Provincie Overijssel – Instellingsbesluit gezamenlijk adviescommissie bezwaarschriften concessie IJssel-Vecht

 

Besluit: dd. 24-09-2019

Kenmerk: 2019/0270121

 

Gedeputeerde Staten van Overijssel, Gedeputeerde Staten van Gelderland en Gedeputeerde Staten van Flevoland,

 

Overwegende dat

 

Gedeputeerde Staten van Overijssel, Gedeputeerde Staten van Gelderland en Gedeputeerde Staten van Flevoland hebben besloten het openbaar vervoer in het Concessiegebied IJssel-Vecht gezamenlijk aan te besteden;

 

Gedeputeerde Staten van Overijssel, Gedeputeerde Staten van Gelderland en Gedeputeerde Staten van Flevoland (ieder voor haar eigen grondgebied) krachtens artikel 20 lid 2 van de Wet personenvervoer 2000 het bevoegde bestuursorgaan is voor het verlenen, wijzigen of intrekken van concessies voor Openbaar Vervoer op haar grondgebied van het Concessiegebied IJssel-Vecht;

 

de openbaar vervoerconcessie IJssel-Vecht voor de periode 23 december 2020 tot uiterlijk 1 januari 2031 door respectievelijk Gedeputeerde Staten van Overijssel, Gedeputeerde Staten van Gelderland en Gedeputeerde Staten van Flevoland aan een van de vervoerders die heeft ingeschreven is gegund en een gunningsbesluit met daarbij behorende concessiebeschikking is vastgesteld, waarbij sprake is van gelijkluidende besluitvorming;

 

de inschrijvingen van de overige vervoerders door respectievelijk Gedeputeerde Staten van Overijssel, Gedeputeerde Staten van Gelderland en Gedeputeerde Staten van Flevoland zijn afgewezen, waarbij sprake is van gelijkluidende besluitvorming;

 

Gedeputeerde Staten van Flevoland en Gedeputeerde Staten van Gelderland aan Gedeputeerde Staten van Overijssel mandaat hebben verleend om het gunningsbesluit en de daarbij behorende concessiebeschikking en de afwijzingsbrieven mede namens Gedeputeerde Staten van Flevoland en Gedeputeerde Staten van Gelderland te ondertekenen;

 

het voor belanghebbenden mogelijk is om op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar aan te tekenen tegen de genomen besluiten en tegen de besluiten die genomen kunnen worden in het kader van de uitvoering van de concessiebeschikking;

 

het gelet op het feit dat sprake is van een provinciegrensoverschrijdend concessiegebied en gecoördineerde op elkaar afgestemde besluitvorming, wenselijk is om een gezamenlijke adviescommissie in te stellen die Gedeputeerde Staten van Overijssel, Gedeputeerde Staten van Gelderland en Gedeputeerde Staten van Flevoland adviseert over de afdoening van de ingediende bezwaarschriften:

 

gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht,

 

BESLUITEN:

 

vast te stellen het ‘Instellingsbesluit gezamenlijke adviescommissie bezwaarschriften concessie IJssel-Vecht’

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit instellingsbesluit wordt verstaan onder:

a. wet: Algemene wet bestuursrecht.

b. besluit: schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.

c. commissie: de commissie bezwaarschriften concessie IJssel-Vecht als bedoeld in artikel 2.

d. bezwaarschrift: een geschrift waarmee bezwaar wordt gemaakt als bedoeld in artikel 1:5, eerste lid van de wet.

e. jurist bezwaar: de functionaris als bedoeld in artikel 3 van dit instellingsbesluit;

f. concessie: concessie IJssel-Vecht 2020-2030.

g. verwerend orgaan: Gedeputeerde Staten van Overijssel mede namens Gedeputeerde Staten van Gelderland en Gedeputeerde Staten van Flevoland.

h. betrokken partijen: de indiener van het bezwaarschrift, het verwerend orgaan en eventueel derde-belanghebbenden.

 

Hoofdstuk 2. Commissie

 

Artikel 2. Instelling en samenstelling commissie

1. Gedeputeerde Staten van Overijssel, Gedeputeerde Staten van Gelderland en Gedeputeerde Staten van Flevoland stellen een adviescommissie bezwaarschriften concessie IJssel-Vecht in.

2. De commissie bestaat uit een voorzitter en twee leden, te weten:

a. de onafhankelijk voorzitter van de in het ‘Procedurebesluit bezwaar, administratief

beroep en klachten Overijssel 2019’ genoemde Hoorcommissie Gedeputeerde Staten;

b. een lid afkomstig uit de in de ‘Verordening rechtsbescherming Gelderland 2016’ genoemde commissie rechtsbescherming;

c. een lid afkomstig uit de in de ‘Procedureregeling bezwaar en beroep Flevoland’

genoemde Commissie bezwaar en beroep provincie Flevoland.

3. De commissie houdt zitting in het provinciehuis van de provincie Overijssel.

 

Artikel 3. Ambtelijke ondersteuning

De commissie wordt ondersteund door een jurist bezwaar als bedoeld in het ‘Procedurebesluit bezwaar, administratief beroep en klachten Overijssel 2019’.

 

Artikel 4. Taak commissie

De commissie behandelt bezwaarschriften die zijn ingediend tegen respectievelijk door Gedeputeerde Staten van Overijssel, Gedeputeerde Staten van Gelderland of Gedeputeerde Staten van Flevoland genomen besluiten in het kader van de gunning, de concessiebeschikking en/of de besluiten ter uitvoering van de concessiebeschikking en adviseert Gedeputeerde Staten van Overijssel, Gedeputeerde Staten van Gelderland en Gedeputeerde Staten van Flevoland hierover.

 

Artikel 5. Vergoeding en reiskosten

1. De voorzitter en de leden van de commissie ontvangen een vacatievergoeding alsmede een vergoeding voor reiskosten.

2. De vergoeding van de voorzitter en de leden vindt plaats op grond van de vergoedingsregelingen in de verordeningen genoemd in artikel 2 tweede lid van dit besluit, waarbij geldt dat de voorzitter een vergoeding ontvangt van de provincie Overijssel. De leden bedoeld in artikel 2 tweede lid sub b en c ontvangen een vergoeding van respectievelijk de provincie Gelderland en de provincie Flevoland.

 

Hoofdstuk 3. Werkwijze commissie

 

Artikel 6. Ontvangst bezwaarschrift

1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

2. In het bericht van ontvangst wordt vermeld dat een commissie over het bezwaarschrift adviseert.

3. Het bezwaarschrift met de daarbij behorende stukken wordt zo spoedig mogelijk door Gedeputeerde Staten van Overijssel aan de commissie overhandigd.

 

Artikel 7. Informele geschilbeslechting

Na ontvangst van een bezwaarschrift kan onderzocht worden of het geschil met informele geschilbeslechting  valt op te lossen.

 

Artikel 8. Vooronderzoek

1. In verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift verzoekt de jurist bezwaar het verwerend orgaan om alle op de zaak betrekking hebbende stukken en een verweerschrift aan de commissie toe te sturen.

2. De jurist bezwaar wint alle overige voor een zorgvuldige voorbereiding van de hoorzitting gewenste inlichtingen in.

 

Artikel 9. Hoorzitting

1. De jurist bezwaar van de commissie bepaalt, in overleg met de voorzitter, plaats en tijdstip van de hoorzitting als bedoeld in artikel 7:2 van de wet.

2. De betrokken partijen worden door de jurist bezwaar, behoudens bijzondere omstandigheden, ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uitgenodigd.

3. Het verweerschrift en de daarbij behorende stukken worden ten minste twee weken voorafgaand aan de hoorzitting door de jurist bezwaar aan de commissie en de betrokken partijen toegezonden.

4. De voorzitter beslist op voorstel van de jurist bezwaar over de toepassing van artikel 7:17 van de wet.

 

Artikel 10. Quorum

De volledige commissie hoort betrokken partijen.

 

Artikel 11. Openbaarheid hoorzitting

1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.

2. De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de   aanwezige leden dit nodig acht of indien een belanghebbende of het verwerend orgaan daartoe een verzoek doet.

3. Indien de commissie vervolgens beslist dat er geen gewichtige redenen zijn die zich tegen de openbaarheid van de zitting verzetten, is de zitting openbaar.

 

Artikel 12. Verslaglegging

1. Van het horen wordt een audio-opname gemaakt, mits partijen daarmee instemmen, en een schriftelijk verslag.

2. Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid en bevat een beknopte weergave van het ter hoorzitting verhandelde.

3. Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk niet openbaar was, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, wordt dit vermeld in het verslag.

4. Het verslag verwijst naar de tijdens de hoorzitting overgelegde schriftelijke stukken. Deze worden aan het verslag gehecht.

5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de jurist bezwaar van de commissie.

 

Artikel 13. Nader onderzoek

1. Indien na afloop van de hoorzitting, vóórdat het advies is uitgebracht, naar het oordeel van de commissie een nader onderzoek wenselijk is, geschiedt dit in opdracht van de voorzitter van de commissie. Indien daaraan kosten zijn verbonden moet de voorzitter  hiertoe voorafgaand door Gedeputeerde Staten van Overijssel worden gemachtigd.

2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie en de betrokken partijen gezonden.

 

Artikel 14.  Nieuwe feiten en omstandigheden na de hoorzitting

1. Indien na het horen feiten en omstandigheden bekend worden die voor de beslissing op het bezwaarschrift van aanmerkelijk belang kunnen zijn, wordt dit meegedeeld aan belanghebbenden en het verwerend orgaan, voor zover dit daarmee nog niet bekend is. Zij worden in de gelegenheid gesteld hierop binnen een bepaalde termijn schriftelijk te reageren, waarbij hen verzocht kan worden in te stemmen met het achterwege laten van een nieuwe hoorzitting.

2. Bij de oproep voor de hoorzitting wordt melding gemaakt van de ontvangst van krachtens  het vorige lid ingediende reacties.

 

Artikel 15. Raadkamer en advies

1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Van minderheidsstandpunten wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

3. De commissie kan een tussenadvies uitbrengen.

4. De jurist bezwaar heeft een raadgevende stem.

5. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

6. Het advies wordt door de voorzitter en de jurist bezwaar van de commissie ondertekend.

 

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

 

Artikel 16. Inwerkingtreding en instellingsperiode commissie

Dit besluit treedt inwerking met ingang van de datum van vaststelling van het gunningsbesluit met de daarbij behorende concessiebeschikking en eindigt van rechtswege na afloop van de concessieperiode en de termijn die nodig is om ingediende bezwaarschriften af te handelen.

 

Artikel 17. Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Instellingsbesluit gezamenlijke commissie bezwaarschriften concessie IJssel-Vecht’.

 

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Overijssel van 24 september 2019, nummer 2019/0270121, Gedeputeerde Staten van Gelderland van 24 september 2019, nummer en Gedeputeerde Staten van Flevoland van 24 september 2019, nummer 2470099. Op grond van een door Gedeputeerde Staten van Gelderland en Gedeputeerde Staten van Flevoland verleend ondertekeningsmandaat ondertekend door Gedeputeerde Staten van Overijssel,

 

Mede namens,

Gedeputeerde Staten van Gelderland en Gedeputeerde Staten van Flevoland,

 

voorzitter, A.P. Heidema

Secretaris, N. Versteeg

 

TOELICHTING

Algemeen

Gedeputeerde Staten van Overijssel, Gedeputeerde Staten van Gelderland en Gedeputeerde Staten van Flevoland hebben besloten het openbaar vervoer in het Concessiegebied IJssel-Vecht gezamenlijk aan te besteden. Daarbij hebben zij afgesproken dat Gedeputeerde Staten van Overijssel daarbij optreedt als penvoerder.

Resultaat van deze gezamenlijke aanbesteding is een gelijkluidend gunningsbesluit met daarbij behorende concessiebeschikking.

De Algemene wet bestuursrecht maakt het voor belanghebbenden mogelijk om bezwaar aan te tekenen tegen de genomen besluiten en tegen de besluiten die genomen kunnen worden in het kader van de uitvoering van de concessiebeschikking. Omdat sprake is van een provinciegrensoverschrijdend concessiegebied en gecoördineerde op elkaar afgestemde besluitvorming, is het wenselijk om een gezamenlijke adviescommissie in te stellen die Gedeputeerde Staten van Overijssel, Gedeputeerde Staten van Gelderland en Gedeputeerde Staten van Flevoland adviseert over de afdoening van de ingediende bezwaarschriften.

In het instellingsbesluit wordt hierin voorzien.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 2. Instelling en samenstelling commissie.

De commissie is zodanig samengesteld dat van elke hoor- c.q. adviescommissie van de afzonderlijke provincies, een lid wordt afgevaardigd naar de gezamenlijke adviescommissie.

Omdat Gedeputeerde Staten van Overijssel de penvoerder zijn bij deze gezamenlijke aanbesteding, is er voor gekozen om het voorzitterschap van deze gezamenlijke adviescommissie te beleggen bij de onafhankelijk voorzitter van de in het ‘Procedurebesluit bezwaar, administratief beroep en klachten Overijssel 2019’ genoemde hoorcommissie. Om dezelfde reden is er voor gekozen om de hoorzittingen van de gezamenlijke adviescommissie plaats te laten vinden in het provinciehuis in Overijssel.

 

Artikel 3. Ambtelijke ondersteuning

Omdat Gedeputeerde Staten van Overijssel de penvoerder zijn bij deze gezamenlijke aanbesteding, is er voor gekozen om ook de ambtelijke ondersteuning onder te brengen bij de provincie Overijssel.

 

Artikel 4. Taak commissie

De commissie heeft een taak bij het adviseren over bezwaarschriften die gericht zijn tegen besluiten die door Gedeputeerde Staten van Overijssel, Gelderland en Flevoland in het kader van de concessie en de uitvoering daarvan zijn genomen. Het gaat hier om bezwaarschriften gericht tegen alle besluiten ongeacht of deze betrekking hebben op het geheel of een deel van de het concessiegebied. Ook een bezwaarschrift gericht tegen bijvoorbeeld een besluit binnen het grondgebied van één provincie wordt door deze bezwaren­commissie behandeld. Het is van belang dat de drie concessie­verlenende provincies zoveel mogelijk gelijk handelen binnen de concessie IJssel-Vecht. Door het instellen van een gezamenlijke adviescommissie wordt ook bij de afhandeling van bezwaren hiernaar gestreefd.

 

Artikelen 6 tot en met 15.

Omwille van de duidelijkheid is er voor gekozen om de werkwijze van de commissie uit te schrijven in deze regeling en niet te verwijzen naar één van de procedureregelingen van de provincies.

 

Naar boven