Leidraad heffing lokale belastingen gemeente Zevenaar

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zevenaar,

 

overwegende dat het wenselijk is om voor de uitvoering van de heffing van gemeentelijke belastingen de uitvoeringsregeling en de beleidsregels opnieuw vast te stellen;

 

gelet op de volgende wetgeving behorende bij:

 

Hoofdstuk 1 Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen

  • op de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen,

  • op artikel 31 van de Invorderingswet 1990,

  • op de artikelen 160, eerste lid, onderdeel b, 231, tweede lid, onderdeel a en derde lid en 237 van de Gemeentewet,

  • op het artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

  • alsmede op het betreffende artikel van de volgende belastingverordeningen van de gemeente,

  • alsmede op het betreffende artikel van de in de gemeente Zevenaar geldende belastingverordeningen, waarin aan het college de bevoegdheid is toegekend nadere regels te geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen;

Hoofdstuk 2 Beleidsregels voor het toekennen van een proceskostenvergoeding

  • op de artikelen 7:15, lid 2 en 7:28, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht,

  • op artikel 2, lid 1, aanhef en onderdeel a van het Besluit proceskosten bestuursrecht juncto onderdeel C.1. van de bij dat besluit behorende bijlage;

  • artikel 24 Invorderingswet.

Hoofdstuk 3 Beleidsregels ambtshalve vermindering

  • op het artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen,

  • op de artikelen 231, 242 en 244 van de Gemeentewet,

  • op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Hoofdstuk 4 Beleidsregels aanwijzen belastingplichtige in een keuzesituatie

  • op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

  • op artikel 253 van de Gemeentewet,

  • op het bepaalde over de belastingplicht in de verordeningen onroerendezaakbelastingen, rioolheffing, afvalstoffenheffing, hondenbelasting, precariobelasting, toeristenbelasting en reclamebelasting.

Hoofdstuk 5 Beleidsregels aanwijzen WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie

  • op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

  • op hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken,

  • op hoofdstuk 4 “Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie”

Hoofdstuk 6 Regeling elektronisch bestuurlijk verkeer

  • op artikel 2:15 van de Algemene wet bestuursrecht

Besluit:

 

vast te stellen de navolgende

 

Leidraad heffing gemeentelijke belastingen gemeente Zevenaar

 

Hoofdstuk 1 Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen

Artikel 1 Algemene bepaling

  • 1.

    Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 31 van de Invorderingswet 1990, artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen in de belastingverordeningen van de gemeente Zevenaar op grond waarvan het college van burgemeester en wethouders nadere regels kan geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen.

  • 2.

    Voor de toepassing van deze regeling worden rechten aangemerkt als gemeentelijke belastingen.

  • 3.

    De op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen bedoeld in artikel 233 van de Gemeentewet, worden voor de toepassing van deze regeling aangemerkt als bij wege van aanslag geheven belastingen, met dien verstande dat wordt verstaan onder de aanslag of de voorlopige aanslag: het gevorderde, onderscheidenlijk het voorlopig gevorderde bedrag. Artikel 2 blijft bij de op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen buiten toepassing.

Artikel 2 Aangifte

  • 1.

    De belastingplichtige voor:

    • a.

      de hondenbelasting;

    • b.

      de toeristenbelasting;

    aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na het verstrijken van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 2.

    Als de belastingplicht voor de hondenbelasting in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen twee weken na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet.

  • 3.

    Als formulier van het aangiftebiljet hondenbelasting wordt vastgesteld:

    • a.

      voor het aanmelden van één of meerdere honden, het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage HB1 opgenomen model;

    • b.

      voor het afmelden van honden, het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage HB1 opgenomen model.

  • 4.

    Als formulier van het aangiftebiljet toeristenbelasting wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage TB1 opgenomen model.

  • 5.

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dienen dein het aangiftebiljet gevraagde gegevens duidelijk, stellig en zonder voorbehoud te worden ingevuld. Het aangiftebiljet wordt ondertekend en met de daarbij gevraagde bescheiden ingeleverd of toegezonden.

Artikel 3 Gebruik nachtverblijfregister ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting

Bij de vaststelling van feiten ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting kan de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar het door belastingplichtige bijgehouden nachtverblijfregister raadplegen.

Artikel 4 Voorlopige aanslag bij de toeristenbelasting

  • 1.

    De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar legt een voorlopige aanslag op, indien het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld, na verrekening van voorheffingen en reeds opgelegde voorlopige aanslagen, zulks naar zijn mening rechtvaardigt.

  • 2.

    De bepaling van het bedrag van een voorlopige aanslag die wordt vastgesteld in het tijdvak waarover de belasting wordt geheven, dan wel na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan, kan:

    voor de toeristenbelasting geschieden op grond van de gegevens die hebben gediend ter vaststelling van de meest recente belastingaanslag over, dan wel met betrekking tot het meest recente tijdvak of kalenderjaar, met dien verstande dat daarbij op benaderende wijze rekening kan worden gehouden met wijzigingen in de wettelijke bepalingen betreffende de heffing van de gemeentelijke belasting alsmede met andere wijzigingen die voor de heffing van de gemeentelijke belasting van belang kunnen zijn. De voorlopige aanslag wordt vastgesteld op 80% van het in de vorige volzin berekende bedrag. Ingeval de belastingplichtige aannemelijk maakt dat het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld lager is dan 80% van het berekende bedrag, wordt de voorlopige aanslag gesteld op dit lagere bedrag.

Artikel 5 Rente

  • 1.

    Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    In afwijking van de in het eerste lid bedoelde regeling wordt geen invorderingsrente in rekening gebracht indien deze in totaal een bedrag van € 23,00 niet te boven gaat.

Hoofdstuk 2 Beleidsregels voor het toekennen van een proceskostenvergoeding

 

Inleiding

Deze beleidsregels brengen lijn in de afdoening van verzoeken om kostenvergoedingen door de heffingsambtenaar. Zij bewerkstelligen dat gelijke gevallen zoveel mogelijk gelijk en ongelijke gevallen zoveel mogelijk, naar de mate van hun ongelijkheid, ongelijk worden behandeld. De beleidsregels zijn bindend voor de heffingsambtenaar. Zij binden de belastingrechter niet; de belastingrechter kan heel goed tot een andere kostenveroordeling komen dan die, welke uit de beleidsregels voortvloeien.

Artikel 1 Zaken die met een wegingsfactor van 1 worden gewaardeerd

Een bezwaar in een zaak die niet tot een van de categorieën van artikel 2 of artikel 3 behoort, zal in beginsel als gemiddeld met een wegingsfactor van 1 gekwalificeerd worden.

 

Onverminderd het bepaalde in het eerste lid heeft de heffingsambtenaar de bevoegdheid om op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht, een lagere of hogere wegingsfactor toe te kennen naarmate de betreffende zaak lichter of zwaarder is dan een gemiddelde zaak.

Artikel 2 Zaken die met een wegingsfactor van 0,5 worden gewaardeerd

  • a.

    Zaken waarin het alleen over de proceskostenvergoeding gaat.

  • b.

    Zaken waarin de inhoud van het bezwaar volledig of nagenoeg uitsluitend is gebaseerd op een bijgevoegd taxatierapport.

  • c.

    Zaken waarin de WOZ-waarde wordt verlaagd vanwege een eigen transactiecijfer vlak voor of na de waardepeildatum.

Artikel 3 Zaken die met een wegingsfactor van 0,25 worden gewaardeerd

  • a.

    Zaken waarin het om een verkeerde tenaamstelling gaat.

  • b.

    Zaken waarin het om een verkeerde adresaanduiding gaat.

  • c.

    Zaken waarin het om een verkeerde belanghebbende gaat.

  • d.

    Zaken waarin het om een pro-forma bezwaarschrift zonder aanvulling gaat.

  • e.

    Zaken waarin het bezwaarschrift niet gemotiveerd is.

Artikel 4 Afwijkende wegingsfactor

Indien de heffingsambtenaar van oordeel is dat toepassing van de in bovenstaande artikelen genoemde wegingsfactor niet in overeenstemming is met de bewerkelijkheid en de gecompliceerdheid van de zaak en de daarmee verband houdende werkbelasting van de rechtsbijstandverlener dient dit in de beslissing op bezwaar uitdrukkelijk gemotiveerd te worden.

Artikel 5 Nadere bepalingen t.a.v. de uitvoering

  • 1.

    Voor de vaststelling van het ontstaan van een recht op te vergoeden kosten die door belanghebbende zijn gemaakt kan een bewijs van gemaakte kosten worden verlangd, bestaande uit een factuur ter zake van verrichtte werkzaamheden van een door hem of namens hem ingeschakelde deskundige.

  • 2.

    Het bedrag aan proceskostenvergoeding wordt in beginsel overgemaakt op het rekeningnummer van belanghebbende. Indien uit de machtiging echter blijkt dat belanghebbende ermee instemt dat de kosten aan de gemachtigde worden uitbetaald, worden de verschuldigde kosten overgemaakt op een door de gemachtigde aangegeven bankrekening.

Hoofdstuk 3 Beleidsregels ambtshalve vermindering

Artikel 1 Reikwijdte en definitie

  • 1.

    Deze beleidsregels gelden bij de heffing van gemeentelijke belastingen in de zin van artikel 219 van de Gemeentewet, met dien verstande dat onder gemeentelijke belastingen mede worden begrepen rechten die door de gemeente kunnen worden geheven.

  • 2.

    Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      de ambtshalve vermindering: de vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belastingen bedoeld in artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 244 van de Gemeentewet;

    • b.

      de belanghebbende: de belastingplichtige of degene die de belasting als hoofdelijk medeaansprakelijke heeft betaald;

    • c.

      de driejaarstermijn: de termijn door welks verloop na het tijdstip van het ontstaan van de belastingschuld of het verlenen van een teruggaaf de bevoegdheid tot het vaststellen van een navorderingsaanslag of een naheffingsaanslag vervalt.

    • d.

      het bedrag van de vermindering: de vermindering van het belastingbedrag vermeerderd met (het daaraan toe te rekenen gedeelte van) de bestuurlijke boete of de kostenopslag, indien een bestuurlijke boete of een kostenopslag is toegepast. Het bedrag van de vermindering wordt berekend per belastingaanslag.

    • e.

      de belastingaanslag: de aanslag bedoeld in artikel 2, derde lid, onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, met dien verstande dat voor de toepassing van deze beleidsregels mede wordt verstaan onder:

      • 1.

        de aanslag, de voorlopige aanslag, de navorderingsaanslag; het gevorderde bedrag, onderscheidenlijk het voorlopig gevorderde, het nagevorderde bedrag;

      • 2.

        het aanslagbiljet: de kennisgeving van het in onderdeel 1. bedoelde bedrag.

    • f.

      de belastingwet: algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels op het gebied van gemeentelijke belastingen.

Artikel 2 Gevallen waarin ambtshalve vermindering wordt verleend

Ingeval het bedrag van de belasting had behoren te zijn vastgesteld op een bedrag dat tenminste € 10,00 per aanslag lager is dan het te hoog vastgestelde bedrag van die belasting, verleent de heffingsambtenaar ambtshalve de vermindering waarvoor de belanghebbende redelijkerwijs in aanmerking komt, indien:

  • a.

    een bezwaarschrift of een verzoekschrift niet ontvankelijk wordt verklaard wegens het te laat indienen van het bezwaarschrift of het verzoekschrift, dan wel om andere redenen van formele aard, of

  • b.

    uit enig feit blijkt dat een belastingaanslag tot een te hoog bedrag is vastgesteld en deze aanslag bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid niet gehandhaafd kan worden.

Artikel 3 Uitzonderingen

Het bepaalde in artikel 2 vindt geen toepassing indien:

  • a.

    ten tijde van het ontvangen van het bezwaarschrift of het verzoekschrift, dan wel op het tijdstip waarop het in artikel 2, onder b, bedoelde feit ter kennis van de heffingsambtenaar komt, de driejaarstermijn is verstreken;

  • b.

    aannemelijk is dat de belanghebbende door opzet of grove schuld de wettelijke termijn voor het indienen van een bezwaarschrift of een verzoekschrift ongebruikt heeft laten verstrijken.

Artikel 4 Jurisprudentie en beleidsbesluiten

  • 1.

    Een uitspraak van de Hoge Raad waarin een toepassing van de belastingwet besloten ligt die voor de belanghebbende gunstiger is dan de bij de heffing van de belasting gevolgde toepassing, leidt niet tot het ambtshalve verlenen van vermindering van belasting indien de belastingaanslag of de voldoening op aangifte onherroepelijk is komen vast te staan voor de dag, waarop de uitspraakdoor de Hoge Raad is gewezen, onderscheidenlijk voor de dagtekening van het beleidsbesluit of andere schriftelijke aanwijzing, tenzij het college van burgemeester en wethouders op dit punt een afwijkende regeling heeft getroffen.

  • 2.

    Hetgeen in het eerste lid is bepaald met betrekking tot een uitspraak van de Hoge Raad is in daartoe leidende gevallen van overeenkomstige toepassing op prejudiciële beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen alsmede op rechterlijke uitspraken van het Hof en andere supranationale colleges.

  • 3.

    Een uitspraak van een rechtbank of gerechtshof is doorgaans geen aanleiding voor het ambtshalve verlenen van vermindering van belasting. Dit lijdt evenwel uitzondering indien het college van burgemeester en wethouders kenbaar heeft gemaakt dat de uitspraak tot richtsnoer moet worden genomen. Het eerste lid is in dat geval van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Mededeling van afwijzing

Indien geen termen aanwezig zijn om ambtshalve een vermindering te verlenen, wordt daarvan gemotiveerd mededeling gedaan in de uitspraak waarin de niet-ontvankelijkheid wordt uitgesproken vaneen bezwaarschrift of een verzoekschrift, bedoeld in artikel 2, onder a.

Hoofdstuk 4 Beleidsregels aanwijzen belastingplichtige in een keuzesituatie

 

Inleiding

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig zijn voor één belastingobject. In de gevallen waarin dat voorkomt, mag de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen worden gesteld. In deze gevallen wordt een voorkeursvolgorde gehanteerd bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Het zijn richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

 

Voorkeursvolgorde eigenarenheffing

  • 1.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één roerende of onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 1.1

      de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

      • 1.1.1

        De vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;

      • 1.1.2.

        De opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoudt van onder- of bovengrondse leidingen heeft;

      • 1.1.3.

        De erfpachter dan wel de beklemde meier;

    • 1.2

      De eigenaar of de appartementsgerechtigde;

    • 1.3

      Degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

  • 2.

    Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 2.1

      Indien er binnen één categorie genothebbenden personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente Zevenaar wonen of gevestigd zijn:

      • 2.1.1

        Degene die ook als gebruiker wordt aangemerkt;

      • 2.1.2

        Degene die in de gemeente woont of is gevestigd;

      • 2.1.3

        Degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

      • 2.1.4

        Een natuurlijke persoon boven een niet-natuurlijke persoon;

      • 2.1.5

        Bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

      • 2.1.6

        Degene die bij team belastingen als genothebbende of gebruiker bekend is;

      • 2.1.7

        De eerstgerechtigde in de volgorde die de basisregistratie kadaster aanhoudt.

    • 2.2

      Indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente Zevenaar wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens elders in Nederland wonen of gevestigd zijn:

      • 2.2.1

        Degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

      • 2.2.2

        Een natuurlijke persoon boven een niet-natuurlijke persoon;

      • 2.2.3

        Bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

      • 2.2.4

        Degene die bij team belastingen als genothebbende of gebruiker bekend is;

      • 2.2.5

        De eerstgerechtigde in de volgorde die de basisregistratie kadaster aanhoudt.

    • 2.3

      Indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Nederland wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens elders in het buitenland wonen of gevestigd zijn:

      • 2.3.1

        Degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

      • 2.3.2

        Degene die bij team belastingen als genothebbende of gebruiker bekend is;

      • 2.3.3

        De eerstgerechtigde in de volgorde die de basisregistratie kadaster aanhoudt.

Voorkeursvolgorde gebruikersheffing

  • 3.

    Met betrekking tot de onroerendezaakbelastingen en de rioolheffing die worden geheven van gebruikers van niet-woningen respectievelijk bedrijfsruimten, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    • 3.1

      Degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van het belastingobject wordt aangemerkt;

    • 3.2

      Degene die het huurcontract van het belastingobject op naam heeft;

    • 3.3

      Degene die volgens het handelsregister het langst het adres van het belastingobject als vestigingsadres voert;

    • 3.4

      Degene die de nutsvoorzieningen van het belastingobject op naam heeft;

    • 3.5

      Degene die bij team Belastingen al als belastingplichtige in de administratie voorkomt;

    • 3.6

      Degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

  • 4.

    Met betrekking tot de rioolheffing van gebruikers van woningen, de afvalstoffenheffing en de hondenbelasting wordt de aanslag in onderstaande volgorde ten name gesteld van:

    • 4.1

      Degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van het belastingobject of van het object waar de hond wordt gehouden, wordt aangemerkt;

    • 4.2

      Degene die volgens de basisregistratie personen het langst staat ingeschreven op het adres van het belastingobject of van het object waar de hond wordt gehouden;

    • 4.3

      De oudste, in geval van gelijktijdige inschrijving op het adres;

    • 4.4

      Degene die bij team Belastingen al als belastingplichtige in de administratie voorkomt;

    • 4.5

      Degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject respectievelijk houder van de hond naar voren komt.

  • 5.

    Indien aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen worden verenigd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die:

    • 5.1

      Ingevolge de onderdelen 1 en 2 kan worden aangewezen;

    • 5.2

      Ingevolge onderdeel 3 kan worden aangewezen;

    • 5.3

      Ingevolge onderdeel 4 kan worden aangewezen;

    • 5.4

      Ingevolge onderdeel 5 kan worden aangewezen.

  • 6.

    De onderdelen 1 tot en met 5 vinden geen toepassing indien:

    • 6.1

      De aanslag kan worden opgelegd aan degene die over het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen en diegene gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;

    • 6.2

      Bij team belastingen bekend is dat één van de belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben en dit er niet toe leidt dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

  • 7.

    Indien de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 8.

    Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

  • 9.

    Indien al een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd, kunnen wijzigingen pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

  • 10.

    Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op een andere wijze, zijn de onderdelen 1 tot en met 9 van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 5 Beleidsregels aanwijzen WOZ-belanghebbende in een keuzesituatie

 

Inleiding

In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat voor een onroerende zaak in de zin van artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) meer personen (gelijksoortige, bijvoorbeeld in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten) belanghebbende zijn. Op grond van artikel24 van de Wet WOZ mag de bekendmaking van de WOZ-beschikking aan een van de belanghebbenden plaatsvinden. De gemeente Zevenaar hanteert een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belanghebbende die de WOZ-beschikking op zijn of haar naam krijgt. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Het zijn richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen, waarbij beoogd is de ontvanger van de WOZ-beschikking gelijk te laten zijn aan de belastingplichtige die de aanslag onroerendezaakbelastingen, rioolheffing of afvalstoffenheffing op zijn of haar naam krijgt.

 

Voorkeursvolgorde

  • 1.

    Op WOZ-beschikkingen ten aanzien van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht zijn de “Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie” zoals die gelden voor de belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht (zie hoofdstuk 4 hiervoor) van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Op WOZ-beschikkingen ten aanzien van gebruikers van niet-woningen zijn de “Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie” zoals die gelden voor de onroerendezaakbelastingen die worden geheven van gebruikers van niet-woningen (zie hoofdstuk 4 hiervoor) van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Op WOZ-beschikkingen ten aanzien van gebruikers van woningen (huurders) zijn de “Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie zoals die gelden voor de rioolheffing en afvalstoffenheffing (zie hoofdstuk 4 hiervoor) van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 6 Regeling elektronisch bestuurlijk verkeer

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    een elektronische handtekening: een via een aanmelding bij DigiD of E-herkenning verkregen gebruiksnaam en wachtwoord;

  • 2.

    de gemeentelijke website: https://www.zevenaar.nl;

  • 3.

    e-formulier: een elektronisch in te vullen en te verzenden formulier dat op de gemeentelijke website is geplaatst ten behoeve van het gebruik van de elektronische weg voor bestuurlijk verkeer;

  • 4.

    DigiD: een landelijk systeem om de identiteit van burgers vast te stellen die via internet diensten afnemen van overheidsinstellingen;

  • 5.

    E-herkenning: een landelijk systeem om de identiteit van ondernemingen vast te stellen die via internet diensten afnemen van overheidsinstellingen;

  • 6.

    PKI-overheid: Public Key Infrastructure, een geavanceerde elektronische handtekening (gebaseerd op een gekwalificeerd certificaat), die kan worden gebruikt door de gemeente Zevenaar wanneer publiekrechtelijke documenten naar de burger of een instelling wordt verzonden;

Artikel 2 Openstelling elektronische weg

Overeenkomstig het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, stellen burgemeester en wethouders van de gemeente Zevenaar de elektronische weg open voor

  • 1.

    bezwaarschriften tegen belastingaanslagen

  • 2.

    ontheffingsverzoeken belastingaanslagen

doch uitsluitend indien speciaal voor de betreffende handeling e-formulieren worden aangeboden op de gemeentelijke website. Tevens staat hiermede de elektronische weg open voor het verzenden van publiekrechtelijke documenten door de gemeente Zevenaar aan natuurlijke of rechtspersonen.

Artikel 3 Verplicht gebruik e-formulieren bij elektronisch verkeer

  • 1.

    Indien bezwaarschriften, aanvragen of andere vormen van bestuurlijk verkeer langs elektronische weg worden ingediend, zoals bedoeld in artikel 2, dan kan dit uitsluitend door middel van de daarvoor bestemde e-formulieren.

  • 2.

    Bij gebruik van de elektronische weg is de elektronische handtekening door middel van DigiD of E-herkenning verplicht, indien het e-formulier in die mogelijkheid voorziet.

  • 3.

    De e-formulieren zijn toegankelijk via de gemeentelijke website.

Artikel 4 Verzending aanvullende informatie

  • 1.

    Aanvullende documenten met betrekking tot een verzoek per e-formulier kunnen tegelijkertijd met het e-formulier worden meegezonden.

  • 2.

    De heffingsambtenaar onderhoudt de contacten met de belanghebbende(n) en derden schriftelijk per post of faxbericht.

  • 3.

    Onder de in het voorgaande lid bedoelde contacten worden in ieder geval begrepen het bevestigen van de ontvangst, het overleggen van aanvullende informatie en de uitnodiging voor het horen.

  • 4.

    Indien een belanghebbende of diens gemachtigde heeft aangegeven dat hij via de elektronische weg voldoende bereikbaar is, kan de heffingsambtenaar naar keuze gebruik maken van de elektronische of de schriftelijke weg voor het bestuurlijk verkeer, waaronder begrepen het overleggen van aanvullende informatie, dat ter voorbereiding van het betreffende besluit wederzijds plaatsvindt.

Artikel 5 Weigering elektronische berichten

  • 1.

    De indiening van een bezwaar dan wel verzoek per e-formulier kan softwarematig worden geweigerd als het bezwaar/verzoek, dan wel een met dat bezwaar/verzoek meegestuurde bijlage een computervirus bij zich draagt. Van de weigering wordt langs elektronische of schriftelijke weg mededeling gedaan.

  • 2.

    De indiening van een bezwaar/verzoek per e-formulier wordt door de heffingsambtenaar geweigerd als het op een andere wijze dan door middel van het artikel 3 bedoelde e-formulier is ingediend. Van de weigering wordt langs elektronische of schriftelijke weg mededeling gedaan.

  • 3.

    De indiening van een verzoek per e-formulier wordt door de heffingsambtenaar geweigerd, indien extreem grote bestanden worden gezonden dan wel bestanden worden gezonden waar specifieke software voor nodig is en waardoor de acceptatie daarvan zou leiden tot onevenredige belasting van de organisatie. Van de weigering wordt langs elektronische of schriftelijke weg mededeling gedaan.

  • 4.

    De indiening van een verzoek per e-formulier wordt door de heffingsambtenaar geweigerd, indien de betrouwbaarheid en vertrouwelijkheid van een bericht naar het oordeel van de heffingsambtenaar onvoldoende gewaarborgd is. Van de weigering wordt langs elektronische of schriftelijke weg mededeling gedaan.

  • 5.

    Wanneer de indiening van een bezwaar/verzoek wordt geweigerd dan krijgt de indiener een herstelverzuim brief. Als de aanvrager niet (voldoende) gebruik maakt van de herstelmogelijkheid dan kan het besluit volgen om het bezwaar/verzoek niet in behandeling te nemen.

Artikel 6 Ondertekening e-formulieren

  • 1.

    Als elektronische handtekening, als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht, wordt aangemerkt de uitgegeven toegangscode (DigiD of E-herkenning) tot de webserver, waarop langs officiële weg e-formulieren van de gemeente worden aangeboden.

  • 2.

    Aan het vereiste van ondertekening van een bezwaarschrift/verzoekschrift is alleen voldaan als het e-formulier wordt verzonden vanaf de via de elektronische handtekening toegankelijke site.

  • 3.

    Een langs elektronische weg verzonden bezwaarschrift/verzoekschrift, dat op andere wijze is ondertekend dan in het eerste lid is omschreven, wordt geweigerd, waarbij indien mogelijk de indiener of diens gemachtigde schriftelijk gelegenheid wordt gegeven voor verzuimherstel.

Artikel 7. Digitaal versturen en ondertekenen van documenten door de gemeente

  • 1.

    Een door de gemeente Zevenaar langs elektronische weg verzonden officieel document wordt ondertekend met een digitaal gewaarmerkte handtekening, bijvoorbeeld PKI-overheid. Deze handtekening is gebaseerd op een gekwalificeerd certificaat dat is afgegeven door een certificatiedienstverlener die voldoet aan de eisen van de Telecommunicatiewet.

  • 2.

    De gemeente Zevenaar kan documenten digitaal beschikbaar stellen door middel van gebruikmaking van een online portaal via de website van de gemeente. In dat geval vervalt de ondertekening van lid 1.

Artikel 8 Tijdstip ontvangst van bestuurlijk verkeer langs elektronische weg

Als tijdstip waarop een bezwaar/verzoek per e-formulier door de heffingsambtenaar is ontvangen, geldt het tijdstip waarop het bericht de webserver, waarop langs officiële weg e-formulieren van de gemeente worden aangeboden, heeft bereikt.

Artikel 9 Tijdstip verzending van bestuurlijk verkeer langs elektronische weg

Als tijdstip van verzending van een elektronisch document door de gemeente Zevenaar geldt het tijdstip waarop het bericht een systeem heeft bereikt, waarop de gemeente geen controle heeft. De gemeente kan het bericht dan niet meer terughalen, bewerken of wijzigen. Dit is in bijzonder van belang als vanaf dat tijdstip termijnen gaan lopen, zoals bij de verzending van besluiten of voor de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een besluit. Het is niet van belang of het bericht ook daadwerkelijk bij de geadresseerde is aangekomen, voldoende is dat het bericht zich buiten het bereik van de gemeente bevindt.

Hoofdstuk 7 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

Artikel 1 Overgangsrecht

Alle eerder genomen collegebesluiten en besluiten van de heffingsambtenaar op het terrein van de uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen en de beleidsregels gemeentelijke belastingen worden ingetrokken met ingang van de in artikel 2 genoemde datum van inwerkingtreding, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 2 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

Artikel 3 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Leidraad heffing lokale belastingen gemeente Zevenaar.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 8 oktober 2019.

De burgemeester,

Lucien van Riswijk

De secretaris,

Michel Tromp

AANGIFTEBILJET TOERISTENBELASTING @belastingjaar@

 

 

Datum van uitreiking :

 

 

Dit aangiftebiljet moet volledig ingevuld en ondertekend worden teruggezonden voor @datum@

 

Naam:

 

1

Indien de hierboven vermelde tenaamstelling en/of adres niet juist zijn (is), dan hiernaast de juiste gegevens vermelden.

 

 

_________________________________________

 

_________________________________________

 

_________________________________________

2a

Ik doe hierbij aangifte van het in @belastingjaar@ tegen een vergoeding bieden van gelegenheid tot het overnachten aan derden.

 

 

□ Ja

□ Nee

2b

Ik verzoek het aantal overnachtingen van genoemde onderkomens in 3a, b en c ingevolge artikel 5 , lid 2 van de verordening toeristenbelasting forfaitair vast te stellen conform onderstaande opgave (alleen mogelijk bij particulier verhuurde woningen en/of recreatiewoningen of vergelijkbare andere onderkomens, vaste standplaatsen en volgtijdige standplaatsen).

 

 

 

 

□ Ja (ga verder naar 3)

□ Nee (ga verder naar 4)

3a

Het aantal particulier verhuurde woningen en/of recreatiewoningen dan wel vergelijkbare onderkomens heeft bedragen:

____ (aantal) woningen met 1 slaapplaats

____ (aantal) woningen met 2 slaapplaatsen

____ (aantal) woningen met 3 slaapplaatsen

____ (aantal) woningen met 4 slaapplaatsen

____ (aantal) woningen met 5 slaapplaatsen

____ (aantal) woningen met 6 slaapplaatsen

____ (aantal) woningen met _ slaapplaatsen

 

b

Het aantal verhuurde vaste standplaatsen heeft bedragen:

 

_________________________________________

 

c

Het aantal verhuurde volgtijdige standplaatsen heeft bedragen:

 

 

_________________________________________

d

Van de onder 3a, b en c bedoelde onderkomens zijn de volgende aantallen uitsluitend verhuurd of in gebruik door in het bevolkingsregister van de gemeente Zevenaar ingeschreven personen:

 

Van a ___________________________________

 

Van b ___________________________________

 

Van c ___________________________________

 

 

 

 

 

 

 

 

Alleen invullen indien heffing (deels) dient plaats te vinden naar het werkelijk aantal overnachtingen.

 

4

Uit de overlegde bescheiden blijkt dat het aantal overnachtingen waarvoor tegen vergoeding gelegenheid is geboden tot verblijf heeft bedragen:

Aantal overnachtingen x aantal personen

 

 

 

___________________________________

 

4a

Hiervan bedroeg het aantal overnachtingen door in het bevolkingsregister van de gemeente Zevenaar ingeschreven personen:

 

 

__________________________________

5

Naam en functie van degene die dit formulier heeft ingevuld of onder wiens verantwoordelijkheid dit is geschied:

 

 

Naam :_______________________________

 

 

Functie :_______________________________

 

 

Telefoon :_______________________________

 

 

 

 

De ondergetekende, eigenaar en/of exploitant van het in de aanhef bedoelde bedrijf verklaart dit aangiftebiljet duidelijk, stellig en zonder voorbehoud en naar waarheid te hebben ingevuld.

 

_______________________

_______________________

______________________

(Plaats)

(Datum)

(Handtekening)

 

Op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is de gemeente Zevenaar verplicht u te melden, dat de door u verstrekte gegevens slechts worden gebruikt voor: het heffen en invorderen van belastinggelden; het organiseren van de ontvangst en verzending van de documenten; de behandeling, de aanmaak, de afdoening en archivering van documenten; intern beheer; het behandelen van geschillen en het doen uitoefenen van de accountantscontrole.

Naar boven