Provincie Zeeland – Wijziging Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP)
Besluit van gedeputeerde staten d.d. 12 mei 2015, kenmerk 15006674 houdende wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP).
 
Gedeputeerde staten van Zeeland,
  • -
    gelet op de overeenstemming met de vakorganisaties in het Sectoroverleg Provinciale Arbeidsvoorwaarden (SPA) ter zake van wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP) als gevolg van wijzigingen in de Wet arbeid en zorg (Wazo) per 1 januari 2015;
  • -
    gelet op de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
 
b e s l u i t e n
 
tot de volgende wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies
Artikel I  
Artikel D.11 wordt gewijzigd en komt te luiden:
 
Artikel D.11 Zwangerschaps- en bevallingsverlof
  • 1.
    De vrouwelijke ambtenaar die op grond van de Wet arbeid en zorg zwangerschaps- en bevallingsverlof geniet, heeft gedurende dit verlof aanspraak op doorbetaling van haar volledige bezoldiging.
  • 2.
    De ambtenaar van wie de partner tijdens het bevallingsverlof overlijdt, heeft op grond van de Wet arbeid en zorg recht op het resterende bevallingsverlof met doorbetaling van de bezoldiging.
  • 3.
    Op de bezoldiging wordt via een inhouding in mindering gebracht een bedrag, gelijk aan de uitkering krachtens de Wet arbeid en zorg waarop de ambtenaar gedurende het zwangerschaps- en bevallingsverlof recht heeft of gehad zou hebben als zij tijdig een aanvraag voor die uitkering zou hebben gedaan.
Artikel II  
De toelichting op artikel D.11 komt te luiden:
 
Artikel D.11 Zwangerschaps- en bevallingsverlof
In de Wet arbeid en zorg is een wettelijk recht op (overdracht van) zwangerschaps- en bevallingsverlof geregeld. De bepaling van artikel D.11 van de CAP is hiermee in overeenstemming. De Wet arbeid en zorg geeft de vrouwelijke ambtenaar een wettelijk recht op een uitkering gedurende het zwangerschaps- en bevallingsverlof. Die uitkering bedraagt 100% van het (gemaximeerde) dagloon. Artikel D.11 van de CAP geeft daarnaast de vrouwelijke werknemer recht op doorbetaling van de volle bezoldiging gedurende het zwangerschaps- en bevallingsverlof. In artikel D.11, derde lid, van de CAP is een accumulatiebepaling opgenomen: de uitkering op grond van de Wet arbeid en zorg wordt in mindering gebracht op de bezoldiging. Als de ambtenaar tijdens het zwangerschaps- en bevallingsverlof geen uitkering op grond van de Wet arbeid en zorg geniet omdat zij heeft nagelaten die (tijdig) aan te vragen, wordt de fictieve uitkering op de bezoldiging in mindering gebracht. Het zwangerschaps- en bevallingsverlof wordt voor de toepassing van de rechtspositieregelingen niet gelijkgesteld met verhindering wegens ziekte.
Artikel III  
De toelichting op de artikelen D.12, D.13 en D.15 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
 
In de artikelen D.12 en D.13 is het kortdurend buitengewoon verlof geregeld voor vakbondsactiviteiten en om andere redenen. Het betreft betaald verlof dat wordt verleend tenzij het dienstbelang zich daartegen verzet.
 
Op het kortdurend zorgverlof (tweede lid van artikel D.12) zijn verder de bepalingen in de Wet arbeid en zorg van toepassing.
 
Op het verlof zoals bedoeld in het derde lid van artikel D.12 zijn verder de bepalingen in de Wet arbeid en zorg van toepassing.
Artikel IV  
Artikel D.17, vierde lid, wordt gewijzigd en komt te luiden:
 
  • 4.
    De op grond van het pensioenreglement verschuldigde pensioenpremie over de periode van onbetaald verlof komt gedurende de eerste zes maanden voor rekening van de provincie en de ambtenaar overeenkomstig de standaardverdeling van de pensioenpremie tussen werkgever en werknemer en daarna volledig voor rekening van de ambtenaar. Ingeval van onbetaald verlof, direct voorafgaand ontslag wegens het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd dan wel wegens volledig ontslag voorafgaand aan ABP-keuzepensioen, komt de verschuldigde pensioenpremie vanaf het begin van dit verlof volledig voor rekening van de ambtenaar.
Artikel V  
Aan de toelichting op artikel D.16 en D.17 wordt het volgende toegevoegd:
 
De periode van de eerste 6 maanden van onbetaald verlof zoals bedoeld in het vierde lid van artikel D.17 hoeft niet aaneengesloten te zijn en kan over de jaargrens heenlopen. Het gaat daarbij om de periode(s) die binnen een periode van 12 maanden na start van de eerste periode vallen.
Artikel VI  
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst.
 
 
Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 12 mei 2015.
 
Drs. J.M.M. Polman, voorzitter
A.W. Smit, secretaris
 
Uitgegeven 22 mei 2015
De secretaris, A.W. Smit
Naar boven