13e wijziging van de CAR-UWO Werkorganisatie Duivenvoorde

Het dagelijks bestuur van de Werkorganisatie Duivenvoorde,

 

gelet op artikel 125, tweede lid, van de Ambtenarenwet over door het bevoegd gezag vast te stellen voorschriften;

gelet op artikel 33, eerste lid en onder c van de Wet gemeenschappelijke regelingen waarin de bevoegdheid tot het vaststellen van regels over de ambtelijke organisatie is toegekend aan het dagelijks bestuur;

 

gelet op artikel 32, derde lid van de Gemeenschappelijke Regeling Werkorganisatie Duivenvoorde waarin de collectieve arbeidsvoorwaardenregelingen van de sector gemeenten van overeenkomstige toepassing worden verklaard;

 

overwegende dat in het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (hierna: LOGA) volledige overeenstemming is en dat de wijzigingen zoals deze zijn opgenomen in de circulaires van LOGA daaruit voortvloeien;

 

overwegende dat het LOGA op 30 april 2019 de circulaire TAZ/U201900348 (ledenbrief VNG 19/027) heeft uitgebracht over het vervallen van de functie Manschap B in vergoedingentabel CAR-UWO(brandweer)

 

besluit vast te stellen de

 

Besluit van het dagelijks bestuur van de Werkorganisatie Duivenvoorde houdende de 13e wijziging van de CAR-UWO Werkorganisatie Duivenvoorde

Artikel 1 Wijziging CAR-UWO Werkorganisatie Duivenvoorde

De CAR-UWO Werkorganisatie Duivenvoorde wordt gewijzigd zoals vermeld in Bijlage I.

Artikel 2 Inwerkingtreding en terugwerkende kracht

Deze wijziging van de CAR-UWO Werkorganisatie Duivenvoorde:

  • a.

    treedt in werking met ingang van de dag volgend op die waarop zij bekend is gemaakt;

  • b.

    werkt terug tot en met 1 januari 2018.

Aldus vastgesteld in de vergadering op 5 november 2019.

J.J. Westhoek,

directeur

L.A. de Lange,

voorzitter

Bijlage I. Circulaire TAZ/U201900348 (ledenbrief VNG 19/027) – Vervallen functie Manschap B in vergoedingentabel CAR-UWO (brandweer)

  •  

  • A.

    In artikel 19a:1 lid 1 worden de woorden “A en B” geschrapt.

 

  • B.

    De inhoud van Bijlage IIb wordt vervangen door

  •  

  • Vergoedingentabel betreffende de vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per 1 januari 2018

 

 

 

Jaarver- goeding

uurbedrag oefeningen en cursussen e.d.

uurbedrag voor brandbestrijding en hulpverlening

uurbedrag voor langdurig aanwezigheid

1. Aspirant manschap

349

10,82

20,22

13,47

2. Manschap met maximaal 1 specialisatie

(Chauffeur, Voertuigbediener, Gaspakdrager, Brandweerduiker of Verkenner gevaarlijke stoffen)

349

12,42

23,36

15,56

3. Duikploegleider,

of Manschap met

2 of meer specialisaties uit categorie 2,

of langer dan 5 jaar Manschap in categorie 2

349

13,77

25,84

17,23

4. Bevelvoerder

525

17,27

32,46

21,63

5. Officier van dienst

4136

0,00

41,36

0,00

6. Hoofdofficier van dienst, adviseur gevaarlijke stoffen

5940

0,00

59,40

0,00

7. Commandant van dienst

8836

0,00

66,29

0,00

 

 

  • C.

    De inhoud van Bijlage IIc wordt vervangen door

     

  • Gebruteerde Vergoedingsbedragen betreffende vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per 1 januari 2018

 

 

 

Jaarver-goeding

uurbedrag oefeninge n en cursussen e.d.

uurbedrag voor brandbestrijding en hulpverlening

uur bedrag voor langdurig aanwezigh eid

1. Aspirant manschap

353

10,96

20,56

13,69

2. Manschap met maximaal 1 specialisatie (Chauffeur, Voertuigbediener, Gaspakdrager, Brandweerduiker of Verkenner gevaarlijke stoffen)

353

12,66

23,82

15,87

3. Duikploegleider,

of Manschap met

2 of meer specialisaties uit categorie 2,

of langer dan 5 jaar Manschap in categorie 2

353

14,03

26,26

17,52

4. Bevelvoerder

533

17,56

32,95

21,96

5. Officier van dienst

4215

0,00

42,15

0,00

6. Hoofdofficier van dienst, adviseur gevaarlijke stoffen

6047

0,00

60,47

0,00

7. Commandant van dienst

9002

0,00

67,47

0,00

 

In deze bijlage is de tabel opgenomen die uitsluitend geldt voor de zeer beperkte categorie vrijwilligers bij de brandweer voor wie de vergoedingen tot het inkomen in de zin van het Pensioenreglement worden gerekend. Het gaat hierbij om personen die vóór 1 januari 1980 een aanstelling hadden als vrijwilliger bij de gemeentelijke brandweer. Onder bepaalde voorwaarden vielen zij onder de werking van de Algemene Burgerlijke Pensioenwet (ABP-wet). Op 1 januari 1980 is de regeling op dit punt gewijzigd en zijn vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer uitgesloten van het ambtenaarschap in de zin van de ABP. Bij de wijziging in 1980 is een overgangsmaatregel getroffen. Deze hield in dat vrijwilligers die op 31 december 1979 al ambtenaar waren, het ambtenaarschap behielden zolang zij in dezelfde dienstverhouding werkzaam bleven. Op grond van deze overgangsbepaling zijn er nu nog vrijwilligers bij de brandweer die overheidswerknemer zijn en pensioen opbouwen bij het ABP. Degenen die na 1 januari 1980 zijn aangesteld, zijn per definitie geen ABP-deelnemer. Voor hen is deze bijlage niet van belang, maar geldt bijlage IIb.

Naar boven