Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent jeugdpreventie (Subsidieregeling Jeugdpreventie Rotterdam 2021)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van de wethouder Mobiliteit, Jeugd en Taal van 14 april 2020, registratienummer 20MO01602;

 

gelet op artikel 3, derde lid, artikel 4, tweede lid, artikel 5, tweede lid, artikel 6, tweede lid, artikel 7, derde lid, en de artikelen 11, 12 en 14 van de Subsidieverordening Rotterdam (SVR) 2014;

 

besluit:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    beleidsnotitie: de Beleidsnotitie Subsidiekader Jeugdpreventie ‘Versterken en Voorkomen 2021’ d.d. 15 april 2020;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

  • -

    dagprogrammering: de uitbreiding van tien lesuren per week op basisscholen in zeven focuswijken in Rotterdam-Zuid om bij te dragen aan goede onderwijsresultaten, bredere vorming en een evenwichtige sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen;

  • -

    gebied: gebied als bedoeld in artikel 2 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014;

  • -

    innovatie: nieuwe aanpak of interventie in het jeugdpreventieve domein die bijdraagt aan de doelen van de Beleidsnotitie Subsidiekader Jeugdpreventie ‘Versterken en Voorkomen’ aangevuld met deze subsidieregeling;

  • -

    jeugdpreventie: preventieve aanpak, interventie of project, universeel, selectief of geïndiceerd, gericht op het versterken van perspectief en het voorkomen van problematiek bij jeugdigen en hun ouders die effectief bijdraagt aan het veilig, gezond en kansrijk opgroeien;

  • -

    ouder: ouder of verzorger dan wel aanstaande ouder of verzorger van de jeugdige;

  • -

    Walstroom: innovatieplatform van de gemeente om met beleid, praktijk en wetenschap tot concrete aanpakken te komen voor complexe of domeinoverstijgende preventieve jeugdvraagstukken;

  • -

    wijkprogrammering: methodiek, die de gemeente Rotterdam gebruikt om het aanbod in wijken passender te maken bij de opgave van de wijk.

Artikel 2 Toepassingsbereik en subsidiabele kosten

  • 1.

    Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.

  • 2.

    Het college verstrekt subsidie voor jaarlijkse aanpakken en interventies en voor in 2021 uit te voeren eenmalige projectmatige innovaties.

Artikel 3 Doelgroep

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt aan aanbieders met rechtspersoonlijkheid die preventieve aanpakken, interventies of projecten voor jeugdigen tot 18 jaar uit de gemeente Rotterdam en hun ouders uitvoeren, gericht op:

  • a.

    het stimuleren en versterken van de sociaal-emotionele ontwikkeling van jeugdigen;

  • b.

    het voorkomen en terugdringen van psychosociale problematiek bij jeugdigen;

  • c.

    het ondersteunen en versterken van jeugdigen met ouders met psychische problemen, een verslaving of een verstandelijke beperking;

  • d.

    het versterken van opvoedvaardigheden van ouders;

  • e.

    het voorkomen en terugdringen van middelengebruik en verslaving bij alle jeugdigen met extra aandacht voor risicogroepen.

Artikel 4 Te subsidiëren activiteiten

  • 1.

    Met de subsidie dienen preventieve aanpakken, interventies of projecten zoals genoemd in artikel 3 onder a. tot en met e. te worden uitgevoerd die gericht zijn op het op de volgende wijze versterken van perspectief en het voorkomen van problematiek bij Rotterdamse jeugdigen.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde activiteiten voldoen bij het bieden van een project met een innovatief karakter, tevens aan een of meerdere van de volgende criteria:

    • a.

      er wordt een nieuwe aanpak of interventie ontwikkeld;

    • b.

      er wordt een bestaande effectieve aanpak of interventie doorontwikkeld ten behoeve van:

      • 1°.

        een nieuwe doelgroep;

      • 2°.

        een nieuwe setting in de wijk, school, thuis of online;

    • c.

      een Nederlandse effectieve aanpak of interventie wordt aangepast aan de Rotterdamse context;

    • d.

      een effectieve aanpak of interventie uit het buitenland wordt aangepast aan de Nederlandse, en specifiek de Rotterdamse, context;

    • e.

      complexe of domeinoverstijgende preventieve vraagstukken in het kader van Walstroom worden uitgewerkt met partners uit wetenschap, beleid en praktijk.

Artikel 5 Subsidiabele kosten

Uitsluitend de volgende subsidiabele kosten worden door het college in aanmerking genomen:

  • a.

    loonkosten in verband met de inzet van deskundige medewerkers, volgens de van toepassing zijnde gemiddelde cao-conforme uurtarieven;

  • b.

    locatiegebonden kosten voor de benodigde ruimte die een directe relatie hebben met de gesubsidieerde activiteiten;

  • c.

    materiaal- en activiteitenkosten voor zover deze een directe relatie hebben met de gesubsidieerde activiteiten.

Artikel 6 Subsidieplafond

Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt voor de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 een subsidieplafond van € 10.154.383. Dit bedrag is uitgesplitst naar de volgende deelplafonds:

  • a.

    € 9.654.383 voor jaarlijkse preventieve aanpakken en interventies zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid;

  • b.

    € 500.000 voor eenmalige project- en innovatiesubsidies, zoals bedoeld in artikel 4 tweede lid.

Artikel 7 Wijze van verdeling

  • 1.

    De verdeling van de jaarlijkse subsidies voor preventieve aanpakken en interventies geschiedt op basis van de inhoudelijke beoordeling van de aanvragen, waarbij aanvragen die het best voldoen aan de beoordelingscriteria van artikel 10, eerste lid, voorrang hebben op aanvragen die minder goed voldoen.

  • 2.

    De verdeling van de eenmalige project- en innovatiesubsidies geschiedt op basis van de inhoudelijke beoordeling van de aanvragen, waarbij aanvragen die het best voldoen aan de beoordelingscriteria van artikel 10, tweede lid, voorrang hebben op aanvragen die minder goed voldoen.

Artikel 8 Aanvraag en aanvraagcategorieën

  • 1.

    Aanvragen voor preventieve aanpakken en interventies worden ingediend met het formulier opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.

  • 2.

    Aanvragen voor project- en innovatiesubsidie worden ingediend met het formulier opgenomen als bijlage 2 bij deze regeling.

Artikel 9 Aanvraagtermijn

  • 1.

    Subsidie voor preventieve aanpakken en interventies die starten vanaf 1 januari 2021 wordt uiterlijk op 15 juni 2020 aangevraagd.

  • 2.

    Subsidie voor project- en innovatiesubsidie voor de duur van maximaal twee jaar vanaf 1 januari 2021, wordt uiterlijk 12 weken voor de start van de te subsidiëren activiteiten aangevraagd.

Artikel 10 Beoordelingscriteria

  • 1.

    De subsidieaanvragen voor preventieve aanpakken en interventies worden naast de overige in deze regeling gestelde eisen en verplichtingen, beoordeeld op:

    • a.

      de mate waarin de aanpakken en interventies bijdragen aan de doelen en factoren van het Beleidskader Jeugd ‘Rotterdam Groeit’ d.d. 15 april 2020;

    • b.

      de mate van effectiviteit van de aanpak of interventie die wordt bepaald door het voorkomen in en de beoordeling door één van de landelijke databanken met effectieve interventies als genoemd in bijlage 4 bij deze regeling;

    • c.

      de kwaliteit van uitvoering;

    • d.

      de mate waarin aanpakken en interventies aansluiten bij de behoefte en problematiek in het gebied of de wijk waarop deze gericht zijn en eventueel bijdragen aan de dagprogrammering als genoemd in bijlage 5 bij deze regeling en de geformuleerde maatschappelijk resultaten van de wijkprogrammering in de betreffende wijk;

    • e.

      de mate waarin aanpakken en interventies bijdragen aan een goede verdeling van de beschikbare subsidiebudgetten over:

      • 1°.

        de in de beleidsnotitie benoemde subsidiethema’s;

      • 2°.

        universele-, selectieve- en geïndiceerde preventie;

      • 3°.

        verschillende wijken en gebieden van de stad.

  • 2.

    De project- en innovatieaanvragen worden beoordeeld op:

    • a.

      de meerwaarde van de innovatieve aanpak of interventie ten opzichte van reeds bestaande aanpakken of interventies;

    • b.

      de mate waarin de aanpakken en interventies bijdragen aan de doelen en factoren van het Beleidskader Jeugd ‘Rotterdam Groeit’ d.d. 15 april 2020;

    • c.

      de kwaliteit van uitvoering;

    • d.

      de mate waarin aanpakken en interventies aansluiten bij de behoefte en problematiek in het gebied of de wijk waarop deze gericht zijn en bijdragen aan de dagprogrammering als genoemd in bijlage 5 bij deze regeling en de geformuleerde maatschappelijk resultaten van de wijkprogrammering in de betreffende wijk.

Artikel 11 Subsidieverplichtingen

Onverminderd artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 12 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a.

    alle uitvoerende medewerkers, zowel professionals als vrijwilligers, beschikken over een Verklaring Omtrent het Gedrag, die bij de eerste aanvang van de werkzaamheden niet ouder mag zijn dan drie maanden;

  • b.

    de subsidieontvanger is er verantwoordelijk voor dat er te allen tijde bij de uitvoering van de werkzaamheden een professional met een Verklaring Omtrent het Gedrag aanwezig is;

  • c.

    de subsidieontvanger geeft tijdig aan de organisatie die de jeugdige voor de interventie van de subsidieontvanger heeft aangemeld door, als de complexiteit van de problematiek te groot blijkt te zijn voor zijn interventie, als het traject tussentijds wordt beëindigd of als het traject wordt afgerond;

  • d.

    de subsidieontvanger verleent zijn medewerking aan het toetsproces in het geval dat de subsidieontvanger wordt benaderd voor een toetsing door de Toetscommissie Interventies Jeugd.

Artikel 12 Verantwoording en monitoring

  • 1.

    De subsidieontvanger levert, onverminderd het bepaalde in artikel 11 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014, de monitoringsitems zoals bedoeld in bijlage 3 bij deze regeling, gelijktijdig aan met de eindrapportage en eventuele tussentijdse rapportages. De monitoring heeft als doel inzicht te geven in de resultaten, het bereik en de effecten van de activiteiten.

  • 2.

    De subsidieontvanger van een project- en innovatiesubsidie levert bij de eindrapportage een naar objectieve maatstaven goede beschrijving of theoretisch goed onderbouwde beschrijving van de aanpak of interventie.

  • 3.

    De subsidieontvanger levert bij de eindrapportage en eventuele tussentijdse rapportages een overzicht van de gerealiseerde resultaten ten opzichte van de totaal gesubsidieerde resultaten en een prognose voor de resterende periode, waarbij wordt beschreven:

    • a.

      in hoeverre de resultaten hebben geleid tot gewenste effecten en daarmee hebben bijgedragen aan het maatschappelijk resultaat;

    • b.

      op welke wijze monitoringsitems leiden tot leren en verbeteren van resultaten ten behoeve van het maatschappelijk resultaat.

  • 4.

    De subsidieontvanger levert de monitoringsitems geanonimiseerd aan op wijkniveau, buurtniveau, locatieniveau of individueel niveau.

  • 5.

    De subsidieontvanger doet zo spoedig mogelijk schriftelijk melding aan het college indien:

    • a.

      niet alle monitoringsitems kunnen worden geleverd;

    • b.

      het aanleveren van bepaalde monitoringsitems volgens de subsidieontvanger niet bijdraagt aan het doel om inzicht te geven in de resultaten, het bereik en de effecten van de activiteiten en hiervan te leren;

    • c.

      volgens de subsidieontvanger relevante monitoringsitems ontbreken.

Artikel 13 Inwerkingtreding.

  • 1.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2022.

  • 2.

    Deze regeling blijft van toepassing op subsidies verstrekt op grond van deze regeling en op volledige aanvragen om subsidie die zijn ingediend voor de vervaldatum van deze subsidieregeling.

Artikel 14 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Jeugdpreventie Rotterdam 2021.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 14 april 2020.

 

De secretaris,

V.J.M. Roozen

 

De burgemeester,

A. Aboutaleb

 

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 15 april 2020 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Bijlage 1. Formulier subsidieaanvraag preventieve aanpakken of interventies 2021 als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Subsidieregeling Jeugdpreventie Rotterdam 2021

 

Let op: Wanneer u subsidie aanvraagt voor meerdere preventieve aanpakken of interventies, is het de bedoeling dat u één formulier invult. Wel beschrijft u in het formulier iedere aanpak of interventie apart.

 

Overzicht met algemene informatie

 

Naam organisatie

 

Rechtspersoon

 

Adres organisatie

 

 

 

Contactpersoon

 

 

Hoogte subsidieaanvraag

 

Aantal aangevraagde interventies

 

Korte beschrijving of naam of namen van de interventie(s)

 

Benoem per aangevraagde interventie of aanpak het subsidiebedrag per bereikte jeugdige/ouder

 

Benoem per aangevraagde interventie of aanpak de subsidiethema(‘s) waar de activiteit aan bijdraagt (zie hoofdstuk 4 van de beleidsnotitie). Noem de 1 of 2 belangrijkste thema’s

 

 

Benoem per aangevraagde interventie of aanpak of uw inzet stadsbreed is of in specifieke wijken/gebieden plaatsvindt (welke?)

 

Benoem per aangevraagde interventie of aanpak het soort preventie waar de innovatie op inzet (universeel, selectief of geïndiceerd)

 

Benoem per aangevraagde interventie of aanpak of deze in een landelijke databank voor effectieve interventies voorkomt en met welke score of beoordeling

 

 

Begroting en dekking (bedragen excl. BTW)

 

Naam interven-tie

Aantal groe-pen of trajec-ten

Aantal deel-ne-mers of aantal deel-ne-mers per groep of traject

a. Aantal bijeenkom-sten jeugdigen per groep of traject

 

 

 

 

 

x aantal uur

b.Aantal bijeenkom-sten met ouders of opvoeders of leerkrachten per groep of traject

 

 

x aantal uur

c.Voorberei-ding, coördinatie en monitoring per groep of traject

 

 

 

 

 

x aantal uur

Personeels-kosten per groep of traject onder a, b en c optellen

 

 

 

 

 

 

x uurtarief

Materiaal en activitei-ten kosten per groep

Huisvestings-lasten per groep

Totale kosten interventie

In termen van

aantal groepen vermenigvuldigd met het aantal trajecten en de kosten per traject

Dekking uit andere financieringsbron-nen, indien van toepassing

Totaal aan te vragen subsidie gemeen-te Rotter-dam

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toelichting bij tabel:

Schrijf een korte toelichting bij de ingevulde tabel met onder andere:

  • om welke andere financiers het gaat

  • wordt gewerkt met groepen, in individuele trajecten of anders?

  • om wat voor soort materialen het gaat

  • om wat voor soort huisvesting het gaat

  • om wat voor medewerkers het gaat, hoe ze zijn opgeleid, wat is de uurprijs en onder welke CAO ze vallen

Splits de aan de interventie of het project verbonden kostprijs is opgebouwd uit de volgende kostensoorten.

  • loonkosten in verband met de inzet van deskundige medewerkers, volgens de van toepassing zijnde gemiddelde cao-conforme uurtarieven

  • locatiegebonden kosten voor de benodigde ruimte die een directe relatie hebben met de gesubsidieerde activiteiten

  • materiaal- en activiteitenkosten voor zover deze een directe relatie hebben met de gesubsidieerde activiteiten

Beoordelingscriterium: bijdrage aan de doelen en factoren van het Beleidskader Jeugd ‘Rotterdam Groeit’, toegelicht in de beleidsnotitie

Beschrijf per aangevraagde aanpak of interventie de onderdelen 1 tot en met 5

 

1. Doelen en beoogde effecten

 

Welk doel wilt u bereiken met deze aanpak of interventie? Welk beoogd effect heeft uw inzet?

> Daarnaast: aan welke doelen uit de beleidsnotitie draagt de innovatie bij? Maak onderscheid tussen hoofddoel en subdoelen en formuleer deze SMART

> Voorbeeld: De innovatie richt zich op het voorkomen van sociaal - emotionele problemen, specifiek op angst en teruggetrokkenheid. De training die binnen onze innovatie aan 100 jeugdigen van 8-12 jaar wordt aangeboden draagt hieraan bij door met kinderen situaties waarin zij angst ervaren na te bootsen en copingvaardigheden te oefenen. De belangrijkste factoren waaraan deze innovatie bijdraagt zijn sociaal-emotionele vaardigheden en psychosociale problemen.

 

Aanpak of interventie 1:

 

 

Aanpak of interventie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

 

2. Doelgroep(en)

 

Op wie richt de aanpak of interventie zich?

> Wees hierin specifiek. Noem bijvoorbeeld leeftijd, bepaalde kenmerken et cetera.

 

Aanpak/interventie 1:

 

 

Aanpak/interventie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

3. Resultaat

 

Welk resultaat wilt u bereiken met deze aanpak/interventie?

> Wat wordt er concreet opgeleverd formuleer deze SMART. Denk aan:

  • het aantal trainingen voor dat voor een bepaald aantal jeugdigen of ouders wordt gerealiseerd

  • het aantal ouders of leerkrachten die zijn voorzien van en getraind in een bepaalde methodiek

 

Aanpak/interventie 1:

 

 

Aanpak/interventie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

4. Financiën en bereik

 

De eerder ingevulde begrotingstabel en bijbehorende toelichting worden meegenomen in de beoordeling van dit beoordelingscriterium. Hierbij wordt specifiek gelet op de impact van de aanpak of interventie in de zin van hoeveel jongeren/ ouders worden bereikt, tegen welke prijs.

 

 

 

 

5. Samenhang

 

Indien u een aanvraag doet voor een programma of meerdere aanpakken of interventies, beschrijf dan hoe deze met elkaar samenhangen.

 

Daarnaast: beschrijf, indien relevant, de samenhang met ander aanbod in Rotterdam.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Beoordelingscriterium: mate van effectiviteit

Naam interventie of aanpak

Komt wel / niet voor in landelijke databank

Kruis aan op welk niveau de interventie door de landelijke databank is ingedeeld?

 

Voeg een weblink of bijlage met methodiekbeschrijving toe

 

Wel / niet + naam databank

  • °

    Goede beschrijving

  • °

    Theoretisch goede onderbouwing

  • °

    Eerste aanwijzingen voor effectiviteit

  • °

    Goede aanwijzingen voor effectiviteit

  • °

    Sterke aanwijzingen voor effectiviteit

  • °

    Er loopt wetenschappelijk onderzoek naar deze interventie. Uitgevoerd door ….

 

  • Indien wel in databank, dan een weblink toevoegen

  • indien niet in databank, dan een methodiekbeschrijving toevoegen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Beoordelingscriterium: de kwaliteit van uitvoering

 

Beschrijf per aangevraagde aanpak of interventie de onderdelen 1 tot en met 3

 

1. Aanpak

Beschrijf wat u doet:

> wat houdt de interventie of aanpak in?

> Met welke samenwerkingspartners, andere aanbieders, stakeholders binnen het gebied wordt samengewerkt, afgestemd of gezamenlijk uitgevoerd? Is er voldoende draagvlak onder samenwerkingspartners voor uw aanpak of interventie? Is er een onderbouwde reden dit niet met anderen uit te voeren, af te stemmen et cetera?

> Hoe gaat u de doelgroep bereiken?

> In welke setting gaat u als individu, gezin, klas, wijk, school, of online aan de slag?

 

 

Aanpak/interventie 1:

 

 

Aanpak/interventie 2:

 

 

Et cetera.

 

2. Leren en verbeteren

Hierin neemt u op hoe u van plan bent te leren en verbeteren op basis van monitoring (en met welk instrument) en met wie?

> Denk aan instroom, aantallen, uitvallers, doelrealisatie, tevredenheid, effect etc.

> Hoe wordt er tijdens en na de uitvoering geleerd en verbeterd?

 

Aanpak/interventie 1:

 

 

Aanpak/interventie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

 

3. Randvoorwaarden en haalbaarheid

 

Sturing door projectleider

> Wie is eindverantwoordelijke voor het project?

 

Kwaliteit, competenties en expertise van personeel

> Ook als interventies effectief staan beschreven weten we dat degene die ze uitvoert bepalend zijn voor de effecten. Kunt u laten zien op welke wijze u hiermee rekening houdt? U kunt hierbij denken aan:

  • de opleiding, houding en competenties van zowel professionele medewerkers als vrijwilligers en ervaringsdeskundigen

  • expertise van personeel met betrekking tot de benadering van de doelgroep, rekening houdend met taal, diversiteit, temperament, opleiding etc.

  • toelichting met betrekking tot het toezicht op de veiligheid en kwaliteit

    van cliënten en de kwaliteit van ingezette vrijwilligers.

 

 

Aanpak/interventie 1:

 

 

Aanpak/interventie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

Beoordelingscriterium: bijdrage aan wijkprogrammering jeugd en Dagprogrammering

 

Beschrijf per aangevraagde aanpak/interventie de onderdelen 1 tot en met 3

 

1. Keuze: inzet in stad, gebied of wijk

 

In welk gebied gaat u aan de slag met de aanpak of interventie?

> De aanvrager beschrijft of de aanpak of interventie waarvoor hij subsidie aanvraagt:

  • in de hele stad kan worden ingezet, waarbij in overleg met de gemeente evt. voor een focus op bepaalde gebieden wordt gekozen

  • alleen in nader aan te duiden gebieden of wijken wordt ingezet

 

 

Aanpak/interventie 1:

 

 

Aanpak/interventie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

 

2. Bijdrage aan maatschappelijke resultaten wijkprogrammering jeugd (Indien van toepassing)

 

Welke bijdrage levert u, indien van toepassing, aan de wijkprogrammering jeugd?

> Indien u in een specifiek gebied of wijk wil inzetten, beschrijf dan:

  • hoe u aansluit bij de behoefte en problematiek in het gebied of de wijk

  • op welke wijze de aanpak of interventie bijdraagt aan de maatschappelijke resultaten van de wijkprogrammering jeugd

  • met welke wijknetwerkpartners of andere partners u regelmatig samenwerkt en waarom.

  • Wat de meerwaarde van uw aanbod is ten opzichte van het reeds bestaande aanbod in het gebied of de wijk.

 

 

Aanpak/interventie 1:

 

 

Aanpak/interventie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

 

3. Bijdrage aan dagprogrammering NPRZ

 

Welke bijdrage levert u, indien van toepassing, aan de Dagprogrammering op Zuid?

> Indien u op een specifieke school of scholen uit de Children‘s Zone wil inzetten, beschrijf dan op welke wijze de aanpak of interventie bijdraagt aan de Dagprogrammering NPRZ op scholen en welke, al dan niet voorlopige, afspraken u daar met de coalitieondersteuner van de school over heeft gemaakt. Geef ook aan of u inzet op intensivering van de lesuren in groep 1 en 2 of op extensivering van de lesuren voor groep 3 tot en met 8.

Aanpak/interventie 1:

 

 

Aanpak/interventie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

 

Bijlage 2. Formulier subsidieaanvraag project- en innovatiesubsidie 2021 als bedoeld in artikel 8, tweede lid van de Subsidieregeling Jeugdpreventie Rotterdam 2021

 

Let op: Wanneer u subsidie aanvraagt voor meerdere innovaties is het de bedoeling dat u één formulier invult. Wel beschrijft u in het formulier iedere innovatie apart.

 

Overzicht met algemene informatie

 

Naam organisatie

 

Rechtspersoon

 

Adres organisatie

 

 

 

Contactpersoon

 

 

Hoogte subsidieaanvraag

 

Aantal aangevraagde innovaties of interventies

 

Korte beschrijving of naam of namen van de innovatie of innovaties

 

Benoem per aangevraagde innovatie het soort innovatie

 

Benoem per aangevraagde innovatie het subsidiebedrag per bereikte jeugdige of ouder

 

Benoem per aangevraagde interventie of aanpak het subsidiethema of de subsidiethema‘s waar de activiteit aan bijdraagt en noem de 1 of 2 belangrijkste thema’s

 

 

Benoem per aangevraagde innovatie of uw inzet stadsbreed is of anders in welke specifieke wijken of gebieden deze plaatsvindt

 

Benoem per aangevraagde innovatie of de innovatie wordt ingezet op universele, selectieve of geïndiceerde preventie

 

 

Begroting en dekking (bedragen excl. BTW)

 

Naam innovatie

Aantal groe-pen of trajec-ten

Aantal deel-ne-mers of aantal deel-ne-mers per groep of traject

a. Aantal bijeenkom-sten jeugdigen per groep of traject

 

 

 

 

 

x aantal uur

b.Aantal bijeenkom-sten met ouders of opvoeders of leerkrachten per groep of traject

 

 

x aantal uur

c.Voorberei-ding, coördinatie en monitoring per groep of traject

 

 

 

 

x aantal uur

Personeels-kosten per groep of traject onder a, b en c optellen

 

 

 

 

 

 

x uurtarief

Materiaal en activitei-ten kosten per groep

Huisvestings-lasten per groep

Totale kosten innovatie

In termen van

aantal groepen vermenigvuldigd met het aantal trajecten en de kosten per traject

Dekking uit andere financieringsbron-nen, indien van toepassing

Totaal aan te vragen subsidie gemeen-te Rotter-dam

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toelichting bij tabel:

Schrijf een korte toelichting bij de ingevulde tabel met onder andere:

  • om welke andere financiers het gaat

  • wordt gewerkt met groepen, in individuele trajecten of anders?

  • om wat voor soort materialen het gaat

  • om wat voor soort huisvesting het gaat

  • om wat voor medewerkers het gaat, hoe ze zijn opgeleid, wat is de uurprijs en onder welke CAO ze vallen

Splits de aan de interventie of het project verbonden kostprijs is opgebouwd uit de volgende kostensoorten.

  • loonkosten in verband met de inzet van deskundige medewerkers, volgens de van toepassing zijnde gemiddelde cao-conforme uurtarieven

  • locatiegebonden kosten voor de benodigde ruimte die een directe relatie hebben met de gesubsidieerde activiteiten

  • materiaal- en activiteitenkosten voor zover deze een directe relatie hebben met de gesubsidieerde activiteiten

Beoordelingscriterium: meerwaarde van de innovatie

Meerwaarde innovatie

 

  • Beschrijf per aangevraagde innovatie de meerwaarde van deze innovatie ten opzichte van reeds bestaande aanpakken of interventies.

     

  • Geef per aangevraagde innovatie aan of er contact is geweest met Walstroom of mogelijk met andere innovatieve platforms die ondersteuning bieden om een probleem op vernieuwende wijze aan te pakken?

 

 

 

Innovatie1:

 

 

Innovatie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

 

Beoordelingscriterium: bijdrage aan de doelen en factoren van het Beleidskader Jeugd ‘Rotterdam Groeit’, toegelicht in de beleidsnotitie

Beschrijf per aangevraagde innovatie de onderdelen 1 t/m 7

6. Probleemstelling

 

Welk probleem of kans zie je in Rotterdam?

Denk aan

> De omvang van het probleem of de potentie.

> Wat zijn de gevolgen van het probleem of het onderbenutten van potentie?

> Beschrijf bij wie het probleem voorkomt in termen van achtergrond, sekse, leeftijd en in welke wijk of gebied het speelt.

> Noem de factoren uit de beleidsnotitie die een rol spelen

> Gebruik hierbij cijfers over het thema uit bijvoorbeeld de monitor Staat van de Jeugd of de wijkprogrammering jeugd.

 

Innovatie1:

 

 

Innovatie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

 

7. Doelen en beoogde effecten

 

Welk doel wilt u bereiken met deze innovatie? Welk beoogd effect heeft uw inzet?

> daarnaast: aan welke doelen uit de beleidsnotitie draagt de innovatie bij? Maak onderscheid tussen hoofddoel en subdoelen en formuleer deze SMART

> Voorbeeld: De innovatie richt zich op het voorkomen van sociaal - emotionele problemen, specifiek op angst en teruggetrokkenheid. De training die binnen onze innovatie aan 100 jeugdigen van 8-12 jaar wordt aangeboden draagt hieraan bij door met kinderen situaties waarin zij angst ervaren na te bootsen en copingvaardigheden te oefenen. De belangrijkste factoren waaraan deze innovatie bijdraagt zijn sociaal-emotionele vaardigheden en psychosociale problemen.

 

Innovatie1:

 

 

Innovatie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

 

8. Doelgroep(en)

 

Op wie richt de innovatie zich?

> Wees hierin specifiek. Noem bijvoorbeeld leeftijd, bepaalde kenmerken etc.

 

Innovatie1:

 

 

Innovatie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

 

9. Resultaat

 

Welk resultaat wilt u bereiken met deze innovatie?

> Wat wordt er concreet opgeleverd formuleer deze SMART. Denk aan:

  • Methodiekbeschrijving opleveren

  • H et aantal trainingen dat voor een bepaald aantal jeugdigen of ouders wordt gerealiseerd

 

Innovatie1:

 

 

Innovatie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

10. Financiën en bereik

 

De eerder ingevulde begrotingstabel en bijbehorende toelichting worden meegenomen in de beoordeling van dit beoordelingscriterium. Hierbij wordt specifiek gelet op hoeveel jongeren of ouders met de innovatie worden bereikt, tegen welke prijs.

 

 

 

11. Onderbouwing

 

Beschrijf waarom deze innovatie zou kunnen werken.

> Welke theorie of literatuur gebruikt u daarvoor?

> Welke praktijkervaringen elders of bij de eigen organisatie gebruikt u hiervoor, bijvoorbeeld een pilot?

> Betrekt u de doelgroep bij de ontwikkeling? Waarom wel of niet? Hoe betrekt u de doelgroep?

 

Innovatie1:

 

 

Innovatie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

 

Beoordelingscriterium: de kwaliteit van uitvoering

 

Beschrijf per aangevraagde innovatie de onderdelen 1 tot en met 4

 

4. Toekomst en uitbreiding innovatie

 

Bij gebleken succes is het wenselijk om de innovatie voor meer kinderen en op meerdere plekken in Rotterdam te gaan gebruiken. Beschrijf uw ideeën voor opschaling in de toekomst.

 

 

Innovatie1:

 

 

Innovatie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

5. Aanpak

Beschrijf wat u doet:

> wat houdt de interventie of aanpak in?

> Met welke samenwerkingspartners, andere aanbieders, stakeholders binnen het gebied wordt samengewerkt, afgestemd of gezamenlijk uitgevoerd? Is er voldoende draagvlak onder samenwerkingspartners voor uw project of innovatie? Is er een onderbouwde reden dit niet met anderen uit te voeren, af te stemmen etc.?

> Noem hier ook de bestaande interventies die u eventueel gebruikt.

> Hoe gaat u de doelgroep bereiken?

> In welke setting gaat u als individu, gezin, klas, wijk, school, of online aan de slag?

 

 

Innovatie1:

 

 

Innovatie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

6. Leren en verbeteren

 

Hierin neemt u op hoe u van plan bent te evalueren, met welk instrument en met wie?

> Verdeel de evaluatie onder in procesevaluatie of effectevaluatie.

> Denk aan instroom, aantallen, uitvallers, voorwaarden etc. Ook succes- en faalfactoren.

> Wordt er een verandering in de beoogde doelen gemeten? Zijn cliënten en partners tevreden?

 

Leren van de evaluatie

> Hoe wordt er tijdens en na de innovatie geleerden verbeterd?

> Hoe worden de resultaten van de evaluatie gebruikt ter verbetering?

 

 

Innovatie1:

 

 

Innovatie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

 

7. Randvoorwaarden en haalbaarheid

Sturing door projectleider

> Wie is eindverantwoordelijke voor het project?

 

Kwaliteit, competenties en expertise van personeel

> Ook als interventies effectief staan beschreven weten we dat degene die ze uitvoert bepalend zijn voor de effecten. Kunt u laten zien op welke wijze u hiermee rekening houdt? U kunt hierbij denken aan:

  • de opleiding, houding en competenties van zowel professionele medewerkers als vrijwilligers en ervaringsdeskundigen

  • expertise van personeel m.b.t. de benadering van de doelgroep, rekening houdend met taal, diversiteit, temperament, opleiding etc.

  • toelichting m.b.t. het toezicht op de veiligheid en kwaliteit van cliënten en de kwaliteit van ingezette vrijwilligers.

 

 

Innovatie1:

 

 

Innovatie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

 

Beoordelingscriterium: bijdrage aan wijkprogrammering jeugd en Dagprogrammering

 

Beschrijf per aangevraagde innovatie de onderdelen 1 t/m 3

 

4. Keuze: inzet in stad, gebied of wijk

 

In welk gebied gaat u aan de slag met de innovatie?

> De aanvrager beschrijft of de aanpak of interventie waarvoor hij subsidie aanvraagt:

  • in de hele stad kan worden ingezet, waarbij in overleg met de gemeente evt. voor een focus op bepaalde gebieden wordt gekozen

  • alleen in specifiek aangeduide gebieden of wijken wordt ingezet

 

Innovatie1:

 

 

Innovatie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

 

5. Bijdrage aan maatschappelijke resultaten wijkprogrammering jeugd (Indien van toepassing)

 

Welke bijdrage levert u aan de wijkprogrammering jeugd?

> Indien u in een specifiek gebied of wijk wil inzetten, beschrijf dan:

  • hoe u aansluit bij de behoefte en problematiek in het gebied of de wijk

  • op welke wijze de innovatie bijdraagt aan de maatschappelijke resultaten van de wijkprogrammering jeugd

  • met welke wijknetwerkpartners of andere partners u regelmatig samenwerkt en waarom.

  • wat de meerwaarde van uw aanbod is t.o.v. het reeds bestaande aanbod in het gebied/ de wijk.

 

 

Innovatie 1:

 

 

Innovatie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

 

6. Bijdrage aan dagprogrammering NPRZ

 

Welke bijdrage levert u, indien van toepassing, aan de Dagprogrammering op Zuid

> Indien u op een specifieke school / scholen uit de Children‘s Zone wil inzetten, beschrijf dan op welke wijze de aanpak of interventie bijdraagt aan de Dagprogrammering NPRZ op scholen en welke (voorlopige) afspraken u daar met de coalitieondersteuner van de school over heeft gemaakt. Geef ook aan of u inzet op intensivering van de lesuren in groep 1 en 2 of op extensivering van de lesuren voor groep 3 t/m 8.

Aanpak / interventie 1:

 

 

Aanpak / interventie 2:

 

 

Et cetera.

 

 

 

Bijlage 3. Monitoringsitems Subsidieregeling Jeugdpreventie Rotterdam 2021 als bedoeld in artikel 11 van de Subsidieregeling Jeugdpreventie Rotterdam 2021

 

 

 

 

Individuele/ groepsinterventies

Gezinsinterventies

Schoolinterventies op klasniveau

 

 

 

Naam interventie

Naam interventie

Naam interventie

Groepsinterventies: aantal kinderen

Aantal ouders

Leerjaar

Per kind:

Aantal kinderen

Aantal kinderen

Geboortejaar

Geboortejaar jongste, geboortejaar oudste

School/wijk

Geslacht

Aantal jongens

Startdatum

 

 

Einddatum

Opleidingsniveau kind(eren)

Opleidingsniveau kind(eren)

Aantal sessies/lessen

Wijk

Wijk

 

Aangemeld door

Aangemeld door

 

Reden aanmelding

Reden aanmelding

 

Startdatum interventie

Startdatum interventie

 

Einddatum interventie

Einddatum interventie

 

Aantal gesprekken/sessies

Aantal gesprekken/sessies

 

Uren

Uren

 

Afgerond

Afgerond

 

Voortijdig beëindigd

Voortijdig beëindigd

 

Reden beëindiging

Reden beëindiging

 

Doorverwezen

Doorverwezen

 

Doorverwezen naar

Doorverwezen naar

 

Cliënttevredenheid

Cliënttevredenheid

 

 

 

 

Per interventie benoemen:

Per interventie benoemen:

Per interventie benoemen:

Toegepaste interventies binnen werkwijze

Toegepaste interventies binnen werkwijze

Toegepaste interventies binnen werkwijze

Problematiek

Problematiek

Problematiek

Ernst problematiek

Ernst problematiek

Ernst problematiek

Doelen: afhankelijk van interventie

Doelen: afhankelijk van interventie

Doelen: afhankelijk van interventie

Resultaat: afhankelijk van interventie

Resultaat: afhankelijk van interventie

Resultaat: afhankelijk van interventie

 

 

Bijlage 4. Overzicht van landelijke databanken met effectieve interventies als bedoeld in artikel 10 van de Subsidieregeling Jeugdpreventie Rotterdam 2021

 

Thema's

Beheerder

Databank

Leefstijlinterventies

RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu  afdeling Gezond Leven

Interventiedatabase Loketgezondleven

 

Jeugd: Gewone opvoeding en ontwikkeling

Nederlands Jeugdinstituut (NJi Nederlands Jeugdinstituut )

Databank Effectieve Jeugd interventies

Jeugdgezondheidszorg en preventie jeugd

Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ))

Interventiebibliotheek NCJ

Sport en bewegen

Bewegen (Kenniscentrum Sport & Bewegen) ism RIVM Centrum Gezond Leven

Sport- en beweeginterventies

 

Welzijn, participatie, sociale zorg

Movisie Landelijk Kennisinstituut Sociale Vraagstukken  

Databank Effectieve sociale interventies

 

Natuur -en Duurzaamheidseducatie

Groen Kennisnet en Ontwikkelcentrum

GroenGelinkt

Langdurende zorg

Vilans

Databank langdurende zorg

 

Langdurige GGZ Geestelijke gezondheidszorg 

Trimbos

Overzicht erkende interventies

E-health

GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst GHOR Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio  Nederland en alle GGD'en

GGD Appstore

 

Bijlage 5. Dagprogrammering in het Nationaal Programma Rotterdam Zuid als bedoeld in artikel 10 van de Subsidieregeling Jeugdpreventie Rotterdam 2021

De Dagprogrammering in het Nationaal Programma Rotterdam Zuid omvat zeven focuswijken in Rotterdam-Zuid, namelijk Afrikaanderwijk, Bloemhof, Carnisse, Hillesluis, Feijenoord, Oud-Charlois en Tarwewijk, tezamen Children’s Zone. De Dagprogrammering draagt bij aan goede onderwijsresultaten, bredere vorming en een evenwichtige sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. Voor de groepen één en twee geldt echter dat in plaats van toekenning van extra uren, ook kan worden ingezet op een kwaliteitsimpuls in al bestaande lesuren. Voor de groepen drie tot en met acht geldt dat wordt ingezet op het uitbreiden van het aantal lesuren. Internationale Schakel Klassen (ISK) in het basisonderwijs vallen ook onder de Dagprogrammering. Scholen die deelnemen aan de Dagprogrammering krijgen aanbod ‘in natura’ Zij vragen hier zelf geen subsidie jeugdpreventie voor aan.

 

Algemene toelichting

 

Vanuit het transformatiedoel uit de Jeugdwet heeft het college behoefte om de beweging naar voren te maken van zware en dure zorg naar effectieve en gerichte preventie. De subsidieregeling jeugdpreventie 2021 is een vertaling van de uitgangspunten en beleidsdoelen van het Beleidskader Jeugd ‘Rotterdam Groeit’ en gaat uit van het Rotterdamse factorenmodel, waarbij effectiviteit en onderbouwing voorop staan. Het kader biedt een juridische en financiële basis voor subsidiëring van jeugdpreventieve aanpakken, interventies en projecten. Met de subsidies die via deze subsidieregeling beschikbaar worden gesteld, wordt ingezet op preventie die effectief zorgt voor het veilig, gezond en kansrijk opgroeien van de Rotterdamse jeugd. Zo worden jeugdigen en hun ouders eerder geholpen, waardoor problemen niet ontstaan of niet verergeren.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Dit artikel bevat de definities van een aantal begrippen in de nadere regels die voor het begrip van deze regeling van belang zijn.

 

Artikel 2 Toepassingsbereik en subsidiabele kosten

In dit artikel wordt aangegeven dat deze subsidieregeling uitsluitend van toepassing is op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.

 

Artikel 3 Doelgroep

Het is de wens van het college om alleen subsidie te verstrekken aan

Rechtspersonen die preventieve aanpakken, interventies of projecten uitvoeren, gericht op een aantal specifiek doelen. Het gaat hierbij primair om een aanbod voor jeugdigen tot 18 jaar uit de gemeente Rotterdam of jeugdigen die naar Rotterdamse scholen gaan, maar zelf niet in Rotterdam wonen en hun ouders. Als uitzondering houdt het college bij het subsidiethema opvoedvaardigheden de mogelijkheid open voor inzet nog voor de conceptie, namelijk een leeftijd van -12 maanden. Bij het subsidiethema middelengebruik is een aanbod mogelijk voor jeugdigen tot 23 jaar.

 

Artikel 4 Te subsidiëren activiteiten

Het college wenst alleen preventieve aanpakken, interventies of projecten te subsidiëren die gericht zijn op het versterken van perspectief en het voorkomen van problematiek bij Rotterdamse jeugdigen.

 

Artikel 5 Subsidiabele kosten

Het college onderscheidt een drietal categorieën subsidiabele kosten. Deze staan in dit artikel vermeld.

 

Artikel 6 Subsidieplafond

Tegen de achtergrond van de eindigheid van de voor 2021 beschikbare middelen, heeft het college voor de preventieactiviteiten een subsidieplafond vastgesteld. Dit valt uiteen in een tweetal deelplafonds, dat is vermeld in artikel 5.

 

Artikel 7 Wijze van verdeling

Het college heeft voor de in artikel 7 vermelde subsidiecategorieën verschillende inhoudelijke beoordelingscriteria opgesteld. Deze zijn uitgewerkt in artikel 10. Voor beide categorieën geldt dat aanvragen die het best voldoen aan de aldaar vermelde beoordelingscriteria, voorrang hebben op aanvragen die minder goed voldoen.

 

Artikel 8 Aanvraag en aanvraagcategorieën

Voor een aanvraag binnen een van de aanvraagcategorieën, stelt het college een aanvraagformulier verplicht dat als bijlage bij deze regeling is opgenomen.

 

Artikel 9 Aanvraagtermijn

Voor subsidies ten behoeve van preventieve aanpakken en interventies die het college meerjarig wenst in te zetten, geldt een ten opzichte van de SVR 2014 verlengde aanvraagtermijn, om aanvragers de gelegenheid te geven hierop tijdig te anticiperen.

Subsidies voor projecten of innovaties hebben een eenmalig karakter. Deze subsidies kunnen maximaal in twee opeenvolgende kalenderjaren worden verstrekt voor dezelfde innovatie. Daarna moet de aanpak of interventie beschreven zijn op het niveau van goed beschreven of theoretisch goed onderbouwd. Subsidies voor projecten of innovaties kunnen op zijn vroegst worden ingezet per 1 januari 2021. De in de SVR 2014 gestelde uiterste aanvraagtermijn van 12 weken voor de start van de te subsidiëren activiteiten, wordt in het eerste lid toegepast.

 

Artikel 10 Beoordelingscriteria

Het college hanteert een vijftal inhoudelijke beoordelingscriteria voor subsidieaanvragen voor preventieve aanpakken en interventies. Voor project- en innovatieaanvragen zijn vier inhoudelijke beoordelingscriteria van toepassing. In beide situaties worden onder andere aan het voldoen aan de doelen en factoren van het Beleidskader Jeugd ‘Rotterdam Groeit’ een belangrijke rol toegekend.

 

Artikel 11 Subsidieverplichtingen

De subsidieontvanger dient invulling te geven aan de in dit artikel vermelde subsidieverplichtingen, waaronder het uitsluitend inzetten van uitvoerende medewerkers met een geldige Verklaring Omtrent het Gedrag en het zo nodig medewerking verlenen aan een verzoek van de Toetscommissie Interventies Jeugd.

 

Artikel 12 Verantwoording en monitoring

Het college hecht er aan inzicht te verkrijgen in de resultaten, het bereik en de effecten van de activiteiten. Hierbij hoort onder andere een plicht van de subsidieontvanger om tijdig monitorgegevens bij het college in te dienen.

 

Artikel 13 Inwerkingtreding.

In deze bepaling geeft het college aan dat deze subsidieregeling in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2022.

 

Artikel 14 Citeertitel

Het college geeft hier aan hoe de naam van deze regeling voluit luidt.

Naar boven