Regeling dienstreizen en verblijfskosten gemeente Hoorn 2016

 

Zaaknummer: 1230667

 

Gelezen het voorstel van de afdeling Advies en Control – P&O

  • -

    Aanpassen personele regelingen als gevolg van nieuw hoofdstuk 3 CAR d.d. 06/11/2015

     

gelet op het bepaalde in artikel 3:21 van de CAR/UWO

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn besluit:

 

tot het vaststellen van de  Regeling dienstreizen en verblijfskosten gemeente Hoorn 2016

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Medewerker: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO.

Dienstreis: een naar het oordeel van het bevoegde gezag noodzakelijke verplaatsing van een medewerker tot het verrichten van werkzaamheden buiten de gebruikelijke werklocatie, en het hiermee verband houdende verblijf.

Artikel 2 Begin en einde van de dienstreis

 

Lid 1

Voor de vergoeding van reis- en verblijfkosten geldt in beginsel de gebruikelijke werkplek als het begin- en eindpunt van een dienstreis.

 

Lid 2

In afwijking van het vorige lid kan de woonplaats als beginpunt respectievelijk eindpunt van een dienstreis worden aangemerkt, tenzij de heenreis en/of terugreis verloopt via de werkplek van de medewerker.

Artikel 3 Vergoeding reiskosten openbaar vervoer

 

Lid 1

Dienstreizen worden in beginsel gemaakt per openbaar vervoer. En bij voorkeur met het gebruik van een vervoersbewijs door de gemeente Hoorn verstrekt.

 

Lid 2

De voor een dienstreis per openbaar vervoer werkelijk gemaakte reiskosten worden, op declaratiebasis inclusief vervoersbewijzen, volledig aan de medewerker vergoed.

 

Lid 3

De medewerker die voor een dienstreis gebruik maakt van vervoer per trein worden de gemaakte reiskosten vergoed op basis van het tweede klasse-tarief.

Artikel 4 Kilometervergoeding, als openbaar vervoer niet mogelijk of doelmatig is

Als voor een dienstreis het gebruik van openbaar vervoer naar het oordeel van het bevoegd gezag niet mogelijk of doelmatig is, wordt voor het gebruik van de eigen auto of motor aan de medewerker op declaratiebasis een vergoeding per kilometer toegekend van € 0,28 per km, vermeerderd met de eventuele parkeerkosten.

Artikel 5 Kilometervergoeding, als openbaar vervoer wel doelmatig is

Als voor een dienstreis het gebruik van openbaar vervoer naar het oordeel van het bevoegd gezag doelmatig is, wordt voor het gebruik van de eigen auto of motor aan de medewerker op declaratiebasis een vergoeding per kilometer toegekend van € 0,19 per km, vermeerderd met de eventuele parkeerkosten.

Artikel 6 Kosten gebruik taxi

Als het naar het oordeel van het bevoegd gezag noodzakelijk is dat voor een dienstreis gebruik wordt gemaakt van een taxi, worden de aan dat taxigebruik verbonden kosten, na overlegging van de vervoersnota, volledig aan de medewerker vergoed.

Artikel 7 Vergoeding verblijfkosten

De in verband met een dienstreis door een medewerker redelijk gemaakte kosten voor maaltijden, logies en verblijfkosten worden op declaratiebasis vergoed. Deze vergoeding bedraagt niet meer dan het bedrag dat ter zake door de Minister van Binnenlandse Zaken is vastgesteld (Reisregeling Binnenland).

Artikel 8 Vergoeding reis- en verblijfkosten

Voor dienstreizen naar en in het buitenland wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de regels die ter zake door de Minister van Binnenlandse Zaken zijn vastgesteld (Reisregeling Buitenland).

Artikel 9 Hardheidsclausule

In de gevallen, waarin deze regeling niet of niet naar redelijkheid voorziet, kan het bevoegd gezag afwijkend beslissen.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

Het besluit treedt in werking op 1 januari 2016.

Gelijktijdig vervalt de Vergoedingsregeling dienstreizen en verblijfskosten 2006.

De regeling kan worden aangehaald als Regeling dienstreizen en verblijfskosten 2016.

 

Dit besluit wordt bekendgemaakt door:

  • Opname in het Gemeenteblad

  • Publicatie op overheid.nl

  • Publicatie op het intranet

Naar boven