Openbaar lichaam Metropoolregio Rotterdam Den Haag - Besluitenlijst - Bestuurscommissie Vervoersautoriteit - woensdag 25 november 2020

PUNTEN VAN BEHANDELING – BESLOTEN

 

Opening, mededelingen vaststellen agenda besloten deel

1. Mededelingen en vaststellen agenda

 

Vaststellen verslag besloten deel vorige vergadering

2. Verslag besloten deel vergadering 28 oktober 2020

De bestuurscommissie stelt het verslag van het besloten deel van de vergadering van 28 oktober 2020 vast.

 

Bespreekpunten

3.1 Programma Zuid-Holland bereikbaar

De bestuurscommissie besluit:

  • 1.

    In te stemmen met het programma Zuid-Holland bereikbaar als gezamenlijk stip op de horizon en als onderlegger en aanpak voor de verdere uitwerking en voorbereidende werkzaamheden in 2021 (Zie bijlage 1). Hetgeen in lijn is met het omarmde position paper “Zuidelijke Randstad Blijvend Bereikbaar” in de BcVa van 10 juli 2019;

  • 2.

    In te stemmen met het toewerken naar en oprichten van een samenwerkingsorganisatie Zuid-Holland bereikbaar (ZHB) in 2021, waarbij het formele juridische oprichtingsbesluit nog door alle rijk en regiopartners moet worden genomen in 2021;

  • 3.

    In te stemmen met het, samen met Rijk en regiopartners, werven en aanstellen van een programmadirecteur Zuid-Holland bereikbaar, voor een periode van 4 jaar, waarbij provincie Zuid-Holland als vacaturehouder optreed;

  • 4.

    In te stemmen met zitting van de portefeuillehouder wegennetwerk, mobiliteitsmanagement en MIRT, dhr. S. Fortuyn, nu en na oprichting van de samenwerkingsorganisatie Zuid-Holland bereikbaar, in de Stuurgroep Zuid-Holland Bereikbaar;

  • 5.

    Kennis te nemen van het landelijke tekstdeel van de BO-Mirt tekst Minder Hinder (zie bijlage 2);

  • 6.

    In te stemmen met het regionale tekstdeel van de BO-Mirt tekst Minder Hinder waarin Rijk en Regio afspreken:

    • a.

      2021 te zien als een transitiejaar waarin zij gezamenlijk toewerken naar een uitgewerkt meerjarig werkprogramma en meerjarige afspraken over de totale bekostiging van de samenwerkingsorganisatie;

    • b.

      vanaf 2022 en de daaropvolgende 4 jaar een exploitatiebudget, op jaarbasis van 4,9 mln. (exclusief BTW) aan financiële middelen beschikbaar stellen;

    • c.

      deze bijdrage een verdeling kent van 50% Rijk en 50% Regio;

    • d.

      in 2025 Rijk en regio afspraken maken voor de jaren 2026 en verder;

    • e.

      er in 2023 een evaluatie van de samenwerking(-sorganisatie) plaatsvindt.

3.2 BO-MIRT

De bestuurscommissie besluit:

  • 1.

    De heer drs. M.J. Rosier in zijn hoedanigheid van Portefeuillehouder OV-ontwikkeling, te mandateren om namens MRDH de MIRT-startbeslissing te bevestigen en een volmacht te verlenen om de beslissing namens MRDH mede te ondertekenen.

3.3 Ov en corona: besluitvorming inhoudelijke voorstellen vervoerders

De bestuurscommissie besluit:

 

  • 1.

    Eenmalig een bedrag van €6,4 mln. uit eigen middelen MRDH beschikbaar te stellen om de gevolgen van corona voor het openbaar vervoer te verminderen. Dit bedrag is opgebouwd uit:

    • a.

      Het beschikbaar stellen van de beschikbare middelen compensatie VPB RET (€0,8 mln.) en teruggave compensatie transitievergoedingen HTM (€0,9 mln.);

    • b.

      Het beschikbaar stellen van de vrij beschikbare middelen uit de boetepot RET (€2,0 mln.);

    • c.

      Het beschikbaar stellen van de in de algemene middelen beschikbare bedragen als gevolg van vrijval middelen Kleine Projecten 2020 (€2,0 mln.);

    • d.

      Het tijdelijk (2021) financieel bevriezen van de Subsidieregeling Maatwerkvervoer;

    • e.

      Het tijdelijk (2021) bevriezen van de eigen bijdragen van de MRDH voor het Marketingplatform (€0,25 mln.) en Innovatiefonds (€0,4 mln.), de periode van het Innovatiefonds met één jaar te verlengen tot 1 januari 2025, en de voor 2021 vrijkomende middelen aan te wenden ten behoeve van OV en corona;

  • 2.

    De bijgevoegde maatregelen met een financiële impact van €32,3 mln., die nodig zijn om vanaf januari 2021 de continuïteit van het openbaar te waarborgen, goed te keuren. Essentie daarvan is:

    • a.

      Vanuit het onder beslispunt 1 genoemde budget een eenmalige eigen bijdrage te leveren van € 2,2 mln. ter vermindering van de tekorten van de vervoerbedrijven,

    • b.

      In te stemmen met de door de concessiehouders voorgestelde maatregelen wat betreft aanpassing interne bedrijfsvoering en andere wijze van organisatie, die leiden tot een vermindering van het tekort met € 19,2 mln.;

    • c.

      In te stemmen met de door de concessiehouders voorgestelde vervoerkundige maatregelen, zoals verwoord in bijlage 1, die leiden tot een vermindering van het tekort met € 10,9 mln.;

  • 3.

    Ten behoeve van het Transitieplan 2e helft 2021 e.v. de nog resterende vrij beschikbare middelen (€4,2 mln.) te reserveren ter vergroting van de toekomstvastheid van het OV op de middellange en lange termijn;

  • 4.

    Ter voorbereiding op het Transitieplan 2e helft 2021 e.v. een proces te doorlopen waarbij stakeholders op eenzelfde wijze worden betrokken als bij het proces Afwegingskader OV en Corona. Daarbij wordt:

    • a.

      In overleg en afstemming met de concessiehouders bezien of en op welke wijze aanvullende vervoerkundige maatregelen nodig zijn in de 2e helft 2021 of daarna;

    • b.

      In overleg en afstemming met de concessiehouders bezien of en op welke wijze een andere inzet van sociale veiligheidsmiddelen een bijdrage kan leveren vanaf 1 juli 2021 indien blijkt dat aanvullende maatregelen nodig zijn om de continuïteit van het OV-systeem te waarborgen;

    • c.

      In overleg en afstemming met de concessiehouders bezien of en op welke wijze het tariefinstrument een bijdrage kan leveren vanaf 1 juli 2021 indien blijkt dat aanvullende maatregelen nodig zijn om de continuïteit van het OV-systeem te waarborgen;

    • d.

      In overleg en afstemming met de concessiehouders uitgewerkt op welke wijze ketenmobiliteit en maatwerkvervoer in samenhang met versnellingsmaatregelen een bijdrage kunnen leveren aan het versterken van de kwaliteit en de toekomstvastheid van het OV-systeem;

  • 5.

    De manager Openbaar Vervoer te mandateren alle aan de implementatie van beslispunt 2) genoemde werkzaamheden uit te voeren, waaronder verwerking in de subsidieverleningen 2021;

  • 6.

    De manager Openbaar Vervoer te mandateren om in 2021, indien stijgende reizigersaantallen hiertoe aanleiding geven, de nu vastgestelde maatregelen geheel of gedeeltelijk terug te draaien;

  • 7.

    De portefeuillehouders OV-concessiemanagement en OV-ontwikkeling te mandateren om bijgevoegde brief te versturen naar de Colleges van Burgemeester en Wethouders van de 23 MRDH-gemeenten.

3.4 Investeren in de regio/ Groeiagenda Zuid-Holland

De bestuurscommissie besluit:

  • 1.

    Kennis te nemen van stand van zaken van de Groeiagenda Zuid-Holland en de eerste ronde van het nationaal Groeifonds;

  • 2.

    kennis te nemen van het eerste concept van de uitgewerkte Groeiagenda Zuid-Holland;

  • 3.

    indien gewenst input meegeven aan de MRDH-delegatie die deel uitmaakt van de regionale coalitie Zuid-Holland, waarna de uitgewerkte Groeiagenda begin 2021 gelanceerd wordt.

Hamerstukken

4. -

 

Ter informatie

5.1 Stand van zaken Mirt Oeververbinding.

De bestuurscommissie neemt kennis van de stand van zaken.

 

Rondvraag en sluiting van het besloten deel

6. Rondvraag

 

De vergadering wordt openbaar voortgezet.

 

PUNTEN VAN BEHANDELING – OPENBAAR

 

Spreekrecht

1. Spreekrecht

-

 

Opening, mededelingen vaststellen agenda openbaar deel

2. Mededelingen en vaststellen agenda

 

Vaststellen verslag openbaar deel vorige vergadering

3. a. Verslag openbaar deel vergadering 28 oktober 2020

De bestuurscommissie stelt het verslag van het openbaar deel van de vergadering van 28 oktober 2020 vast.

 

Bespreekpunten

4. -

 

Hamerstukken

5.1 Jaarprogramma 2021 Kennisplatform verkeer en vervoer

De bestuurscommissie besluit:

Kennis nemen van en in te stemmen met het concept jaarprogramma 2021 van het Kennisplatform Verkeer en Vervoer conform de uitgangspunten van de programmabegroting.

 

5.2 Nieuwe betalen

De bestuurscommissie besluit:

  • 1.

    In te stemmen met het in het Nationaal Openbaar Vervoer Beraad (NOVB) door alle partijen onderschreven besluit ten aanzien van de invoering van nieuwe betaalwijzen, inclusief de 14 daaraan gestelde randvoorwaarden.

  • 2.

    In te stemmen met het landelijk vastgestelde Afsprakenkader.

  • 3.

    Als gevolg van 1. en 2. te besluiten, in overleg met de concessiehouders, de nieuwe betaalwijze in te voeren in de zes MRDH concessies onder de voorwaarde dat dit budgetneutraal zal kunnen plaatsvinden.

  • 4.

    De vertegenwoordiging van de decentrale overheden in het bestuurlijk overleg van het Nationaal Openbaar Vervoer Beraad via samenwerkingsverband DOVA te informeren over uw onder punt 1. en 2. genoemde instemming.

5.3 Veiligheidscertificaat vervoerders HTM en RET

De bestuurscommissie besluit:

  • 1.

    Het Besluit “Veiligheidscertificaat HTM Wet Lokaalspoor artikel 27” (bijlage 1) waarin een Veiligheidscertificaat wordt verleend aan HTM Personenvervoer N.V. onder de voorwaarden als genoemd in het Besluit vast te stellen en de Voorzitter te mandateren om dit bekend te maken aan HTM Personenvervoer N.V.;

  • 2.

    het Besluit “Veiligheidscertificaat RET Wet Lokaalspoor artikel 27” (bijlage 2) waarin een Veiligheidscertificaat wordt verleend aan RET N.V. onder de voorwaarden als genoemd in het Besluit vast te stellen en de Voorzitter te mandateren om dit bekend te maken aan RET N.V.;

  • 3.

    In te stemmen met de verlenging van de aanwijzing van HTM Personenvervoer N.V. (als Vervoerder) met de Verkeersleiding als bedoeld in artikel 24 van de WLS en de Voorzitter te mandateren dit besluit bekend te maken aan HTM en de verlenging in werking laten treden op 1 december 2020;

  • 4.

    In te stemmen met de verlenging van de aanwijzing van RET N.V. (als Vervoerder) met de Verkeersleiding als bedoeld in artikel 24 van de WLS en de Voorzitter te mandateren dit besluit bekend te maken aan RET en de verlenging in werking laten treden op 1 december 2020.

5.4 Tarieven ov 2021

De bestuurscommissie besluit:

Op grond van de Wet Personenvervoer (Wp 2000), artikel 32, lid 2 sub d:

  • 1.

    De regionale kilometertarieven te verhogen met de Landelijke Tarievenindex (0,91%). Voor de regio Haaglanden betekent dit een voltarief kilometertarief voor 2021 van € 0,171; voor de regio Rotterdam (incl. Voorne Putten Rozenburg) betekent dit een voltarief kilometertarief voor 2021 van € 0,151;

  • 2.

    het tariefvoorstel van het regioabonnement + Tourist Day Ticket (gedeeld product van de Provincie Zuid-Holland en de MRDH) voor 2021 vast te stellen;

  • 3.

    conform het tarief- en productvoorstel van RET (zie bijlage 1) de tarieven en producten voor 2021 vast te stellen;

  • 4.

    conform het tarief- en productvoorstel van HTM (zie bijlage 2) de tarieven en producten voor 2021 vast te stellen;

  • 5.

    conform het tarief- en productvoorstel van Connexxion (zie bijlage 3) de tarieven en producten voor 2021 vast te stellen;

  • 6.

    conform het tarief- en productvoorstellen van EBS (zie bijlage 4a en 4b) de tarieven en producten voor 2021 vast te stellen;

  • 7.

    het Voorstel tarieven en producten OV MRDH 2021 (bijlage 5) vast te stellen;

  • 8.

    daarnaast mandaat te verlenen aan de voorzitter van Bestuurscommissie Vervoersautoriteit om de tariefbesluiten voor de vervoerders te ondertekenen.

Ter Informatie

6. -

 

Rondvraag en sluiting

7. Rondvraag

Aldus besloten in de vergadering van de bestuurscommissie d.d. 25 november 2020.

adjunct-secretaris,

C. Mourik

voorzitter,

R. van Asten

Naar boven