Gemeenteblad van Opmeer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Opmeer | Gemeenteblad 2018, 272019 | Verordeningen |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Opmeer | Gemeenteblad 2018, 272019 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Opmeer houdende regels omtrent subsidie Algemene Subsidieverordening Opmeer 2019
De raad van de gemeente Opmeer,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 november 2018;
gezien het advies van de commissie Samenlevingszaken van 28 november 2018;
gelet op de artikelen 108 en 147 van de Gemeentewet en de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht;
besluit vast te stellen de Algemene Subsidieverordening Opmeer 2019.
Hoofdstuk 1 - Algemene Bepalingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Vorm van subsidiëring waarbij vooraf het aantal subsidiejaren, de objectieve subsidiecriteria, de uitgangspunten, het maximumbedrag en de wijze waarop bijstelling van het budget plaatsvindt, is bepaald. Bij een bijdrage van € 10.000 of meer is altijd sprake van een budgetsubsidie. Het college kan bij een lagere bijdrage bepalen dat sprake is van een budgetsubsidie.
Vorm van subsidiëring waarbij de subsidiegever een maximumbedrag verstrekt aan de subsidieontvanger voor de uitvoering of ter stimulering van bepaalde activiteiten, die het karakter hebben van een incidentele activiteit, een experiment, een kortlopend project of een startsubsidie. De activiteit heeft een maximum termijn van twee jaar.
Artikel 3: algemene uitgangspunten
Subsidiëring van nieuwe activiteiten vindt slechts plaats voor zover deze op grond van vastgesteld beleid van belang wordt geacht. Door middel van een verordening of (beleids)regels kunnen de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt nader worden bepaald evenals andere criteria, die voor die verlening gelden, worden vastgesteld.
Het college stelt (beleids)regels vast, waarin nadere voorschriften kunnen worden opgenomen omtrent de te overleggen bescheiden bij een subsidieaanvraag, de subsidiesystematiek, de subsidienormen, de subsidiegrondslag, de subsidiecriteria, eigen bijdrage, eventuele indexering, vorming van reserves, subsidievoorwaarden, subsidieverplichtingen en overlegstructuren. Nadere bepalingen omtrent de subsidiëring kunnen desgewenst worden vastgelegd in de beschikking of subsidieovereenkomst.
Voor subsidies van meerdere overheden aan (boven)regionale instellingen op grond van een landelijke of gemeenschappelijke regeling of andere afspraken met de Westfriese gemeenten of anderszins zijn de bepalingen uit deze algemene subsidieverordening Opmeer 2019 en het bijbehorende subsidieprogramma van toepassing.
Het college maakt de vaststelling van de subsidieverordening en het subsidieprogramma publiekelijk bekend en legt deze stukken ter inzage op een in de bekendmaking aangegeven locatie. Het college maakt jaarlijks de door de raad vastgestelde subsidieplafonds publiekelijk bekend en legt de stukken ter inzage op een in de bekendmaking aangegeven locatie.
Hoofdstuk 2 - Het subsidieproces
Paragraaf 1 De subsidieaanvraag
Artikel 5: moment van aanvragen
Aanvragen voor incidentele subsidies dienen in afwijking van bovenstaande lid 1 ten minste 6 weken voor aanvang van de activiteit(en) waarvoor de subsidie wordt aangevraagd bij het college te worden ingediend. Als indieningdatum geldt de dag waarop de volledige aanvraag is ontvangen door de gemeente.
Aanvragen voor incidentele subsidies inzake accommodaties, voorzieningen en materialen die hoger zijn dan het drempelbedrag, zoals bepaald in de specifieke beleidsregels van de Algemene Subsidieverordening, dienen in afwijking van bovenstaande lid 1 voor 1 februari te worden ingediend om in datzelfde kalenderjaar te worden behandeld. Als indieningdatum geldt de dag waarop de volledige aanvraag is ontvangen door de gemeente.
Artikel 6: eisen aan de subsidieaanvraag van € 10.000 of meer
Onverminderd het bepaalde in art. 4:2 AWB en tenzij in een beleidsregel anders is bepaald, gaat een aanvraag voor subsidie van € 10.000 (per jaar) of meer in ieder geval vergezeld van:
een overzicht van te verwachten ontwikkelingen in de komende subsidieperiode die van invloed kunnen zijn op de hoogte van het subsidiebedrag. Onderdeel daarvan kan zijn – indien van toepassing - een plan over de opbouw van het eigen vermogen en de eventueel gewenste voorzieningen gedurende die periode.
Artikel 7: eisen aan de subsidieaanvraag van minder dan € 10.000
Onverminderd het bepaalde in art 4:2 AWB kan voor een subsidieaanvraag van minder dan € 10.000 (per jaar) volstaan worden met indienen van een vereenvoudigde beschrijving van en begroting voor de betreffende activiteit(en); het activiteitenplan.
Artikel 8: andere aanvragen voor subsidie/ financiële bijdrage
Voor zover de aanvrager voor dezelfde begrote uitgaven en/of dezelfde activiteit tevens subsidie en/of een financiële bijdrage heeft aangevraagd bij andere bestuursorganen, fondsen of dergelijke, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag, onder vermelding van de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvraag of aanvragen.
Het is niet mogelijk om bij de gemeente Opmeer voor dezelfde begrote uitgaven of dezelfde activiteit aanspraak te maken op enige regeling, als daarvoor door de gemeente Opmeer al een subsidie of bijdrage is verleend.
Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.
Paragraaf 2 De subsidieverlening
In afwijking van bovenstaande lid 2 beslist de gemeenteraad uiterlijk 31 december over aanvragen, die voor 1 februari van hetzelfde kalenderjaar zijn ingediend. Het betreft hier alleen aanvragen voor incidentele subsidies inzake accommodaties, voorzieningen en materialen, die hoger zijn dan het drempelbedrag, zoals bepaald in de specifieke beleidsregels van de Algemene Subsidieverordening.
Indien het door onvoorziene omstandigheden niet mogelijk is om binnen de genoemde termijn een besluit te nemen, stelt het college de aanvrager daarvan voor het verstrijken van de termijn in kennis onder vermelding van de reden en noemt daarbij een termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
Paragraaf 3 De verplichtingen bij de verlening en de verantwoording
Artikel 13: accountantsverklaringen
Indien de verleende subsidie het bedrag van € 100.000 te boven gaat dient door de betreffende subsidieverkrijger een door een gecertificeerde RA of AA accountant, die bij de samenstelling van de jaarrekening betrokken is geweest, opgemaakte en ondertekende samenstellingsverklaring te worden overlegd (HRA Standaard 4410, lid 6). Indien de gemeente een door de gemeente bekostigd onderzoek door een accountant noodzakelijk acht, dan dient de jaarrekening te zijn voorzien van een accountantsverklaring als bedoeld in artikel 393, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
Indien gedurende een boekjaar aanmerkelijke verschillen, zijnde meer dan 10% van het subsidiebedrag met een minimum van € 10.000, ontstaan of dreigen te ontstaan tussen de werkelijke uitgaven en inkomsten en de begrote uitgaven en inkomsten of andere voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde gegevens, doet de subsidieontvanger daarvan direct mededeling aan de subsidiegever onder vermelding van de oorzaak van de verschillen.
Artikel 15: verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie
Het college kan de subsidieontvanger verplichtingen opleggen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.
Verplichtingen als bedoeld in de eerste zin van dit artikel kunnen slechts betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht.
De in de eerste zin genoemde verplichtingen dienen in de beschikking tot subsidieverlening te zijn opgenomen.
Artikel 16: vergoeding over vermogensvorming
Voor zover het verstrekken van subsidies, in de gevallen genoemd in art. 4:41, tweede lid AWB, heeft geleid tot vermogensvorming is de subsidieontvanger daarvoor een vergoeding verschuldigd aan de gemeente.
De hoogte van de in de eerste zin bedoelde vergoeding wordt door het college vastgesteld in evenredigheid met het aandeel dat de subsidieverstrekking aan die vermogensvorming heeft bijgedragen. Het college werkt de wijze van berekenen nader uit.
Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1 en 2 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-272019.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.