Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân houdende regels omtrent herstel- of inrichtingsmaatregelen voor Natuur en Landschap Openstellingsbesluit niet-productieve investeringen voor herstel- en inrichtingsmaatregelen voor Natuur en Landschap

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

gelet op artikel 1.3 van de Subsidieregeling Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) Fryslân 2014-2020;

 

BESLUITEN

 

het volgende vast te stellen:

Artikel 1: Openstelling en subsidieplafond

  • 1.

    Subsidieaanvragen voor niet-productieve investeringen voor herstel- en inrichtingsmaatregelen voor natuur en landschap, zoals opgenomen in hoofdstuk 2, paragraaf 5 van de Subsidieregeling, kunnen binnen de periode van 20 maart 2017 tot en met 29 mei 2017 worden ontvangen.

  • 2.

    Het subsidieplafond bedraagt € 2.600.000,- bestaande uit € 1.300.000,- financiële middelen afkomstig uit het Europese Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en € 1.300.000,- uit provinciale middelen.

Artikel 2: Definities

In aanvulling op de definities in de Subsidieregeling onder 1.1, wordt in dit besluit verstaan onder:

  • 1.

    De Subsidieregeling: de Subsidieregeling Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) Fryslân 2014-2020;

  • 2.

    Natuurbeheerplan: Provinciaal Natuurbeheerplan – 2017 provincie Fryslân. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Fryslân op 27 september 2016. Het plan is te lezen op http://www.fryslan.frl/beleidsthemas/natuurbeheerplan-2017_3541

  • 3.

    Grutsk op ‘e Romte: thematische structuurvisie waarin voor de provincie als geheel en per deelgebied, de landschappelijke en cultuurhistorische structuren van provinciaal belang zijn beschreven. De structuurvisie is te lezen op http://fryslan.gemeentedocumenten.nl/www.fryslan.frl/fy-nl/3556/grutsk-op-e-romte/index.html

  • 4.

    Catalogus Groenblauwe Diensten: de Catalogus Groenblauwe Diensten bevat een overzicht van de maximale vergoedingen die Nederlandse overheden grondeigenaren mogen geven die een groenblauwe dienst leveren. Het document bevat tevens kwaliteits- en uitvoeringsrichtlijnen. De catalogus is te lezen op http://www.portaalnatuurenlandschap.nl/themas/catalogus-groenblauwe-diensten/overzicht/

  • 5.

    Droge landschapselementen: (elzen)singels, houtwallen, heggen, hagen, bosjes, dobben, drinkpoelen en solitaire bomen. Deze landschapselementen bevorderen de natuursoorten van het leefgebied droge dooradering zoals aangegeven in het Natuurbeheerplan.

  • 6.

    Agrarische collectieven: een gecertificeerd samenwerkingsverband voor het uitvoeren van agrarisch natuur- en landschapsbeheer, dat van de provincie Fryslân een subsidie heeft ontvangen voor agrarisch natuurbeheer op grond van het Natuurbeheerplan.

  • 7.

    Leefgebiedenkaart: kaart waarop geografisch de leefgebieden voor droge dooradering staan aangegeven, opgenomen in bijlage 1 van dit openstellingsbesluit. Deze kaart is gebaseerd op het Natuurbeheerplan 2017 en is op perceelsniveau te raadplegen via http://arcg.is/2kmdzJm

Artikel 3: Subsidiabele activiteit

  • 1.

    In deze openstelling wordt onder niet-productieve investeringen als bedoeld in artikel 2.5.1 van de Subsidieregeling een investering bedoeld die bijdraagt aan het herstel van bestaande droge landschapselementen en de additionele aanleg daarvan.

  • 2.

    De investeringen zoals bedoeld in het eerste lid dienen plaats te vinden in de geografisch aangewezen leefgebieden voor droge dooradering zoals aangegeven op de Leefgebiedenkaart.

  • 3.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor maatregelen zoals bedoeld in het eerste lid, met een aangetoonde directe link met de landbouw.

Artikel 4: Doelgroep

In afwijking van artikel 2.5.2 uit de Subsidieregeling kan subsidie alleen worden verstrekt aan:

  • a.

    agrarische collectieven;

  • b.

    samenwerkingsverbanden van agrarische collectieven met natuur- en landschapsorganisaties.

Artikel 5: Aanvraag

  • 1.

    Een subsidieaanvraag kan worden ingediend bij Gedeputeerde Staten via het SNN middels een daarvoor ontwikkeld webportal dat bereikbaar is via www.snn.eu/pop3

  • 2.

    Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend met gebruikmaking van een door SNN opgesteld volledig ingevuld format projectplan, vergezeld van de van toepassing zijnde bijlagen. Hiervoor dienen door het SNN verstrekte vaste formats te worden gebruikt.

Artikel 6: Subsidiabele kosten

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.12 maar in afwijking van artikel 2.5.3 van de Subsidieregeling wordt subsidie alleen verstrekt voor:

  • a.

    de kosten van de bouw, verbetering, verwerving of leasing van onroerende goederen;

  • b.

    de kosten van adviseurs, architecten en ingenieurs;

  • c.

    niet-verrekenbare of niet-compensabele BTW;

  • d.

    personeelskosten.

Artikel 7: Hoogte subsidie

  • 1.

    De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten;

  • 2.

    De subsidie dient op het moment van de subsidieverlening per project minimaal € 40.000,- te bedragen.

  • 3.

    De subsidie mag maximaal per gebied het volgende bedragen:

    • a.

      Zuidoost Friesland: € 1.750.000

    • b.

      Noardlike Fryske Wâlden: € 575.000

    • c.

      De Wadden: € 225.000

    • d.

      Het Lege Midden: 50.000,--

  • 4.

    De onder het derde lid genoemde gebieden staan aangegeven op de Leefgebiedenkaart.

Artikel 8: Weigeringsgronden

  • 1.

    Subsidie wordt geheel of gedeeltelijk geweigerd indien uit de aanvraag niet of onvoldoende blijkt dat bij het uitvoeren van de activiteiten de richtlijnen uit de Catalogus Groenblauwe Diensten in acht zullen worden genomen.

  • 2.

    Subsidie wordt geheel of gedeeltelijk geweigerd indien de voorgenomen activiteiten strijdig zijn met de thematische structuurvisie Grutsk op ‘e Romte.

  • 3.

    De onder het derde lid genoemde gebieden staan aangegeven op de leefgebiedenkaart.

Artikel 9: Selectiecriterium

Voor de rangschikking als bedoeld in artikel 1.15 van de Subsidieregeling wordt, in afwijking van artikel 2.5.5 van de Subsidieregeling, de aanvraag beoordeeld aan de hand van het geografisch criterium waarbij de activiteiten dienen plaats te vinden binnen de gebieden die zijn begrensd op de Leefgebiedenkaart.

Artikel 10: Bevoorschotting

In aanvulling op artikel 1.23 van de Subsidieregeling kan één keer per kalenderjaar een aanvraag om een voorschot worden ingediend op basis van realisatie.

Artikel 11: Citeertitel en inwerkingtreding

Dit besluit wordt aangehaald als Openstellingsbesluit niet-productieve investeringen voor herstel- en inrichtingsmaatregelen voor Natuur en Landschap en treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.

Toelichting

Algemeen

In het kader van het Europese plattelandsontwikkelingsprogramma POP3 is er voor Fryslân geld voor natuur en landschap beschikbaar. Dit openstellingsbesluit richt zich op de zogenaamde niet-productieve investeringen voor herstel- of inrichtingsmaatregelen voor Natuur en Landschap. Europees is er € 1,3 mln. beschikbaar t/m 2020 en aan provinciale middelen is er ook € 1,3 mln. beschikbaar.

Daarmee wordt gezamenlijk gewerkt aan beleid zoals vastgelegd in de Nota Natuer en lanlik gebiet, de thematische structuurvisie Grutsk op ‘e Romte en het Provinciale Natuurbeheerplan - 2017 provincie Fryslân.

Doel van de openstelling is primair om de natuurdoelen voor de zogenaamde droge dooradering een forse impuls te geven.

Secundair doel is om in samenhang daarmee, de landschappelijke hoofdstructuur zoals die in de provinciale thematische structuurvisie Grutsk beschreven is, te versterken.

Voor de realisering van de natuurdoelen voor de droge dooradering is het van belang dat de landschapselementen voldoende basiskwaliteit hebben. Op dit moment is de kwaliteit van een deel van de landschapselementen in de gebiedsaanvragen voor agrarisch natuur-en landschapsbeheer (ANLb) mager (weinig soorten en open plekken in de begroeiing). Landschapsinventarisaties van Landschapsbeheer Friesland tonen dit aan.

De agrarische collectieven die verantwoordelijk zijn voor het agrarisch natuurbeheer worden met deze regeling in de gelegenheid gesteld om de basiskwaliteit te verbeteren. Initiatief hiervoor is genomen door Landschapsbeheer Friesland.

Aanvragen kunnen uitsluitend gaan om de voor de ANLb aangewezen leefgebieden voor droge dooradering. Het Natuurbeheerplan is hierin leidend. Het gaat daarbij om vier leefgebieden voor de droge dooradering met voor elk gebied een maximale subsidiehoogte dat een afgeleide vormt van de landschapsinventarisaties.

Deze subsidieregeling richt zich puur op herstel en inrichting en heeft geen invloed op de beschikbare budgetten voor het agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Wel is er op de volgende manieren een relatie met het beheer:

  • a.

    Landschapselementen met een minimale kwaliteit die al onder een beheercontract vallen, kunnen met maatregelen uit deze openstelling een betere kwaliteit bereiken waardoor de ecologische doelen beter kunnen worden behaald;

  • b.

    Landschapselementen die nog niet voldeden aan de minimale kwaliteit voor een beheerscontract maar door de maatregelen uit deze openstelling deze kwaliteit wel bereiken, kunnen afhankelijk van de (beperkte) financiële ruimte tijdens de jaarlijkse openstellingen voor agrarisch natuurbeheer, mogelijk alsnog voor een beheercontract in aanmerking komen.

Voor de subsidies die onder het POP3 regime worden verleend is de Regeling subsidies Plattelandsontwikkeling 2014-2020 van toepassing. Per categorie subsidie is telkens een afzonderlijk openstellingsbesluit nodig. Nadere toelichting over de POP3 regeling kan worden verkregen via de provinciale website http://www.fryslan.frl/subsidies/subsidies-regelingen_3217/item/pop3-plattelandsontwikkeling-programma_430.html?pk_campaign=Redirects&pk_kwd=pop3

 

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1: Openstelling en subsidieplafond:

Met de term niet-productieve investeringen wordt binnen het POP3 programma investeringen bedoeld die geen aanmerkelijke stijging van de waarde of rentabiliteit tot gevolg hebben.

 

Artikel 3: Subsidiabele activiteit

In dit artikel worden de niet-productieve investeringen als bedoeld in artikel 2.5.1 van de subsidieregeling beperkt tot het herstel van bestaande en de additionele aanleg van nieuwe droge landschapselementen. De reden hiervan is onder de algemene toelichting al aangegeven.

Ook wordt in artikel 3 een geografisch criterium opgenomen door de subsidiabele activiteiten te beperken tot de leefgebieden voor droge dooradering zoals die staan aangegeven op de Leefgebiedenkaart. De reden hiervan is ook onder de algemene toelichting aangegeven.

De link met de landbouw is noodzakelijk vanwege de doelstelling van het Europese Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling. Met de collectieven als aanvragers, die naast agrariërs overigens ook uit particulieren kan bestaan, en door de directe koppeling met agrarisch natuur- en landschapsbeheer, wordt hieraan voldaan.

 

Artikel 4: Doelgroep

Vanwege de directe relatie met het agrarisch natuur- en landschapsbeheer is onder dit artikel de doelgroep beperkt tot de agrarische collectieven en samenwerkingsverbanden van agrarische collectieven met natuur- en landschapsorganisaties. De agrarische collectieven voeren het beheer uit. Bij de leden van de collectieven zitten zowel agrariërs als particulieren.

Natuur- en landschapsorganisaties kunnen, door de inbreng van specifieke kennis en kunde, van meerwaarde zijn binnen projectorganisaties die zich bezighouden met het uitvoeren van natuur- en landschapsbeheer. Om deze reden is de mogelijkheid geschapen van het aangaan van samenwerkingsverbanden tussen agrarische collectieven en dit type organisaties.

 

Artikel 6: Subsidiabele kosten

In dit artikel worden de soorten subsidiabele kosten benoemd.

Op grond van de subsidieregeling gelden er voor verschillende soorten kosten maximale tarieven en begrenzingen. Zo mag er bv. niet meer dan 10% van de subsidiabele projectkosten aan de aankoop van grond worden besteed en gelden er restricties voor personeelskosten.

Naast de subsidieregeling met toelichting geeft het Handboek POP3 richtlijnen voor aanvragers van een door een provincie te verlenen niet grondgebonden POP3 subsidie. Op grond van het openstellingsbesluit zijn de maximale tarieven en kwaliteitscriteria uit de Catalogus Groenblauwe Diensten van belang die geldt voor het agrarisch natuur- en landschapsbeheer.

 

Artikel 7: Hoogte subsidie

Bij deze openstelling richt de provincie Fryslân zich op robuuste projecten, waarmee een grote kosteneffectiviteit bereikt wordt in de uitvoering. Dit wordt bereikt doordat er vanwege omvang van het subsidiebedrag in combinatie met de overige voorwaarden, een samenhangend pakket aan maatregelen zal moeten worden ontwikkeld dat in directe relatie staat met het agrarisch natuur- en landschapsbeheer.

Er gelden maximale bedragen per geografisch gebied dat samenvalt met de gebieden voor de agrarische collectieven. Deze staan ook op de Leefgebiedenkaart aangegeven. Hiervoor is gekozen omdat naast de omvang van de gebieden, de kwaliteit van de droge landschapselementen nogal uiteenloopt. De hoogte van de maximale bedragen is berekend aan de hand van beschikbare landschapsinventarisaties van Landschapsbeheer Friesland. Hieruit blijkt dat binnen Zuidoost Friesland veruit de grootste opgave ligt.

 

Artikel 8: Weigeringsgronden

Dit artikel bevat de eis dat de subsidiabele activiteiten dienen te worden uitgevoerd conform de richtlijnen en bepalingen uit de Catalogus Groenblauwe Diensten. Hiermee wordt gewaarborgd dat de herstelde bestaande en de additionele aanleg van droge landschapselementen in kwalitatief opzicht geschikt zijn voor opname in de beheerpakketten voor droge dooradering op grond van het provinciaal Natuurbeheerplan. Overigens heeft deze openstelling geen invloed op de beschikbare budgetten voor het agrarisch natuur- en landschapsbeheer (zie onder algemene toelichting).

Daarnaast bevat het artikel de eis dat de uit te voeren subsidiabele activiteiten niet strijdig mogen zijn met de in de thematische structuurvisie Grutsk op ‘e Romte aangegeven landschappelijke en cultuurhistorische waarden.

 

Artikel 9: Selectiecriteria, weging en selectie

De uit te voeren subsidiabele activiteiten dienen plaats te vinden binnen de gebieden die zijn begrensd zoals aangegeven op de Leefgebiedenkaart. Hiervoor is gekozen vanwege de eerder genoemde directe samenhang met het agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Om deze reden zal voor de rangschikking van de ingediende subsidieaanvragen gebruik wordt gemaakt van het geografisch selectiecriterium als enig criterium.

 

Artikel 10: Bevoorschotting

In aanvulling op artikel 1.23 van de Subsidieregeling kan één keer per kalenderjaar een aanvraag om een voorschot worden ingediend op basis van realisatie en gemaakte kosten.

Naar boven