Beleidsregel proceskosten en wegingsfactoren bij vergoeding in de bezwaarfase belastingzaken

 

Beleidsregel proceskosten en wegingsfactoren bij vergoeding in de bezwaarfase belastingzaken

Het Dagelijks bestuur van Sabewa Zeeland:

gelet op het bepaalde in:

 

  • 1.

    artikel 1:3 vierde lid Awb;

  • 2.

    artikel 4:81 Awb;

  • 3.

    artikel 7:15 Awb;

  • 4.

    artikel 2, eerste lid, aanhef en onderdeel a,d en d en artikel 3 van het besluit proceskosten bestuursrecht:

  • 5.

    onderdeel C.1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht

 

Besluit vast te stellen de volgende:

Beleidsregels proceskostenvergoeding en wegingsfactoren in bezwaarfase van belastingzaken

Artikel 1 Algemeen

Deze beleidsregels zijn slechts van toepassing:

  • 1.

    indien belanghebbende uitdrukkelijk schriftelijk heeft verzocht om kostenvergoeding, voordat op zijn bezwaar is beslist, en

  • 2.

    indien het door belanghebbende bestreden besluit wegens onrechtmatigheid wordt herroepen en de onrechtmatigheid aan de heffingsambtenaar ex artikel 231, tweede lid, aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet is te wijten.

Artikel 2 Wegingsfactor: andere besluiten dan waarde-beschikkingen

Voor de toepassing van de wegingsfactoren, die zijn genoemd in onderdeel C.1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht wordt de zwaarte van de zaak beoordeeld. De wegingsfactor wordt berekend met inachtneming van de bewerkelijkheid en de complexiteit van de zaak en de daarmee verband houdende werkbelasting.

  • 1.

    Het gewicht van de zaak wordt beoordeeld als gemiddeld. Gemiddelde werkzaamheden bestaan uit:

    • A.

      een juiste vaststelling van de feiten;

    • B.

      een onderzoek naar de waarde;

    • C.

      een opgeworpen rechtsvraag.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt het gewicht aangemerkt als zeer licht voor zaken met betrekking tot de watersysteemheffing ingezetenen, zuiveringsheffing woningen, watersysteemheffing gebouwd en ongebouwd, verontreinigingsheffing, reinigingsheffing, hondenbelasting, rioolheffing, reclamebelasting, marktgelden, retributies, toeristenbelasting, precariobelasting en onroerende zaakbelastingen en kennelijk gegronde bezwaren voor zover deze betrekking hebben op:

  •  

    • A.

      een verkeerde tenaamstelling;

    • B.

      een verkeerde adresaanduiding van het object;

    • C.

      een verkeerde belastingplichtige;

    • D.

      een pro-forma bezwaarschrift zonder aanvulling;

    • E.

      een summier gemotiveerd bezwaarschrift.

  • 3.

    In geval van 2 of 3 samenhangende zaken wordt de wegingsfactor bepaald op de factor voor 1 zaak. Bij 4 of meer zaken is de wegingsfactor 1,5.

  • 4.

    In afwijking van het eerste lid wordt het gewicht aangemerkt als licht in de volgende situaties: zaken met betrekking tot onroerende zaakbelastingen voor zover deze betrekking hebben op de inhoud enig onderzoek vergt, maar het niet om een (juridisch) vraagpunt gaat waarvoor een grotere (juridische) deskundigheid is vereist.

  • 5.

    In afwijking van het eerste lid wordt het gewicht aangemerkt als zwaar in de volgende situaties: zaken die ingewikkeld of complex zijn, waarbij het beoordelen van externe rapporten, uitgezonderd taxatierapporten, noodzakelijk is om tot een goed oordeel te komen.

  • 6.

    In afwijking van het eerste lid wordt het gewicht aangemerkt als zeer zwaar in de volgende situaties: zaken waarbij evident en aantoonbaar sprake is van een zeer gecompliceerde en/of bewerkelijke zaak.

Artikel 3 Wegingsfactor: waarde-beschikkingen/heffingsgrondslag

  • 1.

    Het gewicht van de zaak wordt beoordeeld als gemiddeld tenzij het belang of de gecompliceerdheid van het bezwaar aanleiding geven tot het bepalen van een afwijkende wegingsfactor.

  • 2.

    De gecompliceerdheid van een bezwaar geeft aanleiding tot het bepalen van de wegingsfactor op:

    • 1.

      Zeer licht wanneer een waarde wordt verminderd vanwege:

      - de onjuiste registratie van een bijgebouw;

      - een kenbare schrijffout in de beschikking/belastingaanslag;

      - recidive;

      - een summier, dan wel niet adequaat onderbouwd bezwaarschrift;

      - een verwijzing naar een eigen gerechtelijke procedure;

      - een verkooptransactie van onderhavig object;

      - een verwijzing naar een taxatierapport, door een deskundige opgemaakt in het kader van de Wet

      WOZ, dat voldoet aan de daaraan te stellen eisen.

      - een verkeerde tenaamstelling;

      - een verkeerde adresaanduiding van het object;

      - een verkeerde belastingplichtige;

      - een pro-forma bezwaarschrift zonder aanvulling;

      - een summier gemotiveerd bezwaarschrift waar alleen de hoogte van de waarde wordt betwist.

    • 2.

      Licht wanneer een waarde wordt verminderd vanwege:

      - een onjuiste objectafbakening;

      - een door belanghebbende aangedragen verkoopcijfer van een vergelijkbaar object dat vlak voor of na de waardepeildatum is gerealiseerd;

      - een onjuist voortgangspercentage bij een object in aanbouw.

       

3. In geval van 2 of 3 samenhangende zaken wordt de wegingsfactor bepaald op de factor voor 1 zaak. Bij 4 of meer zaken is de wegingsfactor 1,5.

4. In geval het gaat om een zaak waar alleen over de proceskostenvergoeding gaat is de wegingsfactor 0,5.

5. Bij het bepalen van de wegingsfactor weegt de gecompliceerdheid zwaarder dan het belang

Artikel 4 Uitbetaling proceskostenvergoeding

Betaling van de kostenvergoeding vindt plaats aan degene die de belastingaanslag heeft ontvangen en niet aan derden, tenzij deze daar uitdrukkelijk door belanghebbende voor gemachtigd zijn.

Artikel 5 Kostenvergoeding horen

  • 1.

    Als zaken gezamenlijk op een hoorzitting worden behandeld wordt de vergoeding beperkt. In dit geval wordt volstaan met het toekennen van 1 punt gedeeld door het aantal zaken dat gezamenlijk wordt behandeld.

  • 2.

    Voor telefonisch horen wordt maximaal 1 punt toegekend.

  • 3.

    Bij zaken die gezamenlijk op een telefonische hoorzitting worden behandelt, wordt volstaan met het toekennen van 1 punt per zaak.

Artikel 6 Gemotiveerd afwijken

De heffingsambtenaar heeft de bevoegdheid om in bijzondere omstandigheden van de vaststelling van wegingsfactoren zoals in artikel 2 van deze beleidsregels zijn vastgesteld, af te wijken. Afwijkingen van hetgeen gesteld in deze beleidsregels is bepaald, wordt uitdrukkelijk gemotiveerd in de beslissing op bezwaar.

Artikel 7 Ontheffing

Geen vergoeding wordt toegekend indien het bezwaar kan worden aangemerkt als een verzoek om ontheffing.

Artikel 8 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2020.

  • 2.

    De ‘Beleidsregel proceskosten en wegingsfactoren bij vergoeding in de bezwaarfase belastingzaken 2018’ van 1 januari 2018 wordt hierbij ingetrokken.

  • 3.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel proceskosten en wegingsfactoren bij vergoeding in de bezwaarfase belastingzaken”.

 

Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Sabewa Zeeland

Terneuzen, 13 februari 2020

 

 

 

 

 

 

Naar boven