Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Waadhoeke houdende regels omtrent beheer gemeentelijke begraafplaatsen (Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen Waadhoeke 2020)

De raad van de gemeente Waadhoeke;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 november 2019;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

 

B E S L U I T:

 

vast te stellen de navolgende

Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen Waadhoeke 2020

 

HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening, alsmede in de nadere regels krachtens deze verordening, wordt verstaan onder:

  • a.

    administrateur: degene die bij de gemeente belast is met de administratieve werkzaamheden aangaande de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • b.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin de gelegenheid wordt gegeven tot het doen begraven van stoffelijke overschotten;

  • c.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • d.

    begraafplaats: (een van) de gemeentelijke begraafplaatsen te Franeker, St.-Annaparochie, St.-Jacobiparochie en Vrouwenparochie;

  • e.

    beheerder: degene die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

  • f.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waadhoeke;

  • g.

    dubbelgraf: een particulier graf waarin twee stoffelijke overschotten boven elkaar kunnen worden geborgen;

  • h.

    familiegraf: een particulier graf dat na afloop van de termijn van het grafrecht of na afstand van het grafrecht wordt geschud en opnieuw wordt uitgegeven aan de voormalige rechthebbende;

  • i.

    gebruiker: een natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een algemeen urnengraf is verleend;

  • j.

    grafakte: een document/bewijsstuk waarin een grafrecht is vastgelegd;

  • k.

    grafbedekking: gedenkteken, gedenksteen, afsluitplaat en/of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • l.

    grafrecht: het uitsluitend recht op een graf voor een bepaalde periode;

  • m.

    keldergraf: een kunststof, betonnen of gemetselde constructie die in de grond is geplaatst en waarin een stoffelijk overschot wordt begraven en begraven gehouden of asbussen worden bijgezet;

  • n.

    kindergraf: particulier graf bestemd voor personen jonger dan 12 jaar en van levenloos geborenen;

  • o.

    overschrijving: handeling waarmee een grafrecht van de ene op een andere rechthebbende wordt overgeschreven;

  • p.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot

    • o

      het doen begraven en begraven houden van een stoffelijk overschot;

    • o

      het doen bijzetten en bijgezet houden van as bussen met of zonder urnen;

  • q.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • r.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf of een particulier urnengraf, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • s.

    urn: een voorwerp ter berging van as van één overledene of van één of meer asbussen;

  • t.

    urnennis: een nis in een urnenmuur, een columbarium daaronder begrepen, bij de gemeente in beheer waarin de gelegenheid wordt geboden tot het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • u.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid.

Artikel 2. Uitbreiding begrippen particulier graf

  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang, onder 'particulier graf' mede verstaan: familiegraf, kindergraf, keldergraf en urnengraf.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder ‘algemeen graf’ mede verstaan: urnennis.

HOOFDSTUK 2. OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 3. Openstelling begraafplaats

  • 1.

    De begraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college bij nadere regels vast te stellen tijden.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

HOOFDSTUK 3. VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 4. Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene die wil doen begraven geeft daarvan zo spoedig mogelijk telefonisch en uiterlijk drie dagen voor het tijdstip van begraven schriftelijk kennis aan de administrateur. Onder schriftelijk wordt tevens verstaan digitaal.

  • 2.

    Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de administrateur zo spoedig mogelijk worden gedaan. Deze stelt daarvan direct de beheerder op de hoogte.

  • 3.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder.

Artikel 5. Over te leggen stukken

  • 1.

    Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een schriftelijke/digitale machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door de nieuwe rechthebbende.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op hele jaren.

  • 5.

    De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn, inclusief registratieformulier met nummer van omhulsel overledene.

Artikel 6. Lijkomhulsel en grafgiften

  • 1.

    Rechthebbenden of gebruikers leveren, gebruiken en accepteren uitsluitend lijkomhulsels, die voldoen aan de in of krachtens de wet dan wel op basis van publiekrechtelijke verordeningen, privaatrechtelijke reglementen of algemene voorwaarden gestelde regels ten aanzien van de doorlaatbaarheid van vloeistoffen en gassen, mechanische eigenschappen, vorm en biologische afbreekbaarheid. Genoemde regels zijn vastgesteld in het Besluit op de lijkbezorging en de Technische adviezen voor inrichting begraafplaatsen, graven en asverstrooiing. In geval van ernstige en gerechtvaardigde twijfel of de materialen aan deze eis voldoen, kan de beheerder een controle instellen. Blijken de gebruikte materialen niet aan de eis te voldoen dan kan begraving geweigerd worden.

  • 2.

    Rechthebbenden of gebruikers zijn verplicht bij op het aanvraagformulier voor een begrafenis het gebruik van lijkhoezen aan de administratie door te geven.

  • 3.

    Het is verboden om te begraven in een zinken of andere metalen of kunststof (binnen)kist.

  • 4.

    Het is niet toegestaan voorwerpen aan de grafruimte toe te voegen die de vertering van het lijk belemmeren of voorkomen en/of vervuilend zijn.

  • 5.

    De beheerder kan bij het ter begraving aanbieden van een kist of ander lijkomhulsel verzoeken om een schriftelijke verklaring omtrent de aanwezigheid van de in voorgaande leden bedoelde materialen en voorwerpen.

  • 6.

    De beheerder kan door middel van steekproeven controleren of aan de bepalingen in dit artikel is voldaan.

Artikel 7. Tijden van begraven en asbezorging

De tijden van begraving en bijzetting worden door het college bij nadere regels vastgesteld.

HOOFDSTUK 4. INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN

Artikel 8. Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Op de begraafplaats worden uitgegeven:

    • a.

      Algemene graven;

    • b.

      Particuliere graven;

    • c.

      Kindergraven;

    • d.

      Keldergraven;

    • e.

      Particuliere urnengraven ;

    • f.

      Urnennissen.

  • 2.

    Er zijn particuliere graven voor:

    • a.

      één stoffelijk overschot;

    • b.

      twee stoffelijke overschotten boven elkaar.

Artikel 9. Categorieën

  • 1.

    Het college kan bij nader vast te stellen regels de particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

  • 2.

    Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel stoffelijke overschotten en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven; tevens wordt geregeld hoeveel stoffelijke overschotten in algemene graven kunnen worden bezorgd.

  • 3.

    Het college regelt de afmetingen van de particuliere graven.

Artikel 10. Particuliere graven (grafrechten)

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats zulks toelaat en op een daartoe bij hem schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van tien, twintig, dertig veertig of vijftig jaar het grafrecht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het recht is verleend.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde grafrecht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd met een periode van vijf, tien of twintig jaren. Ook na afloop van de verlengingstermijn wordt het recht op verzoek van de rechthebbende met vijf, tien of twintig jaar verlengd.

  • 3.

    Het recht op een particulier graf wordt uitgegeven met een grafakte.

Artikel 11. Keldergraf

  • 1.

    Voor het oprichten van een keldergraf is een vergunning van het college vereist.

  • 2.

    Het college kan bij nader vast te stellen regels voorwaarden stellen aan het oprichten en het gebruik van nieuwe keldergraven.

  • 3.

    Het college kan bij nadere regels voor reeds bestaande keldergraven de vergunningsvoorwaarden wijzigen of intrekken.

Artikel 12. Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen een jaar na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3.

    Grafrechten die op grond van eerdere verordeningen zijn uitgegeven voor onbepaalde tijd, worden bij overschrijving uitsluitend uitgegeven voor een periode van tien jaar. Na verloop van deze tienjaarstermijn kan het recht verlengd worden overeenkomstig het bepaalde in art. 10, lid 2.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

  • 5.

    De rechthebbende en/of belanghebbende is verplicht om zijn/haar adresgegevens aan de administratie van de begraafplaats op te geven, alsmede de wijziging van hun adres.

Artikel 13. Vervallen grafrechten.

  • 1.

    Grafrechten vervallen:

    • a.

      Door het verlopen van de termijn waarvoor het recht is verleend;

    • b.

      Indien de rechthebbende afstand doet van het recht;

    • c.

      Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving van het recht niet wordt gedaan binnen een termijn van een jaar na het overlijden van de rechthebbende;

    • d.

      Indien de begraafplaats wordt opgeheven.

  • 2.

    Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doet het college mededeling aan de rechthebbende.

  • 3.

    Het college kan de grafrechten vervallen verklaren:

    • a.

      Indien de rechthebbende, ondanks een aanmaning, de betaling van het grafrecht niet binnen een jaar na aanvang van de gestelde termijn heeft voldaan en/of andere financiële verplichtingen betreffende het graf niet voldoet binnen de gestelde termijnen;

    • b.

      Indien de rechthebbende, ondanks een aanmaning, in verzuim blijft een verplichting op grond van of krachtens deze verordening na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      Indien de rechthebbende, ondanks een ingebrekestelling, nalaat het graf en/of de daarop aangebrachte grafbedekking te onderhouden;

  • 4.

    In geen van de gevallen als bedoeld in het eerste en het tweede lid vindt terugbetaling plaats van (een deel van) de kosten van het grafrecht of van eventuele andere kosten.

  • 5.

    De eventueel op het graf aanwezige grafbedekking of beplanting mag in de periode van één maand vóór het vervallen van het grafrecht door de rechthebbende van het graf in overleg met de beheerder worden verwijderd. Na het vervallen van het grafrecht kan hij geen aanspraken maken op deze voorwerpen doen gelden.

HOOFDSTUK 5. GRAFBEDEKKING

Artikel 14. Melding grafbedekking

  • 1.

    Voor het aanbrengen en hebben van een grafbedekking bestaat een meldingsplicht.

  • 2.

    De rechthebbende gebruikt hiervoor een meldingsformulier.

  • 3.

    Het college kan nadere regels vaststellen omtrent de wijze van melding, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

  • 4.

    Voor grafbedekkingen die niet voldoen aan de voorwaarden van de nadere regels en voor ornamenten op een (urnen-)graf, een bovengrondse urnenplaats of een gedenkplaats is een vergunning vereist.

HOOFDSTUK 6. ONDERHOUD

Artikel 15. Onderhoud door de gemeente

  • 1.

    In het belang van de rechthebbenden voorziet het college in het algemeen onderhoud van de begraafplaats. In een afzonderlijke verordening wordt het verhaal van onderhoudskosten geregeld (verordening lijkbezorgingsrechten).

  • 2.

    De beheerder van de begraafplaats is gerechtigd om altijd, zonder toestemming van de eigenaar van de grafbedekking, overhangend groen van graven en beplanting die buiten en boven de toegestane maximale hoogte uitreikt, te snoeien of te verwijderen, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op een vergoeding.

Artikel 16. Onderhoud door de rechthebbende

  • 1.

    De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2.

    Indien hij dit nalaat, kan het college na ingebrekestelling de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige schadevergoeding verplicht is.

  • 3.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende schriftelijk is ingelicht over de toestand van het graf en de grafbedekking. De rechthebbende ontvangt de gelegenheid de grafbedekking binnen zes maanden te herstellen of te verwijderen.

  • 4.

    Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging of verwaarlozing die zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of gevaar oplevert voor derden, te herstellen. Indien aan deze aanschrijving geen gevolg wordt gegeven, wordt toepassing gegeven aan het gestelde in de leden 2 en 3 van dit artikel. In gevallen waarbij sprake is van gevaarlijke situaties is het college bevoegd de in het vorige lid genoemde voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking direct te verwijderen.

  • 5.

    Grafbedekkingen, gedenktekens, beplantingen of andere voorwerpen worden geacht voorrekening en risico van de rechthebbende of gebruiker te zijn aangebracht. Schade als gevolg van brand, vandalisme, diefstal, verzakking, vorst, storm, hagel, wateroverlast en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van een grafbedekking ten behoeve van een bijzetting en eventuele gevolgschade voor derden, is voorrekening van de rechthebbende.

Artikel 17. Aansprakelijkheid

  • 1.

    Zolang het graf of de urnennis niet geruimd mag worden, blijft de rechthebbende of de gebruiker het eigendom houden van de in artikel 14 bedoelde grafbedekking en ook beplantingen en andere voorwerpen. Al hetgeen wat op het graf geplaatst is, wordt geacht voor rekening en risico van de rechthebbende van een particulier graf of gebruiker van een algemeen graf te zijn aangebracht.

  • 2.

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door en voor rekening en risico van de rechthebbende en gebruiker.

  • 3.

    Schade als gevolg van brand, vandalisme, vorst, storm, bliksem, wateroverlast, ontploffing en andere van buiten komende oorzaken, is voor rekening van de rechthebbende of gebruiker.

  • 4.

    Schade en eventuele gevolgschade voor derden is voor rekening en risico van de rechthebbende of gebruiker en deze dient de daaraan toegebrachte schade, door welke omstandigheid ook, op eerste aanschrijven te (doen) herstellen.

  • 5.

    Indien binnen twaalf weken na de dag van aanschrijving geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot verwijdering en vernietiging van de gedenktekens of beplantingen en andere voorwerpen over te gaan zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 6.

    Indien door een ondeugdelijke (geworden) constructie naar het oordeel van het college een gevaarlijke situatie is ontstaan, kan het college direct maatregelen treffen.

Artikel 18. Verwijdering grafbedekking na verstrijken van de termijn

De grafbedekking kan na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het grafrecht door het college worden verwijderd.

HOOFDSTUK 7. RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 19. Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 2.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven in een daarvoor aangewezen verzamelgraf en de as wordt verstrooid op de verstrooiingsplaats.

HOOFDSTUK 8. IN STAND HOUDEN HISTORSICHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 20. Lijst

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft en die daardoor een bescherming verdienen.

  • 2.

    Het college stelt een nadere regeling historische grafbedekkingen vast, waarin in elk geval de criteria voor plaatsing op de lijst, de wijze van plaatsing en de wijze van bescherming worden bepaald.

  • 3.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 4.

    Het college beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan na advies ingewonnen te hebben van de daartoe ingestelde adviescommissie.

HOOFDSTUK 9. INRICHTING REGISTER

Artikel 21. Voorschriften

  • 1.

    De administratie bevat een register van diegenen die zijn begraven of waarvan de as is bezorgd. In dit register worden de naam, de geboortedatum en de datum van overlijden opgenomen. Daarbij is vermeld de grafaanduiding en de dag van de begraving of bijzetting.

  • 2.

    De administratie bevat gegevens van alle rechthebbenden en gebruikers met hun namen en adressen en aantekening van hun relatie tot de overledene. Dit register is niet openbaar doch de gegevens van rechthebbenden en gebruikers kunnen worden verstrekt aan derden, indien deze schade lijden door of als gevolg van de grafbedekking van die rechthebbenden en gebruikers.

  • 3.

    De rechthebbenden van particuliere graven en gebruikers van algemene graven zijn verplicht de wijziging van hun NAW-gegevens binnen één maand aan de administratie van de begraafplaats door te geven.

  • 4.

    Het register wordt bijgehouden door de administrateur.

HOOFDSTUK 10. SLOTBEPALINGEN

Artikel 22. Onvoorziene situaties

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet of indien verschil van mening bestaat over de uitleg van haar bepalingen, beslist het college.

Artikel 23. Intrekking oude regeling

De Beheersverordening begraafplaats 2012 Franekeradeel en de Beheersverordening begraafplaatsen 2012 het Bildt worden ingetrokken.

Artikel 24. Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten die genomen zijn krachtens de in voorgaand artikel genoemde verordeningen gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Uitsluitende rechten op particuliere graven en vergunningen, verkregen op grond van de op grond van in voorgaand artikel genoemde verordeningen, blijven van kracht, doch daarvan mag slechts gebruik worden gemaakt met inachtneming van de bij of krachtens deze verordening gestelde regels, voor zover die op deze rechten en vergunningen van toepassing kunnen worden gebracht.

Artikel 25. Strafbepaling

  • 1.

    Degene die handelt in strijd met het in of krachtens de artikelen 3 en 4 bepaalde wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2.

    Overtreding van artikel 3 van de verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 26. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de datum van haar bekendmaking.

Artikel 27. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen Waadhoeke 2020.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de raad van de gemeente Waadhoeke op 28 november 2019,

De voorzitter

De griffier

Naar boven