Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regionale Belasting Groep houdende regels omtrent het aanwijzen van ambtenaren van de Regionale Belasting Groep

Het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep;

gelet op

de artikelen 124, vijfde lid onder c en 126a van de Waterschapswet; artikel 232, vierde lid, onderdeel c en 246a van de Gemeentewet;

artikel 56 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

artikel 63a van de Invorderingswet 1990; artikel 30 en 31 van de Wet waardering onroerende zaken;

b e s l u i t:

aan te wijzen als ambtenaren van de Regionale Belasting Groep, bedoeld in artikel 124, vijfde lid, onder c, van de Waterschapswet, artikel 232, vierde lid, onderdeel c van de Gemeentewet, artikel 30 en 31 van de Wet waardering onroerende zaken en jegens wie mede gelden de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in het Waterschapsbesluit krachtens artikel 126a van de Waterschapswet en artikel 246a van de Gemeentewet:

 

de ambtenaren van de Regionale Belasting Groep.

Dit besluit treedt met ingang van 1 januari 2013 in werking, onder intrekking van het ter zake van dezelfde bevoegdheden op 7 januari 2010 verleende aanwijzingsbesluit.

 

Vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep d.d. 10 januari 2013.

Het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep,

directeur,

H.B. Sigmond

voorzitter,

drs. A.J.B. van der Klugt

Naar boven