Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent de subsidiering van maatregelen die buurt- en dorpshuizen, amateurkunstaanbieders, amateursportaanbieders en overige maatschappelijke organisaties moeten nemen om activiteiten te organiseren in de anderhalve meter samenleving in Fryslân (Subsidieregeling COVID-19 maatschappelijke sector Fryslân)

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

 

Gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

 

Overwegende dat het in het kader van de Coronacrisis wenselijk is ondersteuning te bieden aan buurt- en dorpshuizen, amateursportaanbieders, amateurkunstaanbieders en overige maatschappelijke organisaties in Fryslân om activiteiten te organiseren in de anderhalve-meter-samenleving;

 

Besluiten vast te stellen de:

 

Subsidieregeling COVID-19 maatschappelijke sector Fryslân.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    amateurkunstaanbieder: non-profit organisatie die als doel heeft kunst- en cultuuractiviteiten op amateurniveau te organiseren voor de deelnemers;

  • b.

    amateursportaanbieder: een non-profit organisatie die sportactiviteiten organiseert;

  • c.

    Asv 2013: Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

  • d.

    buurt- en dorpshuis: een locatie die voor iedereen uit het dorp of stad, ongeacht godsdienstige of politieke overtuiging, vrij en onbeperkt toegankelijk is ten behoeve van verenigingsleven en sociaal-culturele activiteiten met multifunctioneel gebruik van de beschikbare ruimtes;

  • e.

    coronacrisis: crisis die zich sinds begin 2020 heeft ontwikkeld als gevolg van het coronavirus;

  • f.

    overige maatschappelijke organisatie: non-profit organisatie die kwetsbare groepen in wijken, dorpen en steden ondersteunt met activiteiten ter verbetering van de leefbaarheid.

Artikel 2 Doel van de regeling

De subsidie heeft tot doel om buurt- en dorpshuizen, amateursportaanbieders, amateurkunstaanbieders en overige maatschappelijke organisaties in Fryslân te ondersteunen bij activiteiten in de anderhalve-meter-samenleving.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling wordt uitsluitend verstrekt aan buurt- en dorpshuizen, amateursportaanbieders, amateurkunstaanbieders en overige maatschappelijke organisaties in Fryslân met als rechtsvorm vereniging of stichting.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen een subsidie verstrekken voor het nemen van maatregelen die in verband met COVID-19 noodzakelijk zijn bij het organiseren van activiteiten, waaronder in ieder geval wordt begrepen het verstrekken van desinfecterende middelen, extra huur- en schoonmaak, extra inzet personeel en vrijwilligers en het plaatsen van kuchschermen, waarschuwingsborden en aanwijzingen.

Artikel 5 Subsidiehoogte en subsidiepercentage

  • 1.

    De maximale te ontvangen subsidie per aanvrager bedraagt ten hoogste 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 1.500,-.

  • 2.

    Indien berekening van de maximale subsidie ertoe leidt dat de subsidie minder dan € 225,- zou bedragen wordt de subsidie geweigerd.

Artikel 6 Aanvraag

  • 1.

    Een aanvraag kan digitaal worden ingediend in de periode van 7 september 2020 09:00 uur tot en met 7 oktober 2020 23:59 uur via de website www.fryslan.frl. Buiten deze periode wordt een aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 2.

    Het subsidieplafond voor deze aanvragen bedraagt € 375.000,-.

  • 3.

    Een aanvraag gaat vergezeld van de in het aanvraagformulier genoemde verplichte bijlagen, waaronder in ieder geval een recent uittreksel van de Kamer van Koophandel.

  • 4.

    Per aanvrager wordt maximaal één aanvraag in behandeling genomen.

Artikel 7 Toetsingscriteria

Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende toetsingscriteria:

  • a.

    de aanvrager is op het moment van indienen van de aanvraag gevestigd in Fryslân;

  • b.

    de activiteiten waarvoor de maatregelen als bedoeld in artikel 4 noodzakelijk zijn vinden plaats in Fryslân.

Artikel 8 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot de in artikel 4 genoemde activiteiten komen in afwijking van hetgeen is bepaald in artikel 1.10, eerste lid, aanhef en onderdeel h, van de Asv 2013 alle kosten in aanmerking die vanaf 6 mei 2020 zijn of worden gemaakt, met uitsluiting van de kosten genoemd in artikel 9.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.10, eerste lid, aanhef en onderdeel d, van de Asv 2013 is omzetbelasting subsidiabel, voor zover deze voor de aanvrager niet verrekenbaar is.

Artikel 9 Niet-subsidiabele kosten

  • 1.

    In aanvulling op artikel 1.10 van de Asv 2013 komen kosten van de reguliere bedrijfsvoering van de subsidieontvanger niet voor subsidie in aanmerking.

  • 2.

    Kosten van rente, bankdiensten, financieringen en gerechtelijke procedures, komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 10 Weigeringsgronden

In aanvulling op hetgeen is bepaald in artikel 2.7 van de Asv 2013 wordt een subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    er aan de aanvrager reeds subsidie is verstrekt op grond van deze regeling;

  • b.

    de activiteit of de activiteiten waarvoor de maatregelen noodzakelijk zijn geheel of deels gericht is op het behalen van winst;

  • c.

    voor de maatregelen als bedoeld in artikel 4 een Rijks of gemeentelijke subsidie is of kan worden verstrekt;

  • d.

    de aanvraag betrekking heeft op maatregelen die worden uitgesloten van subsidie op grond van beleid van provinciale staten of gedeputeerde staten;

  • e.

    het aangevraagde subsidiebedrag lager is dan € 225,-.

Artikel 11 Verdeelsystematiek

  • 1.

    Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van ontvangst van de subsidieaanvragen, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van ontvangst.

  • 2.

    Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van die aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Onverminderd de voorwaarden en verplichtingen in paragraaf 2.3 van de Asv 2013, worden in ieder geval de volgende verplichtingen aan de subsidieontvanger opgelegd:

  • a.

    de maatregelen als bedoeld in artikel 4 worden, voor zover zij nog niet zijn genomen, binnen zes maanden na subsidieverstrekking genomen;

  • b.

    na een daartoe strekkend gemotiveerd en schriftelijk verzoek kan de termijn genoemd in onderdeel a eenmalig voor de duur van ten hoogste zes maanden worden verlengd;

  • c.

    de subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de maatregelen als bedoeld in artikel 4 zijn genomen door middel van in de vaststellingsbeschikking aangegeven bewijsmiddelen.

Artikel 13 Inwerkingtreding en beëindiging

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking in het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2021, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die voor de laatstgenoemde datum zijn aangevraagd.

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling COVID-19 maatschappelijke sector Fryslân.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 25 augustus 2020,

Voorzitter drs. A.A.M. Brok

Secretaris R.E. Bouius – Riemersma, MBA MCM

Toelichting Subsidieregeling COVID-19 maatschappelijke sector Fryslân

Algemeen

 

De coronacrisis heeft niet alleen impact op onze economie, maar ook op de leefbaarheid in Fryslân. Buurt- en dorpshuizen, amateursportaanbieders, amateurkunstaanbieders, maar ook andere maatschappelijke organisaties, spelen een cruciale rol op het gebied van leefbaarheid en de sociale cohesie in dorpen, wijken en steden in Fryslân. Zij zijn echter (financieel) ook geraakt door de gevolgen van het coronavirus. Activiteiten moesten worden gestaakt en kantines en buurt- en dorpshuizen moesten noodgedwongen hun deuren sluiten. Dit heeft niet alleen geleid tot financiële tegenvallers, maar ook tot een als groot ervaren gemis aan sociale contacten, steun en activiteiten bij de vaste bezoekers van deze voorzieningen.

 

Na een gedwongen stop van enkele maanden werd het vanaf ongeveer half mei stapsgewijs mogelijk om in Fryslân weer sport- en sociaal-maatschappelijke activiteiten te organiseren. Een belangrijk moment voor de inwoners van Fryslân, die hierdoor de mogelijkheid kregen weer naar buiten te gaan en in beweging te komen.

 

De verenigingen en stichtingen die als gevolg van de verruiming van de maatregelen hun reguliere activiteiten weer konden opstarten werden geconfronteerd met extra kosten als gevolg van de richtlijnen en verplichtingen opgelegd door de Rijksoverheid. Dit terwijl zij door de gevolgen van het coronavirus het financieel al lastig hadden en nog steeds hebben.

 

Als provincie kunnen wij niet alle financiële problemen van deze verenigingen en stichtingen oplossen. Wij kunnen het Friese maatschappelijke veld met deze subsidieregeling echter wel een financieel ‘steuntje in de rug’ bieden, waardoor we helpen om het maatschappelijk leven op gang te brengen en te houden en zo een bijdrage leveren aan de bevordering van de leefbaarheid in wijken, dorpen en steden in Fryslân.

 

Deze subsidieregeling is in nauwe samenwerking met Doarpswurk, Keunstwurk en Sport Fryslân tot stand gekomen.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Aanhef en onder a: bij amateurkunstaanbieders kan bijvoorbeeld gedacht worden aan muziekverenigingen, toneelverenigingen en zangverenigingen.

 

Aanhef en onder b: Betaald Voetbalorganisaties en andere organisaties die op professioneel niveau sporten beoefenen zoals wielrennen, schaatsen, basketbal, ijshockey, hockey of hippische sport worden niet aangemerkt als amateursportaanbieders.

 

Aanhef en onder d: de subsidieregeling is specifiek bedoeld voor Friese buurt- en dorpshuizen en dus niet voor andere ontmoetingsplekken zoals bijvoorbeeld een kerk. De beschikbare ruimtes in een buurt- of dorpshuis zijn multifunctioneel te gebruiken, zo kan er bijvoorbeeld vergaderd worden en toneel gespeeld worden. Het buurt- of dorpshuis heeft daarbij geen politieke of godsdienstige overtuiging, maar is voor iedereen in het dorp, de stad of wijk vrij en onbeperkt toegankelijk.

 

Aanhef en onder f: bij overige maatschappelijke organisaties gaat het om organisaties die zich bijvoorbeeld inzetten voor ouderen, nieuwkomers en gezinnen in armoede.

 

Artikel 3 Doelgroep

Uitsluitend organisaties met als rechtsvorm vereniging of stichting komen voor subsidie in aanmerking. In het geval dat de aanvragende organisatie nog in oprichting is, dan valt de aanvrager in elk geval niet onder de doelgroep van de regeling en wordt de subsidie geweigerd.

 

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

De maatregelen die de aanvragers bij het organiseren van activiteiten willen nemen in verband met COVID-19 zijn in dit artikel niet limitatief omschreven. Ook niet genoemde maatregelen waarvoor extra kosten gemaakt zijn of moeten worden, en die zonder de coronacrisis niet waren of zouden worden genomen, vallen onder de werking van de subsidieregeling. Bij de aanvraag kunnen deze nader worden toegelicht.

 

Extra loonkosten kosten of vrijwilligersvergoedingen, die in verband met COVID-19 noodzakelijk zijn kunnen onder de subsidiabele kosten vallen, tenzij deze in aanmerking komen voor een subsidie / vergoeding op grond van bijvoorbeeld de NOW, NOW 2.0 of algemene bijstand krachtens de Tozo.

 

Ook subsidiabel zijn maatregelen om een locatie te laten voldoen aan de RIVM-normen, zodat bezoekers er veilig gebruik van kunnen maken. Het kan dan gaan om het verstrekken van desinfecterende middelen, extra schoonmaakkosten, en het plaatsen van kuchschermen, waarschuwingsborden en aanwijzingen.

 

Daarnaast kan ook gedacht worden aan het uitbreiden van de beschikbare ruimte doormiddel van bijvoorbeeld een tent of een terras, zodat bezoekers en andere gebruikers op 1,5 meter van elkaar kunnen blijven. Ook zijn subsidiabel de kosten van huur van extra ruimtes. U kunt daarbij bijvoorbeeld denken aan extra benodigde (repetitie)ruimte voor muziek-, zang en toneelverenigingen. Voor sommige kleine locaties is er mogelijk te weinig ruimte om op 1,5 meter naar het toilet te gaan, waardoor eventueel een mobiel toilet gehuurd moet worden om toch open te kunnen gaan.

 

Artikel 5 Subsidiehoogte en subsidiepercentage

Het minimale subsidiebedrag van € 225,- betekent dat de aanvrager voor tenminste € 300,- subsidiabele kosten moet hebben gemaakt en/of gaat maken.

 

Artikel 6 Aanvraag

Aanvragen voor subsidie in het kader van deze regeling kunnen alleen worden ingediend gedurende de in dit artikel genoemde periode. Aanvragen die worden ontvangen door Gedeputeerde Staten buiten het voornoemde tijdvak om worden geweigerd. Ook aanvragen waarvan verlening van de subsidie zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond van € 375.000,- moeten op grond van de Algemene wet bestuursrecht worden geweigerd. Om zoveel mogelijk aanvragers een subsidie te kunnen verstrekken wordt slechts één aanvraag per aanvrager in behandeling genomen.

 

Artikel 8 Subsidiabele kosten

Met dit onderdeel wordt afgeweken van het artikel in de Asv 2013, waarin bepaald is dat kosten waarvoor reeds verplichtingen zijn aangegaan voordat de aanvraag is ontvangen, niet subsidiabel zijn. De reden hiervan is dat de subsidie die in het kader van deze subsidieregeling wordt verstrekt, tot doel heeft maatregelen die vanaf 6 mei 2020 zijn genomen te subsidiëren. Er is voor deze datum gekozen, omdat dit het moment was waarop het Kabinet het traject voor "het weer opengaan van de samenleving" bekend maakte en stichtingen/verenigingen zich gingen voorbereiden op het starten van hun activiteiten.

 

Dit betekent dat reeds genomen en nog te nemen maatregelen voor subsidie in aanmerking komen.

Voor alle maatregelen geldt dat deze moeten worden omschreven en dat moet worden aangegeven waarom ze noodzakelijk zijn of waren.

Voor maatregelen die al zijn genomen moet een gespecificeerd overzicht van de gemaakte kosten worden overgelegd en voor maatregelen die op het moment van ontvangst van de aanvraag nog niet zijn genomen, dienen de begrote kosten te worden gespecificeerd.

 

Op grond van artikel 1.10 van de Asv 2013 komen kosten van vrijwilligersuren, voor zover gewaardeerd boven het ten tijde van ontvangst van de aanvraag geldende wettelijk minimumloon van een 23-jarige, uitgaande van een 36-urige werkweek niet voor subsidie in aanmerking.

 

Artikel 9 Niet-subsidiabele kosten

De kosten van de reguliere bedrijfsvoering komen niet in aanmerking voor subsidie. Voor subsidie komen dus alleen in aanmerking de extra kosten die gemaakt zijn of moeten worden voor maatregelen die in verband met COVID-19 noodzakelijk zijn bij het organiseren van activiteiten en die zonder de coronacrisis niet waren of zouden worden genomen.

 

Artikel 10 Weigeringsgronden

Aanhef en onder a: met deze weigeringsgrond wordt duidelijk gemaakt dat per aanvrager slechts één aanvraag kan worden gehonoreerd.

 

Aanhef en onder c: deze subsidieregeling is aanvullend op de mogelijkheden die het Rijk en (eventueel) gemeenten bieden. Doarpswurk, Keunstwurk en Sport Fryslân hebben een belangrijke adviserende rol in de doorverwijzing van verenigingen en stichtingen naar regelingen van het Rijk en gemeenten in relatie tot COVID-19. Indien aanvragers voor de maatregelen als bedoeld in artikel 4 ook een beroep hebben gedaan of zouden kunnen doen op een regeling van Rijk of gemeente dan gaat die regeling of gaan die regelingen voor en wordt de provinciale subsidie geweigerd.

 

Aanhef en onder e: aanvragen voor een lager bedrag dan € 225,- worden direct geweigerd. De kosten van het verstrekkingsproces staan dan niet in verhouding tot de hoogte van het subsidiebedrag.

 

Artikel 11 Verdeelsystematiek

Eerste lid: de verdeling van het beschikbare bedrag vindt plaats op basis van het principe ’wie het eerst komt, wie het eerst maalt’. De volledigheid van de aanvraag is daarbij echter wel bepalend voor de datum van ontvangst. Dit betekent dat in geval dat een ontvangen aanvraag onvolledig is, de datum van ontvangst van de aanvraag wordt vastgesteld op het moment dat de aanvraag volledig is aangevuld en deze volledige aanvulling ontvangen is door Gedeputeerde Staten. Na ontvangst van een volledige aanvraag wordt de aanvraag inhoudelijk beoordeeld aan de hand van de regeling en zal worden beoordeeld of de aanvraag voor subsidie in aanmerking komt.

Zodra het subsidieplafond dat voor deze regeling beschikbaar is gesteld is bereikt, wordt de aanvraag geweigerd ook al voldoet deze aan de vereisten om voor subsidie in aanmerking te komen. Op voorhand is niet aan te geven wanneer het subsidieplafond zal zijn bereikt.

 

Tweede lid: uitgegaan wordt van een stelsel waarin de beschikbare bedrag wordt verdeeld op volgorde van ontvangst van een volledige aanvraag. Niet uitgesloten is dat op dezelfde dag meerdere subsidieaanvragen binnenkomen en dat honorering van al deze aanvragen tot een overschrijding van het subsidieplafond genoemd in artikel 6, tweede lid, zou leiden. Daarom is een voorziening opgenomen om voor die situatie een nadere rangorde aan te kunnen brengen in de aanvragen van de desbetreffende dag. Deze rangorde wordt bepaald door middel van loting van volledige aanvragen. De loting bepaalt de volgorde waarin de subsidieaanvragen worden behandeld; niet het tijdstip van ontvangst. Alle aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen, maken gelijke kans om voor subsidie in aanmerking te komen. Het maakt niet uit hoe laat de aanvraag op de desbetreffende dag is ontvangen. Ook het indienen van meerdere aanvragen beïnvloedt de loting niet: per aanvrager wordt slechts één subsidieaanvraag in behandeling genomen. Indien een aanvraag dient te worden aangevuld wegens onvolledigheid, geldt voor de verdeelsystematiek de datum van ontvangst van de aanvulling, als datum van ontvangst van de aanvraag.

 

Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Subsidie die verstrekt wordt voor een activiteit als omschreven in artikel 4 van de regeling wordt direct vastgesteld. Dit betekent dat de subsidieontvanger na realisatie van de gesubsidieerde activiteit geen vaststellingsverzoek meer hoeft in te dienen, waarmee (financiële) verantwoording wordt afgelegd aan Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten kunnen evenwel de in het kader van de regeling verstrekte subsidies controleren, al dan niet steekproefsgewijs. Als een subsidieontvanger gecontroleerd wordt, is hij verplicht om aan te tonen dat de gesubsidieerde activiteit is verricht en dat aan de subsidievaststelling verbonden verplichtingen is voldaan.

Als uit de (steekproef)controle onregelmatigheden blijken, dan kan dat gevolgen hebben voor de subsidievaststelling. Een subsidievaststelling kan ten nadele van de subsidieontvanger gewijzigd of ingetrokken worden. Bovenstaande kan ertoe leiden dat uitbetaalde subsidiebedragen worden teruggevorderd.

Naar boven