Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Maassluis

De raad van de gemeente Maassluis;

 

gelezen het voorstel van burgemeester wethouders d.d. 30 augustus 2016

 

besluit

de gewijzigde artikelen 2:57 en 2:58 van de APV vast te stellen:

 

Artikel 2:57 Loslopende honden

  • 1.

    In de navolgende artikelen 2:57, 2:58 en 2:59 2 wordt onder eigenaar van een hond begrepen: de eigenaar, de houder, de verzorger van een hond of degene die de hond feitelijk onder zijn hoede heeft.

  • 2.

    Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of te laten

    lopen:

    • a.

      binnen de bebouwde kom op of aan de weg zonder dat die hond aangelijnd is;

    • b.

      op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide of op een andere door het college aangewezen plaats;

    • c.

      op of aan de weg zonder voorzien te zijn van een halsband of een ander identificatiemerk dat de eigenaar of houder duidelijk doet kennen.

  • 3.

    Het verbod in het tweede lid, onder a en onder b, is niet van toepassing op door het college aangewezen plaatsen.

  • 4.

    De verboden genoemd in het tweede lid onder a en b gelden niet voor zover de eigenaar of houder van een hond zich vanwege zijn handicap door een hulphond laat begeleiden of als een eigenaar of houder van een hond deze aantoonbaar gekwalificeerd opleidt tot geleidehond.

 

Artikel 2:58 Overlast/Verontreiniging door honden

  • 1.

    De eigenaar of houder van een hond is verplicht ervoor te zorgen dat binnen de bebouwde kom die hond zich niet van uitwerpselen ontdoet:

    • a.

      op een openbare plaats;

    • b.

      op een voor het publiek toegankelijke en kennelijk als zodanig ingerichte kinderspeelplaats, zandbak of speelweide;

    • c.

      op een andere door het college aangewezen plaats.

  • 2.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op door het college aangewezen plaatsen.

  • 3.

    De strafbaarheid wegens overtreding van het in het eerste lid, onder a en onder c, gestelde gebod wordt opgeheven indien de eigenaar of houder van de hond er zorg voor draagt dat de uitwerpselen onmiddellijk worden verwijderd.

  • 4.

    Onverminderd het bepaalde in lid 1 en lid 3 is een ieder die zich met een hond op de onder lid 1 a en c genoemde gebieden bevindt, verplicht een schepje of ander doeltreffend hulpmiddel ter onmiddellijke verwijdering van eventuele hondenuitwerpselen bij zich te hebben. De eigenaar of houder van een hond is verplicht dit hulpmiddel op de eerste vordering te tonen aan de met toezicht belaste ambtenaar.

  • 5.

    Onder een doeltreffend hulpmiddel ter bestrijding verontreiniging door honden wordt verstaan: Een ‘doeltreffend hulpmiddel’ wordt als doeltreffend beoordeeld als daarmee alle uitwerpselen van een hond onmiddellijk kunnen worden verwijderd.

  • 6.

    De eigenaar van een hond dient ervoor te waken dat dit dier door aanhoudend geblaf of gejank hinderlijk is voor de omgeving of de nachtrust verstoord.

     

    En de oude artikelen 2:57 en 2:58 in te trekken

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maassluis van 27 september 2016.

 

de griffier,

mr. R. van der Hoek

de voorzitter,

dr. T.J. Haan

Naar boven