Afvalstoffenverordening Avri 2017

Het algemeen bestuur van Avri besluit,

 

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van Avri van 10 oktober 2016;

gelet op de artikelen 10.23,  10.24, tweede lid, 10.25 en 10.26, van de Wet Milieubeheer en op artikel 21, eerste lid, van de gemeenschappelijke regeling Avri;

 

Vast te stellen de volgende verordening: de Afvalstoffenverordening Avri 2017.

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder :

    • a.

      wet: Wet milieubeheer;

    • b.

      inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van huishoudelijke afvalstoffen of bestanddelen daarvan die binnen de regio ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

    • c.

      ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

    • d.

      inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een minicontainer, inzamelzak, kca-box, ten behoeve van één huishouden;`

    • e.

      inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, brengvoorziening, ondergrondse container of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

    • f.

      inzameldienst: de krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

    • g.

      andere inzamelaars: de krachtens artikel 2, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

    • h.

      gebruiker van een perceel: degene die feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

    • i.

      toegangsmiddel: toegangsmiddel voor het gebruik van een (ondergrondse) container en/of milieustraten;

    • j.

      wegen: de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994;

    • k.

      motorrijtuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994;

    • l.

      straatafval: huishoudelijke afvalstof die ontstaat buiten de woning;

    • m.

      perceel: perceel waar geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan.

Artikel 2 Doelstelling

De toepassing van deze verordening is gericht op de bescherming van het milieu, met inbegrip van een doelmatig beheer van afvalstoffen.

Hoofdstuk 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 3 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur wijst Avri, onderdeel Afvalbeheer, aan als de inzameldienst die belast is met het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2.

    Naast de in het eerste lid genoemde inzameldienst kan het Dagelijks Bestuur andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden .

Artikel 4 Regulering van andere inzamelaars

  • 1.

    Het is voor anderen dan de inzameldienst verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, tenzij de inzamelaar:

    • a.

      daartoe is aangewezen door het Dagelijks Bestuur;

    • b.

      bij nadere regels van het Dagelijks Bestuur van het verbod is vrijgesteld, of;

    • c.

      verplicht is tot inname, bedoeld in artikel 9.5.2, derde lid, aanhef en onderdeel b, of vierde lid, van de wet.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur kan aan de aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, onder a, voorschriften verbinden en beperkingen stellen. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

Artikel 5 Aanwijzing van inzamelplaats

Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor ten minste één daartoe ter beschikking gestelde plaats [binnen het samenwerkingsgebied), waar in voldoende mate gelegenheid wordt geboden om huishoudelijke afvalstoffen, met inbegrip van grof huishoudelijk afval, achter te laten.

Artikel 6. Algemene verboden

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen:

  • a.

    ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst of een inzamelaar als bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid;

  • b.

    over te dragen aan een ander dan een inzamelaar als bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid; of

  • c.

    achter te laten op een andere plaats dan de inzamelplaats, bedoeld in artikel 5.

Artikel 7 Afzonderlijke inzameling

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur stelt regels over de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk door de inzameldienst worden ingezameld, over de frequentie van de inzameling van elk van deze bestanddelen, en over de locaties van deze inzameling bij of nabij elk perceel.

  • 2.

    In ieder geval de volgende bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen worden afzonderlijk ingezameld:

    • a.

      groente-, fruit- en tuinafval;

    • b.

      klein chemisch afval;

    • c.

      glas;

    • d.

      oud papier en karton;

    • e.

      kunststof verpakkingen;

    • f.

      drankenkartons;

    • g.

      textiel;

    • h.

      frituurolie en -vet;

    • i.

      elektrische en elektronische apparatuur;

    • j.

      grof tuinafval;

    • k.

      asbest en asbesthoudend afval;

    • l.

      grof huishoudelijk afval;

    • m.

      huishoudelijk restafval;

    • n.

      medicijnen en injectienaalden;

    • o.

      matrassen;

    • p.

      geëxpandeerd polystyreen (EPS /piepschuim);

    • q.

      gips.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur kan een omschrijving vaststellen van de bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het tweede lid.

Artikel 8 Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1.

    De inzameling vindt plaats via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur kan aanwijzen via welk inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaald bestanddeel huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

Artikel 9 Frequentie van inzamelen

  • 1.

    Huishoudelijk restafval wordt ten minste een maal per twee weken bij elk perceel ingezameld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt huishoudelijk restafval bij de bebouwingstypen waar voor inzameling van huishoudelijk restafval de verzamelcontainer als inzamelmiddel is aangewezen ten minste eenmaal per week nabij elk perceel ingezameld.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid wordt huishoudelijk restafval uit hoogbouwwoningen ten minste een maal per week ingezameld.

  • 4.

    Groente-, fruit- en tuinafval wordt ten minste eenmaal per twee weken afzonderlijk bij elk perceel ingezameld.

  • 5.

    In afwijking van het in het vierde lid bepaalde wordt groente-, fruit- en tuinafval niet afzonderlijk bij elk perceel ingezameld bij bebouwingstypen waarvoor inzameling van huishoudelijk afval een inzamelvoorziening als inzamelmiddel is aangewezen.

  • 6.

    Het Dagelijks Bestuur kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de regio bij elk perceel worden ingezameld.

Hoofdstuk 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 10 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.

Artikel 11 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het is verboden om de bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 7, tweede lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden met uitzondering van de bestanddelen als bedoeld in artikel 7, tweede lid onder e en f.

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de bij nadere regels aan te wijzen categorieën van personen en in gevallen waarin het Dagelijks Bestuur heeft bepaald dat in een bepaalde periode bij wijze van proef meerdere bestanddelen gezamenlijk aangeboden mogen worden.

Artikel 12 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1.

    Het is de gebruiker van een perceel, voor wie krachtens artikel 8, eerste lid een inzamelmiddel of inzamelvoorziening is aangewezen, verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening of het betreffende brengdepot.

  • 2.

    Het is verboden andere bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan het bestanddeel waarvoor dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening krachtens artikel 8, eerste lid, is bestemd.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur kan regels stellen omtrent het gebruik van een verstrekt inzamelmiddel.

  • 4.

    Het Dagelijks Bestuur kan regels stellen omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

  • 5.

    Het Dagelijks Bestuur kan bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 6.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 13 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur stelt de dagen en tijden vast waarop bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling worden aangeboden.

  • 2.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 14 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het Dagelijks Bestuur regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

Hoofdstuk 4 Inzameling van andere categorieën van afvalstoffen

Artikel 15 Inzameling van andere categorieën afvalstoffen door de inzameldienst

Het Dagelijks Bestuur kan andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van andere categorieën afvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1.

    Het is verboden andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 15 aangewezen categorieën afvalstoffen, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daaraan gestelde verplichtingen.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 15 aangewezen categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden de krachtens artikel 15 aangewezen andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met hetgeen krachtens dit artikel is bepaald.

Hoofdstuk 5 Zwerfafval

Artikel 17

Het is verboden zwerfafval te veroorzaken door ter inzameling gereedstaande afvalstoffen of inzamelmiddelen te doorzoeken of te verspreiden, te stoten, te schoppen, omver te werpen of door deze anderszins te behandelen.

Hoofdstuk 6 Overige onderwerpen die de verordening aangaan

Artikel 18 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

Artikel 19 Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen op een voor net publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden ter bescherming van het milieu.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriele regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 20 Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de artikelen 4, 6, 10, 11, 12, 13, 16, 17, 18 en 19 is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onderdeel 3, van de Wet op de economische delicten.

Artikel 21 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, aangewezen ambtenaren.

Artikel 22 Werkingsgebied

Deze verordening is van toepassing voor het grondgebied van de gemeenten die deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling Avri.

Artikel 23 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2017.

  • 2.

    De Afvalstoffenverordening Avri 2016 wordt ingetrokken.

Artikel 24 Overgangsbepaling

  • 1.

    Vergunningen en ontheffingen verleend krachtens de verordening bedoeld in artikel 23, tweede lid, blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing bedoeld in artikel 3 van deze verordening.

  • 2.

    Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening bedoeld in artikel 23, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende 1 jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

  • 3.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de verordening bedoeld in artikel 23, tweede lid, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 3 van deze verordening.

  • 4.

    Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 23, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 23, tweede lid.

  • 5.

    De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 23, tweede lid, heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 25 Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening Avri 2017.

Aldus vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Avri in zijn openbare vergadering van 22 december 2016 te Geldermalsen.

De secretaris,

E.J. de Vries

de voorzitter,

L. Verspuij

Naar boven