Beleidsplan minimabeleid 2020-2023

Inleiding

Sinds 2017 zijn structureel extra rijksmiddelen beschikbaar voor de bestrijding van armoede onder kinderen. Er is in dat jaar nieuw minimabeleid ingevoerd voor een pilotperiode. In dit beleid werden bestaande regelingen verruimd en regelingen toegevoegd. De inkomensgrens voor het minimabeleid werd verhoogd, waardoor meer inwoners in aanmerking komen voor vergoedingen. Omdat de pilotperiode is afgelopen, wordt onderliggend beleidsplan minimabeleid voor de periode 2020-2023 voorgesteld.

 

Het minimabeleid 2020-2023 is opgesteld op basis van onder meer de evaluatie minimabeleid 2017-2018. Naar aanleiding van de evaluatie is besloten een onderzoek uit te laten voeren door het Nibud naar bekendheid en gebruik van inkomensondersteunende regelingen. Daarnaast zijn de opmerkingen van de cliëntenraad Werk en Inkomen, de Wmo-raad Sociaal Domein Bloemendaal en Wmo-Klankbordgroep Heemstede meegenomen.

 

De advisering over en de uitvoering van het minimabeleid is sinds 2006 belegd bij de Intergemeentelijke Afdeling Sociale Zaken (IASZ) Bloemendaal – Heemstede. De IASZ is een Gemeenschappelijke Regeling. Conform de GR is de IASZ belast met beleidsadvisering op het gebied van werk, inkomen en minimabeleid voor Bloemendaal en Heemstede, met het oog op een doelmatige uitvoering.

1 Aandachtspunten nieuw beleid

Het voorstel minimabeleid 2020-2023 is tot stand gekomen op basis van verschillende aandachtspunten, die in dit hoofdstuk aan de orde komen.

 

1.1 Evaluatie minimabeleid 2017-2018

In het voorjaar van 2019 is het minimabeleid 2017-2018 geëvalueerd (zie bijlage 2). Uit deze evaluatie bleek onder meer dat het budget minimabeleid steeds beter wordt benut. Het percentage huishoudens met een uitkering dat gebruik maakt van de regelingen uit het minimabeleid is in beide gemeenten ongeveer 50 procent en is in 2018 licht gestegen ten opzichte van 2017. Het aantal huishoudens met kinderen (5-18 jaar) dat in 2018 gebruik heeft gemaakt van het minimabeleid kan met 84 procent hoog genoemd worden. Verder lijken de regelingen aan de vraag te voldoen en was de (in eerste instantie eenmalige) actie met de kledingcadeaukaart een succes. Tegelijkertijd blijft het gebruik van de regelingen onder de nieuwe doelgroep (met een inkomen tussen de 110 procent en de 130 procent van de bijstandsnorm) achter.

 

1.2 Cliëntenraad Werk en Inkomen

De cliëntenraad Werk en Inkomen signaleert, in navolging van de opmerkingen zoals al vermeld in de evaluatie, de volgende behoeften: het budget in de regeling Eropuit!, nog ruimer inzetbaar maken, bijvoorbeeld voor thuiscursussen en voor kosten openbaar vervoer (los gezien van de bestemming). Verder de vraag naar bijdragen voor een identiteitsbewijs en een computer voor volwassenen. Ook zijn aanpassingen aan de regeling Huiswerkbegeleiding, bijles en examentraining voorgesteld: de mogelijkheid bieden om de beschikbare vergoeding te verdelen over alle middelbare schooljaren.

 

1.3 Wmo-raad Sociaal Domein Bloemendaal en Wmo Klankbordgroep Heemstede

De Wmo-raad Sociaal Domein Bloemendaal vraagt specifiek aandacht voor de communicatie over het minimabeleid in de vijf dorpen van de gemeente Bloemendaal. De Wmo Klankbordgroep Heemstede en de Wmo-raad Sociaal Domein Bloemendaal vragen beide aandacht voor het gebruik van het minimabeleid door de GGZ-doelgroep. De IASZ neemt deze aanbevelingen mee.

 

1.4 Motie: meer maatwerk in het minimabeleid (Heemstede)

In de evaluatie minimabeleid werd in het hoofdstuk ‘Participatie’ aangegeven aan welke aanpassingen er behoefte is vanuit de praktijk. Mede op basis hiervan is in Heemstede de motie ‘Meer maatwerk in het minimabeleid’ aangenomen. Hierin werden verschillende zaken aan het Heemsteedse college verzocht.

 

Ten eerste was de vraag om in 2019 de inkomensgrens van 130 procent met de menselijke maat te interpreteren. Hieraan wordt uitvoering gegeven door aanvragers die net boven de inkomensnorm vallen, toch in aanmerking te laten komen voor een deel van het minimabeleid, zodat ze op jaarbasis ‘gelijk uitkomen’ met inwoners die wel recht hebben op het minimabeleid. Het gaat in de praktijk om enkele gevallen. Vervolgens werd het college in de motie gevraagd de actie met de kledingcadeaukaart te herhalen in december 2019 en hierbij ook de menselijke maat te hanteren. Verder werd het college verzocht de bijdrage voor een computer voor kinderen in 2019 ook inzetbaar te maken voor een smartphone (in plaats van een computer). In de praktijk wordt hier uitvoering aan gegeven door aanvragen voor een smartphone via de computerregeling toe te kennen.

 

Tot slot werd in de motie opgeroepen een integrale afweging van alle wensen te maken binnen het nog op te stellen minimabeleid. Hierbij moet gedacht worden aan het verhogen van bijdragen in de kosten voor zwemles, zowel voor kinderen als volwassenen; introductie van bijdragen voor een identiteitsbewijs voor volwassenen en kinderen en bijdragen voor aanschaf van een computer/smartphone voor volwassenen. Daarnaast werd gevraagd om de regeling huiswerkbegeleiding, bijles en examentraining scherper onder de aandacht te brengen.

2 Onderzoek Nibud

Zoals besloten door de raden van Bloemendaal en Heemstede (voorjaar 2019) is door het Nibud onderzoek verricht naar bekendheid en gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen in beide gemeenten (zie bijlage 3 voor de rapportage).

 

2.1 Inleiding

Het Nibud heeft 2.318 enquêtes verstuurd, waarvan er 351 ingevuld zijn teruggekomen (15 procent). Volgens het Nibud is deze respons zeer redelijk te noemen. Ongeveer de helft van de respondenten is boven de AOW-leeftijd en de meeste mensen hebben de enquête op papier ingevuld (digitaal was ook een optie).

 

2.2 Onbewust niet-gebruik

Een algemene conclusie uit de enquête is dat nog steeds winst behaald kan worden aan het beter bekend maken van de regelingen. De regeling Eropuit! voor kinderen is bij meer dan de helft van de respondenten met een laag inkomen bekend, terwijl de regeling Eropuit! voor volwassenen bij slechts een kwart van de inwoners met een beperkt inkomen bekend is. Onbekendheid met de regelingen leidt tot onbewust niet-gebruik. Gezien de antwoorden in de enquête bestaat er incidenteel ook een andere vorm van onbewust niet-gebruik: iemand kent de regelingen, maar denkt ten onrechte hiervoor niet in aanmerking te komen.

 

2.3 Bewust niet-gebruik

Er zijn huishoudens met een beperkt inkomen die recht hebben op inkomensondersteuning, maar dit toch niet aanvragen. Bij de regeling Eropuit! voor volwassenen gaat het om 12 procent van de rechthebbenden. Bij de collectieve zorgverzekering is het percentage 18 procent. Er worden verschillende redenen genoemd voor dit bewuste niet-gebruik. De belangrijkste reden is dat mensen het invullen van de aanvraag te moeilijk vinden. Dit antwoord is door vijf mensen gegeven. In Heemstede is hulp beschikbaar bij het invullen van formulieren via de formulierenbrigade van stichting WIJ Heemstede. In Bloemendaal is ook hulp beschikbaar, maar niet in de vorm van een formulierenbrigade. Onderzocht gaat worden of het wenselijk en mogelijk is om dit op te (laten) zetten.

 

2.4 Suggesties voor aantrekkelijkheid

Respondenten konden aangeven hoe de regelingen voor hen aantrekkelijker zouden kunnen worden. Opvallend was dat hier vaak sportactiviteiten en dagjes uit werden genoemd, terwijl dit nu al mogelijk is via de Regeling Eropuit! Het is dus zaak om dit (nog) beter naar de doelgroep te communiceren.

 

2.5 Suggesties voor beter bereik

Ook is gevraagd of respondenten ideeën hebben om mensen met een laag inkomen beter te bereiken. Ruim driekwart geeft aan daar geen ideeën over te hebben. De ideeën die wel genoemd zijn, worden grotendeels al uitgevoerd. Een nieuwe mogelijkheid is echter het meer gericht en persoonlijk benaderen van inwoners: dankzij de reacties op deze enquête kan de IASZ een nieuwe doelgroep gaan benaderen. Als rechthebbenden in de enquête hebben aangeven dat ze benaderd mogen worden, dan gaat de IASZ dit doen.

 

Een idee van een respondent was om de regelingen toegankelijker te maken door kleine spaartegoeden niet mee te tellen, maar dit gebeurt al. Dit geldt ook voor het automatisch toekennen van regelingen, waar mogelijk (dit kan alleen bij inwoners met een uitkering, omdat daar de inkomensgegevens van bekend zijn). Daarnaast werd het idee genoemd van een ‘tool’ (‘Bereken uw recht’) waarmee anoniem en snel duidelijk wordt of iemand wel of niet in aanmerking komt. Dit zou ook kunnen helpen als er sprake is van (angst voor) stigmatisering of zelfstigma. Met dit laatste wordt bedoeld dat mensen belemmerende vooroordelen hebben over zichzelf. Het voorstel is om dit instrument te gaan gebruiken.

 

2.6 Conclusie

Met deze enquête hebben de gemeenten Heemstede en Bloemendaal een relevant deel van de inwoners geattendeerd op het bestaan van inkomensondersteunende voorzieningen. Als gekeken wordt naar de inkomstenbron van de respondenten dan is opvallend dat slechts 5 procent een uitkering van de gemeente heeft. Hieruit blijkt dat de vragenlijst een grote nieuwe doelgroep heeft bereikt. In totaal hebben 140 respondenten (40 procent van het totaal) aangegeven dat de gemeente contact met ze mag opnemen. Hiervan komen er 50 in aanmerking voor de Regeling Eropuit! voor volwassen, 64 hebben recht op de collectieve zorgverzekering en 10 hebben recht op de regelingen voor kinderen. Een aanzienlijk deel van de respondenten met een laag inkomen heeft aangegeven de regelingen in de toekomst te gaan aanvragen.

3 Voorstel minimabeleid 2020-2023

In dit hoofdstuk volgen voorstellen voor het minimabeleid in de periode 2020-2023. Eerst een voorstel voor kinderen, daarna voor volwassenen en daarna voor algemene aanpassingen.

 

3.1 Voorstel kinderen (Kindpakket)

Schoolkosten

Volgens de huidige regeling komen kinderen in de leeftijd van 4 t/m 17 jaar in aanmerking voor een vergoeding voor schoolkosten. Denk hierbij aan de ouderbijdrage, een schooltas, schriften, het schoolreisje of overblijfkosten. Voor het basisonderwijs bedraagt de vergoeding € 150 per kind per schooljaar en voor het voortgezet en beroepsonderwijs € 300 per kind per schooljaar. De huidige schoolkostenregeling lijkt aan de vraag te voldoen. Het voorstel is om de huidige regeling te handhaven.

Fiets

Volgens de huidige regeling kan maximaal eens in de drie jaar een vergoeding voor een fiets worden aangevraagd, voor een bedrag van maximaal € 225 per fiets, met een leeftijdsgrens van 8 t/m 17 jaar. De fietsregeling voor statushouders (dit gaat om een fiets in natura), geldt als voorliggende voorziening. De huidige regeling lijkt aan de vraag te voldoen. Het voorstel is om deze te handhaven.

Huiswerkbegeleiding, bijles of examentraining

Volgens de huidige regeling kunnen kinderen op het voortgezet onderwijs of beroepsonderwijs die niet ouder zijn dan 17 jaar in aanmerking komen voor een vergoeding voor huiswerkbegeleiding, bijles of examentraining. De kosten kunnen worden vergoed tot een bedrag van € 1.200, maar mogen tot nog toe voor maximaal één schooljaar worden aangevraagd. Het voorstel is om de huidige regeling voort te zetten met de volgende aanpassing: het eenmalige budget mag verdeeld over alle middelbare schooljaren worden ingezet.

Computer

Volgens de huidige regeling komen kinderen in de leeftijd van 8 t/m 17 jaar in aanmerking voor een vergoeding van € 400 voor een computer. Het gaat hierbij om een desktop, laptop of tablet en zaken die hierbij horen, zoals een printer, beeldscherm of toetsenbord. Deze vergoeding mag maximaal eens in de drie jaar worden aangevraagd, voor maximaal 2 kinderen per gezin. Het voorstel is om de huidige regeling voort te zetten met de volgende aanpassing: de regeling mag ook ingezet worden voor een smartphone in plaats van een computer.

Eropuit! (kind)

Volgens de huidige regeling kunnen kinderen een vergoeding krijgen tot € 475 voor sport, cultuur of een dagje uit. De regeling kan zeer breed worden ingezet. De huidige regeling lijkt aan de vraag te voldoen. Het voorstel is om de huidige regeling handhaven, met aanpassingen:

  • De naam van de regeling wordt gewijzigd in ‘Regeling sport, cultuur of dagje uit’.

  • Het budget mag ook voor kosten openbaar vervoer worden ingezet, los gezien van de bestemming.

Kledingcadeaukaart

In 2018 zijn eenmalig kledingcadeaukaarten ter waarde van € 100 verstrekt aan kinderen van ouders met een laag inkomen. De reacties van de doelgroep waren zonder uitzondering positief. Voor 2019 wordt het volgende voorgesteld:

Bloemendaal

Vanwege de verwachte onderschrijding van het budget minimabeleid 2019 is het voorstel om de kledingcadeaukaart in 2019 opnieuw te verstrekken aan kinderen van ouders met een laag inkomen. De verwachte kosten zijn als volgt: 129 kaarten x € 100 = € 12.900. Vanwege de onzekerheid in de toekomstige besteding van het budget is het advies om geen structurele regeling kledingcadeaukaart in te voeren, maar om deze regeling vanaf 2020 jaarlijks op basis van de ruimte in het budget af te wegen.

Heemstede

Het Heemsteedse college is in de eerder genoemde motie gevraagd de actie met de kledingcadeaukaart te herhalen in december 2019 en hierbij ook de menselijke maat te hanteren. De verwachte kosten zijn als volgt: 162 kaarten x € 100 = € 16.200. Deze kosten zijn verwerkt in de Najaarsnota 2019. Gezien de verwachte overschrijding van het structurele budget is het advies om geen structurele regeling kledingcadeaukaart in te voeren, maar om deze regeling vanaf 2020 jaarlijks op basis van de ruimte in het budget af te wegen.

Nieuw: regeling identiteitsbewijs

Vanuit verschillende kanten is de behoefte aan een bijdrage voor een identiteitsbewijs voor kinderen genoemd. Deze is vanaf 14 jaar verplicht en voor kinderen onder de 18 jaar 5 jaar geldig. Daarnaast moet iedereen zich kunnen legitimeren die medische zorg nodig heeft, ook minderjarigen onder de 14 jaar. De kosten voor een identiteitsbewijs bedragen voor jongeren onder de 18 jaar € 29,95. De verwachte extra kosten voor deze regeling zijn als volgt:

Bloemendaal

Ongeveer 5 kinderen per jaar uit de doelgroep worden jaarlijks 14 jaar oud. Daarnaast zijn er incidenteel aanvragen te verwachten vanwege de identificatieplicht in de zorg. Uitgaande van 10 aanvragen per jaar bedragen de kosten ongeveer € 300 per jaar (10 x € 29,95 = € 299,50).

Heemstede

Ongeveer 8 kinderen per jaar uit de doelgroep worden jaarlijks 14 jaar oud. Daarnaast zijn er incidenteel aanvragen te verwachten vanwege de identificatieplicht in de zorg. Uitgaande van 15 aanvragen per jaar bedragen de kosten ongeveer € 450 per jaar (15 x € 29,95 = € 449,25).

Nieuw: regeling zwemlestoelage

Vanuit verschillende kanten is aangegeven dat onder minima met kinderen behoefte is aan extra budget voor zwemles. Zwemles kan gedeclareerd worden via de regeling Eropuit!, maar vanwege de hoge kosten van zwemles, blijkt dit niet altijd afdoende. Het voorstel is daarom om voor het behalen van de benodigde zwemdiploma’s per kind eenmalig een zwemlestoelage beschikbaar stellen van € 255, in aanvulling op de regeling Eropuit! Bij de berekening van deze toelage is rekening gehouden met het behalen van diploma A, B en C, conform het advies van De Nationale Raad Zwemveiligheid.

Bloemendaal

Uitgaande van 10 kinderen bedragen de extra kosten 10 x € 255 = € 2.550 per jaar.

Heemstede

Uitgaande van 13 kinderen bedragen de extra kosten 13 x € 255 = € 3.315 per jaar.

 

3.2 Voorstel volwassenen

Collectieve ziektekostenverzekering

De huidige collectieve zorgverzekeringen via de gemeente worden goed gebruikt. De kosten moeten worden beschouwd in samenhang met de tegemoetkoming collectieve zorgverzekering van de gemeente en de landelijke Zorgtoeslag. In combinatie met de regeling ‘Tegemoetkoming chronische zieken en gehandicapten’ en de mogelijkheden binnen de Bijzondere Bijstand, lijkt de collectieve zorgverzekering aan de vraag te voldoen. Het voorstel is om deze te handhaven. In de evaluatie minimabeleid is aangegeven dat de collectieve zorgverzekering voor mensen met een laag inkomen landelijk in beweging is. Onderzoek naar de toekomst van de collectieve zorgverzekering wordt in regionaal verband opgepakt.

Regeling Eropuit! (volwassenen)

Volgens de huidige regeling kunnen volwassenen een vergoeding krijgen van € 175 voor sport, cultuur of een dagje uit. De regeling kan breed worden ingezet. De huidige regeling lijkt aan de vraag te voldoen. Het voorstel is om de huidige regeling te handhaven, met de volgende aanpassingen:

  • De naam van de regeling wordt gewijzigd in ‘Regeling sport, cultuur of dagje uit’.

  • Het budget mag ook voor kosten openbaar vervoer worden ingezet, los gezien van de bestemming.

  • Het budget mag ook voor thuiscursussen worden ingezet.

  • Het budget mag in uitzonderingsgevallen worden ingezet als bijdrage voor een computer.

Een afzonderlijke computerregeling voor volwassenen is niet realistisch, gezien de verwachte kosten hiervan (€ 50.000 – € 60.000) ten opzichte van het beschikbare budget. Het budget van de regeling Eropuit! kan daarom per uitzondering voor (een aanbetaling van) een computer worden ingezet, maar alleen als het voor iemand niet of nauwelijks mogelijk is om op andere manieren te participeren. Dit is ter beoordeling aan de consulent van de IASZ. Via de Bijzondere Bijstand kan ook een (renteloze) lening voor een computer worden verstrekt.

Nieuw: regeling identiteitsbewijs

Vanuit verschillende kanten is de behoefte aan een bijdrage voor het identiteitsbewijs voor volwassenen genoemd. Voor inwoners vanaf 18 jaar is een identiteitsbewijs 10 jaar geldig. De kosten voor een identiteitsbewijs bedragen voor deze doelgroep € 52,20. De verwachte extra kosten zijn als volgt:

Bloemendaal

Uitgaande van 20 aanvragen per jaar (10 procent van het geschatte aantal rechthebbenden) bedragen de kosten 20 x € 52.20 = € 1.044 per jaar.

Heemstede

Uitgaande van 30 aanvragen per jaar (10 procent van het geschatte aantal rechthebbenden) bedragen de kosten 30 x € 52,20 = € 1.566 per jaar.

 

3.3 Voorstel algemene aanpassingen

Meer maatwerk en verzachting armoedeval

Het voorstel is om aanvragers die net boven de inkomensnorm vallen, toch in aanmerking te laten komen voor een deel van het minimabeleid. Op deze manier komt deze doelgroep op jaarbasis gelijk uit met inwoners die wel recht hebben op het minimabeleid. Hiermee wordt een eventuele ‘armoedeval’ verzacht. De verwachting is dat deze maatregel weinig extra kosten met zich meebrengt.

Onderzoek formulierenbrigade Bloemendaal

Voor Heemsteedse inwoners bestaat er een ‘formulierenbrigade’ via WIJ Heemstede. In Bloemendaal lijkt een dergelijke voorziening te ontbreken. De IASZ wil onderzoeken of het wenselijk en mogelijk is om in Bloemendaal een formulierenbrigade op te (laten) zetten. Dit kan (eenmalige) kosten met zich meebrengen, bijvoorbeeld voor het werven en opleiden van vrijwilligers.

Instrument ‘Bereken uw recht’

Uit het Nibudonderzoek is het idee gekomen om het instrument ‘Bereken uw recht’ in te zetten, waarmee anoniem en snel duidelijk wordt of iemand wel of niet in aanmerking komt voor bepaalde regelingen. Dit kan ook helpen als er sprake is van (angst voor) stigmatisering of zelfstigma. De IASZ omarmt dit idee en stelt voor dit instrument in de vorm van een pilot in te gaan zetten. De kosten hiervoor bedragen € 4.883,00 voor een jaar. Heemstede en Bloemendaal kunnen deze kosten delen. Volgens verdeelsleutel 60/40 bedragen de kosten dan afgerond € 2.930 voor Heemstede en € 1.955 voor Bloemendaal. Voor het einde van deze beleidsperiode wordt het gebruik van ‘Bereken u recht’ geëvalueerd.

4 Financiën

Dit hoofdstuk gaat over de prognose van de kosten voor het minimabeleid 2020-2023 en de dekking hiervan.

 

4.1 Budget: besteding en prognose

In onderstaande tabel zijn de bestedingen minimabeleid van de jaren 2016-2018, de prognoses voor 2019 en de begroting voor 2020 te zien.

4.2 Bloemendaal

De prognose is dat het budget minimabeleid 2019 in Bloemendaal met ruim € 37.000 wordt onderschreden ten opzichte van de begroting 2019. Dit is inclusief de verwachte kosten van € 13.000 voor de kledingcadeaukaart 2019, die in dit beleidsplan wordt voorgesteld. De verwachte onderschrijding is verwerkt in de Najaarsnota 2019.

 

In de begroting 2020-2023 is een budget van € 143.000 opgenomen voor het minimabeleid. Hierin is een verlaging verwerkt van € 4.000 als gevolg van actualisatie van de rijksmiddelen voor het minimabeleid, vanwege de bijstelling van de CBS index armoede kinderen. Uitgaande van dit budget is vanaf 2020 ruimte voor nieuwe regelingen of verruiming van regelingen.

 

4.3 Heemstede

De prognose is dat het budget minimabeleid 2019 in Heemstede met ruim € 20.000 wordt overschreden ten opzichte van de begroting 2019. Dit is inclusief een subsidie van € 5.000 aan het Fonds Urgente Noden (FUN) en inclusief de verwachte kosten van € 16.000 voor de kledingcadeaukaart 2019, waartoe is besloten in de motie ‘Meer maatwerk in het minimabeleid’. De verwachte overschrijding is verwerkt in de Najaarsnota 2019.

 

In de begroting 2020-2023 is een budget van € 150.000 opgenomen voor het minimabeleid. Hierin is een verlaging verwerkt van € 6.000 als gevolg van actualisatie van de rijksmiddelen voor het minimabeleid, vanwege de bijstelling van de CBS index armoede kinderen. Uitgaande van dit budget is vanaf 2020 geen ruimte voor nieuwe regelingen of verruiming van regelingen.

 

4.4 Prognose extra kosten 2020-2023

De prognose van de extra kosten per gemeente voor 2020 t/m 2023 wordt in onderstaande tabellen weergeven.

 

4.5 Dekking

Bloemendaal

In Bloemendaal is voor de jaren 2020 t/m 2023 in het reguliere jaarbudget minimabeleid van € 143.000 naar verwachting ruimte om de verwachte jaarlijkse extra kosten voor het minimabeleid te kunnen dekken.

Heemstede

In Heemstede is voor de jaren 2020 t/m 2023 in het reguliere jaarbudget minimabeleid van € 150.000 naar verwachting geen ruimte om de verwachte jaarlijkse extra kosten te dekken. Voor de dekking van deze extra kosten wordt in het raadsvoorstel Heemstede een voorstel gedaan.

Vastgesteld bij raadsbesluit van 28 november 2019

Naar boven