Besluit Sociaal Domein gemeente Oude IJsselstreek 2023

 

Inhoudsopgave

1. Begrippenlijst 4

2. Inleiding 5

2.1 Waarom deze regels? 5

2.2 Visie sociaal domein 5

Bij het toepassen van de regels uit dit besluit gaan wij uit van onze visie op het sociaal domein. De basisbegrippen ‘normaliseren’, ‘voorkomen’ en ‘innoveren/samenwerken’ staan centraal bij onze aanpak. 5

2.3 Leidende principes 5

3. Wonen in een veilige en gezonde omgeving 6

3.1 Zelfstandig en veilig wonen 6

3.1.1 Geschikte woning en primaat van verhuizen 6

3.1.2 Afschrijving woningaanpassing 6

3.2 Meedoen aan de samenleving 6

3.2.1 Regionaal vervoer 6

4. Vorm van de hulp 7

4.1 Persoonsgebonden budget/tegemoetkoming 7

4.1.1 Verstrekking op verzoek 7

4.1.2 Eisen toekenning persoonsgebonden budget 7

4.1.3 Eisen aan een gewaarborgde hulp bij een persoonsgebonden budget 7

4.1.4 Persoonsgebonden budget en woningaanpassing 8

4.1.5 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening 8

4.1.6 Persoonsgebonden budget en kwaliteit 9

4.1.7 Budgetperiode 10

4.1.8 Controle en verantwoording van besteding persoonsgebonden budget 10

4.1.9 Overige regel persoonsgebonden budget 11

4.2 Bijdrage in de kosten 11

4.2.1 Omvang van de bijdrage in de kosten 11

4.2.2 Uitzonderingen bijdrage in de kosten 11

4.2.3 Bijdrage in de kosten voor instandhouding voorzieningen 11

4.2.4 Bijdrage in de kosten algemene voorziening 11

4.2.5 Vaststelling en inning van de bijdrage in de kosten 12

4.2.6 Duur bijdrage in de kosten 12

5. Van oud naar nieuw 13

5.1 Intrekken oude besluiten 13

5.2 Ingangsdatum en naam 13

Bijlage 1. PGB tarieven 2023 14

Bijlage 2. Format PGB-plan 16

PGB-plan gemeente Oude IJsselstreek 16

Doel van het pgb-plan 16

Invullen van het pgb-plan 16

1. Persoonlijke gegevens 16

2. Budgetbeheerder (indien niet van toepassing, ga naar vraag 3) 16

3. Soort hulp 17

4. Reden(en) keuze voor pgb 18

5. Doelen en resultaat 18

6. Hulpverlener 19

7. Tarieven hulpverlener(s) 20

8. Verantwoordelijkheden 20

9. Administratieve Taken 21

10. Vragen of opmerkingen? 21

Ondertekening 22

Bijlage Pgb-plan gemeente Oude IJsselstreek 22

Budgethouder 22

Budgetbeheerder / Gewaarborgde hulp 23

Gewaarborgde hulp is hulp van een derde, die de inwoner kan helpen door de taken en verplichtingen die horen bij het ontvangen van een pgb, over te nemen. De inwoner kiest zelf wie de gewaarborgde hulp is. Dat mag een familielid zijn, een wettelijk vertegenwoordiger maar ook iemand anders. 23

We stellen een aantal eisen. De gewaarborgde hulp: 23

Hulp door personen uit het sociale netwerk 23

Hulp door ZZP-er of zorgaanbieder 23

Hoogte, tarief en besteding pgb 24

De gemeente staat het niet toe dat een pgb als “maandloon-optie” wordt ingezet. 24

Kwaliteit 24

Verantwoording / controle 24

Verklaring afwijzing of aanvulling pgb-plan 25

 

 

1. Begrippenlijst

 

In dit besluit worden diverse begrippen gebruikt. Deze begrippen hebben dezelfde betekenis als in de wetten waarop dit besluit is gebaseerd. Waarom deze begrippenlijst?

 

• Soms worden bepaalde begrippen in meerdere wetten gebruikt en hebben ze in die wetten een verschillende betekenis. Hier staat wat de betekenis van deze begrippen in dit besluit is.

• Ook staan er voor de duidelijkheid ook enkele wettelijke begrippen in de lijst, die in dit besluit wel dezelfde betekenis hebben, maar hier in andere woorden zijn omschreven.

 

Besluit: het Besluit Sociaal Domein gemeente Oude IJsselstreek 2023.

 

Gewaarborgde hulp: door de inwoner ingeschakelde hulp van een derde die in staat voor de nakoming van de aan het persoonsgebonden budget (pgb) verbonden verplichtingen, ook wel de budgetbeheerder genoemd;

 

Instandhoudingskosten: de kosten om een voorziening in stand te houden bestaande uit afschrijvingskosten, verzekering en onderhoud.

 

Maatwerkvoorziening: onder de term maatwerkvoorziening kan mede gelezen worden “individuele voorziening” op basis van de Jeugdwet en betreft een op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemde, door of namens de gemeente te verstrekken, voorziening.

 

Pgb-plan: een plan van aanpak dat de inwoner opstelt over hoe hij het pgb gaat inzetten. Welke hulp er wordt ingekocht en met welk(e) doel(en). In het plan geeft de inwoner aan welke hulpverlener op welke manier en op welke momenten de noodzakelijke hulp gaat geven en hoe de kwaliteit en de continuïteit van die hulp geborgd worden. De gemeente hanteert hiervoor het format uit bijlage 2.

 

Uitvoeringsbesluit: Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (Algemene Maatregel van Bestuur).

 

Verordening: Verordening Sociaal Domein gemeente Oude IJsselstreek 2022.

 

2. Inleiding

Dit besluit geeft gemeentelijke regels over de volgende onderwerpen:

• gezond en veilig opgroeien;

• mogelijkheden om mee te kunnen doen aan het maatschappelijk leven en

• wonen in een veilige en gezonde omgeving.

 

2.1 Waarom deze regels?

De regels in dit besluit vullen de wettelijke regels en de regels uit de Verordening Sociaal Domein gemeente Oude IJsselstreek 2022 aan. Het zijn regels waarin bepaalde zaken uit de verordening zijn uitgewerkt en die door het college zijn vastgesteld. In onderstaande tabel is toegelicht welke types documenten er zijn, wat er in deze documenten is geregeld en wie deze documenten vaststelt.

 

Document

Wat

Vaststelling

Verdere toelichting

Verordening Sociaal Domein gemeente Oude IJsselstreek 2022

Algemeen verbindende voorschriften die gemeente en inwoner binden.

Gemeenteraad

Het stellen van detailregels wordt vaak gedelegeerd aan het college.

Besluit Sociaal Domein gemeente Oude IJsselstreek 2023

Verlengstuk van de verordening: bevatten algemeen verbindende voorschriften.

College

Dit zijn de detailregels die gedelegeerd zijn door de gemeenteraad.

Beleidsregels Sociaal Domein gemeente Oude IJsselstreek 2022

Algemene regels voor de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of uitleg van wettelijke voorschriften bij gebruik van een bevoegdheid van een bestuursorgaan. Ze binden alleen het bestuursorgaan dat de regels zelf mag stellen.

College

Worden vastgesteld op basis van de eigen bevoegdheid van het college. Dit zijn geen gedelegeerde regels vanuit de gemeenteraad.

2.2 Visie sociaal domein

Bij het toepassen van de regels uit dit besluit gaan wij uit van onze visie op het sociaal domein. De basisbegrippen ‘normaliseren’, ‘voorkomen’ en ‘innoveren/samenwerken’ staan centraal bij onze aanpak.

 

2.3 Leidende principes

Bij het toepassen van de regels uit dit besluit houdt de gemeente rekening met de doelen van de genoemde wetten. De gemeente zorgt ervoor dat het resultaat van een besluit recht doet aan die doelen. De gemeente gaat daarbij uit van de leidende principes voor wat inwoners van elkaar mogen verwachten en wat zij van de gemeente mogen verwachten . Deze leidende principes zijn opgenomen in de beleidsregels.

 

3. Wonen in een veilige en gezonde omgeving

3.1 Zelfstandig en veilig wonen

3.1.1 Geschikte woning en primaat van verhuizen

Indien de (voorzienbare) kosten voor een bouwkundige of woon technische woonvoorziening hoger zijn dan € 7.500,- geldt als uitgangspunt dat verhuizing naar een aangepaste woning of naar een tegen lagere kosten aan te passen woning de goedkoopst compenserende voorziening is, tenzij er sprake is van individuele omstandigheden waardoor verhuizen geen adequate oplossing is.

 

3.1.2 Afschrijving woningaanpassing

1. Voor het beoordelen van aanvragen voor woonvoorzieningen en/of woningaanpassingen worden de volgende afschrijvingsperioden door de gemeente gehanteerd:

  • keuken 20 jaar

  • tegels 20 jaar

  • sanitair 20 jaar

  • natte cel 20 jaar

  • toilet 15 jaar

     

2. Wanneer de inwoner een woning die is aangepast op grond van de Wmo verkoopt moet de inwoner de kosten van de aanpassing terugbetalen. De resterende kosten worden bepaald op basis van een afschrijvingsperiode van zeven jaar. Hierdoor betaalt de inwoner terug over de kosten van de verstrekte voorziening:

  • Eerste jaar 100 procent;

  • Tweede jaar 85 procent;

  • Derde jaar 70 procent;

  • Vierde jaar 55 procent;

  • Vijfde jaar 40 procent;

  • Zesde jaar 25 procent;

  • Zevende jaar 10 procent.

     

In alle gevallen wordt het percentage dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gekomen in mindering gebracht. Hieronder valt in ieder geval de betaalde eigen bijdrage (abonnementstarief).

 

3. Indien het een huurwoning van Wonion betreft waarbij een ingrijpende aanpassing is gedaan die door Wonion kan worden doorberekend in de huurprijs, en de woning wordt na mutatie niet verhuurd aan een huurder die de aanpassing nodig heeft, dan treden partijen in overleg over een vergoeding van deze aanpassing door Wonion.

 

3.2 Meedoen aan de samenleving

3.2.1 Regionaal vervoer

1. Met ZOOV Op Maat kunnen reizigers maximaal 40 kilometer reizen. Met een Wmo indicatie reist men de eerste 20 kilometer met korting tegen een laag tarief. Voor afstanden boven de 20 kilometer betaalt men een commercieel tarief per kilometer. Voor reizen langer dan 25 kilometer kan ook gebruik worden gemaakt van Valys.

 

2. Korting op het gebruik van de regiotaxi (ZOOV Op Maat) geldt tot maximaal 2000 kilometer op jaarbasis. Afwijking hiervan is mogelijk wanneer dit gemotiveerd is onderbouwd.

 

3. Voor het reizen met ZOOV Op Maat wordt voor inwoners die reizen op basis van een Wmo-indicatie een bijdrage van € 60,- per jaar in rekening gebracht.

 

4. Vorm van de hulp

4.1 Persoonsgebonden budget/tegemoetkoming

4.1.1 Verstrekking op verzoek

1. Verstrekking van een persoonsgebonden budget (pgb) vindt plaats op verzoek van de inwoner.

2. De inwoner is verplicht om op verzoek van de gemeente inlichtingen te verstrekken over de met het pgb aan te schaffen dan wel in te kopen maatwerkvoorziening.

 

4.1.2 Eisen toekenning persoonsgebonden budget

1. Een pgb kan alleen worden toegekend indien er een aanspraak is op een maatwerkvoorziening.

 

2. Onverminderd de voorwaarden en/of weigeringsgronden van artikel 2.3.6 van de Wmo 2015 dan wel artikel 8.1.1 van de Jeugdwet bestaat geen recht op een pgb indien:

a. en zolang een risico bestaat dat beslag kan worden gelegd op het pgb;

b. de inwoner in de Wet schuldsanering zit, schulden heeft of failliet is verklaard;

c. de inwoner handelingsonbekwaam is;

d. de inwoner als gevolg van een verstandelijke beperking, ernstige psychische problemen of verslavingsproblematiek onvoldoende inzicht in de eigen situatie heeft;

e. tijdens het onderzoek duidelijk is geworden dat er een ernstig vermoeden bestaat dat de aanvrager problemen zal hebben bij het omgaan met een pgb.

 

3. In uitzondering op lid 2 kan een pgb worden verstrekt indien de inwoner beschikt over een gewaarborgde hulp. Deze persoon zorgt ervoor dat aan alle verplichtingen wordt voldaan die horen bij het pgb.

 

4. Uit het pgb kunnen in uitzonderingssituaties, bij zwaarwegende redenen, personen uit het sociale netwerk worden betaald, voor zover de ondersteuning de gebruikelijke zorg en mantelzorg of overstijgt en indien:

 

a. dat tot een effectieve en doelmatige ondersteuning leidt zoals die beschreven staat in het ondersteunings- en pgb-plan;

b. deze persoon heeft aangegeven dat de zorg aan de inwoner voor hem niet tot overbelasting leidt en de gemeente dit ook heeft vastgesteld;

c. deze persoon over de benodigde deskundigheid/bekwaamheid beschikt als het gaat om begeleiding, behandeling, dagbesteding, verblijf en beschermd wonen geestelijke gezondheidszorg (GGZ);

d. het pgb niet wordt ingezet om verlies van inkomsten tegen te gaan als gevolg van het verminderen van het aantal werkuren.

e. het beheer van het pgb niet wordt uitgevoerd door dezelfde persoon als diegene die de ondersteuning verleend.

f. het beheer van het pgb niet wordt uitgevoerd door een persoon die bloedverwant of aanverwant is aan diegene die de ondersteuning verleend in verband met belangenstrengeling.

 

5. Het is niet toegestaan het pgb te besteden aan reiskosten van de zorgverlener (de tarieven zijn all-in).

 

6. Het is niet toegestaan een feestdagenuitkering uit het pgb te betalen (de tarieven zijn all-in).

 

7. Er vindt geen (eenmalige) uitkering plaats na overlijden van de inwoner.

 

8. Er is geen verantwoordingsvrij bedrag.

 

9. Een gewaarborgde hulp mag niet betaald worden uit het pgb.

 

4.1.3 Eisen aan een gewaarborgde hulp bij een persoonsgebonden budget

1. Een gewaarborgde hulp kan een inwoner helpen door de taken en verplichtingen die horen bij het ontvangen van een pgb, over te nemen. Deze persoon zorgt ervoor dat aan alle eisen wordt voldaan die horen bij het pgb. De gemeente verplicht een gewaarborgde hulp wanneer de budgethouder zelf onvoldoende regie kan voeren over het pgb.

 

2. De inwoner kiest zelf wie de gewaarborgde hulp is. Dat mag een familielid zijn, een wettelijk vertegenwoordiger maar ook iemand anders. Wel stellen we een aantal eisen aan de gewaarborgde hulp.

 

3. De gewaarborgde hulp:

 

a. moet instaan voor alle pgb-verplichtingen, waaronder ook het bewaken van de kwaliteit van de ingekochte ondersteuning;

b. woont op redelijke afstand van de inwoner of toont aan dat ondanks de fysieke afstand aan de taken en plichten wordt voldaan;

c. zit niet in de Wet schuldsanering, heeft geen schulden en is niet failliet verklaard;

d. staat niet onder bewind of curatele;

e. is geen zorgverlener van de inwoner;

f. is in principe geen 1e of 2e graads familie of partner van de zorgverlener

g. is het aanspreekpunt voor de gemeente;

h. heeft in totaal niet meer dan drie budgethouders;

i. heeft zich in het verleden ook gehouden aan de taken en verantwoordelijkheden van een gewaarborgde hulp (indien van toepassing)

j. heeft geen (financiële) belangen bij de organisatie waar de zorg wordt ingekocht

 

4.1.4 Persoonsgebonden budget en woningaanpassing

1. Bij de verlening van een pgb voor het realiseren van een woningaanpassing moet binnen 6 maanden na het besluit met de werkzaamheden worden aangevangen, tenzij de inwoner tijdig meldt dat dit niet haalbaar is. Als de inwoner binnen de termijn van zes maanden melding maakt bij de gemeente, kan de gemeente bij een gegronde reden het termijn uitstellen.

 

2. Voor de verstrekking van een pgb voor een woningaanpassing gelden de volgende voorwaarden:

 

a. met de werkzaamheden waarop de maatwerkvoorziening betrekking heeft, mag geen aanvang worden gemaakt voordat de gemeente positief heeft beslist op de aanvraag. Uitzondering zijn situaties waarin de gemeente de noodzakelijkheid achteraf nog kan vaststellen;

b. de gemeente heeft desgevraagd op één of meer door de gemeente te bepalen tijdstippen toegang tot de woning of het gedeelte van de woning waar de aanpassing wordt aangebracht;

c. de inwoner verstrekt desgevraagd inzage in de bescheiden en tekeningen die betrekking hebben op de woningaanpassing;

d. aan de gemeente wordt desgevraagd de gelegenheid geboden tot het controleren van de gerealiseerde woningaanpassing.

 

3. Onmiddellijk na de voltooiing van de aanpassingswerkzaamheden verklaart de inwoner schriftelijk aan de gemeente dat de bedoelde werkzaamheden zijn voltooid.

 

4. De gereedmelding als bedoeld in het vorige lid, is voorzien van een verklaring waaruit blijkt dat bij het treffen van de maatwerkvoorziening is voldaan aan de voorwaarden waaronder het pgb is toegekend.

 

5. Het pgb wordt direct na de beschikking uitgekeerd aan de inwoner. De inwoner levert ter verantwoording binnen 6 maanden in beginsel de nota(’s) aan bij de gemeente.

 

6. De inwoner aan wie het pgb is verstrekt voor het realiseren van een woningaanpassing aan de eigen woning is verplicht zorg te dragen voor een opstalverzekering die in voldoende mate de te verzekeren waarde van de woning dan wel de getroffen woningaanpassing dekt voor het risico van schade.

 

7. De maximale tegemoetkoming voor het bezoekbaar maken van een woning bedraagt €2730. Het gaat om het toegankelijk maken van de woning via de voor- of achterdeur om zo de woonkamer en toilet te bereiken.

 

4.1.5 Persoonsgebonden budget hulpmiddel en vervoersvoorziening

1. Bij de verstrekking van een pgb voor een hulpmiddel en vervoersvoorziening kunnen voor zover van toepassing in de individuele situatie, de volgende voorwaarden worden opgelegd:

 

a. de inwoner moet een maatwerkvoorziening van goede kwaliteit aanschaffen volgens de door de gemeente daaraan gestelde eisen die zijn opgenomen in het ondersteuningsplan;

b. de inwoner moet een onderhoudscontract af sluiten met een leverancier, waarin tenminste zijn opgenomen kosten van reparaties (inclusief onderdelen, voorrijdkosten en arbeidsloon), 24-uurs service, recht op gebruik van leenvoorziening, jaarlijks onderhoud en keuring;

c. de gemeente verstrekt in de garantieperiode van de voorziening geen pgb voor onderhoud en service die binnen de garantie valt. De inwoner moet hiervoor de garantieperiode en voorwaarden van de voorziening aan de gemeente overleggen;

d. de inwoner moet bij aanschaf van een vervoersvoorziening een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering af sluiten.

 

2. De inwoner moet de gemeente desgevraagd in de gelegenheid stellen de met het pgb aangeschafte maatwerkvoorziening te bezichtigen en te laten beoordelen.

 

3. Indien met het pgb een maatwerkvoorziening tweedehands wordt aangeschaft, dan wordt de hoogte van het te verstrekken pgb bedrag aan de hand van (offertes en) maatwerk vastgesteld. Dit is afhankelijk van de staat, het gebruik en de leeftijd van de maatwerkvoorziening. Het bedrag zal nooit hoger zijn dan een nieuw aan te schaffen voorziening.

 

4. Het pgb wordt direct na de beschikking uitgekeerd aan de inwoner. De inwoner levert ter verantwoording binnen 6 maanden in beginsel de nota(‘s) aan bij de gemeente.

 

5. De inwoner kan een financiële tegemoetkoming ontvangen voor de kosten van vervoer bij het gebruik van de eigen auto van maximaal € 380,- per jaar. De tegemoetkoming wordt per kwartaal uitbetaald.

 

6. De gemeente verstrekt een tegemoetkoming in de kosten voor taxi en rolstoeltaxi wanneer het collectief taxivervoer (ZOOV) en andere voorliggende vervoersvoorzieningen niet toereikend zijn. Voor de vaststelling van de hoogte van de tegemoetkoming wordt uitgegaan van een normbedrag van €620,- per jaar.

 

7. De tegemoetkoming voor aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel bedraagt maximaal €3500. Deze tegemoetkoming wordt maximaal één keer per drie jaar verstrekt.

 

4.1.6 Persoonsgebonden budget en kwaliteit

1. Bij de verstrekking van een pgb voor een maatwerkvoorziening moet worden voldaan aan de door de gemeente gestelde voorwaarden voor wat betreft de kwaliteit als bedoeld in de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Daaronder wordt in ieder geval verstaan dat de maatwerkvoorziening:

 

a. als veilig, doeltreffend en inwonergericht kan worden aangemerkt;

b. wordt afgestemd op de individuele situatie van de inwoner;

c. van voldoende kwaliteit en inzet is om het gewenste effect voor de inwoner te realiseren;

d. wordt verstrekt in overeenstemming met de professionele standaard;

e. wordt verstrekt met respect voor en inachtneming van de rechten van de inwoner.

 

2. De gemeente kan afhankelijk van de maatwerkvoorziening voorwaarden stellen aan de kwaliteit van de pgb-aanbieder conform de kwaliteitseisen van toepassing voor de contractpartners zorg in natura.

 

3. Indien het voor de gemeente onduidelijk is of de door de inwoner voorgestelde uitvoerende pgb-partij voldoet aan de onder lid 1 a tot en met e opgenomen voorwaarden kan de gemeente het pgb weigeren.

 

4. De gemeente kan onderzoek uitvoeren naar een pgb-partij indien signalen daartoe aanleiding geven. Gedurende de duur van dit onderzoek kent de gemeente geen pgb toe aan de inwoner die voor die betreffende partij kiest. De inwoner kan in die situatie kiezen voor een andere partij om zijn pgb in te zetten of voor de leveringsvorm zorg in natura.

 

4.1.7 Budgetperiode

1. Het pgb wordt geacht in ieder geval toereikend te zijn, voor zover van toepassing, met de normale afschrijvingstermijn die geldt voor de met het pgb aan te schaffen dan wel in te kopen maatwerkvoorziening.

 

2. Daaronder worden ook de instandhoudingskosten gerekend. De inwoner dient de nota(‘s) hiervan in bij de gemeente.

 

3. Het pgb voor het onderhoud en de service van een voorziening kan na afloop van de afschrijvingstermijn van de voorziening doorlopen indien de voorziening nog adequaat en passend is. De inwoner dient de nota(‘s) hiervan in bij de gemeente.

 

4. Indien binnen de afschrijvingstermijn blijkt dat er geen recht bestond op de maatwerkvoorziening waarvoor het pgb is verstrekt doordat de inwoner (opzettelijk) onjuiste/onvolledige gegevens heeft verstrekt, wordt het pgb naar rato teruggevorderd dan wel de maatwerkvoorziening ingevorderd.

 

5. De periode waarvoor een pgb (voor aanschaf en onderhoud) voor een maatwerkvoorziening, of een financiële tegemoetkoming tenminste wordt toegekend, bedraagt voor:

 

a. een scootmobiel: zeven jaar;

b. een rolstoel: zeven jaar;

c. een tillift: zeven jaar;

d. een badlift: vijf jaar;

e. douche- en toilethulpmiddelen: vijf jaar;

f. sportvoorziening: drie jaar;

g. traplift: zeven jaar;

h. driewielfiets: zeven jaar;

i. overige voorzieningen: afhankelijk van de technische levensduur van de voorziening.

 

6. Indien de inwoner voor afloop van de toegekende periode uit lid 5, geen gebruik meer maakt van de voorziening kan de gemeente de inwoner het verstrekte pgb vragen terug te betalen. Bij een toekenningsperiode van zeven jaar wordt het afschrijvingsschema uit artikel 3.1.2, lid 2 gehanteerd. Bij andere toekenningsperioden wordt de periode in gelijke delen verdeeld, dus bij 5 jaar neemt de terugbetaling ieder jaar met 20% af en bij 3 jaar met 33%. Het jaarlijks verstrekte bedrag voor service en onderhoud wordt niet terugbetaald door de inwoner.

 

7. Het is de inwoner (of de erven van de inwoner) niet toegestaan om de met een pgb aangeschafte voorziening te verkopen, zonder hiervoor toestemming te hebben van de gemeente.

 

8. Indien met het pgb een maatwerkvoorziening tweedehands wordt aangeschaft, dan wordt ten minste de resterende afschrijvingstermijn gehanteerd in plaats van de termijnen genoemd in 4.1.7, zesde lid.

 

4.1.8 Controle en verantwoording van besteding persoonsgebonden budget

1. De gemeente kan ten aanzien van inwoners die een pgb ontvangen:

 

a. tussentijds een rapportage over de besteding eisen;

b. steekproefsgewijs informatie van de besteding van het pgb opvragen;

c. de besteding van het pgb inhoudelijk laten beoordelen;

d. controle uitvoeren of aan het gestelde in artikel 4.1.3 lid 1 wordt voldaan.

 

2. De inwoner is eraan gehouden volledige medewerking te verlenen aan verzoeken van de gemeente genoemd in het eerste lid.

 

3. In geval van weigering van medewerking kan de gemeente op grond van artikel 8.2.1 en 8.2.2 van de verordening overgaan tot opschorting of terugvordering.

 

4. De verantwoording van een eenmalig pgb wordt afgelegd aan de gemeente.

 

5. De verantwoording van het pgb door de budgethouder aan de gemeente vindt plaats met tussenkomst van de Sociale Verzekeringsbank die belast is met de uitvoering en uitbetaling van de pgb’s.

 

4.1.9 Overige regel persoonsgebonden budget

De wijze van berekenen van de hoogte van de pgb-tarieven is vastgelegd in de Verordening Sociaal Domein gemeente Oude IJsselstreek 2022. De exacte tarieven 2022 staan vermeld in bijlage 1 van dit Besluit.

 

4.2 Bijdrage in de kosten

4.2.1 Omvang van de bijdrage in de kosten

De omvang van de eigen bijdrage per maand wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en bedraagt in 2022 niet meer dan € 19,00 per maand voor de inwoner of de gehuwde inwoners tezamen.

 

4.2.2 Uitzonderingen bijdrage in de kosten

De bijdrage is niet verschuldigd:

 

1. op basis van de in artikel 3.8, vierde lid Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 genoemde gronden;

a. indien de cliënt of de echtgenoot van de cliënt een bijdrage in het kader van de Wet langdurige zorg verschuldigd is;

b. indien de cliënt of zijn echtgenoot gedurende twee of meer nachten aaneengesloten in de bijdrageperiode in een instelling voor opvang verblijft;

c. indien de gemeente, na advies van een instelling voor algemeen maatschappelijk werk, de Raad voor de Kinderbescherming of Veilig Thuis Noord Oost Gelderland, van oordeel is dat de verschuldigdheid van de bijdrage kan leiden tot mishandeling, verwaarlozing of ernstige schade voor de opvoeding en ontwikkeling van een minderjarige door de ouder, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet;

d. voor een rolstoel;

e. voor een inwoner die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, met uitzondering van een woningaanpassing;

f. door de gehuwde cliënt of de gehuwde cliënten tezamen, waarvan ten minste één van beiden de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt;

g. indien de gemeente van oordeel is dat er voor de vast te stellen bijdrage onvoldoende betalingscapaciteit aanwezig is bij de inwoner;

h. indien de gemeente van oordeel is dat de verschuldigdheid van de bijdrage nadelige gevolgen heeft voor de doelstellingen van een integrale dienstverlening of persoonsgerichte aanpak van een inwoner die gericht is op het zich kunnen handhaven in de samenleving, het zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving blijven of de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente;

i. voor voorzieningen die onder de Jeugdwet worden verstrekt.

 

2. voor een toegekende financiële tegemoetkoming.

 

3. wanneer er sprake is van een ongeval dat dateert van voor 15 februari 2017 waarvoor een derde partij aansprakelijk is en waarop regresrecht van toepassing is.

 

4.2.3 Bijdrage in de kosten voor instandhouding voorzieningen

Voor bruikleenvoorzieningen worden instandhoudingskosten in rekening gebracht. De instandhoudingskosten bestaan uit afschrijvingskosten, onderhoudskosten en eventuele verzekeringskosten. Bij PGB voorzieningen worden ook deze kosten meegerekend in de totale kostprijs van de voorziening. Dat betekent dat het bedrag van de instandhoudingskosten dus ook meetelt voor de bijdrage in de kosten.

 

4.2.4 Bijdrage in de kosten algemene voorziening

De gemeente kan een bijdrage in de kosten voor een algemene voorziening vragen.

 

4.2.5 Vaststelling en inning van de bijdrage in de kosten

Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) stelt de bijdrage in de kosten vast en int deze voor de gemeente.

 

4.2.6 Duur bijdrage in de kosten

Er wordt een eigen bijdrage geïnd gedurende de periode dat gebruik wordt gemaakt van de voorziening zolang deze niet de totale kostprijs van de voorziening overstijgt.

 

5. Van oud naar nieuw

5.1 Intrekken oude besluiten

De volgende besluiten worden ingetrokken op de datum dat dit besluit ingaat:

• Besluit Sociaal Domein gemeente Oude IJsselstreek juni 2022.

 

5.2 Ingangsdatum en naam

1. Dit besluit wordt genoemd: Besluit Sociaal Domein gemeente Oude IJsselstreek 2023.

 

2. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.

 

3. Een aanvraag die de inwoner heeft ingediend voor bekendmaking van dit besluit en waarover de gemeente nog geen besluit heeft genomen, handelt de gemeente af volgens het Besluit Sociaal Domein gemeente Oude IJsselstreek 2022.

 

Aldus vastgesteld op 20 december 2022,

Burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek.

Naar boven