HET ALGEMEEN BESTUUR VAN HET PARKSCHAP NATIONAAL PARK DE BIESBOSCH

 

Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur van het Parkschap Nationaal Park De Biesbosch van

30 november 2018;

 

Overwegende:

 

  • Dat de Algemene Verordening houdende regels ten aanzien van water, land, recreatie en natuur in de Biesbosch in januari 2014 is vastgesteld;

  • Dat sindsdien praktijkervaring is opgedaan met de handhaving van de verordening;

  • Dat deze verordening naar aanleiding daarvan aanpassing behoeft;

  • Dat de verordening op onderdelen verbeterd en verduidelijkt wordt;

  • Dat de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland en de gemeente Sliedrecht sinds 1 januari 2018 geen deelnemer meer zijn aan de gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch;

  • Dat het concept wijzigingsbesluit ter inzage heeft gelegen in de periode van 10 augustus 2018 tot 21 september 2018;

  • Dat in die periode zienswijzen zijn ingediend met de volgende strekking:

    - Degene die de zienswijze heeft ingediend mist in de verordening voorschriften die geluidsoverlast door muziek vanaf vaartuigen tegengaan;

    - In de Biesbosch worden regelmatig de snelheidsregels voor vaartuigen overschreden.

  • Dat naar aanleiding daarvan kan worden opgemerkt dat het bestuur van het Parkschap niet bevoegd is regels te stellen over geluidhinder omdat dit een bevoegdheid is van de provincie;

  • Dat de maximale vaarsnelheid wordt geregeld door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en het daardoor niet mogelijk en niet nodig is om daar regels over te stellen in de Algemene Biesboschverordening;

  • Dat de ingediende zienswijzen niet tot wijziging van de ontwerp verordening leiden;

  • Dat daarnaast door Staatsbosbeheer is opgemerkt dat de voorgestelde wijziging van het artikel over het plaatsen van kampeermiddelen het ongewenst effect heeft dat tenten overdag overal in het rechtsgebied zijn toegestaan, terwijl dat op grond van de huidige tekst van de verordening niet is toegestaan en ook onwenselijk is;

  • Dat daarom alleen de definitie van kampeermiddelen wordt aangepast en het artikel over het plaatsen van kampeermiddelen ongewijzigd blijft ten opzichte van de huidige bepaling daarover;

  • Dat aanvullend het Aanwijzingsbesluit kampeerplaatsen wordt aangepast;

 

 

Gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en op artikel 4, tweede lid onder j en artikel 27 van de gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de navolgende:

 

Algemene Verordening houdende regels ten aanzien van water, land, recreatie en natuur in de Biesbosch (eerste wijziging)

 

Artikel I  

  • A.

    De verwijzing naar de wetsartikelen komt te luiden: "Gelet op artikel 1 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en op artikel 4, tweede lid onder j en artikel 27 van de gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch."

  • B.

    Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      In de definitie van Open boot wordt "7" gewijzigd in "8".

    • 2.

      De definitie van Passagiersschip komt te luiden:

      "Passagiersschip: een vaartuig dat is gebouwd of bestemd dan wel geschikt is of gebruikt wordt voor het bedrijfsmatig vervoeren van personen"

    • 3.

      Na de definitie van Passagiersschip wordt een definitie toegevoegd luidende:

      "Vaartuigwrak: een vaartuig dat vaartechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert, alsmede omvangrijke samenstellende delen van vaartuigen die in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeren."

    • 4.

      De definitie van Kampeermiddelen komt te luiden:

      "Kampeermiddelen: een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf."

    • 5.

      In de definitie van venten wordt "34" gewijzigd in "36".

  • C.

    Onder vernummering van de artikelen 3 tot en met 49 tot 4 tot en met 50 wordt een nieuw artikel 3 toegevoegd, luidende:

    "Artikel 3 Normadressaat

    • 1.

      Tenzij in deze verordening anders is bepaald, is de kapitein, de schipper of de bestuurder verantwoordelijk voor de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

    • 2.

      Bij afwezigheid van een kapitein, een schipper of een bestuurder is de exploitant verantwoordelijk voor de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

    • 3.

      Bij afwezigheid van een exploitant, is de gebruiker, geen exploitant zijnde, verantwoordelijk voor de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.

    • 4.

      Bij afwezigheid van een gebruiker, geen exploitant zijnde, is de eigenaar verantwoordelijk voor de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening."

 

  • D.

    Artikel 5 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Het eerste lid komt te luiden:

      "Behoudens een ontheffing van het Dagelijks Bestuur is het verboden in de openbare wateren:

      • a.

        met enig vaartuig langer dan drie achtereenvolgende dagen of gedeelten daarvan op dezelfde plaats ligplaats te hebben;

      • b.

        met een vaartuig binnen vijf dagen nadat het is verplaatst op dezelfde plaats opnieuw een ligplaats in te nemen;

      • c.

        langer dan drie achtereenvolgende uren ligplaats in te nemen met een vaartuig aan de aanlegplaats aan:

        • -

          het natuurpad in de Ottergriend bij de Sterlingkeet;

        • -

          de aanlegplaatsen in het Moldiep ter hoogte van het Biesboschcentrum Dordrecht in de Hel- en Zuilespolder alsmede de aanlegplaats bij het Biesboschmuseum te Werkendam;

        • -

          de polder Kwestieus;

        • -

          de Doolhof aan de Reugt;

        • -

          de Korte en Lange Ambacht;

        • -

          de Huiswaard;

        • -

          de Sterling;

        • -

          de Mariapolder;

      • d.

        langer dan 12 uur ligplaats te nemen aan een aanlegplaats met een elektrisch oplaadpunt;

      • e.

        met een vaartuig, langer dan 20 meter, binnen een afstand van 100 meter ligplaats in te nemen aan een voor de recreatie ingericht gedeelte van de oever, stranden en aanlegvoorzieningen, waarbij de afstand gemeten wordt vanaf de kant van het schip dat het dichtst bij het voor de recreatie ingerichte deel van de oever of de aanlegvoorziening ligt;

      • f.

        als eigenaar of rechthebbende van een water of oevers toe te laten dat op dat water of aan die oever in strijd met de bepalingen in deze verordening ligplaats wordt ingenomen met een vaartuig."

    • 2.

      In het tweede lid wordt "200 meter" gewijzigd in "500 meter hemelsbreed".

 

  • E.

    Artikel 6 (nieuw) komt te luiden:

    • 1.

      "Het is verboden vaartuigen langer dan acht achtereenvolgende uren onbemand te laten liggen in het water en op de oever.

    • 2.

      Een vaartuig wordt geacht gedurende acht achtereenvolgende uren onbemand te zijn, indien dat vaartuig gedurende acht opeenvolgende uren op tenminste vier tijdstippen met tussenpozen van tenminste twee uren onbemand is aangetroffen.

    • 3.

      Het is de eigenaar of rechthebbende van een water of oever verboden toe te laten dat op dat water of die oever een vaartuig langer dan acht achtereenvolgende uren onbemand wordt achtergelaten."

 

  • F.

    In artikel 7 (nieuw) wordt "4 en 5" gewijzigd in "5 en 6".

     

  • G.

    Artikel 9, derde lid (nieuw) komt te luiden:

    "De in het eerste en tweede lid bedoelde verboden zijn niet van toepassing op het verrichten van onderhoud aan watergangen of oevers door daartoe bevoegde instanties of eigenaren van water en oevers en op vaartuigen voor wetenschappelijk onderzoek door daartoe bevoegde personen of instanties mits deze minimaal 48 uur van tevoren melding hebben gedaan bij het Dagelijks Bestuur en op hulpdiensten en overheidsorganisaties."

 

  • H.

    Artikel 12 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      In het tweede lid wordt na “wordt” toegevoegd “per kalenderjaar”;

    • 2.

      In het derde lid wordt na "vijf" toegevoegd "achtereenvolgende".

       

  • I.

    Artikel 13 (nieuw) komt te luiden:

    • 1.

      "Het is verboden van vaartuigen de motor of motoren te laten draaien of proefdraaien met ingeschakelde schroef of schroeven op een zodanige wijze dat dit aanleiding kan geven tot stank- of geluidsoverlast in het gebied en voor de bezoekers, recreanten of andere gebruikers van het gebied.

    • 2.

      Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt eveneens voor het laten draaien van motoren voor het opwekken van elektriciteit, tenzij het noodzakelijk is voor het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek door daartoe bevoegde instanties of personen."

 

  • J.

    In artikel 15, eerste lid (nieuw) wordt na "vergunning" toegevoegd "van het Dagelijks Bestuur".

     

  • K.

    Artikel 16 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      Onder vernummering van het vijfde lid tot het zesde lid wordt een nieuw lid 5 toegevoegd, luidende:

      5. "Het Dagelijks Bestuur kan wateren aanwijzen waarin het verboden is zich met een vaartuig te bevinden tussen zonsondergang en zonsopgang.

    • 2.

      In het zesde lid wordt "en derde" gewijzigd in ",tweede, vierde en vijfde".

 

  • L.

    Artikel 17 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      In het eerste lid, onder a wordt "Een oever" gewijzigd in "Een oever, waterbodem, -talud, steiger of ander werk in openbare wateren".

    • 2.

      Er wordt een nieuw derde lid toegevoegd, luidende:

      " Het in het eerste lid onder b bedoelde verbod geldt eveneens voor het laten draaien van motoren voor het opwekken van elektriciteit, tenzij het noodzakelijk is voor het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek door daartoe bevoegde instanties of personen."

       

  • M.

    Artikel 18, tweede lid (nieuw) komt te luiden:

    "Het is verboden zonder vergunning van het Dagelijks Bestuur in de wateren in het rechtsgebied boezemland door te graven, terreinen op te hogen, wateren geheel of gedeeltelijk te dempen of fysiek af te sluiten van open water, te verondiepen dan wel oevers aan te plempen."

     

  • N.

    Onder vernummering van de artikelen 22 (nieuw) tot en met 50 (nieuw) tot 23 tot en met 51 wordt direct na artikel 21 een nieuw artikel 22 toegevoegd, luidende:

    "Artikel 22 Verbod vaartuigwrakken

    • 1.

      Het is verboden een vaartuigwrak in het openbaar water te plaatsen of te hebben.

    • 2.

      Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer of de Wrakkenwet."

 

  • O.

    Artikel 26 (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

    • 1.

      de eerste volledige zin met alle leden wordt het eerste lid;

    • 2.

      in de eerste zin wordt "23" gewijzigd in "25";

    • 3.

      in het tweede lid wordt "24" gewijzigd in "25".

 

  • P.

    Artikel 29, eerste lid (nieuw) komt te luiden:

    "Het is verboden zonder vergunning van het Dagelijks Bestuur in het rechtsgebied een evenement te organiseren."

     

  • Q.

    In artikel 30, eerste lid, onder c (nieuw) vervalt het zinsdeel: "op de stranden".

     

  • R.

    In artikel 34 (nieuw) wordt een nieuw derde lid toegevoegd, luidende:

    "Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op professioneel gebruik van drones door personen die belast zijn met publieke handhavingstaken, toezichthouders en op professioneel gebruik van drones voor inventarisatiedoeleinden door personen, bedrijven of instellingen die daartoe opdracht hebben gekregen van het Parkschap of Staatsbosbeheer."

     

  • S.

    In artikel 36, derde lid (nieuw) wordt "41" gewijzigd in "45".

     

  • T.

    Onder vernummering van de artikelen 41 (nieuw) tot en met 51 (nieuw) tot 43 tot en met 53 worden een nieuw artikel 41 en artikel 42 toegevoegd, luidende:

    "Artikel 41 Rijden met voertuigen en paarden

    • 1.

      Het is verboden om zich met een motorvoertuig, een bromfiets, een aanspanning of een paard te bevinden buiten de voor het openbare rij- en ander verkeer openstaande wegen en paden.

    • 2.

      Het Dagelijks Bestuur kan terreinen aanwijzen waarop het in het eerste lid bedoelde verbod niet van toepassing is en kan daarbij regels stellen voor het gebruik van deze terreinen in het belang van:

      • a.

        het voorkomen van overlast en schade;

      • b.

        de bescherming van natuur- of milieuwaarden;

      • c.

        de veiligheid van het publiek.

    • 3.

      Het in het eerste lid bedoelde verbod is niet van toepassing op motorvoertuigen, bromfietsen, fietsen en paarden ten dienste van politie, brandweer en geneeskundige hulpverlening en van andere krachtens artikel 29, eerste lid, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 door de bevoegde minister aangewezen hulpverleningsdiensten.

    • 4.

      Het in het eerste lid bedoelde verbod is, mits de schade aan natuur- en recreatiegebieden zoveel mogelijk wordt voorkomen dan wel beperkt, niet van toepassing op motorvoertuigen, bromfietsen, aanspanningen, fietsen en paarden:

      • a.

        die worden gebruikt in verband met beheer, onderhoud of exploitatie van de terreinen als in het eerste lid bedoeld;

      • b.

        die worden gebruikt in verband met werken die krachtens wettelijk voorschrift moeten worden uitgevoerd;

      • c.

        van de zakelijk gerechtigden, huurders en pachters van percelen die gelegen zijn binnen de terreinen als in het eerste lid bedoeld;

      • d.

        voor het verkeer ten behoeve van bezoek en van de verzorging van de onder c bedoelde personen.

    • 5.

      Het in het eerste lid bedoelde verbod is voorts niet van toepassing op openbare wegen die gelegen zijn binnen de in het eerste lid bedoelde gebieden of terreinen.

    • 6.

      Het Dagelijks Bestuur kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid bedoelde verbod.

    • 7.

      Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

       

      Artikel 42 Verboden toegang

      • 1.

        Het Dagelijks Bestuur kan gebieden aanwijzen waar toegang, al dan niet tijdelijk, verboden is.

      • 2.

        Het Dagelijks Bestuur kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid bedoelde verbod."

 

  • U.

    Artikel 47 (nieuw) komt te luiden:

    "Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie."

     

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

 

Artikel III  

Deze verordening kan worden aangehaald als Algemene Verordening houdende regels ten aanzien van water, land, recreatie en natuur in de Biesbosch (eerste wijziging).

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van het Parkschap Nationaal Park De Biesbosch van 30 november2018

de secretaris, de voorzitter,

G.B.J. de Baaij B.C.M. Stam

Naar boven