Aanwijzingsbesluit weesfietsen 2021

Aanwijzingsbesluit plaatsen waar het verboden is fietsen of bromfietsen langer dan 10 dagen onafgebroken te laten staan ( Aanwijzingsbesluit weesfietsen 2021 )

 

Het college van burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard,

 

overwegende dat:

  • 1.

    het college van burgemeester en wethouders overeenkomstig artikel 5.12, tweede lid van de Algemene plaatselijke verordening Krimpenerwaard 2018 plaatsen kan aanwijzen waar het verboden is fietsen of bromfietsen langer dan een door het college vastgestelde periode onafgebroken te laten staan;

  • 2.

    regelmatig en vanuit verschillende locaties en kernen meldingen wordt gemaakt van fietsen of bromfietsen die langdurig op dezelfde plaats staan en lang niet zijn gebruikt;

  • 3.

    lang gestalde fietsen of bromfietsen die ongebruikt op dezelfde plaats staan kunnen leiden tot overlast en een beperking van de gebruiksmogelijkheden van de openbare ruimte;

  • 4.

    deze overlast in de hele gemeente Krimpenerwaard voorkomt;

  • 5.

    bij een te beperkte locatiegebonden aanpak verwacht wordt dat het aanwijzingsbesluit niet optimaal effectief zal zijn;

gelet op het bepaalde in artikel 5.21 van Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.12, tweede lid van de Algemene plaatselijke verordening Krimpenerwaard 2018;

besluit:

 

vast te stellen het navolgende:

 

Aanwijzingsbesluit plaatsen waar het verboden is fietsen of bromfietsen langer dan 10 dagen onafgebroken te laten staan ( Aanwijzingsbesluit weesfietsen 2021 )

Artikel 1 Reikwijdte

Aan te wijzen plaatsen als bedoeld in artikel 5.12, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening Krimpenerwaard 2018 waar het verboden is om fietsen of bromfietsen langer dan een onder artikel 2 van dit besluit bepaalde periode onafgebroken te laten staan: elke openbare plaats binnen de bebouwde kommen van de gemeente Krimpenerwaard.

Artikel 2 Duur

De periode waarna het verboden is om fietsen of bromfietsen onafgebroken te laten staan te stellen op: tien (10) dagen.

Artikel 3 Bekendmaking

Dit besluit wordt geplaatst in het Gemeenteblad en treedt in werking de dag na bekendmaking.

Artikel 4 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit weesfietsen 2021

 

Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard op 15 juni 2021.

de secretaris,

J. Hennip

de burgemeester,

mr. R.S. Cazemier

Bezwaarclausule

Bent u het niet eens met dit besluit, dan kunt u een bezwaarschrift indienen. Stuur dit uiterlijk binnen zes weken na de dag van verzending van dit besluit naar het college van burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard, Postbus 51, 2820 AB Stolwijk.

In het bezwaarschrift moet het volgende staan:

  • -

    naam en adres;

  • -

    de datum en handtekening;

  • -

    een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (stuur een kopie mee of noem ook het kenmerk);

  • -

    de argumenten voor bezwaar;

  • -

    dient u namens iemand anders het bezwaar in, stuur dan een volmacht mee.

Het indienen van een bezwaarschrift betekent niet dat de werking van het besluit wordt uitgesteld. Indien gelet op uw belangen onverwijlde spoed is vereist bestaat de mogelijkheid om na indiening van een bezwaarschrift een voorlopige voorziening aan te vragen bij de Voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag.

Toelichting

Gemeente Krimpenerwaard krijgt regelmatig meldingen over fietsen en bromfietsen die langdurig op dezelfde plaats staan en lang niet zijn gebruikt. Het valt inwoners op, ze ergeren zich eraan en bellen de gemeente met het verzoek deze fietsen te verwijderen. Ook tijdens de schouw die wordt gedaan in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen worden deze fietsen regelmatig aangetroffen, met name in de kernen.

Het gaat hier om (brom)fietsen die achtergelaten zijn, langdurig gestald zijn en vermoedelijk niet meer door de eigenaar worden opgehaald. Een term die wordt gebruikt voor dit soort rijwielen is ‘weesfiets’. Handhaven en regelmatig verwijderen van weesfietsen leidt tot een betere kwaliteit van de openbare ruimte en gaat vandalisme en fietsendiefstal tegen.

 

De weesfiets moet worden onderscheiden van een fietswrak. Dit zijn fietsen die (1) rijtechnisch in onvoldoende staat zijn (er is niet mee te rijden en/of er missen essentiële onderdelen en/of essentiële onderdelen zijn defect) én (2) uiterlijk verwaarloosd zijn (er is lang niet op gereden en de eigenaar heeft er kennelijk afstand van gedaan). Dit is te zien aan stof, mos, verdroogde en lekke banden, begroeiing op/aan/bij de ets en een verroeste ketting. Deze kunnen worden verwijderd op grond van artikel 5:5 van de APV Krimpenerwaard 2018. Hier is geen nader aanwijzingsbesluit voor nodig.

 

Voor de handhaving op weesfietsen is wel een aanwijzingsbesluit nodig. De grondslag hiervoor staat in artikel 5:12 tweede lid APV Krimpenerwaard 2018. Het college moet de plaatsen aanwijzen waar het verboden is om langdurig fietsen te stallen.

 

De gemeente Krimpenerwaard behelst een relatief groot grondgebied waarbinnen geen plaatsen zijn waar de overlast van weesfietsen expliciet hoger is. Het is dan niet doeltreffend om specifieke plaatsen op straat- of wijkniveau aan te wijzen waar het verbod op grond van artikel 5.12, tweede lid zou gaan gelden. Het aanwijzingsbesluit zou teveel waarde verliezen door te beperkt aan te wijzen. Er is een verscheidenheid aan plaatsen waar weesfietsen gevonden worden. Daarom is het nodig om een zo groot als redelijkerwijs mogelijk gebied aan te wijzen. Dit doen wij door alle openbare plaatsen (in de zin van artikel 1, Wet openbare manifestaties) binnen de bebouwde kommen van de gemeente Krimpenerwaard aan te wijzen. Op deze manier worden alle voor het publiek openstaande plaatsen, zoals openbare wegen inclusief de bermen, maar ook openbare plantsoenen, speelweiden en parken als gebied aangewezen waar het verboden is om een fiets of bromfiets langer dan tien (10) dagen onafgebroken te laten staan.

 

Er is voor gekozen om een ruime termijn te bepalen van tien (10) dagen. Op die manier is zeker gesteld dat een ieder voldoende tijd heeft om zijn of haar (brom)fiets zelf te verwijderen, en dat alleen echt op weesfietsen wordt gehandhaafd.

 

De verwijdering van de (brom)fiets is een vorm van een last onder bestuursdwang (artikel 5:21 Awb). De BOA bevestigt aan de (brom)fiets de kennisgeving van de last bestuursdwang. Hierop staat dat de fiets moet worden verwijderd en dat indien dit niet gebeurt het team handhaving na 10 dagen de (brom)fiets zal verwijderen. Op de kennisgeving wordt ook vermeld dat de kosten van de toepassing van de bestuursdwang worden verhaald op de overtreder. Na 10 dagen controleert de BOA of de (brom)fiets er nog staat dan wel of het waarschuwingslabel nog aan de (brom)fiets hangt. Als het waarschuwingslabel van de (brom)fiets verwijderd is, dan mag er van worden uitgegaan dat de (brom)fiets regelmatig gebruikt wordt en het dus geen wees(brom)fiets betreft en wordt geen bestuursdwang toegepast. Als het label er nog wel hangt, wordt de bestuursdwang toegepast. Concreet betekent dit dat de (brom)fiets wordt afgevoerd en opgeslagen. Indien de rechthebbende de (brom)fiets wil terug hebben, kunnen hiervoor de kosten voor bewaring in rekening worden gebracht. Verder is in de Awb geregeld dat de (brom)fiets mag worden verkocht indien deze niet binnen dertien weken is opgehaald door rechthebbende of als de kosten van opslag in verhouding tot de waarde van de (brom)fiets te hoog worden.

Naar boven