Gemeenteblad van Groningen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Gemeenteblad 2022, 245736 | beleidsregel |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Groningen | Gemeenteblad 2022, 245736 | beleidsregel |
Beleidsregel natuurinclusief bouwen gemeente Groningen
Aanvrager: de indiener van een aanvraag van een omgevingsvergunning.
Bedrijfsgebouw: een bouwwerk met industriefunctie zoals is omschreven in artikel 1.1 lid 2 Bouwbesluit 2012, gevestigd op de door de gemeente vastgelegde werklocaties in Strategie werklocaties gemeente Groningen (2021).
Beschermd stads- of dorpsgezicht: beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 1, onder g, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor inwerkingtreding van de Erfgoedwet.
Bouwplan: als bedoel in artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening.
Bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
College: het college van burgemeester en wethouders.
Complex: een bouwwerk waar een of meerdere gebruiksfuncties zijn ondergebracht, zoals een bijeenkomstfunctie, celfunctie, gezondheidsfunctie, kantoorfunctie, logiesfunctie, onderwijsfunctie, sportfunctie, winkelfunctie, een woonfunctie (alleen bestaande uit gestapelde woningen) en overige gebruiksfuncties conform beschrijving in artikel 1.1. lid 2 Bouwbesluit 2012.
Erf: Al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden (conform artikel 1, bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor)).
Gemeentelijk monument: monument of archeologisch monument dat is ingeschreven in het gemeentelijk erfgoedregister.
Gestapelde woning: een bouwwerk met een private toegang tot de wooneenheid dat niet op de gelijkvloerse verdieping gelegen is, maar bijvoorbeeld ontsloten wordt via een centrale trappenhal die uitgeeft op een overloop (in het gebouw) of op een galerij (in open lucht).
Grondgebonden woning: een bouwwerk met een woonfunctie, zoals is beschreven in artikel 1.1. lid Bouwbesluit 2012, die rechtstreeks toegankelijk is op het straatniveau en waarvan één van de woonlagen aansluit op het maaiveld.
Natuurinclusief bouwen: een manier van ruimtelijke ontwikkelingen vormgeven die biodiversiteit op de locatie toevoegt.
Nieuwbouw: alle bouwactiviteiten die niet vallen onder verbouw van een bouwwerk.
Particulier opdrachtgeverschap: situatie dat de burger of een groep van burgers – in dat laatste geval georganiseerd als rechtspersoon zonder winstoogmerk of krachtens een overeenkomst – tenminste de economische eigendom verkrijgt en volledige zeggenschap heeft over en verantwoordelijkheid draagt voor het gebruik van de grond, het ontwerp en de bouw van het eigen gebouw.
Rijksmonument: rijksmonument, met uitzondering van een archeologische monument, als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet.
Ruimtelijke ontwikkeling: een ontwikkeling waarbij de leefomgeving planmatig wordt benut en ingericht door (semi) overheden, projectontwikkelaars of particulier opdrachtgeverschap, zoals bijvoorbeeld de aanleg van: wegen, bedrijventerreinen, havens, woonwijken of andere bouwplannen.
Verbouw: het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of het vergroten van een bouwwerk.
Artikel 5: Uitzonderingen en afwijkingen
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 17 mei 2022,
Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,
De burgemeester,
Koen Schuiling
De secretaris,
Christien Bronda
BIJLAGE 1 horende bij de Beleidsregels Natuurinclusief Bouwen
Invulformulier Natuurinclusief Bouwen
BIJLAGE 2 horende bij de Beleidsregels Natuurinclusief Bouwen
Maatregelentabel Natuurinclusief Bouwen - Grondgebonden woningen
BIJLAGE 3 horende bij de Beleidsregels Natuurinclusief Bouwen
Maatregelentabel Natuurinclusief Bouwen - Complexen
BIJLAGE 4 horende bij de Beleidsregels Natuurinclusief Bouwen
Maatregelentabel Natuurinclusief Bouwen – Bedrijfshallen
BIJLAGE 5 horende bij de Beleidsregels Natuurinclusief bouwen
De omgevingsvisie Levende Ruimte (2022) staat het belang van de leefkwaliteit van de inwoners centraal. In alles wat we doen, staat leefkwaliteit voorop zodat de gemeente aantrekkelijk blijft om in te wonen, werken en te verblijven.
Een leefbare gemeente is gebaat bij bebouwing en straatprofielen die prettig voelen op ooghoogte en bij een enigszins informele inrichting van de openbare ruimte. Bomen en groen vormen daarbij een substantieel en herkenbaar onderdeel van het straatbeeld. Omdat de gemeente nu harder groeit dan ooit, staat de leefomgeving onder druk. We verdichten en het wordt drukker op straat. De omgevingsvisie is een pleidooi voor meer groen en openbare ruimte, met meer plekken voor ontmoeting en bewegen. We werken aan onze opgaven met veel aandacht voor architectuur en ruimtelijke kwaliteit. Juist in onze gemeente (met een stad die steeds verder groeit en verdicht en een aantrekkelijk, maar kwetsbaar landelijk gebied) is dit van groot belang. We gaan zorgvuldig met het ontwerp als een duurzame investering om: alles wat met aandacht is vormgegeven, bewijst lang zijn waarde. Het gaat daarbij om de integrale ontwerpopgave: van architectuur, stedenbouw en landschapsontwerp tot infrastructuur en openbare ruimte. Van verdichten in stedelijk gebied tot het versterken van landschappelijke en ecologische waarden in de hele gemeente.
Groen, water, openbare ruimte, cultuurhistorie, ecologie, verstilde plekken en ruimte om te spelen, ontspannen en recreëren geven kleur aan de omgeving en aan de beleving van al onze bewoners en bezoekers. Met meer aandacht voor de leefkwaliteit dragen we bij aan het welbevinden, sociale ontmoeting, de gezondheid en ook de veiligheid van de bewoners. Aandacht voor de leefkwaliteit van onze binnenstad, wijken en bedrijventerreinen draagt ook bij aan het klimaatbestendig maken van onze gemeente. Een stedelijk gebied met veel ruimte voor groen en water is immers koeler en kan zware piekbuien beter verwerken.
In Healthy Ageing staat een gezonde samenleving centraal. Als de gezondheid van onze inwoners verbetert, nemen hun veerkracht en hun kansen om mee te doen eveneens toe. Gezondheid is niet alleen een doel op zich maar ook een middel om doelen op andere beleidsterreinen te behalen zoals werk en inkomen, participatie, onderwijs, jeugd, sport en milieu. In de Healthy Ageing zijn zes kernwaarden opgenomen voor een gezonde leefomgeving. Deze kernwaarden zijn leidend voor alle beleidsprogramma's die te maken hebben met gezondheid met een hechte verbinding tussen het sociale, fysieke en economische domein. Via kernwaarde Gezond Bouwen geven we aan dat we een gevarieerd aanbod aan duurzame woningen en gebouwen bieden die bewoners in staat stellen zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen en werken in de vertrouwde leefomgeving; met een aantrekkelijke verbinding tussen binnen en buitenruimte. Met kernwaarde Bereikbaar Groen maken we de stedelijke ruimte groener, met aandacht voor kwaliteit en diversiteit. Zo dragen we bij aan een betere luchtkwaliteit, verkoeling bij hitte en een hogere biodiversiteit, waardoor het algemeen welzijn wordt verhoogd.
Het groenplan Vitamine G (2020) beschrijft de vergroeningsambitie van de gemeente en gaat in hoe hieraan invulling wordt gegeven. Wanneer het gaat om het behoud en versterken van het leefklimaat in stad en ommeland is groen belangrijk. Dit geldt voor zowel mensen als dieren. Wij zijn ons bewust van de bijdrage die groen levert aan een goede leefomgeving. Denk aan natuurwaarde, gezondheid, een betere luchtkwaliteit, klimaatadaptieve omgeving, recreatiewaarde, esthetische waarde, cultuurhistorische waarde en ook economische waarde. Groen biedt een plek voor ontmoeting en beweging en draagt bij aan een goed woon- en werkklimaat en een gezonde levensstijl. In alles wat we doen hebben we deze groenwaarden in het vizier: van het inpassen van bestaand groen en nieuw groen bij ontwikkelingen, tot het goed onderhouden, zodat groen volwassen wordt en bomen monumentaal.
De gemeente Groningen heeft topnatuur in huis. De twee Natura 2000-gebieden in de gemeente maken deel uit van het Europees netwerk van beschermde natuurgebieden en zijn het leefgebied van bijvoorbeeld de zeearend. Ook in de bebouwde omgeving is natuur van hoge kwaliteit aanwezig. Natuur en biodiversiteit zijn van groot belang; dit draagt namelijk bij aan een goed leefklimaat. De natuur is echter kwetsbaar. De biodiversiteit neemt om diverse redenen af door onder andere verstedelijking, een veranderend landgebruik en klimaatverandering. Behoud van de topnatuur en het herstel van de biodiversiteit vraagt om een brede aanpak en samenwerking. De gemeente streeft biodiversiteit en natuur na op drie schaalniveaus. Drie schaalniveaus van natuur in de gemeente. Puur natuur zijn grootschalige natuurgebieden rondom de dorpen en de steden en grote robuuste verbindingen zoals de Hunze of het Reitdiep, de slagaders van het systeem. Buurt- en wijknatuur zijn de parken, singels en lanen, de aders van het systeem. De haarvaten uit het laagste niveau, zoals de natuur direct rond woningen en bedrijven en andere bebouwing, zijn cruciaal voor een gezond systeem, en kunnen we verbeteren door tuinen en erven te ontharden en daken en gevels te vergroenen. In de directe woon- en werkomgeving, op het niveau van huis-, tuin- en keuken en werklocatienatuur, koersen we ook op verbetering van de ecologische kwaliteit. Dat willen we doen door onder andere regels voor natuurinclusief bouwen op te stellen en planologisch te verankeren in omgevingsplannen en te borgen via het proces van vergunningverlening. We werken een voorstel uit voor natuurinclusief bouwen bij nieuwe ontwikkelingen. Aan de hand van de regeling kunnen ontwikkelende partijen zelf kiezen welke maatregelen zij willen toepassen om gebouwen natuurinclusief te maken en op deze wijze een bijdrage te leveren aan de biodiversiteit.
De beleidsregel richt zich op het versterken van biodiversiteit van ruimtelijke ontwikkelingen die niet plaatshebben in de openbare ruimte. Het gaat dus om bouwwerken en de erven van die bouwwerken. We kiezen voor een puntensysteem waarmee is te bepalen of een ruimtelijke ontwikkeling voldoende natuurinclusief is. Vanuit de gedachte om het wiel niet zelf uit te gaan vinden, hebben we de bestaande regelingen van andere gemeenten als vertrekpunt genomen en deze afgesteld op de Groningse situatie. Het puntensysteem maakt op een makkelijke manier inzichtelijk of en op welke wijze een ruimtelijke ontwikkeling natuurinclusief is gemaakt. Dit biedt voordelen bij toetsing van een vergunningaanvraag en toezicht en handhaving op de vergunning.
Uitgangspunt voor de regeling Natuur inclusief bouwen is dat deze eenvoudig is, ruimte biedt voor maatwerk en maatregelen bevat die betaalbaar zijn zodat natuurinclusiviteit een standaard is bij ruimtelijke ontwikkelingen. Wat verstaan we onder deze uitgangpunten:
Maatwerk: Geen één situatie is dezelfde. We streven daarom maatwerk na. Dat doen we door het maken van een: – onderverdeling in verschillende projecttypen; – onderverdeling in projectgrootte; – lijst met toepassingsmaatregelen waaruit gekozen kan worden; – regeling die niet helemaal is dichtgetimmerd. We bieden initiatiefnemers creatieve ruimte om maatregelen te ontwikkelen en aan te dragen die niet op de maatregelenlijst staan.
Betaalbaar: Voor elke maatregel hebben we in kaart gebracht wat de verwachte toepassingskosten zijn. Het gaat om maatregelen die werking en betaalbaarheid hebben bewezen. Elk van de maatregelen komt voort uit jarenlang ecologisch onderzoek en inzicht in flora en fauna in relatie tot gebouwen en frequente aanwezigheid van mensen en is daarmee effectief bewezen. Woningbouw blijft betaalbaar in de gemeente.
De beleidsregel ziet niet toe op vergunningplichtige technische bouwactiviteiten op grond van het Bouwbesluit 2012 omdat deze rijksregel uitputtend geregeld is. Dit betekent dat gemeenten geen generieke bouwregels kunnen verplichten die afwijken van het Bouwbesluit 2012 en diens opvolger onder de Omgevingswet, het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Gekozen maatregelen worden geregistreerd via het door het college vastgestelde formulier ‘Invulformulier natuurinclusief bouwen Groningen’ (Bijlage 1). Het formulier kan voor het betreffende project gebruikt worden om een keuze te maken voor bepaalde maatregelen en gemakkelijk uit te rekenen hoeveel punten dat oplevert, voor zowel de initiatiefnemer als het college. Daarmee streven we een efficiënte werkwijze en snelle vergunningverlening na. Het college heeft een overzicht van de gekozen maatregelen en kan die vergelijken met de uiteindelijk getroffen maatregelen in het kader van toezicht en handhaving. En tot slot geeft het de mogelijkheid om ruimtelijke ontwikkelingen als voorbeeld en inspiratiebron te gebruiken voor andere ontwikkelingen in de gemeente Groningen.
Het college vindt maatwerk binnen ruimtelijke ontwikkelingen belangrijk. Er kunnen omstandigheden zijn waarbinnen het lastig kan zijn om aan het puntensysteem te voldoen. Vanuit het belang om voldoende woningen te bouwen kan het nodig zijn om de standaard werkwijze los te laten. Wanneer een initiatiefnemer trede 2, 3 of 4 van de getrapte werkwijze toepast zal deze hier een onderbouwing bij aanleveren. Daarin legt de initiatiefnemer uit waarom deze gebruik maakt van de werkwijze en het niet is gelukt om te voldoen aan de oorspronkelijke opzet. Deze getrapte werkwijze geeft ook ruimte om bij een integrale benadering van ontwikkelingen voorrang te geven aan thema’s of onderwerpen die op een specifieke locatie prevaleren boven andere. Daarmee zeggen we niet dat natuurinclusief bouwen vrijblijvend is, maar daarmee geven we een kader waarbinnen, mits onderbouwd en aangetoond, vanuit een integrale benadering een afweging en keuze gemaakt kan worden
De gemeente Groningen is een gemeente die talloze rijks- en gemeentelijke monumenten binnen haar grenzen heeft. Tevens zijn verschillende delen van de gemeente aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht. De gemeente gaat zorgvuldig om met deze beeldbepalende objecten en gebieden en respecteert daarmee de ontwikkeling en het daarbij behorende verhaal.
Als blijkt dat de ruimtelijke ontwikkeling is gelegen in een beschermd stads- of dorpsgezicht of als er sprake is van een wijziging van een monument dan moet een afweging worden gemaakt in hoeverre natuurinclusieve maatregelen toegepast kunnen worden. De initiatiefnemer treedt in overleg met de adviseurs monumenten en ecologie van de gemeente. In gezamenlijkheid wordt bepaald welke natuurinclusieve maatregelen zijn toe te passen die recht doen aan de status van het object of gebied.
De biodiversiteit bevorderende maatregelen die zijn toe te passen aan, op en direct om gebouwen verschillen per situatie. Zo leiden de oppervlakte, de hoogte en de ligging van het gebouw tot een tabel met maatregelen die voornamelijk van belang is bij nieuwe ontwikkelingen. De maatregelen uit de tabel zijn ook te gebruiken bij renovatie en verbouwingen voor zover hier een buitenplanse omgevingsvergunning voor nodig is. Echter is de keuzevrijheid wel minder groot, want de verbouwingsactiviteit bepaalt welke natuurinclusieve maatregelen zijn toe te passen. Daarbij vinden we het evenredigheidsbeginsel ook van belang. Inpandige renovaties en verbouwingen vallen buiten de werking van deze regeling.
We stellen een overgangsregeling voor. Daarmee voorkomen we dat planvormingsprocessen op het laatste moment aangepast moeten worden. Projecten waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd hoeven de plannen niet aan te passen op de regeling. Voor projecten waarvoor nog geen omgevingsvergunning is aangevraagd geldt regeling wel als kader. Bij ruimtelijke ontwikkelingen waar nieuwe bestemmingsplannen/ omgevingsplannen voor opgesteld moeten worden is er geen sprake van een overgangsrecht. Op dit nieuwe ruimtelijke juridische kader wordt namelijk direct de norm natuurinclusief bouwen van toepassing verklaard.
BIJLAGE 3 horende bij de Beleidsregels Natuurinclusief Bouwen
BIJLAGE 4 horende bij de Beleidsregels Natuurinclusief Bouwen
Bijlage 5 Kwalitatieve randvoorwaarden maatregelen
In deze bijlage zijn voor een aantal maatregelen uit de maatregelen tabellen kwalitatieve randvoorwaarden beschreven. Bij toepassing van de maatregelen dienen ze aan deze kwalitatieve randvoorwaarden te voldoen. Wanneer een maatregel in deze bijlage niet is beschreven volstaat de minimale eis zoals deze in de maatregelentabellen (bijlagen 2 t/m 4) is op genomen.
De beste vorm van het voorkomen van lichtverstoring is het niet plaatsen van een lichtbron. Wordt er toch voorzien in een lichtbron aan het gebouw, dan is lichtverstoring te voorkomen door het goed plaatsen van de lichtbronnen en het richten van de lichtbronnen. Uitstraling van verlichting naar boven toe en naar de omgeving moet daarbij worden tegengegaan. Daarbij heeft amberkleurige verlichting de voorkeur. Dat wil zeggen: verlichting louter uit het amberkleurig spectrum. Amber licht is tussen 380 en 780 nm (met maximaal 3,0% licht tussen 380 en 504 nm, maximaal 7,2% licht tussen 505 en 589 nm, en minimaal 89,8% licht tussen 590 en780 nm). Dit is vooral van belang voor vleermuizen.
Voor alle voorzieningen gierzwaluwen geldt dat clustering van kasten en dakpannen mogelijk is tot een maximum van ca 15 voorzieningen per kopgevel of dakvlak, mits:
Inbouw nestkast – type gierzwaluw
Externe nestkast – type gierzwaluw
Clustering is mogelijk tot een maximum van 15 voorzieningen (kasten) per kopgevel, mits elke voorziening minimaal ca. 100cm in alle windrichtingen is gescheiden van de volgende voorziening.
Inbouw nestkast – asymmetrische nestingang
Externe nestkast – asymmetrische nestingang
Richtlijnen plaatsing voorzieningen vleermuizen
Richtlijnen plaatsing voorzieningen vleermuizen
6. Insectsteen (inbouw)/insectenhotel (extern)
Voorbeeld van een duurzame insectensteen is de Buginn inbouw bijenhotel stenen. Dit bijenhotel is niet alleen mooi om te zien, maar heeft een goed doordacht ontwerp. Sterke buitenkant met een vervangbare binnenkant. Het is een veilige nestplaats voor solitaire bijen en andere bestuivers. Raadpleeg hier meer informatie.
Een ander voorbeeld van een duurzaam en divers insectenhotel kunt u hier raadplegen.
Bruine daken bieden in het broedseizoen een compleet habitat voor de zwarte roodstaart. Een bruin dak bestaat uit een substraat van vermalen steen van 25 mm tot gruis en wordt in dieptes variërend van 5 tot 15 cm op het dak aangebracht. Tussen de steenslag worden enkele grotere stenen en stukken hout geplaatst. De planten laat men spontaan opkomen. Wellicht een goede combinatie met een variant van een groen dak.
19. Inpassing kapvergunningplichtige houtopstanden
21a. Optimalisatie of toepassing natuurvriendelijke oever
21b. Optimalisatie of toepassing floatland
21c. Optimalisatie of toepassing kokos oeverrol
23. Onverharde tuin/privéruimte
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-245736.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.