Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente, Hollands Kroon 2019

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    raadslid: lid van de gemeenteraad;

  • 2.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd;

  • 3.

    fractieondersteuner: inwoner als bedoeld in het Reglement van Orde van de gemeenteraad Hollands Kroon die de fractie kan vertegenwoordigen tijdens alle vergaderingen behoudens raadsvergaderingen en volgens gemeentelijke verordeningen uitgesloten bijeenkomsten;

  • 4.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

 

Artikel 2 Toelage raadslid onderzoekscommissie (en bijzondere commissie)

  • 1.

    Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van 25% van de maandelijkse vergoeding per maand. (De toelage is per jaar maximaal driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.);

  • 2.

    Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van de activiteiten van de commissie een toelage toegekend van maximaal € 120 per maand.

 

Artikel 3 Reis- en verblijfkosten raads-, commissieleden en fractieondersteuners voor reizen buiten de gemeente

  • 1.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raads-, commissielid of fractieondersteuner vergoed:

    • 1.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • 2.

      bij gebruik van een eigen auto wordt vergoed conform de kilometervergoeding die het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties vaststelt;

  • 2.

    Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raads-, commissielid of fractieondersteuner bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed;

  • 3.

    Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed;

  • 4.

    Het aantal kilometers bij gebruik van een eigen auto wordt vastgesteld aan de hand van de Falk routeplanner;

  • 5.

    Als een raads-, commissielid of fractieondersteuner een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld;

  • 6.

    De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raads-, commissielid of fractieondersteuner maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

 

Artikel 4 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raadsleden

  • 1.

    Een raadslid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing, op kosten van de gemeente, in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een aanvraag in bij de griffer vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie;

  • 2.

    De griffier beslist, eventueel na overleg met de fractievoorzitters, op de aanvraag op basis van de overlegde stukken;

  • 3.

    De raad kan nadere beleidsregels vaststellen.

 

Artikel 5 Informatie- en communicatievoorzieningen raads-, commissieleden en fractieondersteuners

  • 1.

    Een raads-, commissielid of fractieondersteuner tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Een raads-, commissielid of fractieondersteuner levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 6 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

 

Artikel 7 Betaling vaste vergoedingen

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers per kwartaal plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

      

Artikel 8 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • 1.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur;

    • 2.

      betaling vooruit uit eigen middelen;

    • 3.

      Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken;

    • 4.

      Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen drie maanden na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

 

Artikel 9 Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden Hollands Kroon 2017 wordt ingetrokken.

 

Artikel 10 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie en met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2019.

 

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Hollands Kroon 2019.

   

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Hollands Kroon, 20 juni 2019,

  

griffier voorzitter

           

Toelichting verordening rechtspositie raads- en commissieleden, gemeente Hollands Kroon 2019

 

ALGEMEEN DEEL

Wettelijke regelingen

In de wet en nadere regelgeving zijn alle van belang zijnde onderwerpen geregeld betreffende de rechtspositie van gemeentelijke politieke ambtsdragers. In de Gemeentewet is aangegeven dat de nadere invulling van de rechtspositie van raads- en commissieleden alsmede de financiële voorzieningen moeten worden geregeld bij of krachtens de wet (AMvB en ministeriële regeling). Deze nadere regeling is vastgelegd in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. In de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers zijn de (onkosten)vergoedingen nader uitgewerkt.

 

Hoofdlijnen gemeentelijke verordening

In deze verordening zijn alleen bepalingen opgenomen inzake de rechtspositie van raadsleden en leden van gemeentelijke commissies zover die niet dwingend geregeld zijn in hogere wet- en regelgeving. De grondslag hiervoor is te vinden in de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers. Bij de laatste moderniserings- en harmoniseringsoperatie (Staatsblad 15 oktober 2018), betreffende de rechtspositiebesluiten voor decentrale politieke ambtsdragers zijn er wederom een aantal bepalingen imperatief in hogere wet- en regelgeving vastgelegd. De overweging hierbij is dat het bestuurlijk wenselijk is om de voorzieningen zoals vergoedingen, tegemoetkomingen en andere rechtspositionele aanspraken voor decentrale politieke ambtsdragers dwingendrechtelijk in hogere wet- en regelgeving vast te leggen om politieke discussies te voorkomen. Dit betekent dat er voor gemeenten minder ruimte is om lokaal bij verordening van wettelijke regelingen af te wijken.

Indien een gemeente besluit om bij verordening voorzieningen voor politieke ambtsdragers te regelen, zijn een aantal regels van belang.

In artikel 99 Gemeentewet is bepaald dat ’buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend’, ontvangen de leden van de raad en/of door de raad ingestelde commissie (in de zin van artikel 82, 83 of 84 Gemeentewet) als zodanig geen andere vergoedingen en tegemoetkomingen ten laste van de gemeente. Deze verordening vormt een (nadere) uitwerking van de bij of krachtens de wet toegekende vergoedingen en tegemoetkomingen.

De arbeidsverhoudingen en fiscale positie

Raadsleden en commissieleden hebben geen dienstbetrekking bij de gemeente. De gemeente is dus niet de werkgever. Dat betekent bijvoorbeeld dat zij voor zover het betreft het raadslidmaatschap niet vallen onder de werknemersverzekeringen zoals de Werkloosheidswet (WW), Ziektewet (ZW) en de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Omdat er geen sprake is van een dienstbetrekking vallen raads- en commissieleden niet onder de Wet op de loonbelasting 1964 maar worden hun inkomsten belast in de Wet inkomstenbelasting 2001. Wel kunnen raads- en commissieleden opteren voor de loonbelasting als voorheffing door samen met de gemeente te kiezen voor het fictief werknemerschap, het zogenaamde opting-in. Het fictief werknemerschap kan worden aangevraagd met behulp van een opting-in verklaring bij de Belastingdienst.

Als de raads- en commissieleden en gemeente niet kiezen voor het fictief werknemerschap, dan geldt dat de onkostenvergoedingen en raadsvergoeding als inkomsten moeten worden verantwoord en mogen de (beroeps)kosten die worden gemaakt worden afgetrokken. Het resultaat zal het raads- of commissielid moeten verantwoorden in de aangifte inkomstenbelasting, onder de post inkomsten uit overige werkzaamheden.

De gemeente dient jaarlijks alle betalingen en verstrekkingen voor de raads- en commissieleden die niet als fictief werknemerschap te kwalificeren zijn op grond van deze verordening aan de Belastingdienst door te geven middels een formulier IB-47.

Omdat raads- en commissieleden op persoonlijke titel worden gekozen, zijn zij niet aan te merken als (fiscaal) ondernemer. Er hoeft dan ook geen VAR-verklaring/ Modelovereenkomst ZZP overgelegd te worden aan de gemeente.

 

De Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) is niet van toepassing op raads- en commissieleden.

 

Ten aanzien van de voorzieningen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden geldt dat dit via de verordening geregeld kan worden. De betreffende mogelijkheid is opgenomen om met name de positie van raadsleden in de grote gemeenten (100.000 plus gemeenten) te versterken. In die gemeenten is raadswerk een bijna voltijdsfunctie, terwijl in Hollands Kroon het raadswerk als nevenfunctie beschouwd moet worden. Derhalve is dit artikel niet in de verordening opgenomen.

 

Reiskostenvergoeding binnen de gemeente

Artikel 3.1.7 van het rechtspositiebesluit ten laste van de gemeente aanspraak gemaakt kan worden op een vergoeding van:

a. Reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de gemeenteraad en commissies, en

b. Reis- en verblijfskosten voor reizen binnen de gemeente gemaakt voor de uitoefening van de functie.

Voor de uitvoering hiervan gelden de regels van artikel 3 van deze verordening.

   

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

 

Artikel 1 Definitiebepalingen

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

 

Artikel 2 Toelage lid onderzoekscommissie (en bijzondere commissie) van raadsleden

Dit artikel betreft de toelagen voor de raadsleden die lid zijn van zogenaamde ‘zware commissies’. Het is de gemeenteraad die besluit ter uitvoering van zijn taken en verantwoordelijkheden een bijzondere commissie in te stellen met een zodanig belang, belasting en tijdsbeslag dat die niet redelijkerwijs tot het reguliere werk van een raadslid geacht wordt te behoren. Voorbeelden hiervan zijn: de vertrouwenscommissie, de rekenkamerfunctie en de onderzoekscommissie, zoals deze in de Gemeentewet specifiek zijn omschreven. De vaststelling dat er sprake is van een dergelijke bijzondere commissie, met deze financiële gevolgen, moet bij verordening plaatsvinden. Daarbij moet gemotiveerd worden dat het lidmaatschap van deze commissies duidelijk meerwerk is naast het reguliere lidmaatschap van de gemeenteraad. Voor de hoogte van de toelage voor het werk in de eerdergenoemde drie zware commissies wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds de vertrouwenscommissie en de rekenkamerfunctie, en anderzijds de onderzoekscommissie.

Wat betreft de hoogte van de toelagen voor het lidmaatschap van de vertrouwenscommissie en de rekenkamerfunctie geldt een vast (belast) bedrag van € 120 per maand. Het bedrag wordt naar rato van de duur van de activiteiten toegepast. Zolang een commissie «slapend» is, althans niet actief, ontvangen de leden geen toelage: niet de duur van het lidmaatschap is van belang, maar de duur van de activiteiten.

 

Artikel 3 Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente

Ingevolge artikel 96, in samenhang met artikel 97, van de Gemeentewet kunnen kosten voor (dienst)reizen buiten het grondgebied van de gemeente alleen op basis van een verordening van de gemeenteraad worden vergoed. In deze bepaling is bij verordening geregeld dat raads- en commissieleden een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente kunnen krijgen ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur. Onder reizen “buiten de gemeentegrenzen” kunnen ook de buitenlandse dienstreizen worden geschaard. De naar redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten voor dienstreizen in het buitenland, die door of vanwege de gemeente zijn georganiseerd komen ook voor vergoeding in aanmerking. De raadsleden in Hollands Kroon hebben tot op heden nog nooit een buitenlandse dienstreis gemaakt. De vergoeding voor noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten is daarom niet nader ingevuld.

Voor de berekening van het aantal gereden kilometers met de eigen auto wordt uitgegaan van de Falk routeplanner. De gemeentelijke organisatie hanteert voor het personeel en bij de uitvoering van haar wettelijke taken ook deze routeplanner. Hoewel er vele routeplanners beschikbaar zijn, is het wenselijk om vast te leggen van welke routeplanner gebruikgemaakt wordt.

 

Artikel 4 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

Voor raads- en commissieleden is expliciet bepaald dat de kosten voor niet-partijpolitiek georiënteerde functionele scholing, zoals deelname aan congressen en opleidingen, ten laste kunnen worden gebracht van de gemeente. Partijpolitieke scholing komt niet voor vergoeding door de gemeente in aanmerking. De inhoud van de scholing is bepalend of deze al dan niet partijpolitiek georiënteerd is. Wanneer scholing verzorgd wordt door een politieke partij betekent dat niet automatisch dat die scholing partijpolitiek georiënteerd is. Om in aanmerking te komen voor vergoeding van de scholingskosten, moet gemotiveerd worden dat het gaat om functiegerichte scholing. Scholing is functiegericht als zij beoogt de voor de functie benodigde vakkennis en vaardigheden te verwerven dan wel actueel te houden. Scholing is partijpolitiek georiënteerd als zij geheel of gedeeltelijk tot doel heeft betrokkene op te leiden in het gedachtegoed van de desbetreffende partij; dergelijke scholing wordt dus niet vergoed.

Overigens kan de gemeente ook zelf functiegerichte scholing (laten) verzorgen. Die kosten komen ten laste van de gemeente.

 

Er is ruimte voor lokale accenten. Op grond van het tweede lid kan de raad nadere regels stellen voor de scholing van zijn leden. Deze nadere regels kunnen bijvoorbeeld in een scholingsplan komen te staan. In dit plan kunnen procedureregels voor individuele scholingsverzoeken worden opgenomen als ook regels over de hoogte van de tegemoetkoming. Dit plan kan vervolgens als handvat dienen bij toetsing van individuele scholingsaanvragen. Het beoordelen van en/of fiatteren van scholingsaanvragen is gemandateerd aan de griffier. Bij discutabele verzoeken zal het overleg van fractievoorzitters worden geraadpleegd.

 

Artikel 5 Informatie- en communicatievoorzieningen

Het college van burgemeester en wethouders stelt ten laste van de gemeente aan een raads- /commissielid of fractieondersteuner voor de duur van de uitoefening van zijn functie de noodzakelijke informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking. Onder informatie- en communicatievoorzieningen wordt ook verstaan een smartphone, een computer en de daarbij behorende (internet)abonnementen. Er mag slechts één computer verstrekt worden. Een computer is een desktop, laptop, tablet- of minicomputer. Een smartphone is niet te kwalificeren als computer, echter gelet op het feit dat het raadslidmaatschap in Hollands Kroon een nevenfunctie is en de abonnementskosten uit de onkostenvergoeding kunnen worden betaald, wordt er geen smartphone in bruikleen gegeven.

In Hollands Kroon wordt aan raadsleden al langer een tablet in bruikleen verstrekt. De nieuwe verordening brengt hier geen verandering in. Na afloop van de bruikleenperiode moeten de communicatiemiddelen ingeleverd worden bij de gemeente. Eventuele overname van de tablet aan het einde van de bestuursperiode, al dan niet tegen restwaarde, is niet toegestaan. De overweging hierbij is, dat het risico van datalekken zoveel als mogelijk moet worden voorkomen. Politieke ambtsdragers hebben veel informatie op hun tablet staan. Bij overname is de gemeente de regie hierover kwijt, ook als de apparaten zijn geschoond.

 

Artikel 6 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

In het kader van de werkkostenregeling op grond van artikel 31 Wet op de Loonbelasting 1964 zijn een aantal vergoedingen in het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de verordening aangewezen als eindheffingsbestanddeel. De gemeente draagt in dat geval de loonbelasting, waardoor de vergoeding belastingvrij (netto) aan de politieke ambtsdrager kan worden overgemaakt. Anders worden deze door de Belastingdienst als loon gezien en moet hierover bij de politieke ambtsdragers loonbelasting worden ingehouden. In het kader van de werkkostenregeling kan in de financiële administratie worden aangegeven of een verstrekking of vergoeding onder de gerichte vrijstellingen, intermediaire kosten of onder de nihil-waarderingen valt.

Gemeenten mogen daarnaast een verstrekking of vergoeding in de vrije ruimte - tot 1,2% fiscale loonsom - onderbrengen zonder fiscale consequenties. Indien de grens van 1,2% wordt overschreden, zal de gemeente 80% eindheffing moeten betalen.

 

Artikel 7 Betaling vaste vergoedingen, en artikel 8. Declaratie van onkosten

Het Rechtspositiebesluit en de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers regelen wanneer de vergoedingen en onkosten betaald moeten worden aan raads- en commissieleden. Daar waar geen expliciete termijn is genoemd, kunnen deze artikelen uitkomst bieden. De betaling van onkosten kan worden voorgeschoten uit eigen middelen, later gedeclareerd worden of de factuur wordt rechtstreeks naar de gemeente verstuurd conform de afspraken die hierover binnen Hollands Kroon zijn gemaakt.

 

Artikel 8

Zie toelichting bij artikel 7.

 

Artikel 9 Intrekking oude verordening

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

 

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

 

Artikel 11 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen verdere toelichting.

 

[HollandsKroon] [20 juni 2019]

Namens deze:

Griifier Voorzitter

Naar boven