33 033 Wapen- en munitiebezit

Nr. 8 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 juni 2012

In het Algemeen Overleg op woensdag 4 april jongstleden (Kamerstuk 32 739, nr. 6) hebben mijn ambtgenote van VWS en ik met uw Kamer stilgestaan bij het tragische schietincident in Alphen aan den Rijn van 9 april 2011. In het overleg is door zowel uw Kamer als het Kabinet waardering geuit voor het effectieve en betrokken optreden van politie, hulpverlening en gemeente. Tegelijkertijd is er het besef dat de gevolgen voor de direct betrokkenen verstrekkend zijn en zorg en aandacht blijven behoeven. Het is in dat licht goed om te zien dat de gemeente de nazorg blijft organiseren en er een herdenkingsplaats is geopend bij het winkelcentrum De Ridderhof in Alphen aan den Rijn.

In het overleg met uw Kamer hebben wij voorts gesproken over de maatregelen ter versterking van het stelsel ter beheersing van het legaal wapenbezit (Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 33 033, nr. 2 en 7). In reactie op de zorg van de Kamer dat wapenverlofhouders onnodig worden beperkt bij mijn voorgenomen verbod op de dynamische schietsportdisciplines, heb ik toegezegd overleg te plegen met de Nationale Parcours Schutters Associatie (NPSA) en de Association for Practical Shooting (APS). Tijdens de algemene ledenvergadering van de Koninklijke Nederlandse Schutters Associatie (KNSA) op 14 april jongstleden heeft het bestuur van de KNSA de leden toegezegd de onderhandelingen over het voorgenomen verbod op de dynamische disciplines te heropenen. Naar aanleiding van zowel de toezegging aan uw Kamer, als het verzoek van de KNSA, heeft op 19 april een bespreking met de KNSA, NPSA en APS plaatsgevonden. Belang van dit overleg werd onderstreept door een petitie die hiertoe opriep en welke door bijna 10 000 mensen is ondertekend.

Dynamische schietsport

In de bespreking is duidelijk geworden dat zowel de koepelorganisatie KNSA, als de KNSA-leden NPSA en APS, achter het streven staan om mensen die zich aangetrokken voelen tot «combat» te weren uit de schietsport. Wij hebben vervolgens in gezamenlijkheid geconcludeerd dat dit kan worden bereikt door extra eisen te stellen aan de beoefening van de dynamische schietsport.

De extra eisen zien op de toegang tot de dynamische schietsportdisciplines, de screening van de beoefenaren, de wijze van beoefening en de normen voor schietsportverenigingen die dynamisch schieten aanbieden.

Door deze aanvullende regulering bestaat geen aanleiding meer de beoefening van de dynamische schietsportdisciplines, noch de daarbij behorende wapens, te verbieden. De extra eisen zullen in onderling overleg met de KNSA, NPSA en APS nader worden uitgewerkt.

Ik had toegezegd om de aanpassing van de Regeling Wapens en Munitie (RWM), waarin het verbod op de dynamische disciplines wordt geregeld, aan u voor te leggen. Een aanpassing van de RWM is gezien het bovenstaande niet nodig.

Aanscherping redelijk belang

De in mijn brief van 28 maart (Tweede Kamer, vergaderjaar 2011–2012, 33 033 nr. 7) aangekondigde aanscherpingen van het redelijk belang voor de schietsport zullen worden opgenomen in de Circulaire Wapens en Munitie 2012 II (CWM 2012 II), waar nodig voorzien van een overgangstermijn. Dit betreft de eisen van aansluiting bij een door de KNSA gecertificeerde schietvereniging, een verplichte wedstrijddeelname en een opbouw in toegestane wapentypes voor onervaren sportschutters, maar niet langer het verbod op de dynamische disciplines.

Opbouwstelsel wapentypes

Ik zal hieronder uiteenzetten hoe de opbouw in wapentypes voor jonge of onervaren sportschutters zal worden vormgegeven in de CWM 2012 II.

Voor sportschutters zonder eigen wapen en introducées is er de gelegenheid wapens van de vereniging te gebruiken. Introducées en leden die korter dan één jaar lid zijn van een schietvereniging zullen voortaan alleen vuurwapens mogen gebruiken welke geschikt zijn voor de Olympische disciplines. Deze vuurwapens zijn van licht kaliber en zijn geen semi-automatische geweren.

Nadat sportschutters minimaal één jaar lid zijn van een bij de KNSA aangesloten schietvereniging kunnen zij een wapenverlof aanvragen. Bij hun eerste wapenverlof komen sportschutters alleen in aanmerking voor vuurwapens welke geschikt zijn voor de Olympische disciplines.

Na de eerste verlenging van het verlof kan de sportschutter eveneens beschikking krijgen over vuurwapens welke geschikt zijn voor de disciplines van de International Shooting Sport Federation en de disciplines van de Muzzle Loaders Associations International Committee. In deze schietsportdisciplines, zoals gereglementeerd of erkend door de KNSA, vallen zwaarder kaliber wapens, maar komen eveneens geen semi-automatische geweren voor.

Bij een volgend wapenverlof, dus nadat de sportschutter minimaal drie jaar de schietsport beoefent, kan hij een verlof krijgen voor de beoefening van door de KNSA gereglementeerde of erkende disciplines waarin semi-automatische geweren zijn toegestaan.

De nadere voorstellen betreffende het herziene aanvraagproces voor een wapenverlof, inclusief de bepaling van de risicofactoren, zal ik u uiterlijk in september doen toekomen.

Tot slot bericht ik u dat de door uw Kamer algemene informatie over de schietsport te vinden is op de site van de KNSA, te weten www.knsa.nl.

De staatsecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

Naar boven