Besluit van het dagelijks bestuur en de voorzitter van Avri houdende de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de directeur (Besluit mandaat directeur Avri 2016)

Het dagelijks bestuur en de voorzitter van Avri, ieder voor zover bevoegd;

 

Gelet op:

 

de afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

titel 3 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;

de artikelen 24 en 25 van de Gemeenschappelijke regeling Avri;

 

besluiten:

 

vast te stellen het besluit mandaat directeur Avri 2016.

Artikel 1: Begripsbepalingen

Artikel 1 van de Gemeenschappelijke regeling Avri en artikel 1 van de organisatieverordening zijn van toepassing op dit besluit. Daarnaast wordt in dit besluit verstaan onder:

  • a.

    organisatiebesluit : de Organisatiebesluit Avri 2016

Artikel 2: Mandaat

  • 1.

    Aan de directeur wordt in mandaat verleend de bevoegdheid tot:

    • a.

      het benoemen, schorsen en ontslaan van ambtenaren;

    • b.

      het leidinggeven aan en aansturen van de medewerkers van de ambtelijke organisatie, waaronder ook wordt verstaan het toepassen van de arbeidsvoorwaardenregelingen voor Avri;

    • c.

      het beslissen tot privaatrechtelijke rechtshandelingen tot ten hoogste een bedrag van

      € 2.000.000,- per privaatrechtelijke rechtshandeling die verplichten tot een periode van maximaal één jaar, met uitzondering van privaatrechtelijke rechtshandelingen als bedoeld in artikel 31a van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

    • d.

      het vertegenwoordigen van het Avri in en buiten rechte;

    • e.

      het nemen van besluiten tot het al dan niet verstrekken van informatie op basis van de Wet openbaarheid bestuur. De bevoegdheid, bedoeld in de eerste volzin, behelst niet de bevoegdheid te beslissen op bezwaarschriften, bedoeld in artikel 6:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, en

    • f.

      het aanwijzen van medewerkers van Avri, overeenkomstig artikel 23 van de Afvalstoffenverordening Avri, van de afdeling Integraal beheer openbare ruimte, bedoeld in

      artikel 3, eerste lid, onder a, van de Organisatieverordening , om toezicht te houden op de naleving van de Afvalstoffenverordening Avri en de daarop gebaseerde uitvoeringsbesluiten.

    • g.

      het horen in het kader van klachten op grond van de Algemene wet bestuursrecht;

    • h.

      het schriftelijk afdoen van klachten op grond van de Algemene wet bestuursrecht, en

    • i.

      het nemen van beslissingen in het kader van de uitvoering van de Wet bescherming persoonsgegevens.

  • 2.

    De directeur besluit slechts tot het benoemen, schorsen en ontslaan van managers nadat het dagelijks bestuur in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen naar voren te brengen.

Artikel 3: Volmacht en machtiging

Voor de toepassing van dit besluit wordt met mandaat gelijkgesteld de verlening van:

  • a.

    volmacht om namens Avri privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten, en

  • b.

    machtiging om namens Avri handelingen te verrichten die een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 4: Ondermandaat

  • 1.

    De directeur kan de bevoegdheden, genoemd in artikel 2, eerste lid, onder a tot en met d, schriftelijk in ondermandaat verlenen aan de functionarissen van de ambtelijke organisatie gelet op de taken van het organisatieonderdeel, overeenkomstig de organisatieverordening, waaraan zij leiding geven of waarbinnen zij werkzaam zijn.

  • 2.

    De directeur neemt bij het verlenen van ondermandaat het Budgethoudersregeling Gemeenschappelijke Regeling Avri in acht.

Artikel 5: Kaders mandaat

De uitoefening van bevoegdheden in mandaat, verleend bij of krachtens dit besluit, geschiedt met inachtneming van de:

  • a.

    ter zake geldende instructies per geval of in algemene zin van het dagelijks bestuur of de voorzitter;

  • b.

    door het algemeen bestuur vastgestelde begroting en het meerjaren beheersplan en voor zover in die begroting voor de betreffende rechtshandeling financiële middelen zijn opgenomen en deze niet zijn uitgeput, en

  • c.

    het Budgethoudersregeling Gemeenschappelijke Regeling Avri

Artikel 6: Informatieplicht

  • 1.

    Eenieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat verleend verschaft het dagelijks bestuur gevraagd of ongevraagd informatie over de uitvoering van de aan hem opgedragen taken.

  • 2.

    Eenieder aan wie bij of krachtens dit besluit mandaat is verleend informeert het dagelijks bestuur bij zwaarwegende omstandigheden en gebeurtenissen die betrekking hebben op de gemandateerde bevoegdheden.

  • 3.

    De directeur houdt een register bij van krachtens dit besluit genomen besluiten.

Artikel 7: Ondertekening

  • 1.

    Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel 2, eerste lid, onder a, b c, e en f luidt de ondertekening:

    Het dagelijks bestuur van Avri

    namens deze:

    De directeur van Avri

    Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris.

  • 2.

    Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel 2, eerste lid, onder d, luidt de ondertekening:

    Avri

    Voor deze de voorzitter van Avri

    namens deze:

    De directeur van Avri

    Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag nadat het is bekendgemaakt.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat directeur Avri 2016.

Aldus besloten door het dagelijks bestuur en de voorzitter van Avri op 27 juni 2016.

Het Dagelijks Bestuur van Avri

de secretaris

E.J. de Vries

de voorzitter

L. Verspuij

De voorzitter van Avri

L. Verspuij

Naar boven