Beleidslijn ‘Randvoorwaarden herontwikkeling Nehalenniagebied, Domburg’

Burgemeester en wethouders van Veere maken, gelet op het bepaalde in artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht, bekend, dat op 1 juli 2020 door de gemeenteraad het document “Ontwikkelingen in het Nehalenniagebied te Domburg. Uitgangspunten en randvoorwaarden” is vastgesteld.

Op basis van de Visie Domburg (2015) is de afgelopen jaren gewerkt aan een integraal voorstel voor (her)ontwikkelingen in het Nehalenniagebied en verbetering van de openbare ruimte, en daarmee de aanblik en beleving van het gebied. De badstatus is één van de drijfveren, maar ook het aan het zicht onttrekken van de geparkeerde auto’s. In opdracht van de gemeente is voor het Nehalenniagebied een visie opgesteld voor een nieuwe verbeterde inrichting, met name van de route vanaf de Badstraat naar het strand en het duinlandschap, met inbegrip van stallingsmogelijkheden voor fietsen, voor gehandicapten toegankelijke routes, beperkte bereikbaarheid voor auto’s en de verwezenlijking van een “stadsbalkon” en de voltooiing van de Boulevard van Schagen.

Uitgangspunt is dat nieuwe gebouwen binnen de bestemmingsplanregels blijven. Bij een evidente kwaliteitsslag voor het grotere geheel kan een beperkte afwijking van bestemmingsplanregels mogelijk worden gemaakt.

Het document “Ontwikkelingen in het Nehalenniagebied te Domburg. Uitgangspunten en randvoorwaarden” ligt met ingang van 1 oktober 2020 gedurende 6 weken ter inzage op het gemeentehuis, Traverse 1 te Domburg. De documenten zijn ook te raadplegen via de gemeentelijke website https://www.veere.nl/ruimtelijke-plannen-domburg.

De Centrale Publieksbalie werkt in verband met het coronavirus uitsluitend op afspraak en dan alleen voor urgente zaken. Wilt u één of meerdere dossiers inzien? Wij helpen u graag en vragen u contact op te nemen via 0118 555444, dat kan vanaf 08.30 uur ‘s morgens. U kunt ons ook mailen: gemeente@veere.nl.

Domburg, 30 september 2020

Burgemeester en wethouders van Veere,

De secretaris, De burgemeester

J.F.M. Steinbusch drs. R.J. van der Zwaag