Indien de aanvrager met toepassing van het tweede lid van dit artikel de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, is bepalend voor het tijdstip van ontvangst, het moment waarop de complete aanvraag is ontvangen.

 

  • H.

    Artikel 13 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

    • 1.

      Bij een aanvraag op grond van artikel 8 geldt in aanvulling op subsidieverplichtingen die zijn vermeld in de ASF dat de subsidieontvanger verplicht is om binnen 1 jaar na dagtekening van de subsidiebeschikking te starten met de uitvoering van de activiteit en deze uiterlijk 31 december 2022 te hebben afgerond.

    • 2.

      Bij een aanvraag op grond van artikel 8a en artikel 8b geldt in aanvulling op subsidieverplichtingen die zijn vermeld in deze subsidieregeling en in de ASF 2012 de verplichting voor de subsidieontvanger om:

      • a.

        zelf een aannemer te selecteren om de aanvullende geluidisolatie te laten uitvoeren;

      • b.

        de aanvullende geluidsisolatie uiterlijk één jaar na het toekennen van de subsidie volledig te hebben afgerond;

      • c.

        per e-mail, vergezeld van een kopie van de factuur inclusief bewijs van betaling, te melden op welke dag de werkzaamheden inzake de geluidsisolatie gereed zijn. Deze melding met bijlagen moet verstuurd worden aan luchthavenfonds@lelystad-airport.nl;

      • d.

        alle medewerking te verlenen aan een door of namens de provincie Flevoland uit te voeren opleveringscontrole. Tijdens deze controle wordt nagegaan of de werkzaamheden conform offerte zijn uitgevoerd. Van deze controle en de bevindingen wordt een rapport opgesteld.

  • I.

    Artikel 14 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden

    Deze nadere regels treden in werking met ingang van de dag na de dagtekening van het provinciaal blad waarin de nadere regels worden geplaatst en geldt tot en met 30 juni 2022.

 

  • J.

    Artikel 16 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

    De aanvrager is verplicht om vóór het indienen van een subsidieaanvraag contact op te nemen met de gebiedspartners via luchthavenfonds@lelystad-airport.nl om het projectidee met de gebiedspartners af te stemmen.

Artikel 2. Inwerkingtreding.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van het Provinciaal Blad.

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 15 september 2020

de secretaris,

de voorzitter,

Secretaris van Gedeputeerde Staten van Flevoland

Bijlage 1: Vereisten rapportage huidige staat woning

Begrippen:

  • a)

    geluidwering van een uitwendige scheidingsconstructie: grootheid die het verschil tussen het niveau van het invallende geluid aan de buitenzijde van een uitwendige scheidingsconstructie en het geluidsniveau in een ruimte achter deze constructie in een getal weergeeft.

  • b)

    onderzoek: akoestisch en bouwtechnisch onderzoek van woningen of van andere geluidsgevoelige gebouwen;

  • c)

    NEN-5077: door het Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven norm ‘Geluidwering in gebouwen – Bepalingsmethoden voor de grootheden voor luchtgeluidisolatie, contactgeluidisolatie, geluidwering van scheidingsconstructies en geluidniveaus veroorzaakt door installaties’, publicatiejaar 2001, met de daarop uitgegeven aanvullingen en correctiebladen, zoals deze zijn vastgelegd in de Regeling Bouwbesluit 2012;

  • d)

    NEN-EN-12354-3: door het Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven norm ‘Geluidwering in gebouwen – Berekening van de akoestische eigenschappen van gebouwen met de eigenschappen van bouwelementen – Deel 3: Luchtgeluidisolatie tegen geluiden van buitenaf’, publicatiejaar 2000, met de daarop uitgegeven aanvullingen en correctiebladen, zoals deze zijn vastgelegd in de Regeling Bouwbesluit 2012;

  • e)

    NPR-5079: door het Nederlands Normalisatie-Instituut uitgegeven Nederlandse praktijkrichtlijn ‘Geluidwering in gebouwen – Het bepalen en hanteren van ééngetalsaanduidingen voor de geluidwering in gebouwen en van bouwelementen’, publicatiejaar 1999;

Artikel 1:

  • 1)

    De bepaling van de geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie vindt plaats door middel van berekeningen dan wel door middel van metingen.

  • 2)

    De berekeningen en metingen vinden plaats voor de octaafbanden met de middenfrequenties 125 Hz, 250 Hz, 500 Hz, 1000 Hz en 2000 Hz.

  • 3)

    Bij de berekeningen wordt uitgegaan van de situatie zoals die voor een bepaling door metingen van de geluidwering volgens dit voorschrift van toepassing zijn.

  • 4)

    Bij de bepaling van de in het eerste lid bedoelde geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie geschiedt de vaststelling van de A-gewogen geluidwering van een uitwendige scheidingsconstructie (GA) zoals bedoeld in NPR-5272 en NEN-5077, met inachtneming van de in artikel 4, tweede en derde lid, genoemde aanwijzingen.

Artikel 2:

  • 1)

    Voor de geluidwerende voorzieningen wordt bij de in artikel 1, eerste lid, bedoelde berekeningen en metingen uitgegaan van de herleidingswaarden Ki volgens het standaard referentiespectrum voor luchtverkeersgeluid, zoals opgenomen in tabel 1 van NPR-5272.

  • 2)

    Bij de in artikel 1, eerste lid, bedoelde berekeningen en metingen worden afscherming en reflectie verdisconteerd door toepassing van de correctiefactor CL voor luchtvaartgeluid, zoals opgenomen in tabel 2 van NEN-5077.

  • 3)

    Voor de geluidwerende voorzieningen wordt voor het onderdeel van de uitwendige scheidingsconstructie dat het verst van het grondpad is verwijderd, CL =8 dB gehanteerd indien de hoek tussen het onderdeel van de uitwendige scheidingsconstructie en het gemiddelde grondpad kleiner is dan 30°.

  • 4)

    Bij de in artikel 1, eerste lid, bedoelde berekeningen en metingen worden, indien bij meerdere geluidbelaste onderdelen van de uitwendige scheidingsconstructie deze onderdelen niet gelijktijdig door een vliegtuig direct aangestraald kunnen worden, voor de correctiefactor CL de waarden voor luchtvaartgeluid gehanteerd, zoals opgenomen in tabel 2 van NEN-5077. De geluidwering GA van de uitwendige scheidingsconstructie is de laagste van de te berekenen geluidwering bij mogelijke combinaties van direct en niet direct aangestraalde onderdelen van de uitwendige scheidingsconstructie.

Artikel 3:

  • 1)

    De geluidwering (GA) van de uitwendige scheidingsconstructie wordt bepaald overeenkomstig NEN 5077.

  • 2)

    Bij de in artikel 1, vierde lid, bedoelde bepalingswijze van de A-gewogen geluidwering van een uitwendige scheidingsconstructie wordt de bepaling voor de ééngetalsaanduiding genoemd in NEN-5077, vervangen door het bronspectrumsysteem zoals beschreven in NPR-5079.

  • 3)

    Het te gebruiken referentiespectrum, bedoeld in NPR-5079, is het standaard referentiespectrum voor luchtverkeersgeluid, genoemd in artikel 2, eerste lid.

Artikel 4:

  • 1)

    De geluidwering (GA) van de uitwendige scheidingsconstructie wordt berekend conform NPR-5272 en NEN-EN-12354-3.

  • 2)

    Voor de berekeningen van GA worden de NEN-EN 12354-3 annexen B, C en D als integraal onderdeel van de methode beschouwd. Indien afwijkende waarden als invoergegevens worden toegepast, worden die afwijkingen nader gemotiveerd.

  • 3)

    Indien de situatie zich voordoet waarbij de flankerende geluidoverdracht van invloed is op de geluidwering van een uitwendige scheidingsconstructie, moet deze overdracht in rekening worden gebracht op de wijze die in NEN-EN 12354-3 is aangegeven.

Naar boven