Ontwerp-Algemeenbelangbesluit Wet Markt & Overheid

Inzage

Dit ontwerpbesluit wordt met deze elektronische publicatie bekendgemaakt en tevens ter inzage gelegd.

Zienswijze

Tot 6 weken na datum van de bekendmaking kan eenieder zijn of haar zienswijze indienen. Uw zienswijze kunt u onder vermelding van de titel van de bekendmaking sturen naar het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht, Afdeling BDV, team juridische zaken, Postbus 80300 3508 TH Utrecht o.v.v. zienswijzen algemeenbelangbesluit of elektronisch via juridisch.advies.BDV@provincie-utrecht.nl.

Daarbij kan worden verzocht om persoonlijke gegevens niet bekend te maken.

Vervolg

Ieder die een zienswijze heeft ingediend ontvangt de Nota van Beantwoording. Deze bevat de reactie van Gedeputeerde Staten op de ingediende zienswijzen. De zienswijzen kunnen leiden tot aanpassing van het ontwerpbesluit. Provinciale Staten van Utrecht stellen uiteindelijk het besluit vast.

Ontwerp ‘Algemeenbelangbesluit Wet Markt en Overheid’

Overwegende dat:

• Provinciale Staten vinden dat het Huis voor de provincie Utrecht een voor alle Utrechters opengesteld huis dient te zijn en beschikbaar moet zijn ten behoeve van maatschappelijke doelen;

• Provinciale Staten hiertoe onder meer hebben bepaald in de Nota Regie op Relatiemanagement dat de Statenzaal, foyer en bijbehorende vergaderzalen ‘om niet’ beschikbaar kan worden gesteld aan niet-commerciële Utrechtse organisaties werkzaam ten behoeve van de provincie Utrecht;

• De provincie hiermee niet-commerciële organisaties ondersteunt die van maatschappelijke betekenis zijn voor de provincie door het op laagdrempelige wijze beschikbaar stellen van ruimte;

• Dat de verhuur van vergader- en congresruimte een economische dienst is die valt onder de werking van de Wet Markt en Overheid;

• Dat de Wet Markt en Overheid verplicht om bij het aanbieden van economische diensten minimaal de integrale kostprijs door te berekenen;

• Het doorberekenen van de integrale kosten ertoe leidt dat het voor veel niet-commerciële organisaties niet meer haalbaar is om gebruik te maken van Statenzaal, foyer en bijbehorende vergaderzalen;

• Het doorberekenen van de integrale kosten daarmee afbreuk doet aan de doelstellingen van Provinciale Staten om het provinciehuis open te stellen voor maatschappelijke doelen;

• Dat het mogelijk is een economische dienst uit te zonderen van de werking van de Wet Markt & Overheid door aanwijzing hiervan als een dienst van algemeen belang;

• Dat Provinciale Staten bevoegd zijn te besluiten tot deze aanwijzing;

• Dat derde-belanghebbenden, zoals zalenverhuurbedrijven in de omgeving van Utrecht, naar verwachting niet buitenproportioneel worden geraakt doordat niet-commerciële organisaties doorgaans weinig tot geen gebruik maken van zalenverhuurbedrijven;

• Dat uit ervaringscijfers is gebleken dat het aantal verzoeken om verhuringen om niet beperkt is tot enkele malen op jaarbasis. Daarmee is de impact voor zalenverhuurbedrijven zeer beperkt.

Besluiten Provinciale Staten van Utrecht dat de volgende economische activiteit plaatsvindt in het algemeen belang in de zin van artikel 25h lid 5 Mededingingswet:

Het verhuren van de Statenzaal, foyer en bijbehorende vergaderzalen, onder de volgende condities:

• Beperking verhuur tot organisaties die voldoen aan de volgende cumulatieve criteria:

  • a) Het is een maatschappelijke organisatie zonder winstoogmerk, die het algemeen nut dient.

  • b) Het is een lokaal of regionaal georiënteerde organisatie gericht op het behartigen van maatschappelijke belangen binnen de provincie Utrecht, waaronder ook Utrechtse afdelingen van landelijk opererende organisaties.

  • c) Het oogmerk van de organisatie is verenigbaar met of dient het belang van provincie Utrecht.

  • d) Het betreft geen politieke organisatie of een organisatie gelieerd aan een politieke partij.

  • e) Verhuur is niet overdraagbaar aan ander partijen;

  • f) De dienstverlening van de provincie is beperkt tot verhuur en eenvoudige catering.