Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2019

De raad van de gemeente Bunschoten;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 oktober 2018, nr. 1134676;

 

gelet op artikel 223 van de Gemeentewet;

besluit:

 

vast te stellen de:

 

"Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2019"

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder woning: een gemeubileerde woning als bedoeld in artikel 223 van de Gemeentewet.

  • 2.

    GBLT: het openbaar lichaam Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus - Tricijn te Zwolle.

Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    Onder de naam ‘ forensenbelasting’ wordt een directe belasting geheven van de natuurlijke personen, die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, er gedurende het belastingjaar meer dan negentig malen nachtverblijf houden, of er op meer dan negentig dagen van het belastingjaar voor zich of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden.

  • 2.

    Of iemand in de gemeente hoofdverblijf heeft, wordt volgens artikel 4, lid 1 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 223, lid 3 van de Gemeentewet, naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 3 Vrijstellingen

  • 1.

    Volgens artikel 223, lid 1 van de Gemeentewet is niet belastingplichtig degene die als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of bejaarden verblijft.

  • 2.

    Volgens artikel 223, lid 2 van de Gemeentewet is niet belastingplichtig degene die ter bestrijding van een openbare betrekking of ter bijwoning van de vergaderingen van een vertegenwoordigend openbaar lichaam, waarvan hij het lidmaatschap bekleedt, dan wel ingevolge last of bevel van de overheid, buiten de gemeente van zijn hoofdverblijf vertoeft.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt berekend naar een vast bedrag per de in artikel 2 van deze verordening bedoelde gemeubileerde woning.

Artikel 5 Belastingtarief

De belasting bedraagt per jaar voor een in artikel 2 van de verordening bedoelde gemeubileerde woning € 397,00.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

De belasting is verschuldigd op het moment dat de gemeubileerde woning meer dan negentig dagen in het belastingjaar beschikbaar is gehouden als bedoeld in artikel 2, lid 1 van deze verordening.

Artikel 9 Aanslaggrens

De belasting wordt niet geheven, indien het totale belastingbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, minder dan € 5,00 bedraagt.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, lid 1 van de Invorderingswet 1990, moet de aanslag worden betaald in één termijn die vervalt twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    Belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, dienen te worden betaald in zoveel gelijke maandelijkse termijnen als er na de dagtekening van het aanslagbiljet nog in het desbetreffende kalenderjaar volle dan wel gedeeltelijke kalendermaanden resteren, met dien verstande dat het aantal maandelijkse termijnen niet meer dan zes bedraagt. Voor de overige aanslagen geldt onverkort de in lid 1 van dit artikel neergelegde hoofdregel.

  • 3.

    Op het genoemde in lid 2 van dit artikel geldt als restrictie dat het bedrag per afschrijving op het totaal bedrag van het desbetreffende aanslagbiljet niet minder dan € 5,00 bedraagt.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van forensenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het dagelijks bestuur van GBLT

Het dagelijks bestuur van GBLT kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de forensenbelasting.

Artikel 13 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening forensenbelasting 2018’, van 7 december 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in lid 3 van dit artikel genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2019.

  • 4.

    De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening forensenbelasting Bunschoten 2019’.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bunschoten van 13 december 2018.

de griffier,

E. Hoogstraten

de voorzitter,

M. v.d. Groep

Naar boven