Verordening van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent rechtspositie Commissaris van de Koning en gedeputeerden Gelderland 2019 (Verordening rechtspositie Commissaris van de Koning en gedeputeerden Gelderland 2019)

[Dit besluit zal in 2 verschillende publicaties verwerkt worden. In dit Provinciaal Blad zal artikel I en III verwerkt worden.]

 

Bekendmaking van het besluit van 1 oktober 2019- zaaknummer 2019-010872 tot vaststelling van een regeling

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland

 

Gelezen het voorstel d.d. 18 september 2019, zaaknummer 2019-010872;

 

Gelet op de artikel 158 Provinciewet, de artikelen 2:2.10 leden 1 en 2, 2:3.2, 2:3.3 lid 2 en 2:3.5 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

 

Besluiten

Vast te stellen de Regeling tot invoering van de Verordening rechtspositie Commissaris van de Koning en gedeputeerden Gelderland 2019

 

Artikel I

Vastgesteld wordt de Verordening rechtspositie Commissaris van de Koning en gedeputeerden Gelderland 2019, luidende:

 

Verordening rechtspositie Commissaris van de Koning en gedeputeerden Gelderland 2019

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland

 

Gelezen het voorstel d.d. 18 september 2019, zaaknummer 2019-010872;

 

Gelet op de artikel 158 Provinciewet, de artikelen 2:2.10 leden 1 en 2, 2:3.2, 2:3.3 lid 2 en 2:3.5 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

 

Besluiten

Vast te stellen de Regeling tot invoering van de Verordening rechtspositie Commissaris van de Koning en gedeputeerden Gelderland 2019

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Besluit: het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

  • b.

    Regeling: de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers.

Hoofdstuk 2 Voorzieningen

Artikel 2 Ter beschikking gestelde auto

Gedeputeerde Staten stellen ten laste van de provincie een auto voor gemeenschappelijk gebruik of een auto op afroep van een daartoe door de provincie gecontracteerde vervoerder ter beschikking aan de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden.

Artikel 3 Informatie- en communicatievoorzieningen

Voor de informatie- en communicatiemiddelen die door de provincie ter beschikking worden gesteld, ondertekenen de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden een door Gedeputeerde Staten opgestelde bruikleenovereenkomst.

Artikel 4 Vergoeding kosten scholing

  • 1.

    Van scholing als bedoeld in dit artikel is sprake als de scholing niet-partijpolitiek georiënteerd is en gericht is op de vervulling van de functie van de Commissaris van de Koning of de gedeputeerde.

  • 2.

    De kosten van scholing die door of namens de provincie wordt verzorgd of aangeboden aan de Commissaris van de Koning of de gedeputeerde, komen voor rekening van de provincie.

  • 3.

    De Commissaris van de Koning of de gedeputeerde die scholing wenst die niet door of namens de provincie wordt verzorgd of aangeboden, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij Gedeputeerde Staten.

  • 4.

    De aanvraag bedoeld in het derde lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 5.

    De kosten komen voor rekening van de provincie als deelname naar het oordeel van Gedeputeerde Staten van belang is in verband met de vervulling van de functie van Commissaris van de Koning of gedeputeerde.

Artikel 5 Bedrijfsgeneeskundige zorg

De Commissaris van de Koning en de gedeputeerden kunnen voor bedrijfsgeneeskundige zorg gebruik maken van de voorzieningen die voor de ambtenaren zijn getroffen.

Artikel 6 Parkeerfaciliteiten

De Commissaris van de Koning en de gedeputeerden kunnen gebruik maken van het parkeerterrein van de provincie op momenten dat zij uit hoofde van hun functie aanwezig moet zijn in het provinciehuis.

Hoofdstuk 3 De procedure van declaratie en betaling

Artikel 7 Rechtstreekse facturering aan de provincie

De Commissaris van de Koning en de gedeputeerden dragen ten behoeve van het vergoeden van kosten, die voor vergoeding door de provincie in aanmerking komen, zorg voor rechtstreekse toezending van de factuur aan de provincie.

Artikel 8 Gebruik creditcard

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen op aanvraag een provinciale creditcard ter beschikking aan de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden voor het doen van uitgaven die voor vergoeding door de provincie in aanmerking komen.

  • 2.

    De provinciesecretaris draagt zorg voor de aanvraag, verstrekking en intrekking van provinciale creditcards. Bij de aanvraag geeft de Commissaris van de Koning of de gedeputeerde aan of een persoonlijke pincode voor het opnemen van contant geld gewenst wordt.

  • 3.

    Voor het doen van de in het eerste lid bedoelde uitgaven, kunnen de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden gebruik maken van de provinciale creditcard als rechtstreekse facturering als genoemd in artikel 7 niet mogelijk is.

  • 4.

    Reis- en verblijfkosten in het buitenland kunnen worden betaald door gebruikmaking van de creditcard.

  • 5.

    De Commissaris van de Koning en de gedeputeerden verantwoorden de creditcarduitgaven op een door Gedeputeerde Staten te bepalen wijze.

  • 6.

    De Commissaris van de Koning en de gedeputeerden verstrekken de verantwoording aan de provinciesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar binnen twee maanden nadat hij het verzoek om de creditcarduitgave te verantwoorden, heeft ontvangen.

  • 7.

    Niet tijdige inlevering van de verantwoording heeft, tenzij er sprake is van overmacht, tot gevolg dat de gemaakte kosten voor rekening van de Commissaris van de Koning of de gedeputeerde komen.

Artikel 9 Declaratie van vooruitbetaalde kosten

  • 1.

    De Commissaris van de Koning en de gedeputeerden voldoen kosten alleen uit eigen middelen als rechtstreekse facturering aan de provincie en gebruik van de provinciale creditcard niet mogelijk zijn.

  • 2.

    Declaratie door de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald en die voor vergoeding door de provincie in aanmerking komen en de vergoeding van de reiskosten met de eigen auto vindt plaats op een door Gedeputeerde Staten te bepalen wijze.

  • 3.

    De Commissaris van de Koning en de gedeputeerden declareren de kosten binnen twee maanden na de betaling c.q. de datum van de gemaakte rit op de door Gedeputeerde Staten bepaalde wijze.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 10 Hardheidclausule

In bijzondere gevallen waarin deze verordening niet voorziet of waarin de toepassing van deze verordening naar het oordeel van Gedeputeerde Staten tot een onredelijke uitkomst leidt, wordt, binnen de grenzen zoals die zijn gesteld in het Besluit en de Regeling, door Gedeputeerde Staten naar billijkheid beslist.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening rechtspositie Commissaris van de Koning en gedeputeerden Gelderland 2019.

Artikel II

Het Besluit verhoogd vacatiegeld voor commissieleden, niet zijnde statenleden, van enkele bijzondere commissies wijzigt als volgt:

  • A.

    In de Intitulé wordt “artikel 31, vierde lid, van de Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden Gelderland 2007” vervangen door: artikel 6 van de Verordening rechtspositie Staten- en commissieleden Gelderland 2019.

  • B.

    Artikel 1 komt te luiden:

    • 1.

      Voor de commissie Rechtsbescherming, de Klachtencommissie Intimidatie en de Plaatsingsadviescommissie geldt dat de leden en plaatsvervangend leden een vergoeding genieten van 250% en de voorzitters en plaatsvervangend voorzitters een vergoeding genieten van 300% van het in artikel 2.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers bedoelde bedrag per bijgewoonde vergadering.

    • 2.

      Indien een vergadering als bedoeld in het eerste lid een half uur langer duurt dan vier uren, wordt, in aanvulling op de vergoeding bedoeld in het eerste lid, voor de aanwezige voorzitter een vergoeding van 175% van het in artikel 2.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers bedoelde bedrag toegekend. Voor ieder lid of plaatsvervangend lid dat bij de vergadering aanwezig was, bedraagt deze vergoeding 125% van het in artikel 2.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers bedoelde bedrag.

  • C.

    In de artikelen 2, 3, eerste en tweede lid, 4, eerste en tweede lid, 6, 7, eerste en tweede lid, 8, eerste en tweede lid, 9, 10, eerste en tweede lid en 11 wordt “artikel 13 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden“ telkens vervangen door: artikel 2.4.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking op de dag na die van uitgifte van het provinciaal blad waarin de regeling is geplaatst en werkt terug tot en met 28 maart 2019

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland

John Berends

Commissaris van de Koning

Henrice Wittenhorst

plv. Secretaris

Gepubliceerd te Arnhem

namens Gedeputeerde Staten van Gelderland,

Madelon Verholen

Afdelingsmanager Personeel en Organisatie

TOELICHTING BIJ DE VERORDENING RECHTSPOSITIE COMMISSARIS VAN DE KONING EN GEDEPUTEERDEN GELDERLAND 2019

 

 

ALGEMENE TOELICHTING

 

Uniformering van de landelijke regelingen

Tot 28 maart 2019 was de rechtspositie van de decentrale politieke ambtsdragers in allerlei verschillende AMvB’s en ministeriële regelingen vastgelegd. Met ingang van 28 maart 2019 zijn het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit commissaris van de Koning en het Rechtspositiebesluit gedeputeerden vervangen door één nieuwe besluit: het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdrager (hierna: het Besluit).

Ook de ministeriële regelingen waarin een aantal rechtspositionele zaken verder wordt uitgewerkt, zijn gebundeld in één nieuwe regeling. De Regeling rechtspositie staten- en commissieleden en de Regeling rechtspositie gedeputeerden zijn vervangen door de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers (hierna: de Regeling).

 

In het Besluit en de Regeling zijn veel elementen van de rechtspositie van decentrale politieke ambtsdragers al uitputtend geregeld. Ook is de herziening gebruikt om de rechtspositie van alle decentrale politieke ambtsdragers, dus ook die van gemeenten en waterschappen, te uniformeren.

 

Op enkele onderdelen geven het Besluit en de Regeling nog ruimte om op provinciaal niveau bepaalde keuzes te maken of nadere regels te stellen. De ruimte om onderwerpen bij provinciale verordening naar eigen inzicht te regelen, is wel afgenomen na de inwerkingtreding van het Besluit en de Regeling.

 

Wat is er landelijk al geregeld?

Het volgende overzicht geeft een beeld van de belangrijkste onderwerpen die in het Besluit en de Regeling al uitputtend zijn geregeld voor de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden:

  • -

    De hoogte van de bezoldiging en de vergoeding voor de werkzaamheden;

  • -

    De reiskostenvergoeding, inclusief het woon - werkverkeer 1 ;

  • -

    De vaste onkostenvergoeding;

  • -

    De financiële bijdrage voor een ter beschikking gestelde woning;

  • -

    De vergoeding in verband met beroepsziekte of dienstongeval;

  • -

    De uitkering bij overlijden;

  • -

    Vergoeding van kosten van loopbaanoriëntatie;

  • -

    De vergoedingen voor waarneming;

  • -

    De kosten van bewaking en beveiliging;

  • -

    De kosten van lidmaatschap van een beroepsvereniging;

  • -

    Welke vergoedingen en toelagen worden aangemerkt als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in de Wet op de loonbelasting 1964.

 

In de Verordening rechtspositie Commissaris van de Koning en gedeputeerden Gelderland 2019 (hierna: de Verordening) is ervoor gekozen om onderwerpen die al uitputtend zijn geregeld in het Besluit of de Regeling, niet ook op te nemen in de Verordening. Voor een compleet beeld van de rechtspositie van de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden zullen zowel het Besluit en de Regeling alsook de Verordening geraadpleegd moeten worden.

 

Voor de volgende onderwerpen zijn in de Verordening nadere regels gesteld of keuzes gemaakt:

  • -

    Het ter beschikking stellen van een auto aan de commissaris of de gedeputeerde en de wijze van gebruik;

  • -

    Het verstrekken van informatie- en communicatievoorzieningen;

  • -

    De kosten van scholing;

  • -

    De bedrijfsgeneeskundige zorg;

In de Verordening zijn verder ook artikelen opgenomen over het gebruik van het parkeerterrein van de provincie en over het declareren van kosten die voor vergoeding in aanmerking komen.

 

 

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

 

Artikel 2 Ter beschikking gestelde auto

In artikel 2 van de verordening is bepaald dat de dienstauto’s door de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden gemeenschappelijk worden gebruikt. Deze keuze sluit aan bij de algemene Gelderse praktijk van vóór 28 maart 2019. Het gevolg van deze keuze is dat de dienstauto’s alleen voor zakelijke doeleinden kunnen worden gebruikt. Onder zakelijk gebruik wordt verstaan: dienstreizen, woon-werkverkeer en reizen i.v.m. aan het ambt verbonden nevenfuncties. Het gebruik van de dienstauto op deze wijze heeft geen fiscale gevolgen voor de Commissaris van de Koning of de gedeputeerden.

Al het woon - werkverkeer, ook als het niet direct aansluit aan een dienstreis, valt onder het zakelijk gebruik. Omdat het bezoeken van een partijpolitieke bijeenkomst niet valt onder zakelijk gebruik, kan een partijpolitieke bijeenkomst niet met de dienstauto worden bezocht.

 

Omdat soms ook een beroep moet worden gedaan op taxivervoer, is in de verordening ook de auto op afroep opgenomen.

 

Artikel 3 Informatie- en communicatievoorzieningen

Artikel 2:3.2 van het Besluit schrijft helder voor dat de informatie- en communicatieapparatuur, inclusief de benodigde abonnementen, ter beschikking worden gesteld aan de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden. Uit de Nota van Toelichting bij het Besluit blijkt dat het gaat om noodzakelijke informatie- en communicatieapparatuur.

 

Het is niet langer mogelijk om een vergoeding te verstrekken voor het gebruik van eigen informatie- en communicatieapparatuur.

 

Voor de administratie is het nog wel nodig om vast te leggen welke faciliteiten ter beschikking zijn gesteld. Voor die vastlegging is de bruikleenovereenkomst zeer geschikt. Om die reden is artikel 3 opgenomen in aanvulling op wat al in het Besluit is geregeld.

 

Artikel 4 Vergoeding kosten scholing

Artikel 2:3.3 lid 2 van het Besluit geeft aan Gedeputeerde Staten de mogelijkheid om nadere regels te stellen over de scholing van de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden.

 

Een onderscheid is gemaakt tussen scholing die door of vanwege de provincie in het provinciaal belang is georganiseerd en scholing waaraan de Commissaris van de Koning of een gedeputeerde in verband met de vervulling van de functie op eigen initiatief wil deelnemen. In het laatste geval zijn er aanvullende voorwaarden gesteld (inhoudelijke informatie over de cursus, congres etc. en een kostenspecificatie).

 

Voor de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden geldt dat artikel 2:2.11 van het Besluit een aparte voorziening biedt voor loopbaanoriëntatie. Kosten die in voor loopbaanoriëntatie worden gemaakt, vallen dus niet onder de scholingskosten.

 

Scholing is functiegericht als zij beoogt de voor de functie benodigde vakkennis en vaardigheden te verwerven dan wel actueel te houden. Onder deze scholingskosten worden verstaan de cursus- en lesgelden, de kosten van het studiemateriaal, examen- en diplomakosten en de aanschafkosten van verplicht gesteld studiemateriaal. De reis- en verblijfkosten ontbreken in deze opsomming omdat die al voor vergoeding in aanmerking komen op grond van 2:2.9 van het Besluit. Het betreft hier immers een zakelijke reis.

 

Er kunnen bij provinciale verordening nadere regels worden gesteld over het maximale bedrag dat aan scholing kan worden besteed. Voor 28 maart 2019 waren de scholingskosten niet aan een financieel maximum gebonden en is ook niet gebleken dat er in de praktijk behoefte bestaat aan een dergelijk maximum. Die lijn wordt nu voortgezet.

 

Artikel 5 Bedrijfsgeneeskundige zorg

Dit artikel bevat de uitwerking van artikel 2:3.5 van het Besluit. De provincie heeft de bedrijfsgeneeskundige zorg al geregeld voor haar ambtenaren. De meest eenvoudige vorm om de bedrijfsgeneeskundige zorg voor de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden in te richten, is om aan te sluiten bij wat er al is geregeld voor de ambtenaren.

 

Artikel 7 t/m 9 Procedure van declaratie en betaling

Voor de uitoefening van het politieke ambt moeten bestuurders niet het eigen inkomen hoeven aan te spreken. Een adequate vergoedingssystematiek is daarom van belang. Waar er functionele uitgaven zijn, verdient het aanbeveling terughoudend te zijn met een financieringswijze waarin de bestuurder deze uit eigen middelen vooruitbetaalt en de provincie ze terugbetaalt. Eigen middelen en publieke middelen moeten zoveel mogelijk gescheiden worden gehouden. Vanuit die overweging heeft het de voorkeur de kosten direct in rekening te brengen bij de provincie. Aan de mogelijkheid om zo nodig declaraties in te dienen zal echter behoefte blijven bestaan.

 

In de Verordening zijn drie manieren voor het doen van uitgaven opgenomen voor de Commissaris van de Koning en de gedeputeerden. Ook wordt een duidelijke volgorde aangebracht in die drie manieren voor het doen van uitgaven. De voorkeursvariant is rechtstreekse facturering aan de provincie (artikel 7). Als dat niet mogelijk is, kan de uitgave worden gedaan met een provinciale creditcard, als men daarover beschikt (artikel 8). Alleen als de betaling niet op die manieren kan gebeuren, kan de betaling uit eigen middelen worden gedaan en vervolgens gedeclareerd bij de provincie (artikel 9). Met deze aanpak wordt zo veel als mogelijk vermeden dat privémiddelen (moeten) worden gebruikt voor zakelijke uitgaven.

 

Naar boven