Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Prolander

 

Besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe van 5 februari 2019 maart 2019 kenmerk 5.3/2019000353, team Bestuur en Concernzaken, tot bekendmaking van het besluit van Gedeputeerde Staten van Drenthe en Groningen tot wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Prolander

 

 

Gedeputeerde Staten van de provincies Groningen en Drenthe, ieder voor zover hun eigen bevoegdheden betreft;

 

gelezen het voorstel van het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Prolander van 25 januari 2019;

 

gelet op de bepalingen van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

 

gelet op het besluit van Provinciale Staten van Groningen en Drenthe van 13 maart

 

BESLUITEN:

 

 

de Gemeenschappelijke Regeling Prolander als volgt te wijzigen:

 

onder vernummering van artikel 17, lid 4, tot en met artikel 17, lid 6, tot artikel 17, lid 5, tot en met artikel 17, lid 7, wordt een nieuw artikel 17, lid 4, ingevoegd, luidende:

 

het bepaalde in artikel 48, eerste en derde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen is niet van toepassing op wijzigingen van de begroting voor zover daaruit geen verhoging van de bijdragen van de respectievelijke deelnemers voortvloeit;

 

gedeputeerde Staten van Drenthe dragen zorg voor de bekendmaking van dit besluit;

 

de wijziging van de regeling treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in de Staatscourant.

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe,

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

Gedeputeerde Staten van Groningen,

 

F.J. Paas, voorzitter

H. Schrikkema, locosecretaris

 

Toelichting op de wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Prolander

Met het opnemen van het nieuwe artikel 17, lid 4, in de Gemeenschappelijke Regeling Prolander wordt de procedure rond begrotingswijzigingen, waaruit geen verhoging van de bijdragen van de respectievelijke deelnemers voortvloeit, vereenvoudigd. Het artikel geeft aan dat bij wijziging van de begroting artikel 48, leden 1 en 3, van de Wet gemeenschappelijke regelingen niet van toepassing zijn, indien de deelnemersbijdrage niet wijzigt als gevolg van de begrotingswijziging. Het is wenselijk om dit soort begrotingswijzigingen, zonder dat er sprake is van een zienswijze van de respectievelijke Provinciale Staten, mogelijk te maken ter voorkoming van de administratieve lasten die een algehele wijziging met zich meebrengt.

 

 

Gedeputeerde Staten van Drenthe,

 

mevrouw drs. J. Klijnsma, voorzitter

W.F. Brenkman MSc, secretaris

 

 

Uitgegeven: 21 maart 2019

 

 

Naar boven