Geheimhoudingsprotocol gemeente Groningen 2019

De raad van de gemeente Groningen

 

Gelezen het voorstel van de klankbordgroep herindeling Groningen, Haren, Ten Boer

Besluit vast te stellen het:

 

Geheimhoudingsprotocol Groningen 2019

 

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1:1 Geheimhouding als uitzondering

  • 1.

    In de informatievoorziening van college cq. burgemeester naar raad, en in de beraadslagingen tussen college c.q. burgemeester en raad is openbaarheid de regel en geheimhouding de uitzondering.

  • 2.

    Ook overigens geldt als uitgangspunt het algemeen belang van de openbaarheid van bestuurlijke informatie.

  • 3.

    De keuze voor geheimhouding dient altijd te worden verantwoord, zoveel mogelijk in het openbaar.

Artikel 1:2 Wettelijke kaders voor geheimhouding

  • 1.

    De Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) geeft in artikel 10 en 11 de gevallen aan waarbij de openbaarheid van bestuur kan worden beperkt.

  • 2.

    De Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) bepaalt in artikel 2:5 dat een geheimhoudingsplicht geldt voor alle gegevens waarvan iemand het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden.

  • 3.

    Het Wetboek van Strafrecht (WvS) bepaalt in artikel 272 de strafbaarheid van het schenden van geheimen.

  • 4.

    De Gemeentewet (GW) bepaalt in artikel 23 en 24 de regels voor besloten raadsvergaderingen, in artikel 25 de regels voor het opleggen, bekrachtigen en opheffen van geheimhouding, en in artikel 86 de regels voor besloten commissievergaderingen.

  • 5.

    De Gemeentewet (GW) bepaalt in artikel 54 dat collegevergaderingen in principe met gesloten deuren plaatsvinden, bepaalt in artikel 55 de regels voor het opleggen en opheffen van geheimhouding over het in collegevergaderingen besprokene of over aan het college overgelegde stukken, en in artikel 60 de regels voor kennisgeving van beslissingen van het college aan de raad en het openbaar maken van besluitenlijsten van collegevergaderingen.

  • 6.

    De Gemeentewet (GW) bepaalt in artikel 81 de regels voor kennisgevingen van beslissingen van de burgemeester aan de raad.

Artikel 1:3 Gemeentelijke kaders voor geheimhouding

  • 1.

    In het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad (RvO GR) worden in de artikelen 47 - 50 de regels voor besloten vergaderingen en geheimhouding nader uitgewerkt.

  • 2.

    In het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college (RvO BW) wordt in artikel 7 bepaald dat het college kan besluiten een openbare vergadering te houden.

  • 3.

    In de Gedragscode politiek ambtsdragers (GPA) worden in de artikelen 8-10 nadere afspraken gemaakt m.b.t. de openbaarheid van bestuur, geheimhouding en gebruik van informatie.

Hoofdstuk 2 Geheimhouding van stukken en besluiten

Artikel 2:1 Geheim en vertrouwelijk

  • 1.

    In het verkeer tussen college c.q. burgemeester en raad wordt de term 'geheim' wel, en 'vertrouwelijk' niet gehanteerd.

  • 2.

    Informatie van het college c.q. burgemeester is openbaar, of zij is geheim.

  • 3.

    Ten aanzien van informatie waarover geen geheimhouding is opgelegd geldt dat zij in principe openbaar is, met inachtneming van AWB 2:5 en WvS 272 (zie hierboven onder 2.)

  • 4.

    Privacygevoelige informatie mag niet op het openbare internet worden gepubliceerd. Deze is alleen voor leden van de raad beschikbaar, via een aan hen daarvoor ter beschikking gestelde inlogcode. Indien dat naar het oordeel van het college mogelijk is, kan een geanonimiseerde versie van het document dat de informatie bevat op het openbare deel van het RIS worden geplaatst.

Artikel 2:2 Openbaarmaking collegebesluiten

  • 1.

    Het college maakt een door hem genomen besluit openbaar, tenzij het en voor zover het gemotiveerd geheimhouding oplegt op grond van art. 55 of art. 60.3 van de Gemeentewet.

  • 2.

    Betreft de geheimhouding informatie die in enigerlei vorm aan de raad wordt overlegd, dan wordt de geheimhouding door het college opgelegd, onder verwijzing naar art. 25 Gemeentewet en met het gelijktijdige verzoek aan de raad de geheimhouding te bekrachtigen.

  • 3.

    Indien de reden van geheimhouding zich daar niet tegen verzet, wordt het besluit tot geheimhouding opgenomen in de besluitenlijst.

Artikel 2:3 Informatie aan raad, leden van de raad, en commissie

  • 1.

    GW art. 25 maakt onderscheid tussen stukken aan de raad en stukken aan leden van de raad; aangezien het college c.q. de burgemeester in Groningen stukken aan de raad altijd adresseert 'aan de leden van de raad' gelden stukken aan 'de leden van de raad' als zijnde aan de raad, met de daarbij behorende procedure.

  • 2.

    GW art. 86 bepaalt t.a.v. commissiestukken een andere procedure dan t.a.v. raadsstukken; aangezien in Groningen commissiestukken naar de hele raad gaan en opgelegde geheimhouding in de commissie niet geldt t.o.v. andere raadsleden, zij hier met nadruk vermeld dat stukken voor de commissie gelden als zijnde stukken voor de raad, met de daarbij behorende procedure

Artikel 2:4 Opleggen geheimhouding

  • 1.

    Het college legt enkel geheimhouding op als een belang genoemd in artikel 10 WOB in geding is, of als er anderszins een wettelijke grondslag voor is.

  • 2.

    Het college legt geen geheimhouding op over een compleet document (brief, voorstel of bijlage daarbij) als het ook mogelijk is de geheimhouding te beperken tot specifieke delen of aspecten daarvan.

  • 3.

    In geval van gedeeltelijk opgelegde geheimhouding levert het college zo mogelijk twee exemplaren van het document aan, een met en een zonder de geheime delen of aspecten.

  • 4.

    In geval van opgelegde geheimhouding (geheel of gedeeltelijk) vermeldt het college altijd in zwarte kapitalen bovenaan het document dat hiervan sprake is, onder verwijzing naar de relevante bepaling uit de Gemeentewet.

  • 5.

    Als het college geheimhouding oplegt aan de raad conform art. 25 GW, wordt deze geacht ook voor de leden van het college te gelden.

Artikel 2:5 Bekrachtigen geheimhouding

  • 1.

    Als ten aanzien van (een deel van) een raadsvoorstel respectievelijk een brief aan de raad door het college geheimhouding is opgelegd, wordt aan het besluit van de raad over het voorstel cq. de brief toegevoegd dat de opgelegde geheimhouding wordt bekrachtigd. Het besluit tot geheimhouding wordt in de nota of de brief gemotiveerd en zo mogelijk voorzien van een horizonbepaling. Het voorstel of de brief zijn via een aangebracht opschrift herkenbaar als geheim.

  • 2.

    Een horizonbepaling kan bevatten een conditie waaronder of een datum waarop geheimhouding geacht wordt te zijn opgeheven (onverlet de mogelijkheid de datum bij gemotiveerd besluit te verlengen). Is een dergelijke bepaling niet mogelijk dan wordt opgenomen "tot een nader te bepalen moment".

  • 3.

    Aan het agendapunt 'lijst van ingekomen stukken' wordt de bekrachtiging van de geheimhouding t.a.v. genoemd stuk dan als apart besluitpunt toegevoegd.

  • 4.

    Een besluit tot bekrachtiging van opgelegde geheimhouding dient te worden genomen in de eerstvolgende raadsvergadering (die door meer dan de helft van de leden wordt bezocht) na ontvangst van het desbetreffende stuk.

Artikel 2:6 Publicatie geheime raadsstukken

Geheime raadsstukken worden wel op het RIS geplaatst maar zijn alleen toegankelijk via een inlogcode, die slechts verstrekt worden aan raads- en commissieleden, fractiemedewerkers, griffiemedewerkers, leden van het college en een beperkt aantal direct betrokken ambtenaren.

Hoofdstuk 3 Vergaderen in beslotenheid

Artikel 3:1 Openbare aankondiging en opening

  • 1.

    Raads- en commissievergaderingen zijn in principe openbaar; ze worden in ieder geval in het openbaar aangekondigd en geopend.

Artikel 3:2 Het sluiten van de deuren

  • 1.

    Op verzoek van tenminste een vijfde deel van het aantal aanwezige leden dan wel als de voorzitter dit nodig oordeelt worden de deuren gesloten.

  • 2.

    Als de deuren worden gesloten besluit de vergadering of er naast de raads- of commissieleden zelf en de betrokken leden van het college nog anderen aanwezig mogen zijn (bijv. betrokken ambtenaren en de notulist).

  • 3.

    Als de deuren worden gesloten, zorgt de griffie ervoor dat de uitzending via internet wordt stopgezet en dat de vergadering niet langer in de nevenruimtes is te volgen.

  • 4.

    De notulist maakt van het besloten deel een apart, geheim verslag, dat achter inlogcode op het RIS wordt geplaatst; in dit verslag dienen de namen van alle aanwezigen te worden opgenomen. De vaststelling van dit verslag dient eveneens achter gesloten deuren plaats te vinden, tenzij dit zonder open aanmerkingen kan gebeuren.

Artikel 3:3 Vergaderen achter gesloten deuren

  • 1.

    Nadat de deuren zijn gesloten geeft de voorzitter eerst het voorstel om met gesloten deuren te vergaderen in bespreking; alleen als de raad cq. de commissie in meerderheid hiermee instemt zaI daadwerkelijk met gesloten deuren worden vergaderd; zo niet, dan zullen de deuren weer worden geopend.

Artikel 3:4 Opleggen geheimhouding

  • 1.

    Als de bespreking achter gesloten deuren is afgerond, stelt de voorzitter voor - alvorens de deuren weer te openen - om geheimhouding op te leggen over het tijdens het besloten deel behandelde en over de stukken die tijdens dat deel aan de raad c.q. de commissie zijn overgelegd; in principe dient dat alleen te gebeuren als een belang genoemd in artikel 10 WOB in geding is, of er een andere wettelijke grondslag voor is; genoemde stukken worden - wanneer zulks wordt besloten - achter inlogcode op het RIS geplaatst.

Artikel 3:5 Collegevergaderingen

  • 1.

    Het college vergadert achter gesloten deuren.

  • 2.

    De besluiten die tijdens de collegevergadering worden genomen zijn openbaar, tenzij geheimhouding is opgelegd conform art. 25, art. 55 of art. 60.3 Gemeentewet. De geheimhouding kan ook een deel van een besluit betreffen.

  • 3.

    Het college kan besluiten tot een openbare vergadering; in dat geval maakt hij dit minimaal 24 uur van tevoren aan de raad en de lokale pers bekend.

Hoofdstuk 4 Opheffen geheimhouding over stukken en vergaderingen

Artikel 4:1 Lijst geheime stukken en vergaderingen

  • 1.

    De griffier houdt een lijst bij van alle stukken ten aanzien waarvan het college c.q. de burgemeester geheimhouding heeft opgelegd, voor zover de raad die geheimhouding heeft bekrachtigd, alsmede van alle besloten vergaderingen en van alle stukken die tijdens een besloten vergadering zijn overgelegd en waarover geheimhouding is opgelegd.

  • 2.

    De gemeentesecretaris houdt een lijst bij van alle collegestukken en - besprekingen waarover geheimhouding is opgelegd.

  • 3.

    Genoemde lijsten bevatten in ieder geval voor zover van toepassing de datum van het stuk, de datum van de raadsvergadering waarin de geheimhouding is bekrachtigd c.q. de collegevergadering waarin de geheimhouding is opgelegd, en de horizonbepaling c.q. de datum waarop de geheime status wordt beëindigd.

Artikel 4:2 Horizonbepalingen

  • 1.

    De griffier houdt de horizonbepalingen m.b.t. geheime raadsstukken en -vergaderingen in de gaten. Ruim voordat de daarin genoemde datum nadert, meldt hij aan het college dat hij voornemens is de desbetreffende stukken daarna openbaar te maken. Het college kan daarop besluiten volgens de eerder genoemde procedure opnieuw voor een periode geheimhouding op te leggen. Gebeurt dat niet, dan zet de griffier de geheime stukken na afloop van de in de horizonbepaling genoemde datum op het openbare deel van RIS, en doet daarvan mededeling aan de raad en het college c.q. de burgemeester.

  • 2.

    De gemeentesecretaris doet voor zover van toepassing hetzelfde m.bt. geheime collegestukken en -vergaderingen.

Artikel 4:3 Jaarlijkse check

  • 1.

    De griffier stuurt de lijst geheime stukken en vergaderingen van de raad een keer per jaar naar het college, met het verzoek na te gaan van weIke stukken de geheimhouding kan worden opgeheven.

  • 2.

    Na ontvangst van de reactie van het college worden de lijst en genoemde reactie geagendeerd voor het presidium; op basis van de bespreking in het presidium bereidt de griffie een raadsvoorstel tot opheffing van geheimhouding voor.

  • 3.

    De gemeentesecretaris doet voor zover van toepassing hetzelfde met de lijst geheime stukken en vergaderingen van het college.

Artikel 4:4 Opheffing op initiatief van college of raad

  • 1.

    Het college c.q. de burgemeester kan ook op eigen initiatief de raad een voorstel tot opheffing van opgelegde en bekrachtigde geheimhouding over overgelegde c.q. toegezonden stukken doen; tevens kunnen raadsleden het college c.q. de burgemeester verzoeken met een dergelijk voorstel te komen.

Artikel 4:5 Publicatie openbaar geworden stukken

  • 1.

    Zodra een voorstel tot opheffing van geheimhouding is aangenomen zet de griffier z.s.m. de desbetreffende stukken op het openbare deel van het RIS, onder vermelding van genoemd besluit.

Hoofdstuk 5 Openbaar en besloten in andere gevallen

Artikel 5:1 Informele raads- en commissiebijeenkomsten

  • 1.

    Informele raads- en commissiebijeenkomsten zijn net als formele vergaderingen in principe openbaar en worden als zodanig via het RIS aangekondigd.

  • 2.

    Als college c.q. burgemeester, raad en/of commissie een informeel raads- of commissieoverleg wensen in beslotenheid dan kan dat alleen als een meerderheid van de fracties hiermee instemt; de bijeenkomst zal openbaar worden aangekondigd op RIS als zijnde een besloten informeel overleg, met vermelding van het onderwerp.

Artikel 5:2 Vergaderingen van overige commissies en werkgroepen van de raad

  • 1.

    Vergaderingen van commissies en werkgroepen van de raad, niet zijnde raadscommissies naar artikel 82 GW, zijn in principe niet openbaar.

  • 2.

    Genoemde vergaderingen hebben geen politiek karakter, maar zijn technisch, procedureel en/of huishoudelijk van aard.

  • 3.

    Verslagen van genoemde vergaderingen die naar de raad worden gezonden zijn in principe wel openbaar en worden op het RIS gepubliceerd, tenzij de desbetreffende commissie of werkgroep in meerderheid om gewichtige redenen oordeelt dat dit niet raadzaam is.

Artikel 5:3 Werkbezoeken, hoorzittingen en expertmeetings

  • 1.

    Een werkbezoek geldt pas als een werkbezoek van de raad c.q. commissie als een meerderheid van de fracties eraan deelneemt; in dat geval wordt het werkbezoek aangekondigd via het RIS; in principe is een werkbezoek niet openbaar toegankelijk.

  • 2.

    Hoorzittingen en expertmeetings van de raad zijn in principe openbaar, tenzij het presidium gewichtige redenen ziet waarom dit niet raadzaam is.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 2 januari 2019.

De griffier,

Toon Dashorst.

De voorzitter,

Peter den Oudsten.

Bijlage Wettelijke en gemeentelijke kaders

Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB)

Art. 10

  • 1.

    Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit:

    • a.

      de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen;

    • b.

      de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden;

    • c.

      bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;

    • d.

      persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt.

  • 2.

    Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:

    • a.

      de betrekkingen van Nederland met andere staten en met Internationale organisaties;

    • b.

      de economische of financiële belangen van de Staat, de andere publiekrechtelijke lichamen of de in artikel l a , onder c en d, bedoelde bestuursorganen;

    • c.

      de opsporing en vervolging van strafbare feiten;

    • d.

      inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen;

    • e.

      de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;

    • f.

      het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen nemen van de informatie;

    • g.

      het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden.

  • 3.

    Het tweede lid, aanhef en onder e, is niet van toepassing voorzover de betrokken persoon heeft ingestemd met openbaarmaking.

  • 4.

    Het eerste lid, aanhef en onder c en d, het tweede lid, aanhef en onder e, en het zevende lid, aanhef en onder a, zijn niet van toepassing voorzover het milieu-informatie betreft die betrekking heeft op emissies in het milieu. Voorts blijft in afwijking van het eerste lid, aanhef en onder c, het verstrekken van milieu-informatie uitsluitend achterwege voorzover het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het daar genoemde belang.

  • 5.

    Het tweede lid, aanhef en onder b, is van toepassing op het verstrekken van milieu-informatie voor zover deze handelingen betreft met een vertrouwelijk karakter.

  • 6.

    Het tweede lid, aanhef en onder g, is niet van toepassing op het verstrekken van milieu-informatie.

  • 7.

    Het verstrekken van milieu-informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:

    • a.

      de bescherming van het milieu waarop deze informatie betrekking heeft;

    • b.

      de beveiliging van bedrijven en het voorkomen van sabotage.

  • 8.

    Voorzover het vierde lid, eerste volzin, niet van toepassing is, wordt bij het toepassen van het eerste, tweede en zevende lid op milieu-informatie in aanmerking genomen of deze informatie betrekking heeft op emissies in het milieu

Art. 11

  • 1.

    In geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, wordt geen informatie verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen.

  • 2.

    Over persoonlijke beleidsopvattingen kan met het oog op een goede en democratische bestuursvoering informatie worden verstrekt in niet tot personen herleidbare vorm. Indien degene die deze opvattingen heeft geuit of zich erachter heeft gesteld, daarmee heeft ingestemd, kan de informatie in tot personen herleidbare vorm worden verstrekt.

  • 3.

    Met betrekking tot adviezen van een ambtelijke of gemengd samengestelde adviescommissie kan het verstrekken van informatie over de daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen plaatsvinden, indien het voornemen daartoe door het bestuursorgaan dat het rechtstreeks aangaat aan de leden van de adviescommissie voor de aanvang van hun werkzaamheden kenbaar is gemaakt.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid wordt bij milieu-informatie het belang van de bescherming van de persoonlijke beleidsopvattingen afgewogen tegen het belang van openbaarmaking. Informatie over persoonlijke beleidsopvattingen kan worden verstrekt in niet tot personen herleidbare vorm. Het tweede lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing.

Algemene Wet Bestuursrecht (AWB)

Art. 2:5

  • 1.

    Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

  • 2.

    Het eerste lid is mede van toepassing op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die door een bestuursorgaan worden betrokken bij de uitvoering van zijn taak, en op instellingen en daartoe behorende of daarvoor werkzame personen die een bij of krachtens de wet toegekende taak uitoefenen.

Wetboek van strafrecht (WvS)

Art.272

  • 1.

    Hij die enig geheim waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel van vroeger ambt of beroep verplicht is het te bewaren, opzettelijk schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.

  • 2.

    Indien dit misdrijf tegen een bepaald persoon gepleegd is, wordt het slechts vervolgd op diens klacht.

Gemeentewet (GW)

Art.23

  • 1.

    De vergadering van de raad wordt in het openbaar gehouden.

  • 2.

    De deuren worden gesloten, wanneer ten minste een vijfde van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt.

  • 3.

    De raad beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

  • 4.

    Van een vergadering met gesloten deuren wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de raad anders beslist.

  • 5.

    De raad maakt de besluitenlijst van zijn vergaderingen op de in de gemeente gebruikelijke wijze openbaar. De raad laat de openbaarmaking achterwege voor zover het aangelegenheden betreft ten aanzien waarvan op grond van artikel 25 geheimhouding is opgelegd of ten aanzien waarvan openbaarmaking in strijd is met het openbaar belang.

Art. 24

In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd of besloten over:

  • a.

    de toelating van nieuw benoemde leden;

  • b.

    de vaststelling en wijziging van de begroting en de vaststelling van de jaarrekening;

  • c.

    de invoering, wijziging en afschaffing van gemeentelijke belastingen, en

  • d.

    de benoeming en het ontslag van wethouders.

Art. 25

  • 1.

    De raad kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (Stb. 1991, 703), omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de raad worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en alien die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de raad haar opheft.

  • 2.

    Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door het college, de burgemeester en een commissie, ieder ten aanzien van de stukken die zij aan de raad of aan leden van de raad overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt.

  • 3.

    De krachtens het tweede lid opgelegde verplichting tot geheimhouding met betrekking tot aan de raad overgelegde stukken vervalt, indien de oplegging niet door de raad in zijn eerstvolgende vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht, wordt bekrachtigd.

  • 4.

    De krachtens het tweede lid opgelegde verplichting tot geheimhouding met betrekking tot aan leden van de raad overgelegde stukken wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel, indien het stuk waaromtrent geheimhouding is opgelegd aan de raad is voorgelegd, totdat de raad haar opheft. De raad kan deze beslissing alleen nemen in een vergadering die blijkens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht.

Art. 54

  • 1.

    De vergaderingen van het college worden met gesloten deuren gehouden, voor zover het college niet anders heeft bepaald.

  • 2.

    Het reglement van orde voor de vergaderingen kan regels geven omtrent de openbaarheid van de vergaderingen van het college.

Art. 55

  • 1.

    Het college kan op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan het college worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en alien die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat het college haar opheft.

  • 2.

    Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de burgemeester of een commissie, ten aanzien van de stukken die zij aan het college overleggen. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de raad haar opheft.

  • 3.

    Indien het college zich ter zake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot de raad heeft gericht wordt de geheimhouding in acht genomen totdat de raad haar opheft.

Art. 60

  • 1.

    De raad kan regelen van weIke beslissingen van het college aan de leden van de raad kennisgeving wordt gedaan. Daarbij kan de raad de gevallen bepalen waarin met terinzagelegging kan worden volstaan.

  • 2.

    Het college laat de kennisgeving of terinzagelegging achterwege voor zover deze in strijd is met het openbaar belang.

  • 3.

    Het college maakt de besluitenlijst van zijn vergaderingen op de in de gemeente gebruikelijke wijze openbaar. Het college laat de openbaarmaking achterwege voor zover het aangelegenheden betreft ten aanzien waarvan op grond van artikel 55 geheimhouding is opgelegd of ten aanzien waarvan openbaarmaking in strijd is met het openbaar belang.

Art. 81

  • 1.

    De raad kan regelen van weIke beslissingen van de burgemeester aan de leden van de raad kennisgeving wordt gedaan. Daarbij kan de raad de gevallen bepalen waarin met terinzagelegging kan worden volstaan.

  • 2.

    De burgemeester laat de kennisgeving of terinzagelegging achterwege voor zover deze in strijd is met het openbaar belang.

Art. 86

  • 1.

    Een commissie kan in een besloten vergadering, op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, omtrent het in die vergadering met gesloten deuren behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en alien die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft.

  • 2.

    Op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, kan de geheimhouding eveneens worden opgelegd door de voorzitter van een commissie, het college en de burgemeester, ieder ten aanzien van stukken die hij aan een commissie overlegt. Daarvan wordt op de stukken melding gemaakt. De geheimhouding wordt in acht genomen totdat het orgaan dat de verplichting heeft opgelegd, dan wel de raad haar opheft.

  • 3.

    Indien een commissie zich ter zake van het behandelde waarvoor een verplichting tot geheimhouding geldt tot de raad heeft gericht, wordt de geheimhouding in acht genomen totdat de raad haar opheft.

Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad (RvO GR)

Art. 47

Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering.

Art. 48

  • 1.

    De notulen van een besloten vergadering worden op het afgeschermde deel van het RIS geplaatst, dat alleen toegankelijk is voor wie een geheimhoudingsverklaring heeft ondertekend.

  • 2.

    Deze notulen worden zo spoedig mogelijk ter vaststelling aangeboden. Indien iemand 7ierover wil spreken, dient dit in een besloten vergadering te gebeuren. Tijdens deze vergadering kan de raad desgewenst besluiten tot het openbaar maken van deze notulen. De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Art. 49

  • 1.

    Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden.

  • 2.

    De geheimhouding dient in acht te worden genomen door een ieder die bij de vergadering aanwezig is en door een ieder die op een andere wijze kennis heeft van de stukken.

  • 3.

    De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Art. 50

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college (RvO BW)

Artikel 7

  • 1.

    Het college kan besluiten een openbare vergadering te houden.

  • 2.

    De bepalingen van dit reglement zijn voor zover mogelijk van toepassing op een openbare vergadering.

Gedragscode politiek ambtsdragers (GPA)

Art. 8

Raads- en collegeleden betrachten maximale openheid als het gaat om beleid en beslissingen en om de beweegredenen daarvoor.

Art. 9

Raads- en collegeleden gaan zorgvuldig om met geheime of niet-openbare gegevens die hen ter beschikking staan; zij zorgen ervoor dat (fysieke dan wel digitale) documenten met dergelijke gegevens beveiligd zijn tegen raadpleging door derden.

Art. 10

Raads- en collegeleden maken niet te eigen bate of ten bate van persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van hun ambt verkregen informatie.

Naar boven