Plaatsingsprocedure Meerinzicht gemeente Zeewolde

Vooraf

Door de drie gemeenten Ermelo, Harderwijk en Zeewolde wordt gewerkt aan het ontwikkelen van de uitvoeringsorganisatie “Meerinzicht”. De overgang van uitvoeringstaken van gemeenten naar “Meerinzicht” gaat gepaard met gevolgen voor medewerkers.

 

Het sociaal plan is van toepassing op alle medewerkers die vanuit de desbetreffende gemeenten en gemeenschappelijke regelingen van de drie gemeenten overgaan naar Meerinzicht en regelt de rechtspositionele gevolgen van die overgang. Dit sociaal plan en de afspraken die voortvloeien uit dit sociaal plan gelden voor alle medewerkers die hun werk volgen naar MIZ en als gevolg daarvan in dienst treden bij MIZ. Daar waar andere individuele afspraken worden gemaakt met medewerkers, worden deze vastgelegd en gewaarborgd in het aanstellingsbesluit.

Het sociaal plan is voor de individuele medewerker vanaf het moment van overgang naar Meerinzicht geldig voor een periode van 3 jaar.

 

Uitgangspunt van dit sociaal plan is:

  • Medewerkers waarvan het takenpakket overgaat naar Meerinzicht, gaan over naar Meerinzicht. Dit noemen we het principe ‘mens volgt werk’. Als gevolg van de overgang naar Meerinzicht en/of de functiewijzigingen binnen het Sociaal Domein hebben medewerkers recht op een baangarantie gedurende de looptijd van het Sociaal Plan (3 jaar).

  • De medewerkers van Fase I Meerinzicht zijn in 2015 overgegaan met de functie die zij bij de latende organisatie hadden. Omdat er nog geen functieboek en formatieplaatsenplan voor de nieuwe situatie beschikbaar was, is voor het principe ‘mens volgt functie’ gekozen. Na overgang vond plaatsing op een HR 21 functie plaats. Dit gebeurde op basis van het principe ‘technische omzetting’. Voor medewerkers van Fase II Meerinzicht is al eerder met het BGO overeengekomen een zelfde weg te bewandelen.

  • Medewerkers die vanuit het Sociaal Domein overgaan naar Meerinzicht Bedrijfsvoering, gaan over op basis van het principe ‘mens volgt functie’, net als de medewerkers van Fase I en II.

  • Medewerkers waarvan de taken vanuit het Sociaal Domein overgaan naar Meerinzicht Domein Sociaal worden door middel van een zorgvuldige plaatsingsprocedure, op een passende of geschikte functie geplaatst. Reden hiervoor is de vele wijzigingen die binnen dit werkveld (kanteling van de samenleving en als gevolg daarvan de consequenties in de dienstverlening) plaatsvinden. Voorwaarden zijn een vastgesteld functie/formatieplaatsenplan.

  • Er worden door de directieraad sleutelfuncties benoemd die niet onder de plaatsingsprocedure vallen. Hierover wordt advies gevraagd aan de BOR.

  • De kosten van het werk-naar-werktraject van deze medewerkers komen ten laste van de drie gemeenten.

     

In het opgestelde Sociaal Statuut Meerinzicht is de rechtszekerheid opgenomen die van toepassing is zodra medewerkers bij deze organisatie zijn aangesteld.

 

HOOFDSTUK 1 VOORBEREIDING EN UITGANGSPUNTEN

1.1 Begrippenlijst

 

Bestuur

Het Bestuur van MIZ zoals omschreven in de Gemeenschappelijke Regeling MIZ.

Bezwarencommissie

De externe bezwarencommissie voor de behandeling van personele aangelegenheden.

Deelnemers

De gemeenten Ermelo, Harderwijk en Zeewolde.

Gemeenschappelijke Regeling

Openbaar lichaam met volledige rechtsverantwoordelijkheid (zoals Meerinzicht en de Sociale Dienst Veluwerand)

Directeur

Verantwoordelijke leidinggevende van een domein binnen MIZ

Directieraad

De gemeentesecretarissen van de gemeenten Ermelo, Harderwijk en Zeewolde die gezamenlijk de directie van MIZ vormen

Domein

Organisatieonderdeel binnen MIZ dat bestaat uit een samenstel van werkzaamheden, welke wordt aangestuurd door de Directeur

Functie

Het geheel van werkzaamheden dat de medewerker volgens zijn functiebeschrijving verricht of bij het ontbreken van een functiebeschrijving feitelijk verricht.

Functieboek

De lijst van de binnen MIZ voorkomende (generieke) functies en hun beschrijving en waardering.

Functievolger

Een medewerker die een functie volgt die naar aard en inhoud geheel of in belangrijke mate overeenkomt met de functie bij zijn werkgever, directie voorgaande aan de overgang naar MIZ

Functie/formatieplaatsenplan

Het overzicht met voor het Domein Sociaal geselecteerde functies met daaraan gekoppeld de benodigde fte.

Gelijke functie

Een functie die naar aard en inhoud geheel of in belangrijke mate overeenkomt met de functie bij zijn werkgever, direct voorafgaande aan de overgang naar MIZ.

Geschikte functie

Een functie die niet als een passende functie is aan te merken, maar die de ambtenaar bereid is te vervullen.

Kwaliteitscriterium

Een kwalificatie waaruit blijkt in welke mate de medewerker op grond van zijn opleiding, zijn werkervaring, zijn ontwikkelde competenties en ontwikkelpotentieel voldoet, dan wel binnen een redelijke termijn met een maximum van 1 jaar kan voldoen, aan de eisen die aan het uitoefenen van een functie dan wel aan werkzaamheden worden gesteld. Dit kan mede onderbouwd worden met behulp van een extern uit te voeren assessment.

Passende functie

Een functie die de ambtenaar in verband met zijn persoonlijkheid, zijn omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten in redelijkheid kan worden opgedragen of een functie waarvoor de ambtenaar door middel van om- en bijscholing in de regel binnen een jaar de benodigde geschiktheid en bekwaamheid kan verwerven, waarbij telkens geldt dat die functie (maximaal één salarisschaal lager inclusief tussenschalen) is gewaardeerd dan de functie bij zijn werkgever, direct voorafgaand aan de overgang naar MIZ.

Personeelsgegevens

Ten minste bestaande uit: woonplaats, leeftijd, soort dienstverband, bezoldigde uren, huidige schaal, functieschaal, uitloopschaal, salarisnummer/salaris, vakantietoelage, eindejaarsuitkering, bijdrage ziektekosten, levensloopbijdrage/vitaliteitsbijdrage, ongevallenverzekering en ziektekostenverzekering (indien gebruik wordt gemaakt van de collectiviteitsregeling), datum ambtsjubileum ten behoeve van gratificatie, IPAP, studieafspraken, lopende FPU afspraken, fietsregeling, bijzondere verlofaanspraken waaronder deelname aan een seniorenregeling.

Plaatsingsadviescommissie

De commissie bestaande uit een onafhankelijk voorzitter, een lid aangewezen door het BGO MIZ en een lid namens de werkgever. De plaatsingsadviescommissie wordt bijgestaan door een adviseur HRM in de hoedanigheid van een ambtelijk secretaris, zonder stemrecht.

Regeling arbeidsvoorwaarden

CAR-UWO en de rechtspositionele regelingen van MIZ vastgesteld op d.d. 7 maart 2014 en geldend vanaf d.d. 1 juli 2014.

Sleutelfunctie

Een functie die vitaal belang is voor het toekomstig functioneren van de nieuwe organisatie en waarbij afgeweken wordt van de normale plaatsingsprocedure.

1.2 Inleiding

 

De gemeenten Ermelo, Harderwijk en Zeewolde hebben besloten een uitvoeringsorganisatie in te richten gericht op de uitvoering van uitvoeringstaken ten behoeve van de deelnemende partijen, in de vorm van een Gemeenschappelijke Regeling met de naam Meerinzicht (MIZ).

Bij de inrichting van deze organisatie zullen medewerkers vanuit de deelnemende partijen en de huidige gemeenschappelijke regelingen overgaan. Er wordt daarom een sociaal plan opgesteld waarover in het Bijzonder Georganiseerd Overleg (BGO) overeenstemming moet worden bereikt. In het sociaal plan wordt bepaald wat voor personele gevolgen de plaatsing heeft. In de plaatsingsprocedure MIZ wordt vastgesteld op welke wijze de medewerkers vanuit de deelnemende organisaties naar MIZ overgaan. De plaatsingsprocedure geeft de stappen weer die genomen moeten worden om tot een optimale plaatsing van de medewerkers in MIZ te komen. Het sociaal plan vormt de grondslag voor voorliggende plaatsingsprocedure. De plaatsingsprocedure is van toepassing op de leidinggevende functies binnen MIZ en op de overgang van de medewerkers van de SDV en het Sociaal Domein naar MIZ.

De plaatsingsprocedure is niet van toepassing op de medewerkers van de deelnemende gemeenten behorende bij fase II MIZ. In een eerder stadium is al besloten dat deze overgaan naar MIZ met dezelfde functie die ze in de latende gemeente hebben.

 

Zolang er in het BGO geen formele overeenstemming over het sociaal plan is bereikt worden als gevolg van de plaatsingsprocedure geen onomkeerbare besluiten genomen.

1.3 Uitgangspunten plaatsingsprocedure

 

  • a.

    Onder de uitgangspunten van het sociaal plan is opgenomen dat bij het plaatsen van medewerkers het principe ‘mens volgt werk’ van toepassing is. Alle medewerkers die taken uitvoeren die overgaan naar MIZ, gaan in principe met de taken mee over naar de nieuwe organisatie, zoals dit is uitgewerkt in het bedrijfsplan.

  • b.

    Uitzondering hierop zijn de sleutelfuncties (zie bijlage). Voor sleutelfuncties is het principe mens volgt werk en de plaatsingsprocedure niet van toepassing. Sleutelfuncties worden door een werving en selectieprocedure ingevuld. De eindverantwoordelijkheid voor de vorm en invulling geven aan MIZ berust bij het bestuur van MIZ. Het bestuur van MIZ laat zich daarbij adviseren door een Plaatsingsadviescommissie.

  • c.

    De Plaatsingsadviescommissie adviseert het dagelijks bestuur van MIZ schriftelijk en gemotiveerd over de inpassing van de medewerkers in een passende of geschikte functie binnen MIZ.

  • d.

    De medewerkers worden geplaatst volgens het principe: de juiste persoon op de functie. Dit betekent dat er wordt gekeken welke medewerkers het meest geschikt zijn voor de beschikbare functies in de nieuwe organisatie.

1.4 Functieboek HR 21

 

Als uitwerking van het organisatie- en formatieplan is een functieboek Meerinzicht opgesteld. Voorafgaand aan de uitwerking van dit functieboek heeft de BOR in 2014 ingestemd met het functiewaarderingssysteem HR21.

 

HR21 is een generiek functiewaarderingssysteem. Op elke functie binnen MIZ is een functieprofiel van toepassing. Het functieboek is gebaseerd op de beschrijvingen van de taken die in een logische samenhang een functie vormen.

Met de verwijzing welk functieprofiel geldt, is per functie een nadere aanduiding aangebracht over:

  • -

    de functienaam;

  • -

    de plaats in de organisatie;

  • -

    een omschrijving van de hoofdtaken;

  • -

    de functie-eisen;

  • -

    de (voorlopige) functieschaal.

 

De plaatsingsprocedure voor medewerkers van het Sociaal Domein vindt plaats op basis van een Functie/formatieplaatsenplan. Op basis van de werkprocessen en de daarbij horende werkzaamheden zijn functies uit het Functieboek van MIZ geselecteerd. Daaraan de benodigde fte’s gekoppeld.

1.5 Belangstellingsregistraties

 

Het functie/formatieplaatsenplan wordt tijdens een of meer personeelsbijeenkomsten toegelicht. Aansluitend daarop is dit document voor alle medewerkers, die vanuit het de deelnemende organisaties zullen overgaan, beschikbaar.

 

De medewerker wordt gedurende twee weken in de gelegenheid gesteld aan de hand van het functie/formatieplaatsenplan zijn belangstelling voor maximaal 3 functies kenbaar te maken.

 

Voor de belangstellingsregistratie is een ‘belangstellingsformulier’ ontwikkeld waarmee de Plaatsingsadviescommissie een beeld krijgt van de gegevens van de medewerker (inventarisatie) en de functies waarvoor de medewerker belangstelling heeft.

 

De belangstellingsregistratie dient binnen twee weken plaats te vinden. In individuele gevallen, bijvoorbeeld in geval van ziekte of vakantie, kan van de termijn van 2 weken worden afgeweken. In geval van ziekte of vakantie moet tijdig door de latende partij (de huidige leidinggevende) worden gemeld bij de Plaatsingsadviescommissie.

  • Op basis van de belangstellingsregistratie krijgt de nieuwe leidinggevende, en als die er nog niet is op dat moment, de kwartiermaker, inzicht in de situatie.

  • Alle medewerkers krijgen een gesprek met de nieuwe leidinggevende, en als die er nog niet is op dat moment met de kwartiermaker en een HRM-adviseur.

  • De gesprekken hebben als doel om de motivatie van de medewerker voor de aangegeven functie op het belangstellingsformulier duidelijk en specifiek te krijgen en de passendheid of geschiktheid in samenspraak te beoordelen. Daarnaast worden eventueel andere mogelijke functies met de medewerker besproken.

  • Van deze gesprekken wordt een verslag voor de plaatsingscommissie gemaakt. De medewerkers krijgen een afschrift hiervan.

  • In situaties die daar aanleiding voor geven kan een assessment plaatsvinden.

 

De plaatsingsprocedure is van toepassing op medewerkers met een vast dienstverband of medewerkers met een tijdelijk dienstverband ‘bij wijze van proef’ en/of met een schriftelijk vastgelegd vooruitzicht op een vast dienstverband.

 

Medewerkers die op payrollbasis, op basis van een detacheringsovereenkomst of andere uitleenconstructie werkzaam zijn, en waarvan de taken overgaan naar Meerinzicht, gaan onder dezelfde voorwaarden over naar Meerinzicht. Bij afloop van de overeenkomst wordt bezien of aanstelling in vaste dienst kan plaatsvinden.

1.6 Functievolgers

 

Als de medewerker op grond van het functie/formatieplaatsenplan zijn huidige functie kan volgen, – er is sprake van een ’functievolger’ – lijkt het niet nodig dat de medewerker zijn belangstelling voor meerdere functies bekend maakt. Toch moet de medewerker alsnog zijn belangstelling voor ten minste twee functies kenbaar maken in verband met mogelijke overcapaciteit op een functie en/of persoonlijke ambities.

1.7 Overcapaciteit

 

Het kan voorkomen dat er sprake is van overcapaciteit; voor een bepaalde functie of groep functies, zijn er meer medewerkers dan functies. Op dat moment heeft de Plaatsingsadviescommissie de mogelijkheid de medewerker te plaatsen in een andere passende of geschikte functie.

1.8 Beoordeling passendheid en geschiktheid

 

Beoordeling van de belangstelling van een medewerker op een functie uit het functieboek vindt plaats op basis van het kwaliteitscriterium en vervolgens voor primair een passende functie en secundair een geschikte functie.

1.9 Inspanningsverplichting

 

Wanneer ook een geschikte functie ontbreekt wordt passend of geschikt werk gezocht binnen de organisatie van Meerinzicht en of de drie deelnemende gemeenten. In het uiterste geval wordt de betrokken medewerker na drie jaar boventallig geplaatst en start een van werk-naar-werk traject (hoofdstuk 10d CAR-UWO).

 

Tijdelijk wordt een (passend) takenpakket samengesteld dat past bij zijn opleiding, zijn werk- en denkniveau, zijn ervaring, zijn persoonlijkheid en in het werk opgedane vaardigheden steeds met handhaving van de inspanningsverplichting van werknemer en werkgever de betrokken medewerker zo snel mogelijk, na de overgang naar MIZ op een passende of geschikte functie te plaatsen.

1.10 Inpassing

 

In het formatieplan worden de beschikbare formatie en functies opgenomen. Concreet zal per functieomschrijving worden aangegeven hoeveel formatieplaatsen beschikbaar zijn in termen van fulltime equivalenten (fte), waarbij 1,0 fte is gelijk aan 36 uur per week.

 

De Plaatsingsadviescommissie hanteert voor de inpassing als algemeen criterium ‘kwaliteit’ en vervolgens zijn er de volgende criteria:

  • -

    Inpassing geschiedt – in genoemde volgorde – in een passende- of in een geschikte functie.

  • -

    Indien er voor een bepaalde functie of groep functies meerdere medewerkers beschikbaar zijn, dan wordt het kwaliteitscriterium door de Plaatsingsadviescommissie gehanteerd. Zie hiertoe ook artikel 1.3 Uitgangspunten.

  • -

    Voorkeur van de medewerker voor een functie. Plaatsing in een functie die naar het oordeel van de medewerker overeenkomt met de huidige functie of voor een functie waarin hij/zij is geïnteresseerd en meent geschikt te zijn.

HOOFDSTUK 2 PLAATSINGSPROCEDURE

2.1 Algemeen

 

Het plaatsingsproces is een zorgvuldig proces, waarin objectiviteit een grote rol speelt. Het bestuur laat zich daarbij adviseren door een Plaatsingsadviescommissie met het oog op deskundigheid, zorgvuldigheid en objectiviteit van het plaatsingsproces.

Een belangrijke taak van de Plaatsingsadviescommissie is het schriftelijk en gemotiveerd advies geven over de inpassing van de medewerkers in een passende of geschikte functie binnen de organisaties.

2.2 Plaatsingsadviescommissie

 

Een voorstel tot voorlopige plaatsing van de medewerkers op functies uit het functieboek wordt uitgebracht door de Plaatsingsadviescommissie. De leden van de Plaatsingsadviescommissie zijn extern en onafhankelijk.

 

Deze Plaatsingsadviescommissie bestaat uit:

  • a.

    een onafhankelijk lid, aangewezen door de werkgeversdelegatie van MIZ;

  • b.

    een onafhankelijk lid, aangewezen door de werknemersdelegatie van MIZ;

  • c.

    een onafhankelijk voorzitter, aan te wijzen door de leden bedoeld onder a. en b.;

 

Voor de vertegenwoordigers bedoeld onder a. t/m c. wordt een plaatsvervanger aangewezen. De commissieleden en hun plaatsvervangers, met stemrecht, dienen geen arbeidsverhouding te hebben (gehad) met, dan wel bestuurder te zijn (geweest) van een van de deelnemende organisaties of anderszins een relatie of betrokkenheid te hebben met een van de organisaties of MIZ.

 

De Plaatsingsadviescommissie kan zich bij haar werkzaamheden laten bijstaan door derden. Door het bestuur wordt een secretaris (een objectieve externe deskundige, bekend en met ervaring met plaatsingsprocedures) toegevoegd. Derden en de secretaris hebben geen stemrecht en zijn geen lid van de Plaatsingsadviescommissie.

 

De plaatsingsadviescommissie wordt in haar werkzaamheden geadviseerd door een HRM adviseur.

2.3 Werkwijze Plaatsingsadviescommissie

 

De vergaderingen van de Plaatsingsadviescommissie zijn niet toegankelijk voor anderen, tenzij op uitnodiging van de Plaatsingsadviescommissie.

Er wordt een gemotiveerd advies aan de plaatsingscommissie uitgebracht door de directeur (of kwartiermaker) in overleg met HRM. Dit advies wordt kenbaar gemaakt aan de medewerkers en door de Plaatsingsadviescommissie betrokken bij de afwegingen voor de inpassingvoorstellen aan de directieraad i.o.. Op basis van het plaatsingsadvies van de directeur (of kwartiermaker) en HRM kan de medewerker verzoeken gehoord te worden door de Plaatsingsadviescommissie. De directieraad i.o. besluit naar aanleiding van het advies van de Plaatsingsadviescommissie en komt tot een voorlopige plaatsing.

 

De Plaatsingsadviescommissie krijgt de beschikking over alle, voor de plaatsing benodigde, stukken zoals het door de medewerker ingevulde belangstellingsformulier, met onder andere de opleiding en werkervaring het verslag van de gesprekken over het invullen van de belangstellingsformulieren met de medewerker en het gemotiveerde advies van de directeur (kwartiermaker) en HRM. De Plaatsingsadviescommissie heeft het recht om de medewerkers te horen, informanten te horen en alle overige voor de plaatsing relevante stukken in te zien.

 

De medewerker wordt in ieder geval gehoord als de commissie het voornemen heeft het dagelijks bestuur te adviseren hem niet in één van de door hem aangegeven voorkeursfuncties te plaatsen of informanten te raadplegen.

Verder kan het horen van de medewerker plaatsvinden omdat de medewerker zijn uitgebrachte belangstelling voor 2 of 3 functies uit het functieboek mondeling wil toelichten. De betrokken medewerker kan alle relevante stukken inzien en ontvangt een verslag van de hoorzitting bij de Plaatsingsadviescommissie. Dit verslag wordt onder verantwoordelijkheid van de Plaatsingsadviescommissie vastgesteld. De medewerker mag zich bij laten staan door een adviseur. Hij informeert de Plaatsingsadviescommissie vooraf hierover.

 

De Plaatsingsadviescommissie streeft naar overeenstemming over het advies. Indien overeenstemming niet mogelijk is, wordt gestemd over het advies.

HOOFDSTUK 3 VAN VOORLOPIG TOT DEFINITIEF BESLUIT

3.1 Voorgenomen besluit tot plaatsing door de directieraad i.o.

 

De medewerker ontvangt van de directieraad i.o. bericht over de voorgenomen plaatsing. Alle medewerkers ontvangen gelijktijdig het bericht.

De directieraad i.o. baseert haar oordeel op het advies van de Plaatsingsadviescommissie. De adviezen van de Plaatsingsadviescommissie worden door de directieraad i.o. onder meer beoordeeld op onderlinge samenhang en getoetst aan het organisatie- en formatieplan.

Dit advies kan luiden dat de medewerker wordt geplaatst in een passende of een geschikte functie en bij voorkeur in een functie met een functioneel schaalniveau dat minimaal gelijk is aan het functioneel schaalniveau van de oude functie. Als de voorgenomen plaatsing afwijkt van de eerste of volgende voorkeur van de medewerker, dan wordt dit door de directieraad i.o. in het plaatsingsbesluit gemotiveerd.

3.2 Zienswijze

 

De medewerker wordt in de gelegenheid gesteld schriftelijk zijn of haar zienswijze in te dienen bij de directieraad i.o. van MIZ gedurende twee weken na de dag volgende op de dag van verzending van het voorgenomen plaatsing. In individuele gevallen, bijvoorbeeld in geval van ziekte of vakantie, kan van de termijn van 4 weken worden afgeweken. In geval van ziekte of vakantie moet tijdig door leidinggevende van de latende organisatie worden gemeld bij de Plaatsingsadviescommissie.

De plaatsingsadviescommissie behandelt de zienswijze. De plaatsingsadviescommissie voert, als de medewerker dit wenst, met hem een gesprek over de zienswijze, waarvan verslag wordt gemaakt. Op basis van de zienswijze, het gesprek over de zienswijze en het nadere advies van de plaatsingsadviescommissie, heroverweegt de directieraad van MIZ de voorgenomen plaatsing.

3.3 Definitieve plaatsing

 

De directieraad i.o. stelt de medewerker schriftelijk in kennis van het definitieve besluit omtrent de plaatsing.

3.4 Niet geslaagde plaatsing

 

Op het moment dat sprake is van een niet geslaagde plaatsing, zal de organisatie in overleg met de desbetreffende medewerker opnieuw de plaatsingsprocedure doorlopen en wordt gezocht naar een andere geschikte of passende functie. Als deze onverhoopt niet beschikbaar is, is de inspanningsverplichting van toepassing (zie punt 1.9).

3.5 Bezwaar

 

De medewerker, die zich niet kan vinden in het besluit kan bij het bestuur van MIZ binnen zes weken na de verzending van de beslissing een gemotiveerd, schriftelijk bezwaar maken. Het bezwaar wordt behandeld door de bezwarencommissie op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht.

 

Zolang de bezwarencommissie, zoals overeengekomen in het BGO, het bezwaar in behandeling heeft en nog geen advies is uitgebracht, kan de medewerker worden verplicht tot het verrichten van de opgedragen werkzaamheden. Het bezwaar heeft geen opschortende werking.

3.6 Procedure op hoofdlijnen en globale tijdsplanning

 

De medewerkers worden conform de onderstaande procedurestappen ingepast.

 

Plaatsingsprocedure behorend bij het sociaal plan m.b.t. de overgang van personeel naar Meerinzicht

Vaststellen functieformatieplan door de directieraad

Functie/formatieplaatsenplan ter advisering naar

Benoemen en vaststellen sleutelfuncties door directieraad in oprichting en ter advisering naar BOR

Definitief vaststellen Functie/formatieplaatsenplan directieraad i.o.

Publiceren en toelichten functie/formatieplaatsenplan en belangstellingsformulier aan de medewerkers die door de latende organisaties zijn aangewezen over te gaan naar de MIZ

Sluiten reflectietermijn (inlevering belangstellingsformulieren)

Inschakeling Plaatsingsadviescommissie

Advies Plaatsingsadviescommissie over inpassing

Besluit tot voorlopige plaatsing door de directieraad i.o.

Voorlopig besluit over plaatsing aan medewerkers

Termijn voor indienen van een zienswijze (deze termijn heeft een opschortende werking t.a.v. het te werk worden gesteld) 4 weken

Behandeling zienswijze en definitief besluit directieraad i.o.

Definitief besluit over plaatsing aan medewerkers

Mogelijkheid tot maken van bezwaar

 

Sleutelfuncties

 

  • -

    Domeindirecteur Sociaal Domein

  • -

    Afdelingshoofden Domein Sociaal en Domein Bedrijfsvoering

  • -

    Drie medewerkers ontwikkeling (HR21 naam) Domein Sociaal (ieder deelgebied van drie D’s 1)

  • -

    Veranderbegeleider Domein Sociaal

  • -

    Informatiedeskundige Domein Sociaal

 

Deze plaatsingsprocedure treedt in werking op de dag na de dag waarop deze regeling is vastgesteld.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Bijzonder Georganiseerd Overleg

dd. 21 juni 2017

Namens de werknemersdelegatie BGO MIZ:

FNV Overheid

G.F. Gerritsen

Datum: 18 augustus 2017

CNV Overheid

C. van Zee

Datum: 18 augustus 2017

De voorzitter werknemersdelegatie

J. Rozenberg

Namens de werkgeversdelegatie BGO MIZ:

De bestuurder

G.J. Gorter

Datum: 18 augustus 2017

De secretaris

J.A.E. Spelhofen-Misset

Naar boven