Verordening hoorcommissie bestemmingsplannen gemeente Westerwolde

De raad van de gemeente Westerwolde;

 

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 17 september 2019, no. Z/19/085809/D-259693, afdeling Ruimte:

 

gelet op artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening en de artikelen 84, 147 en 149 van de Gemeentewet;

besluit:

 

vast te stellen de navolgende Verordening hoorcommissie bestemmingsplannen gemeente Westerwolde.

 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: gemeenteraad van Westerwolde;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders van Westerwolde;

  • c.

    commissie: vaste commissie voor het horen van degenen die zienswijzen bij de raad tegen een ontwerpbestemmingsplan naar voren hebben gebracht;

  • d.

    zienswijze: een zienswijze als bedoeld in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    hoorzitting: een bijeenkomst waarvoor indieners van zienswijzen kunnen worden uitgenodigd om hun zienswijzen mondeling aan de commissie toe te lichten;

  • f.

    niet-raadslid: raadscommissielid als bedoeld in de Verordening op de raadscommissie gemeente Westerwolde, niet zijnde raadslid.

Hoofdstuk 2 De commissie

Artikel 2 Taak

De commissie hoort indieners van zienswijzen tegen ontwerpbestemmingsplannen ten aanzien waarvan de raad het vaststellend orgaan is.

Artikel 3 Lidmaatschap en samenstelling

  • 1.

    Elke fractie kan één raadslid of niet-raadslid voor benoeming voordragen. Elke fractie kan tevens één plaatsvervangend lid voordragen. Op het plaatsvervangend lid is de eerste volzin van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    De leden en plaatsvervangende leden worden door de raad benoemd.

  • 3.

    De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 4 Zittingsduur

  • 1.

    De zittingsduur is gelijk aan de zittingsduur van de raad.

  • 2.

    Het lidmaatschap eindigt van rechtswege zodra het raadslid ophoudt raadslid te zijn onderscheidenlijk zodra het niet-raadslid ophoudt raadscommissielid te zijn.

  • 3.

    Een lid kan te allen tijde ontslag nemen. Het lid doet daarvan schriftelijk mededeling aan de raad.

  • 4.

    De raad kan een lid ontslaan op voorstel van de fractie die het lid voor benoeming heeft voorgedragen.

  • 5.

    De raad kan een lid voorts ontslaan bij plichtsverzuim of handelen in strijd met deze verordening.

Hoofdstuk 3 Ondersteuning van de commissie

Artikel 5 Secretariaat

Het secretariaat van de commissie wordt door de griffie uitgevoerd.

Hoofdstuk 4 Procedure

Artikel 6 Ingediende zienswijze

  • 1.

    Op de ingediende zienswijze wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Van een mondeling ingediende zienswijze wordt een kort schriftelijk verslag gemaakt.

Artikel 7 Toezending ingediende zienswijzen aan commissie

Ingediende zienswijzen worden, met de daarbij behorende stukken, in handen van de commissie gesteld.

Artikel 8 Hoorzitting

  • 1.

    Een hoorzitting is openbaar, tenzij de commissie beslist dat deze achter gesloten deuren dient plaats te vinden.

  • 2.

    De commissie ziet van het horen af indien de indiener van de zienswijze heeft verklaard geen gebruik te willen maken van de mogelijkheid om te worden gehoord.

  • 3.

    De voorzitter draagt er zorg voor dat dag en tijdstip van de hoorzitting ter openbare kennis worden gebracht door plaatsing ervan op de gemeentelijke website.

  • 4.

    De voorzitter draagt er zorg voor dat elk (plaatsvervangend) lid van de commissie tijdig voor aanvang van de vergadering wordt opgeroepen.

  • 5.

    De voorzitter nodigt degene die zijn zienswijze naar voren heeft gebracht of diens gemachtigde tenminste vijf dagen voor de hoorzitting uit.

  • 6.

    De voorzitter is bevoegd, eigener beweging of daartoe uitgenodigd door de commissie, om ambtenaren of anderen voor het verstrekken van inlichtingen ter hoorzitting uit te nodigen.

  • 7.

    De leden van de commissie hebben de mogelijkheid verduidelijkende vragen te stellen.

  • 8.

    Een lid van de commissie neemt niet deel aan de hoorzitting indien het een aangelegenheid betreft die hem rechtstreeks of persoonlijk aangaat of waarbij anderszins belangenverstrengeling mogelijk is.

  • 9.

    Indien meer dan één indiener van een zienswijze wordt gehoord, geschiedt dat in elkaars aanwezigheid, tenzij de commissie het nodig oordeelt dat indieners afzonderlijk worden gehoord. De commissie besluit, al dan niet op verzoek van een indiener van een zienswijze, tot het afzonderlijk horen indien aannemelijk is dat het gezamenlijk horen een zorgvuldige behandeling van de zienswijzen kan belemmeren.

Artikel 9 Quorum

Voor het houden van een hoorzitting van de commissie is vereist dat minimaal drie leden aanwezig zijn.

Artikel 10 Verslaglegging hoorzitting

  • 1.

    Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt.

  • 2.

    Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid. Het houdt een korte vermelding in van hetgeen is gezegd. Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk niet openbaar was, of indien indieners van zienswijzen niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 3.

    Het verslag wordt na vaststelling door de voorzitter en secretaris ondertekend.

  • 4.

    Het ondertekende verslag wordt naar de indieners van de zienswijzen of hun gemachtigden, de raad en het college gestuurd.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 11 Onvoorziene situaties

In situaties waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 12 Slotbepaling

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Op de in het eerste lid bedoelde datum wordt de Verordening hoorcommissie 2010 ingetrokken.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening hoorcommissie bestemmingsplannen gemeente Westerwolde.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 6 november 2019.

De raad voornoemd,

raadsgriffier

voorzitter

Naar boven