Standplaatsenbeleid

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Meierijstad,

Besluit vast te stellen:

Standplaatsenbeleid Meierijstad.

Inleiding

1.1 Aanleiding  

In 2018 heeft een harmonisatie van het standplaatsenbeleid plaats gevonden voor de nieuwe fusiegemeente Meierijstad. Voor het jaar 2019 stond hiervoor een evaluatie en actualisatieslag. De afgelopen periode is een aantal zaken naar voren gekomen, zoals het ontbreken van regelgeving voor tijdelijke standplaatsen. Dit beleidsstuk moet voorzien in de kaders voor vergunningverlening.

1.2 Definities

Ambulante handel onderdeel van de detailhandel

De ambulante handel maakt deel uit van de detailhandel. De ambulante handel bestaat uit de verkoop van goederen en diensten aan particulieren vanuit een marktkraam, verkoopwagen, grondplaats, standplaats op de openbare weg of vaartuig. De ambulante handel is een volwaardige distributievorm met een eigen positie.

Solitaire standplaatsen onderdeel ambulante handel

De ambulante handel kent diverse verschijningsvormen. Er zijn warenmarkten, solitaire standplaatsen, braderieën en venters. Het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) definieert de verschillende vormen als volgt:

Warenmarkten:

Een verzameling van kramen, verkoopwagens en grondplaatsen, van waaruit de toegelaten kooplieden detailhandel bedrijven. Een warenmarkt wordt met vaste regelmaat gehouden op een bepaald tijdstip op een bepaalde dag en moet ingesteld zijn krachtens een gemeenteraadsbesluit.

Reguliere standplaatsen:

Standplaatsen op gemeentegrond (buiten de markt), waar ondernemers hun artikelen aan het publiek trachten te verkopen.

Braderieën:

Winkeliersmarkten, meestal in een winkelstraat of winkelcentrum, waaraan ook andere ondernemers kunnen deelnemen. Braderieën worden ook veelal beschouwd als evenement. Indien dit het geval is behoren ze officieel niet tot de ambulante handel.

Venters:

Ondernemers die met hun koopwaar langs de straten trekken en deze aan ‘onbekend’ publiek trachten te verkopen.

Dit beleid beperkt zich alleen tot solitaire standplaatsen in de gemeente.

1.3 Verschillende typen standplaatsen

Standplaatsen kunnen regulier of incidenteel van aard zijn, seizoensgebonden zijn en een niet commercieel karakter hebben. Het verschil heeft te maken met het type product en/of dienst en het tijdstip waarop een product en/of dienst wordt aangeboden. Hieronder een overzicht van de verschillende typen standplaatsen.

Reguliere standplaats:

Een standplaats die het jaar rond beschikbaar is op een vaste aangewezen locatie.

Niet-commerciële standplaats (maatschappelijk dienstverlening):

Verkoop/levering van een dienst zonder winstoogmerk. Hiertoe behoren bijvoorbeeld voorlichting en bevolkingsonderzoek. Niet-commerciële standplaatsen worden niet afhankelijk gesteld van aangewezen locaties. Deze worden per aanvraag op reguliere wijze beoordeeld en getoetst.

Seizoenstandplaats

Een seizoenstandplaats is een standplaats waar vergunninghouders gedurende het verkoopseizoen (specifiek voor de oliebollenkramen van 1 november t/m 31 december) seizoensproducten verkopen, voor een periode van maximaal 2 maanden. Seizoenstandplaatsen worden niet afhankelijk gesteld van aangewezen locaties. Deze worden per aanvraag op reguliere wijze beoordeeld en getoetst.

Incidentele standplaats

Een incidentele standplaats is een standplaats op maximaal 5 aaneengesloten vastgestelde dagen. Gezien het niet structurele karakter worden de incidentele standplaatsen niet afhankelijk gesteld van aangewezen standplaatslocaties. De locatie wordt per aanvraag op reguliere wijze beoordeeld en getoetst.

1.4 Doelstelling

De centrale doelstelling van het standplaatsenbeleid is een helder toetsingskader op basis waarvan aanvragen voor standplaatsen kunnen worden beoordeeld.

De belangrijkste deelvragen die in dit document beantwoord worden zijn:

  • Hoe ziet de huidige verdeling van het aanbod en beschikbaarheid van standplaatsen eruit?

  • Hoe staat het met de algemene tevredenheid met betrekking tot het standplaatsenbeleid?

  • Wat zijn de beleidskaders?

1.5 Juridisch kader

Voor standplaatsen is de Dienstenwet van toepassing. In artikel 33 staan de richtlijnen voor het afgeven van vergunningen bij diensten omschreven. Hierin wordt onder andere omschreven dat een vergunning alleen voor bepaalde duur kan worden verleend als het aantal beschikbare vergunningen beperkt is door een dwingende reden van algemeen belang, zoals bij standplaatsen het geval is. Een standplaatsvergunning is een schaarse vergunning en is juridisch gezien dus alleen mogelijk om vergunningen voor een bepaalde tijd te verlenen. De vergunningen zullen na afloop van de vergunningsperiode moeten worden herverdeeld volgens een objectieve , transparante wijze, die vooraf bekend gemaakt dient te worden. Op dit moment staat de looptijd van de vergunningen landelijk nog ter discussie. Naar verwachting zal er in het voorjaar van 2020 een landelijke advies worden ontwikkeld.

Vrijkomende plaatsen die ontstaan door het opzeggen van een vergunning zullen ook via een procedure als hiervoor bedoeld moeten worden herverdeeld.

De basis voor een standplaatsvergunning is opgenomen in artikel 5:18 van de APV. Hierin staat dat het verboden is om zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen. De vergunning wordt geweigerd als deze in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit. Daarnaast kan een vergunning worden geweigerd als:

  • de standplaats niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

  • een kwantitatieve of territoriale beperking als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente noodzakelijk is in verband met een dwingende reden van algemeen belang.

In artikel 1:8 staan de algemene geldende weigeringsgronden voor vergunningen vermeld. Hierin staat dat een vergunning, dus ook een standplaatsvergunning, kan worden geweigerd:

  • In het belang van de openbare orde;

  • In het belang van de openbare veiligheid;

  • In het belang van de volksgezondheid;

  • In het belang van de bescherming van het milieu;

  • Indien ter verkrijging daarvan onjuiste gegevens zijn verstrekt.

Naast het feit dat een standplaatshouder moet beschikken over een vergunning om een standplaats in te nemen, dient deze zich te houden aan een aantal, in met name de volgende wetten en verordeningen, gestelde eisen:

De Wet Ruimtelijke Ordening;

De Winkeltijdenwet;

De Warenwet;

De Wet Milieubeheer;

Overige artikelen Algemene Plaatselijke Verordening Meierijstad 2018.

2. Huidige situatie

Om een strategische koers over standplaatsen te bepalen, is het allereerst van belang om te bekijken hoe de kernen momenteel functioneren. In onderstaande tabel gaan we daarom in op de situatie per kern. Ook beschrijven we kort de bestaande detailhandelsstructuur.

Locatie

Standplaatsen

Reguliere detailhandel

Kern

Locatie

Maximaal te vergeven per week

Momenteel vergeven

Aanvullende regels

Aantal winkels

Aanbod in m²

Boerdonk

Kapelstraat

3

1

 

4

330

Boskant

Ritaplein

3

1

 

3

350

Eerde

St. Antoniusplein

3

1

 

10

950

Erp

Hertog Janplein

8

3

Vrijdag-middag weekmarkt

36

9.060

Keldonk

Antoniusstraat

3

1

 

5

585

Mariaheide

Dobbelsteenplein

3

1

 

8

1.980

Nijnsel

De Beckart

3

2

 

21

3.550

Olland

Geen mogelijkheden*

0

0

 

3

210

Schijndel

Steeg

8

7

Niet op zaterdag

207

47.475

Schijndel

Boschweg

8

4

 

 

 

Sint-Oedenrode

Pieter Christiaanstraat

3

2

 

122

19.595

Sint-Oedenrode

Markt

8

5

Niet op donderdag en vrijdag-ochtend

 

 

Veghel

Hoofdstraat

8

3

Niet op woensdag en donderdag-ochtend

237

65.445

Veghel

Leo van der Weijdenstraat

8

3

 

 

 

Veghel

De Bunders

8 (incl. 5 op zaterdag)

6

 

 

 

Veghel

De Boekt

8

1

 

 

 

Wijbosch

Shared Space plein

8

4

 

4

335

Zijtaart

Pastoor Clercxstraat

3

1

 

5

380

*In Olland zijn er geen mogelijkheden voor een standplaats op gemeentelijke grond. Wel zijn er op dinsdagochtend twee standplaatsen uitgegeven op particuliere grond, voor de Loop’r (eigendom van Woonmeij)

Zoals te zien is in bovenstaande tabel, is momenteel op alle locaties nog ruimte voor invulling van standplaatsen. In Olland bestaat geen mogelijkheid voor het aanvragen van een standplaatsvergunning, terwijl hier de reguliere detailhandelsstructuur ook zeer beperkt is.

In totaal zijn er in Meierijstad 44 standplaatsvergunningen afgegeven. Het merendeel hiervan, 36, zijn afgegeven in de foodsector. In totaal zijn er 8 vergunningen afgegeven aan non-foodpartijen. Er zijn vooral vergunningen afgegeven aan viskramen.

Categorie

Type

Aantal

Food

Vis

17

 

Vietnamees

11

 

AGF

2

 

Kaas

1

 

Frituur

2

 

(warm) Vlees

1

 

Brood

2

Non-food

Goud

2

 

Bloemen

2

 

Fournituren

1

 

Kapper

1

 

Mode

1

 

Huisdieren

1

Aan alle wijks- en dorpsraden is gevraagd naar de algemene tevredenheid rondom de standplaatsen is in hun wijk of dorp.

Hieruit is gebleken dat ze tevreden zijn over het aantal ingevulde en nog beschikbare plekken. Ook blijkt dat over het algemeen de wensen van de dorpsraden passen binnen de huidige mogelijkheden. Alleen voor Wijbosch is aangegeven de wens te hebben om de stroomvoorziening te verbeteren.

3. Het belang van standplaatsen in Meierijstad

Standplaatsen hebben belang voor de gemeente. Standplaatsen kunnen namelijk een positieve bijdrage aan de (detailhandels)structuur van de gemeente leveren. Allereerst kan het uitgeven van standplaatsen de leefbaarheid in (met name kleine) kernen verhogen. In een aantal kernen waar geen of nauwelijks aanbod is aan reguliere detailhandel (zoals bijvoorbeeld Wijbosch, Boerdonk en Boskant) kan uitgifte van een standplaats bijdragen aan een vergrote leefbaarheid. Daarnaast kan het uitgeven van een standplaats de bestaande detailhandelsstructuur versterken, door het aanbieden van goederen die niet of beperkt aangeboden worden door de bestaande winkels in een kern. Vaak is in kleinere buurten of dorpen waar onvoldoende draagvlak is voor een (bepaald type) winkel, een standplaats wel haalbaar. Tot slot kunnen standplaatsen een aantrekkende werking hebben, wat resulteert in een levendiger straatbeeld. Hier kan de bestaande detailhandelsstructuur van profiteren.

Tegelijkertijd kan een overaanbod aan standplaatsen ook negatieve gevolgen hebben voor een kern. Zo kan een standplaats concurreren met bestaande detailhandel of de weekmarkt, waardoor deze hun hoofd niet boven water kunnen houden.

Daarom is het van belang om goed na te denken over een gedegen standplaatsenbeleid, waarbij leefbaarheid van de kernen centraal staat. Tegelijkertijd is het vanuit ruimtelijk-economisch perspectief belangrijk om de juiste locaties te kiezen om standplaatsen mogelijk te maken. Allereerst is het van belang dat de locatie voldoende kansen biedt voor ondernemers om te functioneren en te investeren. Over het algemeen komt dit neer op een centrale ontmoetingsplaats in een kern. Daarnaast moet een locatie geen conflicten opleveren met het bestemmingsplan, het verkeer, bewoners en de reguliere ondernemers.

Vanuit leefbaarheid van de kernen is het wenselijk dat in iedere kern de mogelijkheid bestaat om minstens 2 standplaatsen per week mogelijk te maken. In grotere kernen kan dit aantal worden uitgebreid. Om de weekmarkt niet te bijten, is het niet wenselijk dat er daags voor of op de dag van de weekmarkt op dezelfde locatie ook standplaatsen worden uitgegeven. Overeenkomstig de weigeringsgronden in de APV is het van belang dat een redelijk verzorgingsniveau voor de consument niet in gevaar komt. Daarom is het van belang dat er in de kleine kernen maximaal één standplaats uit dezelfde branche plek in neemt en op de locaties waar maximaal 8 keer per week standplaatsen ingenomen mag worden er maximaal twee standplaatsen uit dezelfde branche plaats mogen nemen.

Ook wanneer een standplaats wordt ingenomen op particulier terrein is een vergunning van het college nodig (artikel 5.19 van de APV). Hiermee kunnen maatregelen worden genomen tegen iemand die zonder vergunning een standplaats inneemt maar ook tegen de eigenaar van de grond die het innemen van een standplaats zonder vergunning toestaat. Indien een standplaats op een al eerder afgegeven evenementenvergunning wordt geplaatst hoeft er geen standplaatsenvergunning separaat worden aangevraagd. Dit verloopt via de evenementenvergunning conform het evenementenbeleid. Een standplaats op evenemententerrein dient zich aan de gegeven eisen/richtlijnen te houden zoals opgenomen in de evenementenvergunning.

4. Beleidskader

Het aanbod van standplaatsen is op orde in de meeste kernen. Dit blijkt uit de reacties van wijks- en dorpsraden, die in vrijwel alle gevallen aangeven dat er niet meer vraag is naar standplaatsen.

De volgende uitgangspunten zijn van toepassing bij het verlenen van een standplaatsvergunning:

  • Van zondag t/m zaterdag mogen er ten hoogste 2 vergunningen uit eenzelfde branche worden afgegeven bij een maximaal van 8 standplaatsen per week.

  • Op locaties binnen 200 meter van de locatie waarop de weekmarkt of evenemententerrein (met uitzondering van volksfeesten*) plaatsneemt is het daags voor of tijdens de dag van de weekmarkt of evenement niet mogelijk om standplaats in te nemen.

*Volksfeesten: traditioneel feest dat door het (gehele) volk wordt gevierd zoals kermissen, carnavalsoptochten, Sinterklaasintocht, vieringen en herdenkingen (Koningsdag, 4 en 5 mei, lokale Bevrijdingsdagen, dodenherdenking).

  • Reguliere standplaatsvergunningen mogen alleen worden uitgegeven op de locaties genoemd in de bijlage . Incidentele -, niet-commerciële - en seizoenstandplaatsvergunningen kunnen ook op overige locaties worden uitgegeven, ter beoordeling van het college.

  • In de drie grote kernen Sint-Oedenrode, Schijndel en Veghel mogen maximaal 3 oliebollenstandplaatsen worden vergeven tijdens het benoemde verkoopseizoen. In de overige kernen is ruimte voor maximaal 1 oliebollenstandplaats tijdens het benoemde verkoopseizoen.

  • Per locatie wordt maximaal 1 vergunningen per dagdeel afgegeven, met uitzondering voor de zaterdag op De Bunders in verband met de minimarkt (maximaal 5 vergunningen) en de shared space locatie in Wijbosch (3 tegelijk).

  • Een dagdeel is van 8:00 uur tot 13:00 uur en vanaf 13:00 uur tot 18:00 uur. De plek mag vanaf 8:00 uur worden opgebouwd en moet om 13:00 uur leeg zijn. In de middag mag de plek vanaf 13:00 uur worden opgebouwd en moet de plek om 18:00 uur leeg zijn.

  • Voor reguliere standplaatsen op de locaties in Erp, Schijndel, Sint-Oedenrode (locatie de Markt), Veghel en Wijbosch worden maximaal 2 vergunningen per branche afgegeven, voor de overige locaties maximaal 1 vergunning per branche.

  • Partijen mogen een standplaats innemen van 1 januari tot en met 31 december van het betreffende jaar, met uitzondering van kermis en carnaval.

  • Vergunningsaanvragen worden ook beoordeeld op de weigeringsgronden in de APV, artikel 5.18.

  • Nieuwe aanvragen krijgen vooralsnog een vergunning met een looptijd van maximaal 10 jaar. Voor deze vergunningen geldt dat de looptijd kan worden bekort als blijkt dat dit noodzakelijk blijkt in verband met regelgeving uit Den Haag dan wel rechterlijke uitspraken.

  • Tussentijdse opzegging van de standplaats is alleen schriftelijk mogelijk. Hiervoor geldt een opzegtermijn van 1 maand.

  • Een seizoenstandplaatsvergunning mag maximaal 1 keer per kalenderjaar worden aangevraagd en wordt voor een duur van 10 jaar verstrekt.

  • Incidentele standplaatsvergunning mag maximaal 3 keer per kalenderjaar en per aanbieder worden aangevraagd, ongeacht het wel of niet vergeven maximaal aantal dagen van 15.

  • Bij vrijkomen van een vergunning meldt de gemeente dit via de gemeentekanalen en de brancheorganisatie. Voor de toekenning van een vaste standplaatsvergunning wordt het selectiestelsel en proces gehanteerd, zoals opgenomen in artikel 5 van de marktverordening.

  • Om in aanmerking te komen voor een vergunning dient de aanvrager handelingsbekwaam te zijn en te voldoen aan alle wettelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening.

  • Ook voor een standplaats op particulier terrein moet een vergunning worden aangevraagd.

  • Een standplaats kan worden ingenomen van maandag tot en met zondag, van 08:00 uur tot 18:00 uur.

  • Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een standplaatsvergunning wordt leges in rekening gebracht. Het tarief is opgenomen in de geldende legesverordening.

  • Indien een standplaats op een al eerder afgegeven evenementenvergunning wordt geplaatst hoeft er geen standplaatsenvergunning separaat worden aangevraagd. Dit verloopt via de evenementenvergunning. Een standplaats op evenemententerrein dient zich aan de gegeven eisen/richtlijnen te houden zoals opgenomen in de evenementenvergunning.

  • Afgegeven vergunningen blijven gehandhaafd tot de vergunning afloopt. Vergunningen die voor onbepaalde tijd zijn verleend krijgen een looptijd van 10 jaar, vanaf het moment dat het standplaatsenbeleid is vastgesteld.

  • In principe draagt de vergunninghouder zorg voor de nutsvoorzieningen. Bij gebruik van gemeentelijke voorzieningen, mits aanwezig, vraagt de gemeente een marktconforme vergoeding.

  • Zodra een standplaatshouder langer dan een maand aaneengesloten niet op de plek heeft gestaan wordt de vergunning ingetrokken.

  • Het college kan nadere eisen stellen aan de vergunningverlening.

  • Het college kan ontheffing verlenen.

  • Handhaving geschiedt conform het handhavingsbeleidsplan.

5. Financiële consequenties

Voor het aanvragen van een standplaatsvergunning zijn legeskosten verschuldigd. Het tarief is te vinden in de tarieventabel die behoort tot de meest recente legesverordening van de gemeente. Daarnaast is de standplaatshouder die een standplaats inneemt op gemeentegrond een vergoeding verschuldigd aan de gemeente voor het gebruik van haar grond. Tot 1 januari 2019 is dit geregeld via de precariobelasting. Vanaf 2019 wordt dit geregeld via de ‘verordening op de heffing en invordering van markgelden Meierijstad 2019’. Hierin is het meest recente tarief voor standplaatshouders opgenomen.

Er is op een aantal locaties een stroomvoorziening aanwezig waar standplaatshouders gebruik van kunnen maken. Op deze locaties betaalt de gebruiker een vast bedrag per kwartaal, afhankelijk van het stroomtarief. Ook deze tarieven zijn terug te vinden in de ‘verordening op de heffing en invordering van markgelden Meierijstad 2019’. Deze worden tegelijk met de marktgeld in rekening gebracht.

6. Duurzaamheid

In het collegewerkprogramma 2017-2022 ‘Mijlpalen van Meierijstad’, is duurzaamheid een van de leidende thema’s voor alle beleidsterreinen. Zowel lokaal, regionaal, nationaal als mondiaal wordt de druk tot verduurzaming gevoeld.

Door in dit beleid ook aandacht aan duurzaamheid te geven, wil de gemeente standplaatshouders inspireren om met ons aan de slag te gaan voor een duurzaam Meierijstad. Dat doen we om nu en in de toekomst prettig te kunnen blijven wonen, leven en werken. Via onderstaande tips/aandachtspunten kan de standplaatshouder een bijdrage leveren aan een duurzaam Meierijstad:

  • Voorkom enige vorm van zwerfafval rondom uw standplaats tot bijvoorbeeld 25 meter

  • Maak geen gebruik van ballonnen bij uw standplaats

  • Voorkom wegwerp plastic en kies voor duurzame en veilige producten

7. Toegankelijkheid

Meierijstad is voor iedereen, iedereen doet mee. We streven naar een toegankelijke/inclusieve samenleving waar iedereen, zowel met als zonder beperking, mee kan doen. Maar alleen samen kunnen we dat bereiken. Daarom is het van belang aandacht te geven aan dit onderwerp in onze beleidsstukken. Bewust wording van de toegankelijkheid van standplaatsen is een eerste stap, daarom vragen wij standplaatshouders waar mogelijk zo veel mogelijk rekening te houden en samen aan een toegankelijke/inclusieve samenleving te werken.

Het advies vanuit de gemeente Meierijstad aan standplaatshouders is rekening te houden met de volgende punten:

  • Toegankelijkheid van de standplaats, het goed bereikbaar zijn voor mensen met een rollator, scootmobiel, rolstoel etc.

  • Rekening houden met de hoogte van de uitgestalde goederen, zichtbaar voor mensen in een rolstoel.

  • Het betalen, contant of met pin, op juiste hoogte of een mobiel pinautomaat.

  • Zorg dat een stoep niet wordt afgesloten voor voetgangers/rolstoelers. Een mobiele kraam mag de doorgang niet blokkeren.

  • Zorg dat luifels niet te laag zijn voor lange mensen.

  • Bij veel drukte is het een idee om een stoel te plaatsen.

  • De kabels moet goed zijn afgeschermd en afgeschuind voor rolstoelen zodat er veilig overheen gereden kan worden.

Aldus vastgesteld op 8 september 2020

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

De secretaris,

drs. M.G.C. Wilms-Wils RA,

De burgemeester,

ir. C.H.C. van Rooij

Bijlagen

Standplaatslocatie Nijnsel, De Beckart

Standplaatslocatie Sint-Oedenrode, Markt

Standplaatslocatie Sint-Oedenrode, Pieter Christiaanstraat

Standplaatslocatie Wijbosch, Shared Space plek

Standplaatslocatie Schijndel, Steeg

Standplaatslocatie Schijndel, Boschweg

Standplaatslocatie Boerdonk, Kapelstraat

Standplaatslocatie Boskant, Ritaplein

Standplaatslocatie Eerde, St. Antoniusplein

Standplaatslocatie Erp, Hertog Janplein

Standplaatslocatie Keldonk, ’t Plein

Standplaatslocatie Mariaheide, Dobbelsteenplein

Standplaatslocatie Veghel, Hoofdstraat

 

 

Standplaatslocatie Veghel, Leo van der Weijdenstraat

Standplaatslocatie Veghel, De Bunders

Standplaatslocatie Veghel, De Boekt

Standplaatslocatie Zijtaart, Pastoor Clercxstraat

Naar boven