Wijzigingsverordening hoofdstuk 5, afdeling 6 van de Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, Openbaar water

De raad van de gemeente Amersfoort;

 

heeft het voorstel van burgemeester en wethouders gelezen van, sector DIR.LO.SB (nr. 5357295);

 

vindt het nodig dat de bestaande waterregels in de APV worden geactualiseerd;

 

heeft artikel 147 en 149 van de Gemeentewet gelezen;

 

besluit vast te stellen:

 

Wijzigingsverordening hoofdstuk 5, afdeling 6 van de Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort, Openbaar water.

Artikel I  

De Algemene Plaatselijke Verordening Amersfoort wordt gewijzigd als volgt.

 

A

Hoofdstuk 5, afdeling 6 wordt vervangen en komt te luiden:

 

Afdeling 6 Openbaar water

 

Artikel 5:23 Begripsbepaling

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • a.

    openbaar water: alle wateren binnen de gemeente Amersfoort die voor het publiek toegankelijk of bevaarbaar zijn;

  • b.

    rondvaartboot: een vaartuig dat bestemd is om personen vanuit een vertrekpunt in de binnenstad tegen betaling te varen langs een toeristisch route waarbij het rondvaartschip weer naar het vertrekpunt terugkeert:

  • c.

    vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen, daaronder mede verstaan woonboten (zowel woonschepen als woonarken);

  • d.

    recreatievaartuig: een vaartuig dat in hoofdzaak wordt gebruikt of bestemd is voor recreatief gebruik, zoals het beoefenen van watersport of het spelevaren door kinderen;

  • e.

    binnenstad: de begrenzing van de binnenstad van Amersfoort wordt gevormd door de Stadsring, de spoorlijn, de Schimmelpennickkade, de Scheltussingel en de Flierbeeksingel;

  • f.

    ligplaats: plaats in het water die bij verblijf door een vaartuig wordt ingenomen;

  • g.

    onderhoudsstrook: langs het water gelegen groen- of verharde strook ten behoeve van het onderhoud van de watergang;

  • h.

    beroepsvaart: schepen bedoeld voor vrachtvervoer, charter- en passagiersvaart;

  • i.

    (open) bijboot: bootje, zonder kajuit of andere opbouw, bedoeld voor onderhoudswerkzaamheden;

  • j.

    dubbel liggen: langszij een ander schip afgemeerd liggen.

  • k.

    Verwaarloosde boot (boot in verwaarloosde toestand): een vaartuig welke niet in goede conditie verkeert of (deels) is gezonken.

 

Artikel 5:24 Gebruik van openbaar water

  • 1.

    Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden zonder vergunning van het college een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in, of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben.

  • 2.

    Het in het eerste lid bepaalde is niet van toepassing op voorwerpen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard.

  • 3.

    Het is verboden op, in of boven openbaar water voorwerpen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien deze door hun omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.

  • 4.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Provinciale waterverordening, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening.

 

Artikel 5:25 Ligplaats vaartuigen

  • 1.

    Het is verboden om met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen met uitzondering van:

    • a.

      ligplaatsen in de binnenstad ten behoeve van rondvaartboten;

    • b.

      ligplaatsen voor woonboten aan de Havenweg en de Schans zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan waarbij per woonboot maximaal één open bijboot is toegestaan van maximaal 5 meter welke overdwars tussen de woonboten dient te zijn gelegen;

    • c.

      ligplaatsen in de Eem, Eemhaven en Insteekhaven zoals op de ‘Kaart ligplaatsen Eem’ is aangegeven;

    • d.

      het college kan bij afzonderlijk besluit de ‘Kaart ligplaatsen Eem’ aanpassen;

    • e.

      ligplaatsen voor woonboten in de Laak zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan waarbij per woonboot maximaal één open bijboot van maximaal 5 meter is toegestaan welke overdwars tussen de woonboten dient te zijn gelegen;

    • f.

      ligplaatsen voor recreatievaartuigen in woonwijk de Laak-Vathorst:

      • -

        het hele jaar door langs oevers gelegen aan particuliere tuinen, mits het water ter plaatse breed genoeg is (als er minimaal 5 meter doorvaarbaar water overblijft);

      • -

        in de periode van 1 april tot 1 november langs openbare oevers en ligplaatsen die als zodanig zijn ingericht door de gemeente met o.a. ringen, afmeerpalen en andere voorzieningen;

    • g.

      ligplaats voor recreatievaartuigen in de overige wateren in Amersfoort:

      • -

        het hele jaar door langs oevers gelegen langs particuliere tuinen, mits het water ter plaatse breed genoeg is (als er minimaal 5 meter doorvaarbaar water overblijft);

      • -

        in de periode van 1 april tot 1 november langs openbare oevers, voor zover hier geen natuurlijke oevers of onderhoudstroken zijn;

  • 2.

    Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig nadere regels stellen in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente;

  • 3.

    Het college kan een uitzondering maken op het verbod zoals genoemd in het eerste lid, met inachtneming van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne, het aanzien van de gemeente, recreatieve belangen, het beheer van nabijgelegen openbare ruimte en bescherming van ecologische, monumentale en stedenbouwkundige waarden.

  • 4.

    Het college kan een maximaal aantal vaartuigen vaststellen dat in het openbaar water mag worden geëxploiteerd;

  • 5.

    Vaartuigen ten behoeve van het onderhoud van de watergangen en oevers zijn gedurende werkzaamheden uitgezonderd van het verbod.

  • 6.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Provinciale waterverordening of de Provinciale landschapsverordening.

 

Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats

  • 1.

    Het college kan aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne, het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden en het aanzien van de gemeente.

  • 2.

    De rechthebbende op een vaartuig is verplicht alle door of vanwege het college gegeven aanwijzingen met betrekking tot het gebruik van het openbaar water op te volgen.

  • 3.

    Het eerste lid geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Provinciale waterverordening, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening.

 

Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats

Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens artikel 5:25 en artikel 5:26 bepaalde.

 

Artikel 5:28 Verbod varen met vaartuig

  • 1.

    Het is verboden met een vaartuig:

    • a.

      sneller te varen dan 6 km/u;

    • b.

      te varen met een verbrandingsmotor of met een elektromotor groter dan 3 kW. Dit verbod gaat in op 1 januari 2020

  • 2.

    Het eerste lid, aanhef en onder b, geldt niet voor:

    • a.

      beheer –en onderhoudsvaartuigen;

    • b.

      de Eem en Eemhavens;

    • c.

      rondvaartboten zowel in de Binnenstad als op de Heiligenbergerbeek.

  • 3.

    Het eerste lid geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door de Scheepvaartverkeerswet en het Binnenvaartpolitiereglement.

 

Artikel 5:29 Beschadigen van waterstaatswerken

  • 1.

    Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde vaarten, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen.

  • 2.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de Provinciale vaarwegenverordening.

 

Artikel 5:30 Reddingsmiddelen

Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.

 

Artikel 5:31 Veiligheid op het water

  • 1.

    Het is aan een ieder die zich als bader of zwemmer in het openbaar water ophoudt, verboden zich zodanig te gedragen dat het scheepvaartverkeer daarvan hinder of gevaar kan ondervinden.

  • 2.

    Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of de Provinciale vaarwegenverordening.

 

Artikel 5:32 Overlast aan vaartuigen

  • 1.

    Het is verboden zonder redelijk doel zich vast te houden aan een vaartuig in openbaar water, daarop te klimmen of zich daarop of daarin te begeven of te bevinden.

  • 2.

    Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een vaartuig, liggend in of aan een openbaar water, los te maken.

 

Artikel 5:33 Verwaarloosde vaartuigen

Het is in het belang van de openbare orde en veiligheid verboden om een ligplaats in te nemen of ingenomen te houden met een vaartuig dat in verwaarloosde toestand verkeert.

 

Artikel II Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Wijzigingsverordening Algemene Plaatselijke Verordening hoofdstuk 5, afdeling 6, Openbaar water.

Artikel III Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 4 april 2017.

 

de griffier,

de voorzitter,

Naar boven