Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 12 maart 2019, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling natuurcompensatie Noord-Holland

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

 

Overwegende dat het vanwege een wijziging van artikel 19 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening noodzakelijk is om de Uitvoeringsregeling natuurcompensatie daarop aan te passen

 

Gelet op artikel 19, lid 9, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening;

 

Besluiten:

 

ARTIKEL I  

De Uitvoeringsregeling natuurcompensatie Noord-Holland wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 1 komt te luiden:

 

Artikel 1

 

  • 1.

    Voor zover een bestemmingsplan voorziet in een nieuwe activiteit overeenkomstig artikel 19, vierde lid, of in een ontwikkeling overeenkomstig artikel 25, derde en vierde lid, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening, maakt dat bestemmingsplan mogelijk dat de initiatiefnemer daarvan fysieke maatregelen neemt ter compensatie van de schade aan het Natuurnetwerk Nederland, een natuurverbinding of een weidevogelleefgebied.

  • 2.

    Voor zover de fysieke maatregelen als bedoeld in het eerste lid niet in het bestemmingsplan mogelijk kunnen worden gemaakt, blijkt uit de toelichting van het bestemmingsplan hoe en wanneer de fysieke maatregelen dan wel planologisch worden geregeld en dat het bevoegde gezag daaraan medewerking zal verlenen.

  • 3.

    In het geval de fysieke maatregelen ter compensatie van schade aan het Natuurnetwerk Nederland als bedoeld in het eerste lid worden genomen binnen het Natuurnetwerk Nederland, dient daarnaast in het bestemmingsplan op eenzelfde oppervlak als verloren gaat door de activiteit, dat nog niet is aangewezen als Natuurnetwerk Nederland, de ontwikkeling van natuur planologisch mogelijk te worden gemaakt. Voor zover dit niet mogelijk is in het bestemmingsplan dat de activiteit mogelijk maakt, blijkt uit de toelichting van dat bestemmingsplan hoe en wanneer deze ontwikkeling van natuur dan wel planologisch wordt geregeld en dat het bevoegd gezag daaraan medewerking zal verlenen.

  • 4.

    Uit de toelichting van het bestemmingsplan als bedoeld in het eerste lid, blijkt dat de fysieke maatregelen ter compensatie van de aantasting van een natuurverbinding zodanig plaatsvinden dat de functie van de natuurverbinding, zoals omschreven in de wezenlijke kenmerken en waarden, in stand blijft.

  • 5.

    In afwijking van het eerste lid en tweede lid, kan de schade aan het Natuurnetwerk Nederland of een weidevogelleefgebied voorafgaand aan de ontwikkeling financieel worden gecompenseerd indien:

    • a.

      fysieke maatregelen niet mogelijk zijn, of;

    • b.

      het gebied dat wordt aangetast door een activiteit als bedoeld in het eerste lid niet groter is dan:

      • 1.

        0,5 hectare in het geval van Natuurnetwerk Nederland, en;

      • 2.

        5 hectare in het geval van weidevogelleefgebied.

  • 6.

    In aanvulling op het vijfde lid dient bij financiële compensatie in het kader van het Natuurnetwerk Nederland op eenzelfde oppervlak als verloren gaat door de activiteit, dat nog niet is aangewezen als Natuurnetwerk Nederland, de ontwikkeling van natuur planologisch mogelijk te worden gemaakt. Indien dat niet mogelijk is in het bestemmingsplan dat de activiteit mogelijk maakt, blijkt uit de toelichting van dat bestemmingsplan hoe en wanneer dat dan wel planologisch wordt geregeld en dat het bevoegd gezag daaraan medewerking zal verlenen.

  • 7.

    Financiële compensatie als bedoeld in het vijfde lid vindt plaats in de vorm van een bijdrage aan de provincie Noord-Holland die wordt gestort in de provinciale reserve groen ten behoeve van de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland.

 

B

 

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In de aanhef wordt “de ecologische hoofdstructuur of ecologische verbindingszones” vervangen door: het Natuurnetwerk Nederland.

     

  • 2.

    Onderdeel a komt te luiden:

     

  • a.

    plaatsvinden buiten het Natuurnetwerk Nederland op een locatie die bijdraagt aan de versterking van de samenhang van het netwerk, of, indien aannemelijk is dat fysieke maatregelen buiten het Natuurnetwerk Nederland niet mogelijk zijn, in nog niet gerealiseerde delen van het Natuurnetwerk Nederland;

C

 

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In de aanhef wordt “artikel 1, eerste en tweede lid” vervangen door: artikel 1, eerste tot en met vierde lid.

     

  • 2.

    Onderdeel a van artikel 4 komt te luiden:

     

  • a.

    het plan bevat een kaart van een schaalniveau niet groter dan 1:10.000 waarop de locatie waar de fysieke maatregelen plaatsvinden staat aangegeven;

     

D

 

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In het eerste lid wordt “artikel 1, eerste, tweede en derde lid” gewijzigd in: artikel 1, eerste tot en met zesde lid.

 

  • 2.

    Het vierde lid komt te luiden:

     

  • 4.

    Het boetebedrag wordt gestort in de provinciale reserve groen ten behoeve van de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland. Het boetebedrag is op het moment van vaststelling ten minste gelijk aan 150 procent van alle directe en indirecte kosten die samenhangen met de betrokken compensatie.

E

 

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    De aanhef van het eerste lid komt te luiden:

     

Financiële compensatie als bedoeld in artikel 1, vijfde lid, omvat voor het Natuurnetwerk Nederland de volgende kostenelementen:

 

  • 2.

    In het tweede lid wordt “artikel 1, derde lid” gewijzigd in: artikel 1, vijfde lid.

ARTIKEL II  

  • 1.

    Ten aanzien van een bestemmingsplan, een wijzigingsplan of een uitwerkingsplan waarvan het ontwerp voor inwerking van dit besluit ter inzage heeft gelegen, blijft de Uitvoeringsregeling natuurcompensatie Noord-Holland zoals die gold voor inwerkingtreding van dit besluit van toepassing, met dien verstande dat het besluit omtrent vaststelling binnen 2 jaar na dit tijdstip wordt genomen.

 

  • 2.

    Ten aanzien van een omgevingsvergunning zoals bedoeld in artikel 3 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening, waarvan de aanvraag voor inwerkingtreding van dit besluit is ingediend, blijft de Uitvoeringsregeling natuurcompensatie Noord-Holland zoals die gold voor inwerkingtreding van dit besluit van toepassing, met dien verstande dat de vergunning binnen 2 jaar na dit tijdstip wordt verleend.

ARTIKEL III  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciale blad waarin het wordt geplaatst.

Haarlem, 12 maart 2019

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

A.Th.T. van Dijk, voorzitter. [of plaatsvervangend voorzitter]

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris. [of plaatsvervangend provinciesecretaris]

Toelichting

 

ALGEMEEN

 

Op 14 januari 2019 hebben Provinciale Staten van Noord-Holland (PS) artikel 19 van de Provinciale Ruimtelijke verordening (PRV) gewijzigd. In dit artikel worden de planologische beschermingsregels voor het Natuurnetwerk Nederland (NNN) en de natuurverbindingen vastgelegd. De Uitvoeringsregeling natuurcompensatie (UN), die op grond van artikel 19 lid 9 door Gedeputeerde Staten (GS), gehoord de betreffende commissie van provinciale Staten, wordt vastgesteld, dient hierop te worden aangepast.

 

Uit de nieuwe tekst van artikel 19 vloeit de verplichting voort om in alle gevallen van compensatie voor schadelijke ingrepen in het NNN, dus ook bij fysieke compensatie binnen NNN en bij financiële compensatie, ervoor te zorgen dat het oppervlak NNN niet afneemt. Dat gebeurt door voor te schrijven dat de gemeente het oppervlak dat verloren gaat als NNN compenseert door elders op een oppervlak met dezelfde omvang als verloren is gegaan de ontwikkeling van natuur planologisch mogelijk te maken. Deze locatie zullen GS dan bij een eerstvolgende aanpassing van kaart 4 (ecologie) van de PRV als NNN begrenzen.

 

Het onderdeel ‘saldobenadering’ is uit de UN geschrapt, omdat deze term niet meer voorkomt in artikel 19.

 

Daarnaast werd in de vigerende UN nog gesproken over Ecologische Hoofdstructuur en ecologische verbindingszones. Deze begrippen waren in de PRV al eerder vervangen door Natuurnetwerk Nederland (NNN) respectievelijk natuurverbindingen en dat is nu ook in de UN gebeurd.

 

De mogelijkheden voor financiële compensatie bij aantasting van het NNN worden verkleind door verlaging van het maximale oppervlak waarbij financiële compensatie zonder meer mogelijk is van 3 ha naar 0.5 ha. Financiële compensatie voor natuurverbindingen is in het geheel niet meer mogelijk; dit om te voorkomen dat hun verbindende functie in het geding komt.

 

 

ARTIKELSGEWIJS

 

Artikel 1

In artikel 1 zijn alle bovengenoemde wijzigingen verwerkt. Naast de naamswijzigingen in NNN en natuurverbinding is in het vierde lid en zevende lid opgenomen dat bij compensatie door fysieke maatregelen in NNN (lid 3) respectievelijk bij financiële compensatie (lid 5) de ontwikkeling van extra natuur, op eenzelfde oppervlak als verloren is gegaan door de ruimtelijke ingreep, planologisch mogelijk moet worden gemaakt. Dit nieuwe oppervlak mag niet reeds gelegen zijn in NNN. Op deze manier wordt voorkomen dat de omvang van het NNN afneemt.

 

In het vijfde lid is het oppervlak waarvoor in NNN financiële compensatie zonder meer is toegestaan verlaagd naar 0.5 hectare. Door in dit lid niet te spreken over natuurverbindingen, is financiële compensatie voor natuurverbindingen niet meer mogelijk.

 

Voorts is in het zevende lid de formulering ‘een reserve groen ten behoeve van natuurcompensatiemaatregelen’ vervangen door ‘de provinciale reserve groen ten behoeve van de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland. Er bestaat namelijk geen afzonderlijke reserve meer voor natuurcompensatiemaatregelen.

 

 

Met deze wijzigingen is nu een duidelijke voorkeursvolgorde aangegeven voor de vormgeving van de compensatie van schade aan het Natuurnetwerk Nederland:

 

  • 1.

    Fysieke compensatie buiten NNN (lid 1)

    • a.

      De fysieke maatregelen opnemen in het bestemmingsplan dat de schade veroorzakende ruimtelijke ingreep mogelijk maakt (lid 1)

    • b.

      Als dat niet lukt: de fysieke maatregelen op andere wijze planologisch regelen (lid 2).

  • 2.

    Fysieke compensatie binnen NNN met daarnaast het planologisch mogelijk maken van extra oppervlak natuur (lid 3)

    • a.

      Extra oppervlak natuur opnemen in het bestemmingsplan dat de schade veroorzakende ruimtelijke ingreep mogelijk maakt (lid 3).

    • b.

      Als dat niet lukt: extra oppervlak natuur op andere wijze planologisch mogelijk maken (lid 3)

  • 3.

    Financiële compensatie met daarnaast het planologisch mogelijk maken van extra oppervlak natuur (lid 5).

    • a.

      Extra oppervlak natuur opnemen in het bestemmingsplan dat de schade veroorzakende ruimtelijke ingreep mogelijk maakt (lid 6).

    • b.

      Als dat niet lukt: extra oppervlak natuur op andere wijze planologisch mogelijk maken (lid 6)

 

Artikel 2

In artikel 2 is, naast de naamswijziging in de aanhef, in onderdeel a de formulering aangepast om aan te geven dat compensatie buiten het NNN de voorkeur verdient boven compensatie binnen het NNN.

 

Artikel 4

In onderdeel a van artikel 4 is een tekstuele verbetering doorgevoerd. Tevens is de verwijzing naar artikel 1 aangepast aan de wijziging van artikel 1.

 

 

Artikel 5

In artikel 5 is in het vierde lid de formulering over de reserve groen op dezelfde wijze aangepast als in artikel 1 lid 7. Tevens is de verwijzing naar artikel 1 aangepast aan de wijziging van artikel 1.

 

Artikel 6

In artikel 6 is de naamswijziging in NNN doorgevoerd. Tevens is de verwijzing naar artikel 1 aangepast aan de wijziging van artikel 1. De ecologische verbindingszone is niet vervangen door natuurverbindingen, omdat beoogd is om financiële compensatie niet langer toe te staan voor natuurverbindingen.

 

Artikel II

Dit artikel regelt dat voor lopende plan- en projectprocedures de uitvoeringsregeling zoals deze luidde voor inwerkingtreding van dit besluit van toepassing blijft. De vorige uitvoeringsregeling blijft van toepassing op bestemmingsplannen die op het moment van inwerkingtreding van dit besluit reeds ter inzage hebben gelegen. Voor omgevingsvergunningen als bedoeld in artikel 3 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening geldt dat de aanvraag voor inwerkingtreding van dit besluit moet zijn ingediend. Voorwaarde is wel dat het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning binnen twee jaar na inwerkingtreding van dit besluit wordt vastgesteld respectievelijk wordt verleend. Door deze overgangsbepaling voor lopende procedures wordt gemeenten en initiatiefnemers tijd geboden om zich voor te bereiden op de nieuwe regels

Naar boven